Liturgieboekje
Zondag 7 februari 2021
de Kandelaar 16:00 uur: ds. Garmt Sander
email voor het beamteam: beamteam@gkv-assen-west.nl
Bijbelteksten: © Nieuwe Bijbelvertaling NBV Liederen:
GK = Gereformeerd Kerkboek 2017 GK06 = Gereformeerd Kerkboek 2006 LB = Liedboek 2013 LvK = Liedboek voor de kerken 1973 Opw = Opwekking liederenbundel E&R = E&R liedbundels
Sela = Sela liederen
NPB = de Nieuwe Psalmberijming PvN = Psalmen voor Nu
2
Roosters
zondag 7 februari 2021
Tijd 09:30 uur 16:00 uur
Bijzonderheid
Voorganger: ds. G.O. Sander
Ouderling van dienst: Harry Offereins
Bijbellezing:
Organist: Jacob Dwarshuis
Muzikale medewerking:
Video: Henk Koning
Beamer: Sandra Sander
Geluid: Niek de Haan
Kinderkring:
Welkom voor de dienst:
Oppas:
Collecten: Diaconie Dit Koningskind ( plaatselijk)
Bibliotheekfonds TU
volg.week: deurcollecte: Voedselbank
Dienst in ArendState 15:00 uur: Verantw.kerk:
Volgende
zondag 14 februari 2021
Tijd 09:30 uur 16:00 uur
Bijzonderheid
Voorganger: ??
Bijbellezing:
Organist: Erik de Haan
Video: Roel Koops
Beamer: Anton Janssen
Geluid: Niek de Haan
Kinderkring:
3
Middagdienst in de Kandelaar 16:00 uur
Welkom en mededelingen
Moment van stilte Votum
Vredegroet
Zingen: psalm 146 : 1 en 3 GK 1
Ik wil zingen al mijn dagen:
Halleluja, prijs de Heer.
Psalm en lied, Hem opgedragen, zal ik wijden aan zijn eer.
Juich, mijn ziel, in God verblijd, heel uw aardse levenstijd.
3
Zalig hij die in dit leven Jakobs God tot helper heeft, hij die door de nood gedreven, zich tot Hem om troost begeeft, die zijn hoop in ’t moeilijkst lot vestigt op de Heer, zijn God.
Gebed
Lezing: Marcus 10, 32 – 45
32Ze waren onderweg naar Jeruzalem en Jezus liep voor hen uit; de leerlingen waren ongerust en ook de mensen die hen volgden waren bang. Hij nam de twaalf weer apart en vertelde hun wat hem zou overkomen: 33‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden, die hem ter dood zullen veroordelen en hem zullen uitleveren aan de heidenen. 34Ze zullen de spot met hem drijven en hem bespuwen en hem geselen en doden, maar na drie dagen zal hij opstaan.’
35Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, kwamen bij hem en zeiden:
‘Meester, we willen dat u voor ons doet wat we u vragen.’ 36Hij vroeg hun: ‘Wat
4
willen jullie dan dat ik voor je doe?’ 37Ze zeiden: ‘Wanneer u heerst in uw glorie, laat een van ons dan rechts van u zitten en de ander links.’ 38Maar Jezus zei tegen hen: ‘Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker drinken die ik moet drinken of de doop ondergaan die ik moet ondergaan?’ 39‘Ja, dat kunnen wij,’ antwoordden ze. Toen zei Jezus tegen hen: ‘Jullie zullen de beker drinken die ik zal drinken en de doop ondergaan die ik zal ondergaan, 40maar wie er rechts of links van mij zal zitten, kan ik niet bepalen, die plaatsen behoren toe aan hen voor wie ze zijn bestemd.’
41Toen de andere leerlingen hiervan hoorden, werden ze woedend op Jakobus en Johannes. 42Jezus riep hen bij zich en zei tegen hen: ‘Jullie weten dat de volken onderdrukt worden door hun eigen heersers en dat hun leiders hun macht misbruiken. 43Zo mag het bij jullie niet gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, 44en wie van jullie de eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn, 45want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’
Tekst: Marcus 10, 46 – 52
46Ze kwamen in Jericho. Toen hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs. 47Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’ 48De omstanders snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden, maar hij schreeuwde des te harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’ 49Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem.’ Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: ‘Houd moed, sta op, hij roept u.’ 50Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. 51Jezus vroeg hem: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ De blinde antwoordde: ‘Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien.’ 52Jezus zei tegen hem: ‘Ga heen, uw geloof heeft u gered.’ En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg.
Zingen: gezang 182 LB 1
Blinde man, ga voort gij, blinde man, ga weg.
Schreeuw niet: Here, hoor mij!
Blinde man, ga voort gij, zwijg toch, waarom stoort gij Jezus op zijn weg?
5
2
Blinde man, houd moed nu, Jezus staat al stil.
Blinde man, Hij roept u, blinde man, houd moed nu, spring maar op en spoed u, hoor naar wat Hij wil.
3
‘Zoon van David, wilt Gij dat ik U mag zien?
Alle kwalen heelt Gij, alle honger stilt Gij.
Vraagt Gij mij: wat wilt gij?
Heer, dat ik mag zien!’
4
Blinde man, vertrouw nu op wat Hij u zegt:
uw geloof behoudt u, wie gelooft, aanschouwt nu!
Blinde man, vertrouw nu, volg Hem op zijn weg.
Verkondiging ‘met het oog op Jezus’
Zingen: gezang 835 LB 1
Jezus, ga ons voor deze wereld door,
en U volgend op uw schreden gaan wij moedig met U mede.
Leid ons aan uw hand naar het vaderland.
2
Valt de weg ons lang, zijn wij klein en bang,
sterk ons, Heer, om zonder klagen achter U ons kruis te dragen.
Waar Gij voor ons trad, is het rechte pad.
6
3
Krimpt ons angstig hart onder eigen smart,
moet het met de ander lijden, Jezus, geef ons kracht tot beide.
Wees Gij zelf het licht dat ons troost en richt.
4
In de woestenij, Heer, blijf ons nabij
met uw troost en met uw zegen tot aan 't eind van onze wegen.
Leid ons op uw tijd in uw heerlijkheid.
De tien woorden
Zingen: opwekking 51
Dit is mijn gebod, dat gij elkander liefhebt en uw blijdschap wordt vervuld.
Dit is mijn gebod, dat gij elkander liefhebt en uw blijdschap wordt vervuld,
en uw blijdschap wordt vervuld, en uw blijdschap wordt vervuld.
Dit is mijn gebod, dat gij elkander liefhebt en uw blijdschap wordt vervuld.
Dankgebed en voorbede
Inzameling van gaven
7
Zingen: gezang 115 GK 2006 1
Nooit kan 't geloof teveel verwachten, des Heilands woorden zijn gewis.
't Faalt aardse vrienden vaak aan krachten, maar nooit een vriend als Jezus is.
Wat zou ooit zijne macht beperken?
't Heelal staat onder zijn gebied.
Wat zijne liefde wil bewerken, ontzegt Hem zijn vermogen niet.
2
Die hoop moet al ons leed verzachten.
Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog!
Voor hen die 't heil des Heren wachten, zijn bergen vlak en zeeën droog.
O zaligheid, niet af te meten, o vreugd, die alle smart verbant!
Daar is de vreemdlingschap vergeten en wij, wij zijn in 't vaderland!
Zegen