• No results found

Diabetesbehandeling met insuline

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Diabetesbehandeling met insuline"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Diabetesbehandel ing met insuline

Diabetesbehandeling met insuline

Bij de behandeling van de chronische ziekte diabetes mellitus is het hormoon ‘Insuline’

vaak noodzakelijk. Het hormoon zorgt voor de regulering van uw bloedsuiker, waardoor de cellen hun werk kunnen doen.

Wat is insuline?

Welke soorten insuline zijn er?

Snelwerkende of kortwerkende insuline. Deze insuline werkt al tien minuten na inspuiten en werkt vervolgens drie tot vijf uur.

Middellangwerkende insuline. Dit type insuline werkt ongeveer anderhalf uur na inspuiten en is na ongeveer zestien uur weer uitgewerkt.

Langwerkende insuline. De werking van dit type insuline varieert van ongeveer achttien uur tot 24/48 uur.

Mengsel van snel-, kort- en middellangwerkende insuline. Deze mengsels beginnen net zo snel als de snel- of kortwerkende insuline, en werken maximaal net zo lang als middellangwerkende insuline.

Het injecteren van insuline

Een juiste toediening van insuline is, naast een goed voedingsadvies en voldoende lichaamsbeweging, van essentieel belang voor een goede bloedglucoseregulatie bij

(2)

2

diabetespatiënten. De manier van spuiten speelt daarbij een belangrijke rol.

Injectietechniek

Tegenwoordig passen we de ‘loodrecht-techniek’ en/of ‘de huidplooitechniek’ toe.

Wanneer u leert spuiten, wordt eerst de huiddikte bepaald. Dit is nodig omdat insuline onder de vetlaag – maar boven de spierlaag – moet worden geïnjecteerd. Op die manier kunt u een zo goed mogelijke opname van insuline bereiken. De diabetesverpleegkundige geeft u hierover een persoonlijk advies. De meeste gebruikte naaldlengten zijn 4, 5 en 6 mm.

Injectieplaatsen

Insuline injecteert u over het algemeen op een drietal plaatsen: buik, bovenbenen en in sommige gevallen de billen. Doordat de onderhuidse doorbloeding plaatselijk verschillend is, is hoe snel de insuline wordt opgenomen afhankelijk van het gebied waarin men spuit.

De snelste opname van insuline vindt plaats vanuit de buik. De langzaamste plek is het bovenbeen of de bil. Door foutief spuiten kan uw huid beschadigd raken, met als gevolg een onregelmatige opname van insuline en dus schommelingen van de BG. Om dit te voorkomen is het noodzakelijk om regelmatig van spuitplek te wisselen en een goede spuittechniek aan te leren. De diabetesverpleegkundige controleert daarom regelmatig uw spuitplaatsen.

Huidproblemen ten gevolge van het injecteren

Er kunnen zich verschillende problemen voordoen ten gevolge van het injecteren met insuline:

Een bobbeltje op de huid direct na het spuiten: er is te ondiep gespoten.

Harde schijven of bulten in de huid: te weinig afwisseling van de injectieplaats, of er is over een langere periode te ondiep gespoten.

Blauwe plekken kunnen een aantal oorzaken hebben:

Er is een bloedvaatje aangeprikt.

De naald heeft teveel bewogen in de huid.

Er is te diep gespoten (in het spierweefsel).

Wanneer één van de bovengenoemde dingen heel af en toe bij u voorkomen, dan hoeft u zich niet ongerust te maken. Wanneer het met regelmaat voorkomt, is het raadzaam dat u contact met uw diabetesverpleegkundige opneemt, zodat u uw injectietechniek nog eens kunt bespreken.

Praktische punten bij het gebruik van de insulinepen

Er zijn twee soorten insulinepennen, namelijk de voorgevulde- (= wegwerp) en de navulbare (waar een ampul in gaat) insulinepen.

Zorg dat u altijd over een reserve insulinepen beschikt.

(3)

3

Lees de gebruiksaanwijzing altijd helemaal door.

Als u een nieuw patroon in de navulbare pen heeft gedaan, kan het zijn dat de stamper in de pen nog niet goed op het patroon aansluit. Spuit dus altijd zoveel eenheden lucht weg tot u ziet dat er een druppeltje uit de naald komt.

Als u de insuline heeft ingespoten, wacht dan zes tot acht seconden alvorens u de naald uit de huid trekt.

Troebele insuline, bijvoorbeeld Insulatard of een mix-insuline moet u altijd ongeveer twintig keer ‘zwenken’. Bij een heldere insuline hoeft dit niet.

U moet de naald elke keer na de injectie verwijderen, zodat de patroon gesloten bewaard blijft.

Thuis hoeft u de injectieplaats niet te ontsmetten met alcohol. In omstandigheden waar het niet zo schoon is wel. In een ziekenhuis ook.

De insulinepatronen die u niet gebruikt, dient u in de groente lade of de deur van de koelkast te bewaren. De pen die u gebruikt, is maximaal 6 weken houdbaar. De pen en een reservepatroon mag u altijd meedragen; zolang ze niet kunnen bevriezen of in de volle zon komen te liggen. De maximale temperatuurwaarden liggen tussen de 2 en 30 °C. LET OP!:

insuline die bevriest, is direct onwerkzaam!

Verzamel uw vuile naalden in een afsluitbare verpakking van stevig materiaal, bijvoorbeeld een oude shampoofles of een naaldencontainer. Deze kunt u, in overleg, in zijn geheel bij de apotheek afgeven of bij de chemokar (klein chemisch afval) inleveren.

Insulinepomp en glucose-sensor

Het verschilt per persoon of behandeling met een insulinepomp beter is voor de diabetesinstelling. De insulinepomp geeft regelmatig een kleine hoeveelheid

(kortwerkende) insuline af. Door de regelmatige afgifte blijft de bloedsuikerspiegel vaak wat gemakkelijker stabiel dan bij langwerkende insuline via een injectiepen. De pomp kan zo worden ingesteld dat de standaard insulineafgifte per uur verschilt. Bijvoorbeeld ’s nachts een lagere dosering dan overdag. Als de pomp niet goed werkt, geeft hij een waarschuwingssignaal. Uw internist, diabetesverpleegkundige en het diabetesteam

beoordeelt of u in aanmerking komt voor een insulinepomp n.a.v. actuele criteria. Lees de patienteninformatiefolder

Een glucosesensor is een meter die continue glucose meet. Dit gebeurt d.m.v. een naaldje dat een aantal dagen blijft zitten en een signaal zendt naar een ontvanger. Deze ontvanger kan een alarm afgeven wanneer de glucose te hoog of te laag dreigt te worden. De

glucosesensoren / systemen zijn draadloos en gaan meerdere dagen mee. Een geblindeerde glucosesensor is meer voor diagnostisch gebruik (wat gebeurt er met de glucosewaarden in het lichaam bij bepaalde situaties) en is real time meer een therapeutische glucosesensor.

Men kan dan door middel van ingestelde alarmen handelen op de glucosewaarden. Uw internist, diabetesverpleegkundige en het diabetesteam beoordeelt of u in aanmerking komt voor een insulinepomp n.a.v. actuele criteria.

Als u vragen of opmerkingen heeft over het bovenstaande, of als u algemene vragen heeft

(4)

4

over diabetes mellitus, neemt u dan gerust contact met ons op.

Via e-mail zijn wij tevens bereikbaar: diabetes@tergooi.nl

Contact

Diabetesteam

T 088 753 11 50 (afspraak maken) T 088 753 16 00 (Hilversum) T 088 753 23 10 (Blaricum) Ma t/m vr 08:30 – 17:00 uur.

Diabetische voetpoli T 088 753 11 10

Ma t/m vr 8:00 — 16:30 uur

Interne Geneeskunde - Polikliniek T 088 753 11 50

klantcontactcentrum@tergooi.nl Ma t/m vr 08:00 – 16:30 uur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer u een dosis Insuline aspart Sanofi overgeslagen heeft, of als u niet voldoende insuline geïnjecteerd heeft, kan uw bloedglucosespiegel te hoog worden

Het medicijn van een ander merk Als een insuline een aantal jaar op de markt is, mogen andere fabrikanten een vergelijkbare insuline maken en verkopen.. Deze insulines werken

Wat voor effect kunt u verwachten van toevoegen van een GLP- analoog insuline combinatie versus ophogen van basaal insuline. ● Effect

Als u een anticonceptiepil gebruikt, dan moet u hier in overleg met uw arts minimaal 6 weken voor het onderzoek mee stoppen2. Als u hydrocortison (of cortisonacetaat) gebruikt, dan

Pas als dat problemen geeft in gebruik, door nachtelijke hypoglycaemie (betreft <5% van de patiënten) of bij overstappen naar meermaals daagse insulinetoediening, wordt

Gebruik deze folder naast de andere voor- bereidingen die u voor het onderzoek moet treffen.. Als u de dag voor het onderzoek of operatie ook anders moet eten dan u

Iedereen die een afspraak heeft op locatie Alkmaar of Den Helder moet zich al- tijd eerst met zijn identiteitsbewijs aanmelden bij de aanmeldzuil.. U vindt deze aanmeldzuil bij

Bij deze test krijgt u insuline toegediend, waardoor het glucose gaat dalen.. De bedoeling is dat het glucose zo laag wordt (<2 mmol/l), dat het lichaam dit als