Koen Kampioen krijgt een hond Koen Kampioen helpt de club
Avontuur bij FC Top Koen Kampioen is jarig
Fred Diks
Nur 282/W052201 Bisac JUV032150
© Uitgeverij Kluitman Alkmaar B.V.
© Tekst: Fred Diks
© Illustraties: ivan & ilia Omslagontwerp: Grain
Alle rechten voorbehouden, inclusief het recht van reproductie in zijn geheel of in gedeelten, in welke vorm dan ook.
kluitman.nl freddiks.nl ivanilia.nl
Voetbal
Voor Miranda, Ydwine en Alle
Fred Diks
9e druk
krijgt een hond
Het cadeau voor Koen
‘Yes. Eindelijk jarig!’ Koen trapt het dekbed wild van zich af. ‘Nu ben ik al acht,’ zegt hij in
zichzelf. Hij rekt zich uit. ‘Ik hoop zó dat ik een hond krijg.’
Koen staat op en sluipt naar de gang. Beneden hoort hij zijn vader en moeder hard lachen. Wat gebeurt daar toch? Hij luistert, maar hoort geen geblaf. Geen hond dus, denkt hij. Dat is echt balen!
Koen snapt niets van al die pret in de keuken.
Zou het soms met zijn verjaardag te maken hebben? Hij kruipt snel weer in bed, want hij hoort zijn vader en moeder de trap op komen.
‘Lang zal Koen leven,’ zingen ze vrolijk.
Zijn moeder duwt de deur van zijn kamer open. ‘Gefeliciteerd!’ roept ze.
Koen kijkt verbaasd naar haar. Wat ziet ze er raar uit, denkt hij. En wat een dikke buik heeft ze. Aha! Daarom moesten ze zo lachen. Nu snapt hij het.
8
Zijn moeder buigt naar Koen toe en geeft hem een zoen.
Koen wijst naar haar buik. ‘Ik weet al lang wat er onder je trui zit.’
‘Ja, ja,’ lacht zijn moeder. Langzaam tilt ze haar trui op. Een rond pakje valt op de grond.
Maar Koen vindt het niet lollig. Hij scheurt het papier eraf. ‘Dacht ik het niet. Een bal,’ zegt hij heel zacht. Ik heb al vier ballen, denkt Koen.
Waarom krijg ik geen hond?
Zijn vader ziet dat Koen niet vrolijk is. ‘Kijk eens,’
zegt hij. ‘Een taart met acht kaarsjes. Blaas ze maar in één keer uit. Dan mag je nog een wens doen.’
‘Echt?’ Koen haalt heel diep adem en blaast zo hard hij kan. Alle kaarsjes gaan uit. ‘Gelukt,’ zegt hij trots. ‘Mag ik nu een hond?’
Zijn vader schiet in de lach en graait in zijn achterzak. ‘Kijk maar eens wat hierop staat.’
Koen krijgt een blaadje en vouwt het snel open. ‘Wauw! Allemaal honden,’ roept hij blij.
‘Mooi hè? Van internet gehaald,’ legt zijn moeder uit. ‘Ze staan op de pagina van het asiel.
Bekijk de achterkant maar.’
Koen draait het blaadje om en leest hardop.
‘Lieve Koen. Gefeliciteerd. Vrijdag na school mag je in het asiel een hond uitzoeken. Liefs, pap en mam.’
‘Te gek!’ Koen is helemaal door het dolle heen.
‘Dankjewel.’ Dan wijst hij naar een bruine hond.
‘Deze is gaaf. Mag ik die? Toe dan?’
‘Tuurlijk. Als het een leuke hond is,’ zegt zijn moeder. ‘En als hij er vrijdag nog is.’
‘Super!’ schreeuwt Koen. Hij steekt zijn handen in de lucht. ‘Ik wil al zó lang een hond en vrijdag krijg ik er echt één!’
10
Zijn vader zet Koen later die ochtend bij school af. Koen stapt trots met een grote rieten mand het schoolplein op. Iedereen wil weten wat hij bij zich heeft. ‘Dat zeg ik lekker nog niet,’
antwoordt hij.
In de klas mag Koen boven op de stoel van juf Loes staan.
‘Wat heb je gekregen?’ wil zijn juf weten voordat ze voor hem gaan zingen.
‘Een bal en...’ Koen wil vlug het blaadje uit zijn broekzak halen. Hij valt bijna van de stoel. ‘…ik mag vrijdag een hond uitzoeken!’
Alle kinderen uit de klas komen meteen om hem heen staan.
‘Die bruine lijkt me echt tof,’ zegt Koen. ‘Wat is hij groot en stoer, hè? En moet je zien wat een mooie lange haren.’
Niels, de beste vriend van Koen, is het helemaal met hem eens. ‘Dat is een echte kanjer.’
‘Maar je weet niet of die wel lief is,’ vindt Aukje.
‘Ik vind die witte met die krulletjes ook wel leuk,’
wijst Renske aan. Zij zijn de twee meisjes van Koens voetbalteam.
‘Sommige honden uit het asiel zijn vals en bijten,’ weet Gijs, die vaak doelman is.
Koen zucht. Hij haalt zijn schouders op. ‘Nou weet ik niet meer welke ik moet kiezen.’
Als de klas gezongen heeft, mag Koen trakteren.
‘Woef, woef!’ roept Tarkan. ‘Krijgen we nu ook hondenbrokken?’ Hij is de grapjas van de klas.
‘Blaf niet zo raar,’ antwoordt Koen. ‘Is chips niet lekker genoeg?’
‘Ik lust het allebei wel,’ zegt Gijs.
12
Strafschoppen
Op de avond van zijn verjaardag moet Koen trainen bij zijn voetbalclub, FC Top.
Broekie, de trainer, wacht hem in de kantine op. ‘Hoera voor Koen Kampioen!’ roept hij. Die bijnaam heeft Renske bedacht, omdat Koen vaak mooie doelpunten maakt.
Aukje, Renske, Tarkan, Niels en Gijs zitten aan een grote tafel. Ze zijn nieuwsgierig naar waar Koen nu op gaat trakteren.
‘Wat heb je bij je?’ roept Gijs.
‘Taart,’ verklapt Koen. Hij haalt er twee uit zijn tas. ‘Hier Broekie, wil jij ze snijden?’
‘Nou, graag!’ zegt Broekie. ‘Heeft je vader ze weer gebakken?’
Koen knikt.
Broekie heet eigenlijk Sebas van der Broek. Hij speelt in het hoogste jeugdteam en is dol op appeltaart.
Kantinebaas Frank geeft Broekie een mes. Die snijdt de taarten en deelt grote stukken uit.
‘Krijgen we weer strafschoppen?’ wil Gijs weten.
‘Ja,’ zegt Broekie. ‘Die blijven we oefenen.’
‘Waarom dan?’ vraagt Koen.
‘Dat zeg ik niet.’
‘We hebben toch volgende week een instuif,’
zegt Niels. ‘Is het daarvoor?’
Broekie haalt lachend zijn schouders op.
‘Ik hoorde dat er een beroemde voetballer naar FC Top komt,’ zegt Koen. ‘Wie dan?’
‘Wacht maar rustig af,’ zegt Broekie. Hij propt nog een groot stuk taart in zijn mond.
‘Heerlijk, maar ik mis de slagroom,’ zegt hij.
Frank begint te lachen. ‘Die krijg je nog wel.’
‘Mooi. Daar heb ik echt zin in,’ zegt Broekie.
Als de taarten op zijn, kleedt Koens team zich snel om. Op weg naar het veld hoort Koen zijn naam fluisteren.
Het is Frank. ‘Pssst. Ik heb een idee,’ zegt hij zachtjes. ‘Doe straks net of je naar de wc moet.’
‘Waarom dan?’ vraagt Koen.
‘Dat leg ik nog wel uit,’ doet Frank geheimzinnig.
‘Oké,’ zegt Koen.
Broekie zet even later veldjes uit met pionnen.
Alle spelers gaan warmlopen.
Daarna legt Broekie uit wat ze gaan doen. ‘We spelen straks verschillende partijtjes. Verder gaan we vrije trappen nemen. Maar we beginnen weer met strafschoppen.’
Koen vindt de training heel leuk, maar
doelman Gijs kijkt steeds bozer. Hij houdt bijna geen bal tegen.
14
‘Straks verklap ik waarom we telkens strafschoppen oefenen,’ vertelt Broekie.
Dan spelen ze vier tegen vier. ‘Je mag de bal drie keer raken,’ legt de trainer uit. ‘Probeer snel over te spelen naar iemand van je eigen partij.
We doen zonder keeper, zodat je veel kunt scoren.’
Later krijgen ze een partijspel met keepers.
‘Nu mag je de bal net zo vaak raken als je wilt,’ zegt Broekie. ‘Kun je lekker gaan pingelen.’
Koen krijgt na een poosje de bal en passeert Gijs. Hij wil schieten, maar grijpt dan plotseling met zijn handen naar zijn buik en schreeuwt:
‘Au, au!’
Broekie komt bezorgd naar hem toe. ‘Wat is er?’
‘Ik heb last van kramp,’ kreunt Koen.
‘Ga maar gauw naar de wc,’ zegt Broekie.
Koen loopt snel het veld af. Ha, ha, daar trapte Broekie mooi in, denkt hij onderweg.
Frank staat al op hem te wachten. Hij heeft
16
een spuitbus in zijn hand. ‘Kom, dan gaan we stiekem naar Broekies kleedkamer. We spuiten slagroom in zijn schoenen.’
‘Gaaf!’ lacht Koen. Hij houdt wel van grapjes.
Frank spuit één schoen vol met slagroom. ‘Nu mag jij de andere doen.’
Koen spuit de bus helemaal leeg. In de verte hoort hij de spelers al van het veld komen.
‘Wegwezen,’ zegt hij tegen Frank.
Als Broekie de ballen heeft opgeruimd, stapt hij onder de douche.
Koen fluistert tegen zijn medespelers: ‘Kom, we wachten voor Broekies kleedkamer. Hij krijgt
slagroom. Dat wordt lachen!’
‘Dat vroeg hij toch ook? Wat is er dan leuk aan?’ vraagt Aukje.
‘Zijn zweetvoeten worden slagroomvoeten,’
zegt Koen geheimzinnig.
De spelers snappen niet goed wat Koen bedoelt. Ze horen Broekie zingen: ‘FC Top gaat nooit verloren. Knoop dat in je oren.’
Tarkan stopt zijn vingers in zijn oren. ‘Wat een kattengejank. Ik hoop dat Broekie later geen zanger wordt.’
‘Ssst,’ sist Koen. ‘Broekie mag ons niet
horen.’ Hij houdt zijn oor tegen Broekies deur en fluistert: ‘Hij draait de kraan dicht. Nu wordt het spannend.’ Koen steekt zijn duim omhoog.
Het is even stil als Broekie zich afdroogt.
Daarna klinkt er geschreeuw. ‘Gatsie. Slagroom in mijn schoenen!’
Iedereen begint hard te lachen.
Broekie zwaait de deur open en laat zijn schoenen zien. ‘Ik was er bijna in getrapt.’ Hij
18
graait met zijn hand in een schoen. ‘Wie heeft er zin in slagroom?’
De spelers gillen en stappen snel achteruit.
Koen heeft pech. Hij staat vooraan.
Broekie smeert twee klodders slagroom in zijn kuif. ‘Staat leuk, die witte gel in je haren.’
Koen moet lachen. Hij pakt zijn handdoek en veegt de slagroom uit zijn haar.
‘Nu jullie toch allemaal hier zijn, kan ik het grote nieuws wel vertellen!’ roept Broekie.
Alle spelers worden meteen stil.
‘Word je trainer bij een andere club?’ grapt Tarkan.
‘Nee, jullie komen niet zomaar van me af,’
antwoordt Broekie.
Koen wordt ongeduldig. ‘Vertel het dan.’
‘Oké. Er komt een heel beroemde prof naar FC Top.’ Broekie treuzelt extra. ‘Jullie kennen hem van tv.’
‘Schiet nu eens op!’ roept Koen. ‘Wie is het?’
‘Het is… Job Rijk, van Bergop.’
Alle spelers juichen. ‘Een echte training van Job Rijk. Te gek!’
Koen springt wild in de lucht. ‘Broekie, jij bent echt top!’
