• No results found

peutercentrum De Bram

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "peutercentrum De Bram"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE

EDUCATIE

peutercentrum De Bram

Plaats : Utrecht

LRKP nummer : 119507432

Onderzoeksnummer : 289259 Datum onderzoek : 1 maart 2016 Datum vaststelling : 23 juni 2016

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5

2 BEVINDINGEN . . . 7

3 CONCLUSIE. . . 11

4 REACTIE VAN HOUDERORGANISATIE . . . 12

BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 13

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

Op 1 maart 2016 heeft de inspectie peutercentrum De Bram onderzocht. Het onderzoek is gedaan vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). De inspectie monitort in 2013 en 2015/2016 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten (G37). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die het risico lopen onvoldoende toegerust te zijn voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve

van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:

• De voorwaarden voor vve

• De ouders

• De kwaliteit van de educatie:

- het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden - het pedagogisch klimaat

- het educatief handelen

• De ontwikkeling, zorg en begeleiding

• De kwaliteitszorg

• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

• De resultaten van vve

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Analyse van de door de locatie ingevulde digitale vragenlijst.

• Analyse van documenten en gegevens over de locatie die de inspectie voorafgaand aan het onderzoek heeft opgevraagd.

• Vve-locatiebezoek, waarbij:

◦ documenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd;

◦ enkele groepsbezoeken zijn uitgevoerd; deze vve-bezoeken vonden plaats in groep Geel;

◦ gesprekken met de gebiedsmanager, ouders, pedagogisch medewerkers, de werkbegeleider en een (interim) zorgconsulent zijn gevoerd.

INLEIDING 1

Onderzoeksopzet

(6)

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010. Dit document is te vinden op

www.onderwijsinspectie.nl.

In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 geeft het bestuur zijn reactie op de bevindingen van de inspectie.

Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.

Toezichtkader

Opbouw rapport

(7)

Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op twee van de zes onderzochte aspecten op orde is, te weten de Condities voor vve en de Kwaliteit van de uitvoering.

Daarnaast zijn enkele verbeterpunten geconstateerd op de volgende aspecten:

de Ouders, de Ontwikkeling, begeleiding en zorg, de Kwaliteitszorg binnen het peutercentrum en de Doorgaande lijn.

Totaalbeeld

Peutercentrum De Bram is gehuisvest in buurthuis De Bram in de wijk Overvecht en bestaat uit twee groepen: groep Geel, die in dit onderzoek bezocht is, en groep Rood.

De bouwplannen voor een multifunctioneel centrum zullen binnenkort ten uitvoer worden gebracht. Daarmee komt peutercentrum De Bram in een gebouw met twee basisscholen: de Teun de Jagerschool en basisschool Cleophas. De medewerkers van peutercentrum De Bram kijken uit naar verdergaande samenwerking met de basisscholen, zodat ze voor de peuters meer aspecten van de doorgaande lijn kunnen realiseren dan nu het geval is.

Binnen het peutercentrum staat de vve-methode Puk & Ko centraal, aangevuld met aspecten van Kaleidoscoop en de Vreedzaam methodiek. Dat is het programma dat ten behoeve van de sociale omgang met ouders en peuters wordt ingezet. Elke dinsdag- en vrijdagochtend zijn er in groep Geel gedurende een half uur ouder-kind activiteiten, waarbij de ouders samen met hun peuter een spelletje kunnen doen dat past bij het thema of bij de ontwikkeling van hun kind.

Het aantal doelgroeppeuters in groep Geel bedraagt 8 van het totaal aantal van de 15 peuters die deze groep van peutercentrum De Bram bezoekt.

Ten tijde van het vorige onderzoek was Spelenderwijs Utrecht als organisatie voor de voor- en vroegschoolse educatie in Utrecht net een half jaar van start gegaan en constateerde de inspectie dat het ingezette kwaliteitsbeleid nog niet overal zichtbaar was in de peutercentra. Het onderzoek in 2016 laat op dat punt ontwikkeling zien. Ondanks ziekte onder het personeel van groep Geel, zowel in de uitvoering als in de ondersteuning zijn er duidelijke verbeteringen zichtbaar bij meerdere indicatoren.

BEVINDINGEN

2

(8)

Toelichting

Condities

De condities op het peutercentrum zijn op orde. Alle pedagogisch medewerkers beheersen aantoonbaar het vereiste Nederlandse taalniveau voor zowel

(mondelinge) taal-, lees- en schrijfvaardigheden. Daarnaast volgt een van de pedagogisch medewerkers de scholing Het Jonge Kind, om haar vaardigheden op HBO-niveau verder te ontwikkelen. Ook is de specifieke training voor het vve-programma gevolgd door beide pedagogisch medewerkers.

Ouders

De ouders waarmee de inspectie in dit onderzoek heeft gesproken zijn positief over het pedagogische klimaat dat de professionals weten te scheppen en over de rustige, betrokken wijze waarop zijzelf en hun kinderen tegemoet worden getreden. Spelenderwijs Utrecht heeft de ontwikkeling van ouderbeleid actief aangepakt en diverse elementen daarvan zijn zichtbaar op de locatie. Dit wordt ondersteund door een gestructureerd observatie-instrument. De belangrijkste verandering voor het peutercentrum is dat zij nu de ouders minimaal drie keer per jaar informeren over de ontwikkeling van hun kind. Het peuterecentrum gebruikt daarvoor een gestructureerd observatie-instrument. Voor peuters met opvallend gedrag gebeurt dat frequenter. Daarnaast is de intake verdiept en levert meer informatie op over ouder en kind dan voorheen: naast anamnese- gegevens ook wensen, behoeften en mogelijkheden van de ouders. Dat is informatie die nodig is om ouders te leren kennen en als partners te zien waar het de ontwikkeling van de peuter betreft. Wat nog ontbreekt op peutercentrum De Bram is gericht beleid om deze ouders te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun kind (indicator B1). De volgende stap is met elkaar vaststellen welke concrete doelen met bijpassende activiteiten hier uit voortvloeien voor de ouders en hun peuters.

Kwaliteit van de uitvoering van vve

Waren er in het onderzoek van 2014 nog vier stevige verbeterpunten in de kwaliteit van de educatie, nu is dit belangrijke aspect geheel op orde. De pedagogisch medewerkers hebben, onder meer ondersteund door de werkbegeleiders en externe adviseurs meerdere zaken aangepakt. De pedagogisch medewerker geeft aan dat zij met name het werken met een doelgerichte (thema)planning gekoppeld aan de ondersteuningsbehoeften van de peuters een wezenlijke verbetering vindt. Het geeft inzicht in de ontwikkeling van de kinderen en maakt afstemming op wat elk kind of elk subgroepje nodig heeft mogelijk. De (thema)planningen maken ook zichtbaar hoe de pedagogisch

(9)

medewerkers differentiëren in het aanbod voor de diverse ontwikkelingsgebieden. Het is goed om bij de planning - naast de

ondersteuningsbehoefte - scherp voor ogen te houden wat voor de peuter het volgende stapje op zijn of haar ontwikkelingslijn zou moeten zijn, gezien de leeftijd en/of de emotionele, creatieve of cognitieve mogelijkheden van de peuter (indicator C1.2, C1.3, C1.4).

Verbetering van de inrichting van de ruimte is ook geconstateerd. De diverse hoeken zijn duidelijk herkenbaar (atelier, huis, bouw, puzzel, lees) en zo vormgegeven dat de peuters uitgedaagd worden om met de materialen aan de gang te gaan. De posters en labeling maken duidelijk dat taal belangrijk is!

Misschien kan de omgeving nog verder verrijkt worden door op deze manier ook de ontluikende gecijferdheid te stimuleren. In het gesprek met de vroegschool waar het kind naar toe gaat, stemt het peutercentrum dit soort zaken graag af.

Ontwikkeling, zorg en begeleiding

Het peutercentrum gebruikt sinds het begin van dit schooljaar voor alle peuters een breed volgsysteem dat vroegtijdig signaleert en de ontwikkeling op gezette tijden volgt (KIJK!). De informatie uit het volgsysteem gebruiken de

pedagogisch medewerkers om de (sub)groep(en) en de individuen planmatig te begeleiden.

Peutercentrum De Bram heeft zich dus verbeterd op het punt van planmatige begeleiding. Aan de hand van verzamelde gegevens, via onder meer

observaties, bepalen de pedagogisch medewerksters welke zorg de peuters nodig hebben. Ook wordt tot op zekere hoogte vastgelegd wat men met de peuters wil bereiken en hoe wordt vastgesteld of dat doel ook bereikt is. Hoewel deze indicator D1.2 als voldoende beoordeeld is, vraagt de inspectie aandacht voor het formuleren van concrete(re) doelen en het bepalen van de wijze van evalueren.

Indicator D1.3 behoeft nog verbetering. Niet in alle gevallen is duidelijk wat het effect van de extra ondersteuning voor de peuter is geweest en wat het beste vervolg zal zijn. Het past in de lijn van de ontwikkeling van peutercentrum De Bram om dit punt, het doelgericht werken, ook aan te pakken. Het

(ondersteunings)team van peutercentrum De Bram doet er daarnaast goed aan om te reflecteren op de criteria die zij hanteert om te signaleren of een peuter extra zorg behoeft. Het observatie-instrument geeft aan dat dit bij een

achterstand van 6 maanden het geval is. Signaleert peutercentrum De Bram daarmee tijdig en scherp genoeg welke peuters extra ondersteuning behoeven?

Kwaliteitszorg

Zoals al opgemerkt in het inspectierapport van 2014 zet Spelenderwijs Utrecht op centraal niveau veel in gang om de voorwaarden te realiseren voor een

(10)

goede uitvoering van vve. Het bewaken van de kwaliteit van vve (indicator E2) is belegd bij diverse partijen: de werkbegeleider, de zorgconsulent en de gebiedsmanager (de ‘gouden driehoek’) en natuurlijk ook de pedagogisch medewerkers.

De zorgstructuur, de kennis en vaardigheden van de pedagogisch medewerkers, de inrichting van de ruimte, de kwaliteit van het pedagogisch handelen, de getrouwe uitvoering van het aanbod en de participatie van ouders zijn aspecten die periodiek besproken en beoordeeld worden. Dat is niet het geval ten aanzien van de resultaten van vve. De locatie heeft niet vastgesteld wat zij met de peuters en de ouders wil bereiken (resultaatambities) en de kwaliteitscyclus is daarmee niet volledig (indicator E3). Dit blijft dus een verbeterpunt. Op het punt van het borgen van de kwaliteit van haar vve heeft peutercentrum De Bram ontwikkeling doorgemaakt. Regelmatige groepsbezoeken, al of niet met behulp van video-opnames, werkbegeleiding op basis van gemaakte afspraken over bijvoorbeeld themaplanning of tutoring worden ingezet als waarborg voor het behoud van kwaliteit (indicator E5).

Doorgaande lijn

Om een constructief contact tussen voor- en vroegscholen te organiseren is de coördinatie van de (warme) overdracht van zorg- en andere peuters belegd bij de pedagogisch medewerker. Andersoortige contacten met de vroegscholen waarnaar de peuters uitstromen liggen bij de gebiedsmanager. Indicator F1 is daarmee voldoende.

De gemeente heeft concreet beleid om ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk kinderen doorstromen van voor- naar vroegschool. Een ontwikkelpunt voor peutercentrum De Bram is dit beleid in de praktijk vorm te geven. In de nieuwe huisvestingssituatie zal en kan dit sterker aangezet worden (indicator F2).

Omdat de peuters van peutercentrum De Bram naar meerdere vroegscholen uitstromen, waardoor intensieve samenwerking moeilijk te realiseren is, zijn de indicatoren F4, F5, F6, F7 niet beoordeeld. De verwachting van de inspectie is, dat deze kwaliteitsaspecten betreffende de doorgaande lijn in de nieuwe huisvestingssituatie voortvarend opgepakt zullen worden.

Opbrengsten

Er zijn op gemeentelijk niveau geen afspraken gemaakt over de te bereiken resultaten met vve. De inspanningen van de betrokkenen (Spelenderwijs Utrecht, schoolbesturen) zijn er op gericht om de ambities in schooljaar

2015-2016 te verwoorden. De monitoring van de werkelijke opbrengsten en de reflectie daarop kan vervolgens jaarlijks plaatsvinden.

Daarom zijn de opbrengstindicatoren (G1 en G2) nu niet beoordeeld.

(11)

De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op peutercentrum De Bram grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie op de onderzochte gebieden een aantal verbeterpunten kent.

CONCLUSIE

3

(12)

Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op peutercentrum De Bram.

Daarnaast heeft de inspectie de voorschool gevraagd de oordelen van de inspectie te vertalen naar de ontwikkelingsrichting van de voorschool.

Hieronder geeft de houderorganisatie haar reactie:

Wij zijn blij met de rapportage en ook trots dat onze inspanningen hebben geleid tot de constatering dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie op

peutercentrum De Bram grotendeels op orde is. Waren er in 2013 nog zestien verbeterpunten, nu zijn dat er nog maar vier.

Plan van aanpak vor de verbeterpunten Indicator B1. gericht VVE ouderbeleid.

We hebben reeds een instrument ontwikkeld om goede analyse te maken van de ouderpopulatie per groep. Onze volgende stap is om op basis van deze analyse concrete doelen en activiteiten vast te stellen.

D1.3 Evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg.

Het effect van extra ondersteuning voor de peuter wordt in de PCDA cyclus en in de visie van het handelingsgericht werken opgenomen. De zorgconsulent gaat hierin een belangrijke rol spelen.

E3. Evaluatie VVE resultaten.

Recent is door ons beleid in gang gezet om dit punt te verbeteren. Dit beleid wordt op locatieniveau verder ontwikkeld. Onderdeel van dit beleid is het vaststellen van de resultaatambities en de acties samen met de directie van de basisschool (2x per jaar een gesprek).

F2. Beleid om peuters te laten doorstomen naar de bijbehorende basisschool.

In 2017, na verhuizing naar de nieuwbouwlocatie, pakken we samen met de basisschool Cleophas de kwaliteitsaspecten betreffende de doorgaande lijn voortvarend op. Vanaf voorjaar 2016 hebben we al voorbereidende stappen genomen in de samenwerking voor de doorgaande lijn met de betreffende basisschool.

REACTIE VAN HOUDERORGANISATIE

4

(13)

In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.

De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende.

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

BIJLAGE 1 OORDELEN

Condities 1 2 3 4

Voldoende vve-tijd

Kwaliteit pedagogisch medewerkers

• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar

A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")

A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool

A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)

A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan

Ouders 1 2 3 4

• B1 Gericht vve-ouderbeleid

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd

B3 Intake

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen

B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind

(14)

Ouders 1 2 3 4

• B7 Rekening houden met thuistaal

Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4

Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

• C1.1 Een integraal vve-programma

C1.2 Werken met een doelgerichte planning

C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd

C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd

C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is respectvol

C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen

C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen

C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind

C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend

C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is goed op elkaar afgestemd

C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd

C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen

C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken

C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten

met de kinderen is responsief

C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen

(15)

Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen

D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding

en zorg

D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de

ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4

• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool

E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig

E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-

verbetermaatregelen

E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie

Doorgaande lijn 1 2 3 4

• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool

F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool

F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tijdens de observatie hebben we gezien dat de pedagogisch medewerkers de informatie over de ontwikkeling benutten om de voorschoolse educatie af te stemmen op de behoeften

peutercentrum wil bereiken met ouders nog verder uitgewerkt kunnen worden, beschouwt de inspectie deze locatie op het punt van ouderbeleid als ‘voorbeeld voor anderen’.. Kwaliteit

Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op peutercentrum De Carrousel en basisschool Wijzer aan de Vecht Daarnaast heeft de inspectie

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet

De kwaliteit van de vroegschoolse educatie basisschool Kameleon is op alle aspecten geheel op orde, en is binnen de aspecten Kwaliteit van de uitvoering, Ontwikkeling, begeleiding

De pedagogisch medewerkers werken resultaatgericht, zij zijn aanspreekbaar op gemaakte afspraken en zij zijn zich bewust van de effecten van hun handelen op de kwaliteit van

Vandaaruit kan nagedacht worden over de vraag welke mogelijkheden ouders hebben om de ontwikkeling van hun kinderen te stimuleren, welke concrete doelen Peutercentrum Piccino

Al jong begrijpen kinderen dat bepaalde dingen wel of niet mogen, maar pas vanaf de leeftijd van gemiddeld twee jaar kun je kinderen echt leren omgaan met diverse kleine