Vraag nr. 81
van 13 februari 2002
van mevrouw PATRICIA CEYSENS
B i j zondere jeugdbijstand – Uitstroom gehandicap-ten
Naar aanleiding van de incidenten rond de vrijla-ting van delinquente jongeren wegens plaatsgebrek in de gesloten instellingen heeft de minister een aantal maatregelen bekendgemaakt.
De uitstroom zou worden gerealiseerd door jonge-ren die niet thuishojonge-ren in de bijzondere jeugdbij-stand te verwijzen naar de meest geschikte opvang-v o r m . De minister opvang-verwees hierbij naar categorie 14 in de gehandicaptensector.
1. Binnen welke termijn verwacht de minister de uitstroom uit de instellingen bijzondere jeugd-bijstand naar de voorzieningen voor personen met een handicap van categorie 14 te kunnen realiseren ?
2. Zijn er in de gehandicaptenvoorzieningen voor categorie 14 vrije plaatsen die kunnen worden ingenomen door jongeren die momenteel ver-blijven in de bijzondere jeugdbijstand ? Zo ja, hoeveel ?
3. De gehandicaptensector wordt geconfronteerd met een groot tekort aan opvangplaatsen. De fi-nalisering van de wachtlijsten heeft ons dit dui-delijk gemaakt.
Is het mogelijk om tegelijkertijd de wachtlijsten weg te werken én ook nog jongeren uit de bij-zondere jeugdbijstand op te vangen in voorzie-ningen voor personen met een handicap ?
Antwoord
Bij de problematiek van de doorstroming van de-linquente jongeren van de gesloten voorzieningen voor bijzondere jeugdbijstand naar een voorzie-ning voor gehandicapten, moeten we toch aandacht hebben voor het volgende.
Het kan inderdaad voorkomen dat jongeren met een mentale handicap een "als misdaad omschre-ven feit" plegen. Het is niet omdat het feit ge-pleegd wordt door een persoon met een handicap, dat de impact op de omgeving en begeleiding min-der ernstig is. In het belang van de veiligheid van zowel de betrokken jongere als de omgeving, is een
(tijdelijke) opname in een gesloten instelling dan ook niet altijd uit te sluiten.
Binnen het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap is er geen enkele voorziening voor jongeren die echt als gesloten in-stelling functioneert. Enkele voorzieningen zouden wel een aanbod voor deze moeilijke groep willen c r e ë r e n , op voorwaarde dat daar een voldoende personeelsformatie tegenover staat.
Of jongeren nu doorverwezen worden naar een ge-sloten instelling hangt niet alleen af van de mate van de agressie, maar evenzeer van de draagkracht van de betrokken voorziening, waarbij er in som-mige voorzieningen sterkere druk is van personeel om dergelijke risicovolle zorgvragen niet langer op te nemen.
1. Het antwoord op de vraag naar doorstroming is dus afhankelijk van de zorggraad van de doel-groep.
2. De erkenning voor de doelgroep "categorie 14" is bij de meeste voorzieningen een gemengde erkenning met de doelgroep "licht mentaal ge-h a n d i c a p t e n " . Afgaande op ge-het aantal aanvra-gen voor uitbreiding van erkenning voor "cate-gorie 14" moeten we concluderen dat deze plaatsen zo goed als volledig bezet zijn.