• No results found

Utrecht, 14 juli NHG-Standpunt: Mogelijke associatie insuline glargine en kanker

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Utrecht, 14 juli NHG-Standpunt: Mogelijke associatie insuline glargine en kanker"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Utrecht, 14 juli

NHG-Standpunt: Mogelijke associatie insuline glargine en kanker

Recent zijn vier observationele onderzoeken gepubliceerd naar de mogelijke associatie tussen het gebruik van insuline glargine en de kans op kanker.

Twee onderzoeksgroepen concluderen dat er sprake is van een mogelijke associatie. Hemkens et al vinden echter een niet statistisch significante hazard ratio (HR) van 1,09 (95% BI:1,00- 1,19) voor glargine (10 IU) vergeleken met humaan insuline. Wel was er een dosisrepons gradiënt (zie tabel). In het onderzoek is niet gecorrigeerd voor eventuele verschillen in risicofactoren voor kanker zoals roken of BMI omdat deze gegevens niet beschikbaar waren.

Jonasson et al vinden alleen een toegenomen incidentie van borstkanker bij gebruik van insuline glargine vergeleken met andere insulinesoorten maar geen verschil in de overall incidentie van maligniteiten. Twee andere onderzoeksgroepen concluderen dat er geen aanwijzingen zijn voor een verhoogde incidentie van kanker door het gebruik van insuline glargine. Colhoun vindt bij patiënten die insuline glargine gebruikten evenveel kanker als bij patiënten die andere insulines gebruikten. De kleine groep patiënten in dit onderzoek die glargine monotherapie gebruikte had wel een wat verhoogde incidentie. Echter tussen de beide patiëntengroepen waren aanzienlijke verschillen in patiëntenkenmerken zodat de gevonden verschillen ook kunnen worden veroorzaakt door allocation bias en niet door het gebruik van insuline glargine. Bovendien werd in de subgroep patiënten met incidente diabetes mellitus geen verband gevonden tussen glargine monotherapie en kanker. Currie vindt in zijn onderzoek geen verhoogde incidentie van kanker in de patiëntengroep die insuline glargine gebruikte vergeleken met patiënten die andere insulines gebruikten.

Conclusie

De resultaten van de onderzoeken zijn niet eensluidend. Op grond van deze onderzoeken, die allemaal retrospectief van aard waren, kan de mogelijke associatie tussen het gebruik van insuline glargine en een verhoogde incidentie van kanker niet bevestigd of uitgesloten worden. In alle vier de onderzoeken was de duur van de follow-up bovendien korter dan wat algemeen als noodzakelijk wordt aangenomen om een risico op kanker in relatie tot

medicatiegebruik te evalueren. Bovendien is de kans op vertekening van het resultaat door onvoldoende correctie voor verschillen in de onderzochte groepen ten aanzien van

bijvoorbeeld roken en BMI groot. Grote, prospectieve, lange termijn onderzoeken zijn nodig om de veiligheid van insuline glargine te onderzoeken.

NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2: ongewijzigd

In de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 is NPH insuline eerste keus wanneer insuline therapie met een (middel-)langwerkend middel geïndiceerd is. In de noot van de standaard staat: “Insuline glargine lijkt de kans op nachtelijke hypo’s te verkleinen. Deze reductie blijkt echter gepaard te kunnen gaan met een grotere kans op hypo’s aan het einde van de ochtend

(2)

(afhankelijk van het tijdstip van injectie) en met meer ernstige hypoglykemieën.” De noot van de standaard concludeert: “het voordeel in het bereikte HbA1c bij behandeling met

langwerkende insulineanaloga is bij patiënten met DM type 2 nog niet overtuigend

aangetoond.”.Het advies ten aanzien van insulinetherapie met een (middel-) lange werking, zoals in de NHG-Standaard geformuleerd , blijft derhalve onverkort van kracht.

De huidige gegevens bevestigen dat terughoudendheid bij het gebruik van nieuwe geneesmiddelen gewenst blijft.Wij adviseren huisartsen om de recente berichtgeving te bespreken met patiënten die insuline glargine gebruiken. De huidige onderzoeken geven, vooralsnog, geen aanleiding om de therapie aan te passen. In lijn met de standaard adviseren wij bij patiënten die in aanmerking komen voor een (middel-)langwerkend insuline te starten met NPH insuline.

Onderzoek Vergelijking Verband glargine en maligniteit (hazard

ratio) Hemkens 2008

(N=127.031)

glargine insuline (monotherapie) vs.

humaan insuline

1,09 (95% BI 1,00-1,19) (10 IU) 1,19 (1,10-1,30) (30 IU) 1.31 (1,20-1,42) (50 IU) Jonassen 2009

(n=111.841)

glargine insuline (monotherapie) vs.

andere insulinesoorten

1,06 (0,90-1,25) (alle maligniteiten)*

1,97 (1,30-3,00) (mammacarcinoom) Colhoun 2009 (fixed

cohort; n= 36.254)

glargine insuline (mono plus combinatietherapie) vs. non-glargine insuline)

glargine insuline (monotherapie) vs.

non-glargine insuline

1,02 (0,77-136) (alle maligniteiten)

1,55 (1,01–2,37) (alle maligniteiten) Colhoun 2009 (incident

insulin users cohort: n=

12.852

glargine insuline (mono plus combinatietherapie) vs. non-glargine insuline

glargine insuline (monotherapie) vs.

non-glargine insuline

0,93 (0,70–1,25) (alle maligniteiten)

0,87 (0,63–1,21) (alle maligniteiten) Currie 2009

(subgroep insuline n=7.897)

glargine insuline vs humaan insuline 1,24 (0,90-1,70) (alle maligniteiten)

*Gecorrigeerd voor leeftijd, roken, BMI, leeftijd waarop diabetes begon, leeftijd waarop eerste kind geboren is, cardiovasculair risico en oestrogeengebruik

Literatuur

Colhoun HM. Use of insulin glargine and cancer incidence in Scotland: A study from the Scottish Diabetes Research Network Epidemiology Group. SDRN Epidemiology Group, 2009

Currie CJ, Poole CD, Gale EAM. The influence of glucose-lowering therapies on cancer risk 5 in type 2 diabetes. Diabetologia 2009:DOI 10.1007/s00125-009;1440-6

Hemkens L. G, Grouven U, Bender R, Günster C, Gutschmidt S, Selke GW, Sawicki PT. Risk of malignancies in patients with diabetes treated with human insulin or insulin analogues: a cohort study. Diabetologia 2009: DOI 10.1007/s00125-009-1418-4.

Jonasson JM, Ljung R, Talbäck M, Haglund B, Gudbjörnsdòttir S, Steineck G. Insulin glargine use and short- term incidence of malignancies—a population-based follow-up study in Sweden, 2009

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In bijna alle FTO-groepen geven zorgverleners aan dat recepten voor nieuwe en duurdere insulines (insuline glargine 300 E/ml en insuline degludec) uit de tweede lijn

Deze studie beoogt daar een meerwaarde in te zijn door onderzoek te voeren naar stress, coping en levenskwaliteit bij kinderen met de diagnose leukemie of

Wanneer het vermoeden bestaat dat de klachten kunnen passen bij een in termen van de DSM te classificeren stoornis, kunnen de patiënt en/of zijn naasten, indien zij dit wensen,

Bij deze test krijgt u insuline toegediend, waardoor het glucose gaat dalen.. De bedoeling is dat het glucose zo laag wordt (<2 mmol/l), dat het lichaam dit als

De oncoloog of de longarts heeft u mogelijk een behandeling voorgesteld voor uw ziekte en deze met u besproken.. Als de behandeling is gestart, komt u regelmatig voor controle op

Iedereen die een afspraak heeft op locatie Alkmaar of Den Helder moet zich al- tijd eerst met zijn identiteitsbewijs aanmelden bij de aanmeldzuil.. U vindt deze aanmeldzuil bij

Deze mengsels beginnen net zo snel als de snel- of kortwerkende insuline, en werken maximaal net zo lang als middellangwerkende insuline.. Het injecteren

Als u een anticonceptiepil gebruikt, dan moet u hier in overleg met uw arts minimaal 6 weken voor het onderzoek mee stoppen2. Als u hydrocortison (of cortisonacetaat) gebruikt, dan