Fusie kerkfabrieken - praktisch
Het besluit van de minister heft de kerkfabrieken (behalve de overblijvende) automatisch op. Er zijn geen publicatievereisten. Dit gebeurt dus automatisch, van rechtswege.
Na het besluit van de minister, dient elke penningmeester binnen de 2 maanden zijn/haar
eindafrekening te maken, en ook door te sturen naar de gouverneur. Deze dient ook goedgekeurd te worden door de overblijvende kerkfabriek.
De overblijvende kerkfabriek neemt van rechtswege en zonder formaliteiten alle bezittingen en schulden, alle rechten en plichten, alle overeenkomsten over van alle opgeheven kerkfabrieken.
Bij opheffing en fusie is het echter wel aangewezen om voor de onroerende goederen, die
automatisch overgaan naar het overblijvende kerkbestuur, dat het overblijvende kerkbestuur dit toch ook formeel laat weten aan enerzijds de Administratie van Kadaster, Registratie en Domeinen en anderzijds ook de hypotheekbewaarder. De administratie raadt ons aan om deze beide partijen een kopie van het ministeriel besluit van opheffing en samenvoeging, met verwijzing naar de Decreet, art.
4/8, en met een lijst van de onroerende goederen die overgegaan zijn te bezorgen, met de vraag deze wijziging te registreren. Dit kan latere administratieve problemen voorkomen.
De saldi van bankrekeningen dienen overgedragen te worden naar deze van de overblijvende kerkfabriek. Bankproducten die toch behouden zouden blijven, dienen van naam en adres te veranderen. Op basis van het ministeriel besluit kan men dit bij de banken laten aanpassen. Ook de volmachthebbers op de rekeningen zullen moeten worden aangepast.
De kerkfabriek dient ook de vaste leveranciers en de huurders te verwittigen van de fusie en verandering van naam en adres en rekeningnummer.
De overblijvende kerkfabriek dient haar inventarissen van onroerende goederen, stichtingen, gelden en roerende kerkgoederen (de inhoud van de kerken) aan te passen, t.t.tz. de bestaande
inventarissen van alle kerkfabrieken samen te integreren in de inventarissen van de overblijvende kerkfabriek
De wijzigingen dienen ook doorgegeven te worden aan het KBO.
Wellicht is het aangewezen dat na de fusie de penningmeesters van de opgeheven kerkfabrieken eens samenzitten met de nieuwe penningmeester, voor de financiële kant en de eenmalige acties die nodig zijn. Idem dito voor de secretarissen, voor hun administratie en archief.