BEELDVORMEND RAADSVOORSTEL
Onderwerp:
Werkwijze Leerlingenvervoer
College Albrandswaard: Agendapunt:
Commissie: Beraad & Advies Welzijn e-mailadres opsteller:
b.weijs@bar-organisatie.nl
Portefeuillehouder: J. van Wolfswinkel Openbaar
BBVKenmerk: 190630
ONDERWERP
Werkwijze Leerlingenvervoer
KENNISNEMEN VAN
1. De knelpunten die worden ervaren door enkele gebruikers;
2. Het huidige beleid voor het leerlingenvervoer, waarbij onder andere de maximale reistijd 1 ½ uur bedraagt en ouders zelf een bepaalde inspanning (kunnen) leveren bij het vervoeren van hun kind(eren);
3. De mogelijkheid om bij de nieuwe aanbesteding in 2017, de voorwaarden voor het vervoersbestek opnieuw onder de loep te nemen.
INLEIDING
Naar aanleiding van de bijeenkomst Ontmoeting & Dialoog op 16 februari 2015 heeft de agendacommissie aangegeven het onderwerp leerlingenvervoer te willen agenderen voor de bijeenkomst Beraad en Advies op 15 juni 2015.
De knelpunten die bij de bijeenkomst naar voren kwamen betrof de lange reistijd en, in één geval, het feit dat ouders het niet georganiseerd kregen om hun kind(eren) zelf van- en naar school te vervoeren.
Na aanleiding van deze bijeenkomst heeft de raad verzocht te onderzoeken welke reistijden langer zijn dan één uur en hoe dit is op te lossen. Ook is gevraagd om aan te geven wat de ontwikkelingen voor een eventuele nieuwe aanbesteding en/of beleid zou kunnen zijn. Een en ander is verwerkt in dit beeldvormend raadsvoorstel.
KERNBOODSCHAP
Knelpunt is met name de lange reistijd in relatie tot de leeftijd van het kind
Er zitten zes leerlingen in het vervoer die een reistijd van 1,5 uur hebben. Dit komt met name door de reisafstand. De kinderen zijn allen boven de tien jaar. Een leerling van negentien jaar heeft een reisafstand van 6,8km en zit hierdoor in de ochtend 1,15 uur in de taxi.
Daarentegen is deze leerling ‘s middags binnen de 30 a 40 minuten thuis.
De ouders/ verzorgers van één leerling hadden aangegeven grote moeite te hebben met de lange reistijd in relatie tot de leeftijd van hun vierjarig kind. Ondertussen hebben zij een extra
auto gekocht en kunnen zijzelf hun kind naar school brengen. Conform de regelgeving uit de Verordening Leerlingenvervoer Albrandswaard 2013 ontvangen zij nu een kilometergoeding.
Doordat de ouders/ verzorgers zelf hun kind naar school brengen zijn er nu geen leerlingen van vier jaar in het vervoer met zo’n lange reistijd. Aan de vervoerder is gevraagd hoeveel tijd het scheelt als ritten van circa 1,5 uur worden gesplitst. In enkele gevallen scheelt het een kwartier enkele reis. Daar staat tegenover dat de kosten worden verhoogd met circa
€8.000,- per leerling.
Het is mogelijk om de reistijd (van max. 1,5 uur enkele rit naar bijvoorbeeld max. 1 uur enkele rit) voor deze jonge leerlingen aan te passen in de beleidsregels. Dit wordt echter sterk afgeraden, omdat er dan een verworven recht op een maximale reistijd van 1 uur ontstaat voor alle leerlingen van vier jaar, terwijl het zeker niet in alle gevallen problematisch is als de enkele reistijd bijv. maximaal 5 kwartier is. De gevolgen zijn eveneens dat er
meerdere ritten (splitsing) en/of individueel vervoer kan ontstaan. Van de daadwerkelijke meerprijs kan vooraf geen inschatting worden gemaakt. Dit komt omdat vooraf niet te bepalen valt hoeveel nieuwe leerlingen zich zullen aanmelden voor het leerlingenvervoer in het nieuwe schooljaar. Vanzelfsprekend is het daardoor ook niet mogelijk om de routes die zij af moeten leggen, vooraf te bepalen. Het gaat hierbij om een versoepeling van de regelgeving, wat de regelgeving ook duurder maakt.
Conclusie
Wij zijn van mening dat de reisafstand (1,5 uur) in relatie tot de leeftijd van deze kinderen (ouder dan tien jaar) best een zware belasting voor hen is. Gezien de kaders van de verordening zien wij echter geen basis voor toepassing van de hardheidsclausule.
Het vervoersbestek
Uit de rittenlijsten (zie bijlage) is gebleken dat er voor Albrandswaard geen langere ritten worden uitgevoerd ten opzichte van Barendrecht en/of Ridderkerk. Ook bestaat er geen andere nadelen voor ouders/kinderen uit Albrandswaard ten opzichte van inwoners van Barendrecht en/of Ridderkerk. Het huidige vervoerscontract voor het doelgroepenvervoer (leerlingenvervoer en WMO-vervoer) is in BAR-verband aanbesteedt tot 01-08-2017.
Wanneer het huidige bestek moet worden aangepast dan gaat hier een aanbesteding aan vooraf.
Landelijk zijn er ontwikkelingen gaande om het doelgroepenvervoer middels een ‘regie centrale’ te organiseren. Dit houdt in dat alle vormen van vervoer door verschillende onderaannemers worden uitgevoerd, welke ingezet kunnen worden door de regievoerder.
Deze constructie is tot stand gekomen, omdat het vanuit de nieuwe aanbestedingswet niet langer is toegestaan om opdrachten te stapelen. De constructie, zoals deze onder het huidige vervoerscontract bestaat (met één bestek voor het leerlingenvervoer en één bestek voor het Wmo-vervoer), is in de toekomst niet langer mogelijk. Vanuit een regie centrale is
het wel mogelijk om allerlei verschillende vervoersvoorzieningen in te zetten. In de bijlage worden de voor- en nadelen van deze scheiding in de regie en uitvoering toegelicht.
Onderzoek mogelijke samenwerking deelgemeente Hoogvliet
Er is contact gelegd met de beleidsmedewerkers van de gemeente Rotterdam, waar deelgemeente Hoogvliet deel van uitmaakt. Samenwerking met Hoogvliet houdt in dat aansluiting bij het gehele vervoerscontract van Rotterdam noodzakelijk is. Gemeente Rotterdam heeft eerder een vergelijkbaar samenwerkingsverzoek van buurgemeente
Capelle a/d IJssel gehad. De mogelijkheden voor deze samenwerking zijn onderzocht en de conclusie is dat een vergelijkbare samenwerking juridisch gezien (nog) niet mogelijk is. Dit komt onder andere omdat de huidige aanbestedingscontracten niet gelijk oplopen.
Daarnaast is het vanuit de nieuwe aanbestedingswet niet langer mogelijk om meerdere opdrachten ‘te stapelen’ onder één contract.
In de toekomst is het wellicht mogelijk om het doelgroepenvervoer meer regionaal op te pakken. Dit is vooralsnog om de bovengenoemde redenen nu niet haalbaar. Wel blijven wij nauw contact met de buurgemeenten onderhouden om door middel van samenwerking tot mogelijke oplossingen voor het doelgroepenvervoer te komen.
CONSEQUENTIES
Versoepeling van de huidige regelgeving heeft consequenties voor de financiën. De
daadwerkelijke kosten zijn vooraf niet inzichtelijk, omdat vooraf niet te bepalen valt hoeveel nieuwe leerlingen zich zullen aanmelden voor het leerlingenvervoer in het nieuwe schooljaar.
Daarnaast is er op dit moment geen ruimte in de financiën om de regelgeving te versoepelen.
VERVOLG
Mogelijkheden om het leerlingenvervoer te verbeteren worden onderzocht. Een en ander vindt plaats in een vooronderzoek voor het aanbestedingstraject. Ook word er nauw contact onderhouden met de buurgemeenten.
Bij aanvang van elk schooljaar wordt met de vak afdeling (Verstrekkingen) doorgenomen of er knelpunten zijn bij de aanvragen. Wanneer dit aan de orde is wordt met de desbetreffende ouders/ verzorgers gesproken. Wanneer grote problemen ontstaan kan dat altijd nog worden gekozen voor maatwerk. Toetsing verloopt via de klantmanagers.
BIJLAGEN
1. Verordening leerlingenvervoer Albrandswaard verseonnr. 125916 / 186433 2. Beleidsregels leerlingenvervoer Albrandswaard, verseonnr. 128997 / 186432 3. Rittenlijsten BAR-gemeenten met routes en tijdsduur per rit per leerling / 186418 4. Memo “voor- en nadelen scheiding regie en uitvoering” Ronald Ruchti (extern
adviseur) / 186425 Albrandswaard, 15 juni 2015
Met vriendelijke groet,
het college van de gemeente Albrandswaard, de secretaris, de loco-burgemeester,
Hans Cats Marco Goedknegt
