STARTEN MET INSULINE
Module 2
Instellen op insuline: theorie
(Potentiële) belangenverstrengeling - Voor bijeenkomst mogelijk relevante
relaties met bedrijven
- Congresreis Sanofi 2016 - Congresreis Roche 2015 Honorarium of andere (financiële)
vergoeding
- Spreker op uitnodiging Sanofi
- Spreker op uitnodiging Nierstichting - Spreker op uitnodiging ERA-EDTA - Spreker op uitnodiging
Boehringer-Ingelheim
- Adviesraad Boehringer-Ingelheim
Disclosure belangen F.W. Visser
SANL.TJO.17.11.0600 2
(Potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante
relaties met bedrijven
Advies commissie Astra Zeneca, Boerringer Ingelheim
Honorarium of andere (financiële) vergoeding
- Voor het ontwikkelen van diverse nascholingen op diabetes en nefrologisch gebied
- Voor het optreden als docent bij diverse nascholingen
- Sanofi, Janssen, MSD, Novo Nordisk, Astra Zeneca, Bayer
Disclosure belangen P.A.M. de Vries
(Potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante
relaties met bedrijven geen
Honorarium of andere (financiële) vergoeding
M.M.G. Dekker heeft een
honorarium ontvangen voor het presenteren van deze avond
Disclosure belangen Margriet Dekker
Leven als een diabetes patient
Vijan S, Hayward RA, Ronis DL, Hofer TP. Brief report: the burden of diabetes therapy: implications for the design of effective patient-centered treatment regimens. J Gen Intern Med. 2005 May;20(5):479-82.
Lichtste belasting
Zwaarste belasting
0 6.0
Dieetaanpassingen 2.2
Eénmaaldaags zelfcontrole 2.3
Eénmaaldaags insuline 3.5
Combinatie avondtoediening
insuline en orale middelen overdag 3.8
Tweemaaldaags insuline
3.9
Tweemaaldaags insuline en driemaaldaags
zelfcontrole 4.4
Drie- tot viermaaldaags insuline 4.8
Driemaaldaags zelfcontrole
3.9
1653 respondenten
3.0
Leven als een diabetes patiënt
SANL.TJO.17.11.0600 6
Leven als een diabetes patiënt
Opdracht:
●
U gaat vandaag een dagcurve bijhouden●
Prik uw bloedsuiker vandaag voor en na de maaltijd!●
U gaat nu iets eten●
U houdt uw glucose waardes bijDiverse Bloedglucosemeters
Diverse prikpennen
Filmpje bloedsuikerprikken
●
http://www.apotheek.nl/instructiesThank you
2.1 Doelstelling Insuline
Therapie
Doel insulinetherapie
●
Zo normaal mogelijke glucosewaarden●
Adequate HbA1c instelling●
Zo min mogelijk hypoglykemieënZoek de balans: glycemische controle versus
hypoglykemie
Thank you
2.2 Wat is insuline en
wat doet het?
Insuline en Langerhans
●
Waar komt de term Insuline vandaan?Paul Langerhans Duitse Patholoog 1847 -1888
Insuline
●
Eiwithormoon geproduceerd door β-cel in eilandjes van Langerhans (insula = eiland) in de alvleesklier●
Afgifte via poortader naar lever●
Belangrijkste anabole/anti-katabole hormoon●
BloedsuikerverlagendInsuline afgifte door β-cel
Insuline wordt gevormd uit pro-insuline door afsplitsen van C-peptide
2 ketens
Insulinemolecuulstructuur
Insuline hexameer
Insuline: anabole/anti-katabole effecten
●
Glucose● Stimuleert glucoseopname
● Stimuleert glycogeensynthese
● Remt glycogeenafbraak (glycogenolyse)
● Remt gluconeogenese
●
Vet● Stimuleert vetopslag (lipogenese)
● Remt vetafbraak (lipolyse)
● Remt vetverbranding
●
Eiwit● Stimuleert eiwitopbouw
● Remt eiwitafbraak
Exogeen insuline
●
Niet portaal maar subcutaan●
Basale insulines● Onderdrukt hepatische glucoseproductie
● 40-50% van dagelijkse behoefte
● Lange werkingsduur
●
Maaltijd (bolus/prandiale) insulines● Vangt glucosepiek rond maaltijd op
● Per maaltijd 10-20% van dagelijkse behoefte
● Korte werkingsduur
Basaal–bolus regime
Insulin(mU/L)
06:00 12:00 18:00 24:00
0 15
30
45
06:00
Ontbijt Lunch Diner Fysiologisch insulineprofiel
Ideaal basaal insuline Ideale prandiale insuline
Time
Nabootsing normale insulinesecretie
Thank you
2.3 Conventionele insulines
en insuline-analogen
Wie is wie en wat is wat?
Ontdekking van Insuline
Wat is de rol van de hond in de
ontdekking van
insuline?
Isolatie van insuline uit de alvleesklier
1899-1978 1891-1941
Charles Best
Frederick Banting
Insuline behandeling
Leonard Thompson 14 jarige jongen met type 1 diabetes (werd in 1922 als 1e patient behandeld met insuline)
Hans Christian Hagedorn 1888-1971
Wat is de rol van Hagedoorn in de ontwikkeling van
insuline therapie?
Ontwikkeling insulines
●
1922 Dierlijke insuline varken rund (kortwerkend circa 6 uur)●
1936 Hagedorn ontdekt dat toevoeging van protamine de werkingsduur van insuline verlengt●
1950 NPH wordt op de markt gebracht●
1978 (bio)synthetisch gemaakt humaan insuline●
1982 eerste synthetisch gemaakte insuline wordt op de markt gebracht“Human Insulin”
Ontwikkeling insuline analogen
●
1996 analoog insuline op de markt.●
analoge insuline is een genetisch gemodificeerde vorm van insuline ( middels een veranderde aminozuur volgorde)●
Hierdoor wordt de werkingsduur veranderd door beinvloeding van● subcutane absorptie snelheid
● Distributie
● Metabolisme
● excretie
Insuline therapieën
●
1992 Insuline pomp op de markt●
2000 Eilandjes transplantatie bij T1DM●
2013 Ontwikkeling artificiële pancreas●
2016 Biosimilar insulines op de marktBasale insulines (middel langwerkend)
●
NPH bestaat uit een oplossing insuline-zink kristallen en protamine- polypeptiden in een bepaalde verhouding.●
Deze verhouding wordt ook wel "isofaan" genoemd. Door toevoegen van protamine wordt insuline langzamer geresorbeerd.●
Bij nachtelijke hypoglykemieën kan worden overgestapt op een langwerkend insulineanaloog (detemir of glargine)●
Ook indien er sprake is van erg wisselende glucosewaarden bij het gebruik van NPH-insuline kan men besluiten een langwerkend insulineanaloog voor te schrijvenNHG Standaard Diabetes mellitus type 2
Stappenplan bloedglucoseverlagende middelen
NPH insuline
● Geen 24-uurs dekking
● Variabele biologische beschikbaarheid
NPH insuline
50- 65 % intraindividuele variatie 50- 65 % interindividuele variatie
Heise et al Diabetes 2004 :1614-20.
1 e generatie basaal analogen
Glargine -100
(Lantus®, Abasaglar®*)Detemir
(Levemir®)*) In 2016 is de eerste biosimilar van insuline glargine 100 E/ml op de markt gekomen.
Injectie van lichtzure, heldere oplossing (pH 4,0)3
Neerslag van insuline glargine
´kristallen´ subcutaan 3
Langzame oplossing van stabiele vrije insuline glargine hexameren uit de kristallen3
Verlengde werking3
Werkingsmechanisme glargine
1. Lantus®(insuline glargine) SmPC. Juli 2004 - 2. McKeage K et al. Drugs. 2001;61:1599-1624.
3. Kramer W. Exp Clin Endocrinol Diabetes. 1999;107(suppl 2):S52-S61.
Werkingsmechanisme detemir
Na subcutane toediening sterke binding onderling en aan albumine
Binding aan albumine in de bloedbaan
Werkingsmechanisme basaal analogen 1 e generatie
Advies NHG: Bij (nachtelijke) hypoglykemieen
Glargine -100 Detemir
Basale insulines
Basale insuline Start Piek Duur
Middellang werkend (NPH) Insulatard®
Insuman Basal® Humuline NPH®
1 - 2 uur 4-10 uur 12-18 uur
Langwerkende analogen
Detemir ½ - 1½ uur 6-10 uur 12 - 24 uur
Glargine 100 E/ml ½ - 1½ uur 3-12 uur 20 - 24 uur
Hirsch N Engl J Med 2005; 352:174-83;; SmPC Lantus december 2013; SmPC Levemir april 2009
NPH versus Glargine-100/Detemir
●
Glargine en detemir hebben beter 24 uurs profiel dan NPH●
Geen verschil in HbA1c t.o.v. NPH aangetoond●
Wel minder hypoglykemien bij T2DM (met name een reductie in nachtelijk hypoglykemie)Horvath et al. Cochrane Database Syst Rev. 2007 Apr 18;(2):CD005613
Nieuwe ontwikkeling: van langwerkende naar ultra-langwerkende insulines
●
De afgelopen jaren zijn er 2 nieuwe basale analogen op de markt gekomen:● Insuline glargine 300 E/ml (Toujeo®)
● Insuline degludec (Tresiba®)
●
Wat is de meer waarde?Nieuwe ultra-langwerkende insuline-analogen
SANL.TJO.17.11.0600 | 42 Becker et al. Diabetes Care 2015;38:637–643 - Toujeo SmPC 27 april 2015.
http://www.accessdata.fda.gov/drugsatfda_docs/label/2015/203314lbl.pdf
Ultra langwerkende analogen
● ultra langwerkende analogen vs glargine 100
● Stabieler werkingsprofiel
● Langer werkingsprofiel
● Minder hypoglykemieen tov glargine 100 bij T2DM
● Er zijn geen direct vergelijkende klinische studies tussen beide analogen.
● Er zijn wel clampstudies gedaan.
Nieuwe ultra-langwerkende insuline-analogen
* T.o.v. Glargine 100 E/ml
| 44
glargine 300 E/ml1 degludec 100 E/ml2 HbA1c reductie vergelijkbaar* vergelijkbaar*
Hypoglykemie Significante reductie* Significante reductie*
Gewichtstoename* Vergelijkbaar* Vergelijkbaar*
Volume 1/3* Geen verschil
Flexibiliteit ± 3 uur tov gebruikelijke tijdstip
Minimaal 8 uur tussen twee injecties
Pensysteem SoloStar Flextouch, Penfill
1. SmPC Toujeo september 2016 2. SmPC Tresiba maart 2014
Standpuntbepaling NHG: Beide nieuw langwerkende insuline-analogen zijn nog niet beoordeeld en hebben derhalve nog geen plaats in de behandeling met insuline in
de NHG standaard Diabetes 2013
Overzicht basale insulines
Basale insuline Start Piek Duur
Middellang werkend (NPH)
Insulatard,Insuman Basal,Humuline NPH
2-3 uur 4-8 uur 14-18 uur Langwerkend analoog
Detemir ½ - 1.5 uur 8-10 uur 18-22 uur
Glargine 100 E/ml ½ - 1.5 uur 3-12 uur 20-24 uur Ultra Langwerkend analoog
Glargine 300 E/ml ½ - 1.5 uur geen 24-36 uur
Degludec 100 / 200 E/ml ½ - 1.5 uur geen > 42 uur
Hirsch N Engl J Med 2005; 352:174-83; SmPC Toujeo; SmPC Tresiba; SmPC Lantus; SmPC Levemir
Bolus/Maaltijd insulines
● Wat zijn de nieuwe ontwikkeling op gebied van bolus insuline?
Kortwerkende analogen:
monomeren en dimeren
Ultra kortwerkende analogen vergelijkbaar
aspart vs. lispro
• Glulisine (Apidra®)
• Lispro (Humalog®)
• Aspart (Novorapid®)
Bolus / Maaltijd insulines
Twee nieuwe ontwikkelingen
● Ontwikkeling nieuwe ultra kortwerkende insuline (Fiasp®)
● 2 x geconcentreerder insuline lispro op de markt (Humalog 200®)
Kortwerkende insuline-analogen
●
Ontwikkeld als ‘verbeterde’ maaltijdinsuline●
Alle ultra kortwerkende analogen zijn gelijk●
Snelle werking● Piek na 45 minuten
●
Korte werkingsduur● Uitgewerkt na 3-4 uur
●
De ultra snelkortwerkende analoog werkt 10 minuten snellerOverzicht kortwerkende insulines
Bolus / Maaltijd insuline Start Piek Duur
Kortwerkend (regular)
Recombinant humaan insuline Actrapid®
Insuman Rapid®
Humuline Regular®
30-60 min 2-3 uur 6 -8 uur
Ultrakort werkend analoog Aspart
Lispro 100 / 200 E/ml Glulisine
10 - 20 min 50 - 90 min 3 - 5 uur
Fast Aspart 5 - 15 min 50 - 90 min* 3 - 5 uur
* 11 minuten eerder dan insuline Aspart
Overzicht gemengde insulines
Gemengde insuline (bolus) Start Duur
analoog/isofaan
lispro/isofaan (Humalog Mix®) aspart/isofaan (Novomix ®)
< ¼ uur
12 - 24 uurgewone insuline/ isofaan Mixtard ®, Insuman Comb® Humuline Mix®
½ - 1 uur 12 - 24 uur
Kortwerkende analoog/ basaal analoog
aspart/degludec (Ryzodeg ®) < ¼ uur > 24 uur
1. Heise T et al. Diabetes Ther 2014;5:255–265; 2. Heise T et al. Diabetes 2013;62:A241 (abstract 947-P)
Mean glucose infusie snelheden voor IDegAsp and BIAsp 30 in subjects with T1DM
IDegAsp 0.6 U/kg (steady-state)1
10
0
Glucose infusion rate (mg/([kg•min])
4 8 12 16
8 6 4
0 2
Time since injection (hours)
20 24
Glucoseinfusionrate (mg/[kg•min])
Time since injection (hours)
BIAsp 30 0.6 U/kg (single dose)2
10
0 4 8 12 16
8 6 4
0 2
20 24
Ryzodeg® Novomix 30®
Basaal en Prandiaal effect gemengde
insulines
• 32% lager risico op hypoglykemie
• 72 % op nachtelijke hypoglykemieen met IdegASP
Fulcher et al. Diabetes Care 2014
Basaal en prandiaal effect gemengde
insulines
Gemengde insulines
●
Mengsels van kortwerkend (25-30%) en middellangwerkend (protamine, 70-75%)● Vooral gebruikt als 2 dd schema
● Voordelen analogen beperkt
●
Wat minder werk versus 4 x daags schema●
Maar ook minder flexibiliteit● Kortwerkend en langwerkend niet onafhankelijk te doseren
Thank you
2.4 insulineschema’s
Eenmaal daags regime bij T2DM
● Monotherapie of in combinatie
● Vooral ter voorkoming hyperglykemie in de nacht en ochtend (dageraad/ dawn fenomeen)
Waarom eerste stap basale insuline
Ongecontroleerde hyperglykemie Controle basale hyperglykemie HbA1c 64 mmol/mol (8%) HbA1c 48 mmol/mol (6,5%)
Normaal HbA1c 31 (5%)
15
10
5
Basale hyperglykemie:
± 2% HbA1c
06:00 12:00
Postprandiale hyperglykemie:
± 1% HbA1c
18:00 24:00 06:00
Tijd van de dag (uur)
Bloedglucose (mmol/L)
Normaal HbA1c 31 (5%)
15
10
5
06:00 12:00 18:00 24:00
Tijd van de dag (uur)
Bloedglucose (mmol/L)
Normaal HbA1c 31 (5%) Normaal HbA1c 31 (5%)
Eenmaal daags regime
●
Eigen insulineproductie moet maaltijdpieken opvangen●
Bijstellen op grond van nuchter glucose●
Streefwaarde nuchter glucose (4.5 – 8 mmol/l)●
Start met NPH insuline● Dosis snel ophogen
● Indien goed HbA1c maar teveel hypoglykemieën: langwerkend analoog
●
Intensiever schema indien HbA1c te hoog blijftAandachtspunten NHG
● Goede nuchtere glucose bij een hoog Hba1c duidt op minder goede regulatie!
● Als de glykemische regulatie onvoldoende blijft dan kan men overschakelen naar:
● Tweemaal daags mengsel insuline
● Of combinatie kortwerken bij de hoofdmaaltijd(en) en (middel)langwerkend voor de nacht
● Het is niet altijd nodig om bij alle hoofdmaaltijden insuline te geven (basaal- plus/bolus)
Rutten et al. NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2. Huisarts Wet 2013;56(10):512-25
Basaal insuline + Bolus insuline
●
Basaal insuline + bolus insuline●
Hoe start u bolus insuline therapie?Ontbijt Lunch Diner
4:00 8:00 12:00 16:00 20:00 24:00 4:00
Voor lunch te hoog
Basale insuline 1
Voeg ± 4 E snelwerkend insuline bij ontbijt toe
2
Pas dosering aan op PPG 2 uur na de
maaltijd + 2 E per 3d
3
Voor slapen te hoog
4
Pas dosering aan op PPG 2 uur na de
maaltijd + 2 E per 3d
Voeg ± 4 E snelwerkend insuline bij diner toe
Voor diner te hoog Pas dosering aan op
PPG 2 uur na de
maaltijd + 2 E per 3d
Voeg ± 4 E snelwerkend insuline bij lunch toe
5
Basaal Plus volgens EASD/ADA
Nathan et al. Diabetologia 2009; 52:17–30
Basaal plus als opstap naar basaal bolus
T2DM (n = 785), ongecontroleerd met een basaal insuline.
run-in periode van 14 weken met insuline glargine
daarna 24 weken behandeld met 1dd, 2dd of 3dd insuline glulisine
Multipele injectietherapie
●
Intensief, basaal / bolus, flexibel●
DM 1, en 2 die met ander schema niet voldoende controle krijgen of flexibiliteit wensenMultipele injectietherapie
●
Nabootsen fysiologie:● Basaal: NPH of langwerkend analoog
• Langwerkend analoog wat voordelen, maar duurder
● Maaltijd: Reguliere insuline of ultrakortwerkend analoog
• Utlra kortwerkend analoog beperkte voordelen
●
Intensieve glucosecontrole noodzakelijk● Basale component doseren op NG (4.5 -8.0)
● Maaltijddoses doseren op postprandiale excursie (< 9 mmol/l)
Tweemaal daags gemengde insuline
●
DM Type 2 en soms DM type 1 (kinderen)●
Ongeveer 60% dagdosis bij ontbijt, 40% bij avondetenTweemaal daags gemengde insuline
●
Twee maaltijden ‘gedekt’●
Nadelen:● Lunch niet voorzien
● Vaste verhouding >> geen flexibiliteit
• Maaltijd overslaan (minder kortwerkend nodig)
• Sporten (minder langwerkend nodig)
●
Avonddosis bepaald door NG (4.5 – 8 mmol/l)●
Ochtenddosis bepaald door glucosewaarde voor avondetenContinue Subcutane Insuline Therapie (CSII)
●
Insulinepompje● Continue afgifte van kortwerkend insuline (analoog)
● Bolus via pomp
●
Intensieve zelfcontrole en begeleiding nodig●
3000 Euro per jaar duurder dan MIT (basaal/bolus regime)●
Alleen via specialistContinue Subcutane Insuline Therapie (CSII)
●
Geeft een geringe reductie van HbA1c (0,3%) bij DM1●
Geeft een afname van ernstige hypoglykemieën bij DM1●
Geeft geen bewezen verbetering in kwaliteit van leven●
Bij T2DM bij patienten met ernstige insuline resistentieInsulinepompjes
Indicaties CSII
●
Hba1c > 48●
Grote fluctuaties in glucosewaarden●
Dageraad/ dawn fenomeen●
Frequente en ernstige hypoglykemieën; nachtelijke hypoglykemieën;hypoglykemie unawareness
●
Zwangerschap en preconceptie●
Variabel dagelijks leefpatroon niet te managen met MIT●
Complicaties●
Ernstige insulineresistentieThank you
2.5 Pensystemen en
injectietechniek en glucose
meters
Pensystemen
●
Voorgevuld (wegwerppen) of ‘vullingen’●
Elke fabrikant eigen systeem (niet uitwisselbaar)●
Verschillen in ontwerp, doseermogelijkheden etc.●
Eerst insuline-schema vaststellen● Daarna kiest patiënt pensysteem
Diverse pennen
Navulbare pennen Voorgevulde pennen
Injectietechniek
●
Subcutaan● In onderste deel vetlaag
● Met boven spierlaag
Meten is weten!
Dagelijks meerdeer malen glucose meten wordt vaak vervelende
ervaren dan toedienen van insuline!!
Diverse glucose meters
Glucosemeters
●
Zeer veel variatie●
Basisprincipe: wegwerpteststrip + meter●
Teststrips duur● Beperkte houdbaarheid teststrip
● Niet altijd (alles) vergoed
• 1 dd insuline 100/kwartaal
• ≥ 2 dd insuline 300/kwartaal
• Maximale orale dosering: eenmalig 100 strips, zo nodig extra strips via machtiging
● Geen zinloze metingen doen!
●
Vergoeding glucosemeters●
Er is keuze vrijheid binnen de meters die door de zorgverzekeraar van patiënt zijn ingekocht.●
Het wisselen van een glucosemeter om economische redenen mag alleen als sprake is van gewijzigd prijsbeleid van de fabrikant van de meter of de teststrips.Glucosemeters
Bijzondere Glucosemeters
●
Glucosemeters met een ingebouwde boluscalculator (Insulinx®, Accu- Chek® Aviva Expert)●
Glucosemeters met een ingebouwde ketonen meter (FreeStyle Precision®, Glucomen LX Plus+®)● Ketonen meten is raadzaam bij acute ziekte of stress, bij misselijkheid en braken, bij buikpijn en bij zwangerschap.
● Bij kinderen wordt deze mogelijkheid geadviseerd (NDF)
Casus
18 jarige jongen T1DM VG: 2012 T1DM
RVV: overname van kinderarts. Slecht gereguleerd HbA1C 94 mmol/l
Casus
An: Hij schaamde zich op school voor zijn ziekte.
Durfde niet zijn glucose te controleren op school.
Doet dit nu wel 2 x daags maar noteert dit niet.
Er zijn geen complicaties. Wel heeft hij een aantal malen een hypo niet voelen aankomen
FA: Vader had ook T1DM was soms zeer agressief (vader is inmiddels niet meer in beeld)
Rx: Levemir 33 EH, Glulisine 3 dd 10 EH
Casus
- Slechte glucose regulatie
- Schaamte voor zelf controle
- Angst voor hypo’s?
- Hypounaware
Wat zou u adviseren
Alternatief glucose meters
Minder prikken en meer weten kan op 2 manieren
●
RT-CGM = Real Time continueglucosemeters (sensor + zender systeem)●
FGM = Flash Glucose Monitoring● Sensor werkt 14 dagen
● Geen kalibratie nodig
● Waterdicht tot 1 meter
● Legt 24/7 metingen vast
● Geen waarschuwingsfunctie!
● Is dus geen vervanging van sensor
●
meet onderhuidse weefselvocht (delay 8 à 15 min).●
CGM systeem moet je kalibreren (dus wel nog vingerprik).Overzicht aantal RT-CGM systemen en FGM
Systemen Sensor positie
werkings duur
calibreren vergoeding
RT- CGM
Eversense CGM®
onderhuids 90 dagen 2 x daags Op indicatie
Dexom G5® op de huid 7 dagen 2 x daags Op indicatie Guardian
connect®
op de huid 6 dagen 2 x daags Op indicatie
Freestyle navigator 2
Op de huid
(bovenarm/buik)
5 dagen 2 x daags Op indicatie
FGM Libre
Freestyle®
bovenarm 14 dagen Niet Sensor 60 Euro
Vergoeding RT-CGMS
●
Bij T1DM met een● CSII
● HbA1c > 64 mmol/mol
● Adequate monitoring ( > 3x/dag smbg)
●
Bij zwangerschap bij T1DM of T2DMSinds 2017 nieuw vergoeding indicatie
● in preconceptie fase
● T1DM met ernstige hypoglykemieen of verminderde hypoawareness
Injectie techniek
Goede of foute
techniek?
Injectietechniek
•
Loodrecht-techniek•
Huidplooi (niet meer gebruiken… tenzij)•
Naaldlengte goed kiezen• Dikte s.c. vetlaag?! Meestal 4mm
•
Langzaam inspuiten en 10 seconden wachtenInjectieplaatsen
●
Voorheen absorptie sneller vanuit abdomen dan vanuit been● Bij de nieuwe insulineanalogen
● Geen verschil
●
Injectieplek roteren● Infiltraten voorkomen
Opname insuline
●
Intra-individuele variatie tussen de 15 en 45 %●
Spuit plaats afhankelijk●
Temperatuur afhankelijk●
LipodystrofieNaald 1 x gebruiken
Thank you
2.6 Indicatiestelling en keuze insulineschema of
combinatietherapie
Wat is een goed schema?
●
Elk schema dat de patiënt een goed HbA1c bezorgt zonder overmatig veel hypoglykemieën●
Insuline is de meest effectieve manier om de glucosespiegel te verlagen●
Er bestaat geen maximale insuline doseringCorrelatie tussen insulinedosering en nuchtere bloedglucose
Prospectieve, multicenter, open-label, gerandomiseerde studie, waarbij suboptimaal gecontroleerde patiënten met DM2 gedurende 24 weken werden behandeld met insuline glargine. Randomisatie vond plaats naar titratie door de arts (n=2493) of titratie door de patiënt zelf (n=2468). Grafiek toont resultaat van titratie door de patiënt zelf
Bewerkt naar: Davies et al. Diabetes Care 2005; 28:1282-1288
Wat is een goed schema?
●
Insulinetherapie is MAATWERK!●
TITREREN insulinetherapie!● 1 dd insuline >>> NG tussen 4,5-8 mmol/l
● 2 dd mix insuline >>> NG en Post prandiaal < 10 mmol/l
● 4 dd insuline >>> NG en prandiale excursies
Insulineschema type 1 DM
●
Altijd streven naar multipele insulinetherapie of CSII● Meeste flexibiliteit
●
Jong geleerd is oud gedaan●
Maaltijdinsuline meestal kortwerkend analoog● ‘Fysiologisch’, gebruiksgemak, iets minder hypoglykemieën
● Ongeveer even duur als reguliere humane insuline
●
Basale insuline in eerste instantie NPH● Bij veel hypo’s langwerkende analoog
• Iets minder hypoglykemieën
Insulineschema DM2 NHG
●
Start eenmaal daags NPH● Metformine handhaven!
● SU evt. stoppen
● TZD, DPP4 remmer, GLP 1 analoog stoppen
●
Indien goede controle HbA1c (< 53 mmol/mol) maar veel hypo’s● Langwerkend analoog
●
Indien onvoldoende controle na starten NPH dan: intensiveren● Intensief (basaal-plus of bolus)
● 2 dd gemengd
Insulineschema DM2 NHG
Rutten et al. NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2. Huisarts Wet 2013;56(10):512-25
Starten insulinetherapie volgens NHG
HbA1c 7%
Start met 10 EH basale insuline (NPH)
Toedienen ‘s avonds
Continueer metformine ± SU
Titreren Insulinetherapie volgens NHG
●
Controleer (dagelijks) nuchter glucose●
Nuchter glucose > 10 mmol//l: verhoog met 4 EH●
Nuchter glucose 8-10 mmol/l: verhoog met 2 EH●
Nuchter glucose 4.5 – 8 mmol/l: geen aanpassing●
Nuchter glucose < 4.5 mol/l of nachtelijke hypoglykemieën:verlaag met 2 – 4 EH
Rutten et al. NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2. Huisarts Wet 2013;56(10):512-25
Aandachtspunten NHG t.a.v. insuline
●
Er is geen vaste bovengrens van het aantal EH insuline dat kan worden toegediend●
Bij > 50 EH insuline > overweeg te splitsen●
Bij de geconcentreerde insulines hoeft men niet te splitsenAandachtspunten NHG t.a.v. HbA1c
●
De intensiteit van de behandeling is afhankelijk van leeftijd en diabetes duurRutten et al. NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2. Huisarts Wet 2013;56(10):512-25
diabetesduur < 10 jaar
nee
nee
≤ 64 mmol/mol
≤ 58 mmol/mol
ja
≤ 53 mmol/mol leeftijd < 70 jaar ja
of metformine monotherapie ja ≤ 53 mmol/mol
nee
Alleen leefstijladvisering
Bijdrage van nuchter glucose aan hyperglykemie
0 50
Relative contribution (%)
<7.3 7.3 - 8.4 8.5 - 9.2 9.3 - 10.2 >10.2 HbA1c (%) quintiles
70%
30% Nuchter
Post prandiaal
Casus
53 jarige man 2003 Type 2 DM
2015 Start basaal insuline
Het HbA1C is al tijden rond de 68 mmol/l. De laatste maanden is het verder opgelopen deels tgv
prednisolon kuur
De curves laten goede nuchter glucoses zien.
Zijn motivatie om iets te doen is niet erg hoog.
Casus 53 jarige man
Rx: NPH 1 x daags 34 EH
metformine 2 dd 500 mg (maximaal verdraagbaar) gliclazide 1dd 120 mg
lisinopril 1dd 10 mg LO: RR 142/80 mmHg
L 184 G 110.8 kg BMI 32.7
Geen spuitplekken wel al neuropathie
Lab: HbA1C 88 mmol/mol NG 6.6 mmol/l, eGFr 89 ml/min
Kreat/albumine ratio 24
● Er is sprake van suboptimale glucose regulatie
● Wat wilt u nog meer weten en wat zou u doen?
Casus 53 jarige man
●
Type 2 Diabetes Mellitus, gecompliceerd met albuminurie en neuropathie●
I.v.m. langdurig bestaande verhoogde bloedglucosewaarden moet een fundusfoto worden gemaakt (voor aanpassing van de behandeling)/Belangrijk t.a.v. aanpassing behandeling
●
Optimalisatie lifestyle, ziekt inzicht/besef●
Inzicht in glucose regulatie over de dag > dagcurves laten maken●
Inzicht in therapie trouwCasus 53 jarige man
Casus 53 jarige man
NU NO VL NL VA NA VS
ma 6.7 12.4 15.4
di 5.8
wo 8.0 11.4 13.0 10.4
do 6.0
vr 5.6
za 12,4 12,3 10,0 11,3
zo 8
Incretine hormonen SGLT-2 remmers
Alternatieve behandelopties
Casus 53 jarige man
Wat zijn de opties na basale insuline therapie
● U start een bolus insuline?
● U start een GLP-analoog of een DPP4 remmer?
● U start een SGLT 2 remmer?
DPP4-remmers / GLP analogen
Overzicht
DPP4 remmers:
linagliptide (Trajenta) saxagliptine (Onglyza®) sitagliptine (Januvia®) vildagliptine (Galvus ®)GLP-1 agonisten:
dulaglutide (Trulicity®) exenatide (Byetta®)exenatide ER (Bydureon®) liraglutide (Victoza ®)
lixisenatide (Lyxumia®)
GLP- 1 analogen vs DPP- 4 remmers
GLP-1 analogen DPP4 remmers
Toediening SC injectie Tablet
HbA1c reductie 11 mmol/mol (1.0 %) 9 mmol/mol (0.8 %)
Misselijkheid + / ++ -
Maagontlediging remming geen effect
Gewicht tov placebo 0.7- 2.5 kg neutraal
Vergoeding BMI ≥ 30 + basale
insuline + metformine ± SU
BMI ≥ 35 ± max metformine en SU
Niet met insuline
Glucagon-like peptide analogues for type 2 diabetes mellitus(Review)Shyangdan DS, A.Glucagon-like peptide analogues for type 2 diabetes mellitus.Cochrane Database of Systematic Reviews 2011, Issue 10. Art. No.: CD006423
Basaal insuline + GLP-1 analoog
30.9%
Bij T2DM in combinatie met basaal insuline indien:
● Onvoldoende glykemische controle na ≥ 3 maanden op basale insuline +metformine (± SU)
● BMI ≥ 30
● 1e recept dient door een specialist te worden uitgeschreven
● Geldt ook voor vast combinatie insuline + GLP-1 RA
• Insuline glargine + lixisenatide (Suliqua®)
• Insuline degludec + liraglutide (Xultophy®)
https://www.zorginstituutnederland.nl/publicaties/adviezen/2016/09/22/glp-1-agonisten-bij-diabetes-mellitus-type-2geraadpleegd op 16 februari 2017
• Positie combinatie therapie medicatie is nog niet opgenomen in de huidige NHG standaard
Basaal insuline + GLP-1 analogen
Wat voor effect kunt u verwachten van toevoegen van een GLP- analoog insuline combinatie versus ophogen van basaal insuline?
● Effect op HbA1C
● Effect op Gewicht
● Effect op hypoglykemieen
Basale insuline + SGLT-2 remmers
●
SGLT2 remmers worden niet vergoed in combinatie met insuline therapie●
Door een aantal fabrikanten is een Terug Betaal Regeling gerealiseerdDe nier als remedie
SGLT2 remmers
Dapagliflozine >
Forxiga®
Canagliflozine >
Invokana®
Empaglifozine >
Jardiance®
Positie SGLT 2 remmers is nog niet
opgenomen in de huidige NHG standaard
GEEN GLUCOSE
Adapted from Bays H. Curr Med Res Opin. 2009;25(3):671-81. S1 S2
GLUCOSE FILTRATIE
Glucose reabsorptie systeem
~90%
~10%
GLUCOSE RESORPTIE
S3
Renale glucose terugresorptie in de proximale tubulus
Effect SGLT-2 remmers bij DM2
● verhoogde renale glucose uitscheiding
● reductie HbA1c circa 1 % (ongeachte achtergrond medicatie)
● osmotische diurese (Na excretie, zonder elektrolietstoornissen)
● bloeddruk daling (circa 5 mmHg)
● gewichtsreductie (3- 5 kg)
● bij aanvang reversibele daling GFR (3- 5 %)
EMPA REG OUTCOME
N = 7.020 T2DM + hoog CVR Leeftijd 63 jaar HbA1C
gemiddeld 8.0%
Basaal insuline gebruik 48 % HbA1C reductie 6 a 8 mmol/l
Zinman B. et al. Empagliflozin, cardiovascular outcomes,and mortality in type 2 diabetes. N Engl J Med 2015 DOI: 10.1056/ NEJMoal504720.
Bijwerkingen SGLT-2 remmers
Bijwerkingen
●
Urogenitale (schimmel) infecties (vrouw 10% , man 3%)●
(euglykemische) Ketoacidose (zeer zeldzaam)●
Verhoog risico op amputatie bij canaglifozine gevondenCANVAS Program Collaborative Group* N Engl J Med 2017; 377:644-657August 17, 2017DOI: 10.1056/NEJMoa1611925
Casus 53 jarige man
●
Agelopen jaar gemiddeld HbA1C van circa 68 mmol/mol●
Streef is 53 mmol/mol (gezien leeftijd)●
BMI 32●
Combinatie basaal insuline met GLP 1 analoog lijkt optie● Gezien BMI
● Wordt vergoed (patient voldoet aan indicatie voor vergoeding)
● Gezien HbA1C > zijn lifestyle verandering noodzakelijk voor optimaal resultaat
Hoe gaat u nu verder?
Thank you
2.7 Complicaties van
subcutane insulinetherapie
Complicaties insuline therapie
●
Over welke nadelen van insuline therapie informeert u patient?Complicaties van subcutane insulinetherapie
●
Gewichtstoename● Door vermindering glucosurie
● Door anabool effect insuline
●
Hypoglykemie● ‘Overmatige effectiviteit’
●
Spuitinfiltraten /Lipodystrofie● Verminderen insuline-absorptie
● Injectieplek variëren!
●
Insuline-allergie● Zeer zeldzaam
1Adapted from UKPDS 33. Lancet 1998;13:837–53; 2ACCORD Study Group. NEJM 2008;358(24): 2545-2559;
3Duckworth et al. NEJM 2009;360:129-39.
Cross-sectioneel, gemiddelde waarden
0.0 2.5 5.0 7.5
0 3 6 9 12 15
jaren
Gewicht(kg)
*Intensieve therapie
UKPDS1
Studieduur: 20 jaar ACCORD2
Studieduur: 7 jaar
• 28% van het aantal patienten met
gewichtstoename, kwam meer dan 10 kg aan
VADT3
Studieduur: 8 jaar
• Gemiddeld 8,2 kg gewichtstoename
Gewichtstoename bij intensivering therapie
SANL.TJO.17.11.0600 126
Hypoglykemie
●
Achterhaal de oorzaak● Doseringsfouten
● Verkeerde insuline
● Inspanning
● Alcohol
● Voedingsfouten
● Lipodystrofie
●
Bij gecombineerd gebruik met SU dan stop SU●
Bij nachtelijke hypoglykemieën voor de nacht glucose nooit lager dan 8.0 mmol/lHypoglykemie frequentie in de praktijk; Nederlandse data
Gemiddelde zelf-
gerapporteerde niet-ernstige hypoglykemieën per persoon per week
Gemiddelde zelf-gerapporteerde niet-ernstige hypoglykemieën per persoon jaar (52 weken)
Type 1 diabetes 2,0 (2,5) 105,0
Type 2 diabetes: BOT 0,5 (1,2) 24,4
Type 2 diabetes: BB 0,7 (1,2) 34,3
Type 2 diabetes: anders 0,9 (1,7) 44,7
Geelhoed-Duijvenstijn, N. et al – Nederlands tijdschrift voor Diabetologie. Jaargang 12, nr 2. juni 2014
SANL.TJO.17.11.0600 128
Lipodystrofie
●
Wat is lipodystrofie?●
Hoe vaak controleert u hierop en hoe doet u dit?●
Hoe ontstaat dit en wat is het gevaar hiervan?●
Lipo’s● Lipo’s is het gevolg van injecteren van insuline
● Geeft onverklaarbare lage en hoge bloedglucosewaarden.
Lipohypertrofie
Lipoatrofie
Lipodystrofie
Lipodystrofie
●
Lipohypertrofie● 30 % van de diabetes pat. op insuline
● verschillende vormen en maten en zijn veelal pijnloos.
● Risicofactoren zijn onvoldoende roteren en hergebruik van de naald
● Vaak zijn ze gemakkelijker te voelen dan te zien.
● Het insulineverbruik kan tot 50% dalen indien insuline wordt ingespoten in weefsel zonder lipohypertrofie.
Thank you
2.8 Interpreteren dagcurves /
bijstellen therapie
Proactief
●
‘Voorkomen is beter dan genezen’●
Schema dient te hoge/lage glucoses te voorkomen● Geen paniekvoetbal!
● Pas op voor ‘overcompensatie’
● Structureren!
●
Oordeel nooit op één waarde●
Zoek naar het patroon dat het ontstaan van het probleem verklaart● Maaltijden?
● Inspanning?
● Koorts/ziekte?
Bepalen dosering insuline basaal en mix schema
Tijd 1 dd basaal insuline
‘s avonds
2 dd mix insuline
Nuchter Avond basaal dosis Avond Mix dosis
Na Ontbijt Voor Lunch Na Lunch
Voor Avondmaal Ochtend Mix dosis
Na Avondmaal Voor slapen Nacht
*Bolus bij hoogst postprandiale piek, meestal lunch
Bepalen dosering basaal plus & basaal bolus schema
Tijd Basaal plus Basaal blos ? MIT
Nuchter Avond basaal Avond basaal dosis
Na Ontbijt Ochtend bolus dosis
Voor Lunch
Na Lunch Bolus dosis* Lunch bolus dosis
Voor Avondmaal
Na Avondmaal Avond bolus dosis
Voor slapen Nacht
Dosistitratie
●
Intensief schema, multipele insulinetherapie (MIT)● Start met 0,2 (-0,4) EH/kg
● 50% als basaal
● Maaltijden 15%-15%-20%
●
Ophogen o.g.v. glucosewaarden● NG/ preprandiaal < 4.5 à 8 mmol/l
● (Postprandiaal – Preprandiaal) < 10 mmol/l
● VS ongeveer 8 mmol/l
Titratie door arts (algoritme 1)
Titratie door patiënt (algoritme 2)
Behandelings fase N=4961
DM TYPE 2 op OAD ±
insuline (HbA1c 7-
12%)
Baseline:
HbA
1c8.9 ± 1,3%, diabetes gedurende 12,3 jaar
24 weken
Ophogen dosering basale insuline
Progedurende 24 weken werden behandeld met insuline glargine. Randomisatie vond plaats naar titratie door de arts (n=2493) of titratie door de patiënt zelf (n=2468). Grafiek toont resultaat van titratie door spectieve, multicenter, open- label, gerandomiseerde studie, waarbij suboptimaal gecontroleerde patiënten met DM2 de patiënt zelf
Ophogen dosering basale insuline
●
Afname nuchter bloedglucose vs toename insuline doseringDavies et al. Diabetes Care 2005; 28:1282-1288
Ophogen dosering basale insuline
●
Afname HbA1cOphogen dosering basale insuline
●
HypoglykemieënDavies et al. Diabetes Care 2005; 28:1282-1288
Thank you
2.9 Acute ontregeling
Hoe handelen bij acute ontregeling
●
U wordt gebeld tijdens de dienst over een patient. Die aangeeft dat ze haar glucose te hoog is namelijk de hele dag al boven de 15 mmol/l en nu voor het slapen gaan nu 24 mmol//●
Welke aanvullende informatie wil u weten?●
Wat adviseert u patient?Hyperglykemie
●
Geen ad-hoc beleid / paniekvoetbal● Type 2 pas ingrijpen bij glucose > 15 mmol/l
●
1e stap uitsluiten schijnbare ontregeling (incorrecte meting)●
2e stap oorzaak ontregeling achterhalen● incorrecte toediening van insuline
● kapotte pen, verkeerde bediening van de pen, spuitinfiltraten etc.
● infectieziekten, ontstekingsprocessen, braken, CV ziekten zoals hartinfarct
● Corticosteroiden
●
3e stap behandel strategie●
Verdenking DKA/HONK >>acuut naar SEH!!●
Mild/matig: ( BG 15 -25 mmol/l) (geen) klachten● advies voldoende drinken
● Bij spuitschema kortwerkende insuline volgens 2-4- 6 schema
●
Ernstig: BG > 25 mmol/l + klachten (< 4 uur) wel nog diurese > advies spoed visite●
Zeer ernstig: BG > 25 mmol/ + klachten > 4 uur, (tekenen dehydratie of ketoacidose) > opnameHyperglykemie bij T2DM
2- 4 -6 regels
Hyperglykemie
●
Geen ad-hoc beleid / paniekvoetbal● Type 2 pas ingrijpen bij glucose > 15 mmol/l
●
Extra injectie kortwerkend analoog● Hoger glucose >> meer EH
● Meer insulineresistentie >> meer EH
● Na 2-3 uur evalueren en evt. nog een injectie
● Is er structurele dosisaanpassing nodig?
●
Verdenking DKA/HONK >>acuut naar SEH!!Hypoglykemie
●
Hypoglykemie = glucose < 3.5 mmol/l (NHG)●
Behandeling● Koolhydraatrijke drank met 16 tot 20 gr suiker
● Intraveneus 20-40 ml 50% glucose oplos.
● Bij onrust 1 mg glucagon sc
● Daarna koolhydraatrijke voeding geven
●
Cave bij SU en langwerkende insuline kan hypo binnen enkele uren recidiveren.Thank you
2.10 Aandachtspunten en
valkuilen
Voeding
●
Verschillend voedsel geeft verschillende glucoserespons● Rijst, roti vs. aardappels
● Vet vertraagt maagontlediging
●
Maaltijdgrootte varieert●
Maaltijd overslaan of snacken● Makkelijker op te vangen in intensief schema
Sport / inspanning
●
Inspanning verhoogt glucoseopname acuut●
Inspanning verhoogt insulinegevoeligheid langdurig!●
Pas op voor (late) hypoglykemie na sporten●
Inspanning NIET afraden…..●
Insulinedosis / voeding aanpassen!(Koortsende) ziekte / immobiliteit
●
Verlaagt insulinegevoeligheid●
Ondanks minder eten bij ziekte vaak meer insuline nodig!Varia
●
Spuitinfiltraten belemmeren insulineabsorptie●
Glucosemeters geven soms verkeerde uitslagen● Regelmatig ijken!
●
Patiënten ‘maken’ soms mooie dagcurves● Geheugen glucosemeter