• No results found

Inleiding en samenvatting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Inleiding en samenvatting"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inleiding en samenvatting

Koninklijke KPN N.V. (hierna: KPN) is, op grond van artikel 44, eerste lid, BOHT verplicht om per 1 januari 2000 de dienst CarrierPreSelectie (hierna: CPS) aan haar abonnees aan te bieden. Voor wat betreft de wijze waarop CPS wordt aangeboden heeft KPN, in overleg met andere aanbieders, gekozen voor een zogenaamd customer controlled model. Dit model voorziet in een aanmeldingsprocedure die door KPN is uitgewerkt in de vorm van een Voice Response Systeem (VRS). Door het VRS te bellen kan een abonnee van KPN zijn voorkeur voor een bepaalde aanbieder instellen of wijzigen.

Bij brief van 13 april 2000 (kenmerk: OPTA/EGM/2000/201207) heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) aan KPN meegedeeld voornemens te zijn aan KPN een last onder dwangsom op te leggen inzake het niet (goed) functioneren van het VRS van KPN. Bij deze vooraankondiging heeft het college KPN de mogelijkheid geboden om, naar keuze, schriftelijk of mondeling haar zienswijze naar voren te brengen. KPN heeft er voor gekozen haar zienswijze mondeling op 21 april 2000 in een hoorzitting aan het college kenbaar te maken. Tevens heeft KPN ter hoorzitting, ter ondersteuning van de mondelinge zienswijze, een schriftelijke zienswijze overhandigd (met het kenmerk CS&R/OO/U/073).

De zienswijze van KPN heeft er niet toe geleid dat het college afziet van handhaving van de wettelijke verplichting conform artikel 44, eerste lid van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: BOHT). Gezien de lange voorbereidingstijd die KPN heeft genomen om deze dienst aan te bieden, in combinatie met eerder gedane toezeggingen van KPN, is het (voort)bestaan van klachten over de werking van de aanmeldingsprocedure voor het college niet acceptabel. Het college beschouwt de bestaande problemen rondom het VRS als een ernstige belemmering van de concurrentieontwikkeling én van de

keuzemogelijkheden van de eindgebruiker. In dit besluit treft u het definitieve oordeel van het college aan omtrent het opleggen van een last onder dwangsom.

De opbouw van dit besluit is als volgt. Allereerst wordt in §1 het wettelijk en regelgevend kader beschreven. De algemene overwegingen van het college om handhavend op te treden komen in §2 aan de orde. De zienswijze van KPN omtrent de vooraankondiging is in §3 neergelegd. In §4 volgt de reactie van het college op de zienswijze van KPN. De formulering van de last onder dwangsom wordt in §5 weergegeven. In §6 wordt het rechtsmiddel tegen het onderhavige besluit weergegeven. Tenslotte gaat §7 nader in op de rapportage van KPN aan OPTA inzake de aanmeldingsprocedure voor CPS.

§ 1. Wettelijk en regelgevend kader

(2)

telecommunicatieomgeving. Zo is in artikel 12, zevende lid, van de Richtlijn 97/33/EG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/61/EG1 (hierna: de richtlijn), bepaald:

“De nationale regelgevende instanties verplichten ten minste de organisaties die openbare

telecommunicatienetwerken als bedoeld in deel 1 van bijlage I exploiteren en die door de nationale regelgevende instanties zijn aangemeld als organisaties die een aanmerkelijke macht op de markt hebben, ertoe om hun abonnees, met inbegrip van ISDN-gebruikers, de mogelijkheid te bieden toegang te krijgen tot de geschakelde diensten van alle geïnterconnecteerde verstrekkers van algemeen

beschikbare telecommunicatiediensten. Daartoe dienen uiterlijk op 1 januari 2000, (… ), de nodige faciliteiten beschikbaar te zijn die het de abonnee mogelijk maken deze diensten te kiezen door middel van een voorkeuze, met de mogelijkheid om iedere voorkeuze op individuele gespreksbasis te

veranderen door het kiezen van een korte prefixcode.”

In de Nederlandse regelgeving is de verplichting voor KPN om met ingang van 1 januari 2000 CPS te verschaffen neergelegd in artikel 44, eerste lid, BOHT.

“Aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken en van vaste openbare telefoondiensten,

aangewezen krachtens artikel 6.4, eerste lid, van de wet, dragen er zorg voor dat uiterlijk met ingang van 1 januari 2000 voor hun afnemers de voorzieningen beschikbaar zijn die het die afnemers mogelijk maken dat de reeds door toepassing van artikel 6.1 of 6.9 van de wet voor die afnemer beschikbare geschakelde diensten van andere aanbieders tevens beschikbaar zijn door middel van een door de afnemer bij de aangewezen aanbieder ingestelde voorkeuze. De voorkeuze moet door de afnemer op individuele gespreksbasis kunnen worden gewijzigd door middel van het kiezen van een daartoe bestemd nummer uit een door Onze Minister op grond van artikel 4.1 van de wet vastgesteld nummerplan.”

Op grond van deze bepalingen is KPN aldus verplicht om per 1 januari 2000 aan haar abonnees de mogelijkheid te bieden de keuze voor de afwikkeling van (bepaalde) telefoongesprekken via andere aanbieders standaard voor te programmeren. Hierbij moet de mogelijkheid bestaan om de voorkeuze per individueel gesprek te wijzigen door middel van de zogenaamde prefix override.

In artikel 44, eerste lid, BOHT wordt geen onderscheid gemaakt tussen zakelijke en particuliere eindgebruikers. Aldus dient KPN onverkort voor beide soorten afnemers voorzieningen beschikbaar te stellen om van CPS gebruik te maken.

§ 2. Algemene overwegingen van het college tot handhaving

(3)

Bij brief van 13 april 2000 (met het kenmerk OPTA/EGM/2000/201207) heeft het college aan KPN meegedeeld een last onder dwangsom op te leggen inzake het niet (goed) functioneren van het VRS. KPN heeft haar zienswijze op deze vooraankondiging zowel schriftelijk als mondeling aan het college kenbaar gemaakt. Het college stelt vast dat de aanmeldingsprocedure, in casu het VRS, tot op heden nog steeds niet (goed) functioneert. Doordat de aanmeldingsprocedure niet (goed) functioneert, voldoet KPN nog steeds niet volledig aan de wettelijke verplichting zoals neergelegd in artikel 44, eerste lid, BOHT (zie hieronder). De volgende overwegingen liggen ten grondslag aan de beslissing van het college om terzake van deze overtreding tot handhaving over te gaan.

1. Door de Europese Commissie wordt de invoering van CPS gezien als een van de belangrijkste instrumenten voor verdere liberalisering van de telecommunicatiemarkt. Het college onderschrijft het belang van CPS zoals de Europese Commissie dat ziet. Als illustratie van het belang dat de Europese Commissie hecht aan (de deugdelijke invoering van) CPS in het algemeen, kan worden verwezen naar het gegeven dat de Europese Commissie onlangs heeft aangekondigd te zullen overgaan tot een infractieprocedure tegen enkele lidstaten, waaronder Nederland.

2. KPN heeft bij besluit van 22 oktober 1999 (met het kenmerk OPTA/JUZ/99/7671) geen ontheffing van het college gekregen van de in artikel 44, eerste lid, BOHT vervatte verplichting om CPS volledig per 1 januari 2000 aan haar abonnees aan te bieden. Aldus had KPN de voor het aanbieden van CPS noodzakelijke maatregelen al ruim voor die datum kunnen treffen.

3. Artikel 44, eerste lid, BOHT heeft mede ten doel het beë indigen van de relatief nadelige positie van concurrenten van KPN ten opzichte van KPN. Deze concurrenten zijn immers genoodzaakt een viercijferig carrierselectie-nummer (16xy) te gebruiken voor het aanbieden van telefoondiensten. Door middel van de invoering van CPS hoeft de eindgebruiker dit nummer niet meer voor ieder op te roepen nummer in te toetsen. Dit betekent dat alle gesprekken daadwerkelijk via de

gepreselecteerde aanbieder worden afgewikkeld.

4. Het college is van oordeel dat een redelijke wetsuitleg van de omschrijving van “de voorzieningen” in artikel 44, eerste lid, BOHT ertoe leidt dat de aanmeldingsprocedure goed dient te werken. Een abonnee moet immers daadwerkelijk gebruik kunnen maken van de dienst CPS. Het (goed)

functioneren van de aanmeldingsprocedure van KPN, in casu het VRS, is, zowel voor de zakelijke- als voor de consumentenmarkt, een essentieel onderdeel van de dienst CPS. Het VRS is namelijk in de thans door KPN gekozen implementatie de enige faciliteit waarmee abonnees van KPN daadwerkelijk gebruik kunnen maken van de dienst CPS.

5. De door KPN zelf, echter in samenspraak met diverse aanbieders, opgestelde Dienstbeschrijving Carrier Preselection & Carrier Selection 2000 (CPS & CS 2000 Consumenten en Zakelijke Markt)2 geeft invulling aan de wijze waarop KPN de dienst CPS aanbiedt. In deze Dienstbeschrijving zijn onder meer uitgangspunten en kwaliteitsnormen voor de dienst CPS opgenomen. Aangezien KPN de Dienstbeschrijving zelf heeft opgesteld acht het college het redelijk dat KPN overeenkomstig deze

(4)

Dienstbeschrijving CPS aanbiedt. Tot op heden heeft KPN ook niet aan het college aangegeven welke onderdelen in deze Dienstbeschrijving zouden moeten worden bijgesteld.

6. Het college ontvangt van verschillende aanbieders, die thans CPS aanbieden dan wel op korte termijn willen aanbieden, klachten over de werking van het VRS. Deze klachten bestaan o.a. uit het optreden van communicatiefouten, een slechte bereikbaarheid van het VRS en het feit dat vaak meerdere aanmeldingspogingen gedaan moeten worden voordat volledige activatie plaatsvindt. Deze klachten komen zowel bij zakelijke als bij particuliere eindgebruikers voor die gebruik willen maken van CPS. KPN heeft het bestaan van genoemde problemen onderkend bij brieven van 28 maart 2000 (met het kenmerk CS&R/OO/U/061), 5 april 2000 (met het kenmerk 2000-U-OO-317-RvB) en in de schriftelijke zienswijze van KPN d.d. 21 april 2000 (met het kenmerk CS&R/OO/U/073) in reactie op de vooraankondiging.

7. CPS is in Nederland een nieuwe dienst. Concurrenten van KPN die door middel van CPS

telefoniediensten wensen aan te bieden in Nederland, hebben er niet alleen groot belang bij dat het aanbieden van deze dienst mogelijk gemaakt wordt door KPN, maar dat dit ook op een dusdanige wijze gebeurt dat eindgebruikers daadwerkelijk in de gelegenheid gesteld worden van CPS gebruik te maken. Aangezien het een nieuwe dienst betreft, dient CPS vanaf het moment van introductie feitelijk toegankelijk te zijn voor eindgebruikers. Nu dit niet, althans niet voldoende, het geval is, komt de dienst CPS feitelijk niet (goed) van de grond. Voor het college is het niet acceptabel dat KPN, door het niet (goed) functioneren van de aanmeldingsprocedure, een dergelijke invloed zou kunnen hebben op de positie van haar concurrenten.

8. Het college constateert dat er van een overtreding sprake is ten aanzien waarvan hij tot handhaving bevoegd gezag is. In een dergelijke situatie is het college bevoegd om op te treden ter behartiging van de (algemene) belangen die worden gediend met handhaving van het overtreden voorschrift. Van bijzondere omstandigheden die in de weg zouden kunnen staan aan handhavend optreden is het college niet gebleken.

§ 3. Zienswijze van KPN op het voornemen van het college tot handhaving

Hieronder wordt de zienswijze van KPN weergegeven op de vooraankondiging van het college om een last onder dwangsom op te leggen. De overwegingen die aan deze vooraankondiging ten grondslag liggen (brief met kenmerk OPTA/EGM/2000/200345) moeten worden beschouwd als hier te zijn ingelast en herhaald.

(5)

2. De huidige problemen van het door KPN thans gebruikte aanmeldingssysteem, het VRS, worden veroorzaakt door de beperkte capaciteit van het platform, waarop een aantal door het VRS gebruikte systemen is geïmplementeerd, en de zogenoemde leveringsstraat. De betreffende systemen worden daarnaast ook gebruikt voor andere diensten dan CPS, bijvoorbeeld nummerbehoud. Het gebrek aan capaciteit heeft tot gevolg dat het uitvoeren van de voor CPS-aanmelding van eindgebruikers noodzakelijke controles langer duurt en het VRS niet binnen de maximale periode (15 seconden) antwoord krijgt. Dit resulteert in een melding via het VRS aan de eindgebruiker dat een

communicatiefout is opgetreden. Door deze melding wordt het aanmeldingsproces van de

betreffende eindgebruiker in het VRS afgebroken. De eindgebruiker wordt verzocht om later terug te bellen. Deze communicatiefouten komen relatief vaker voor bij de aanmelding van zakelijke

eindgebruikers dan bij particuliere eindgebruikers.

3. KPN heeft inmiddels een aantal maatregelen genomen om de capaciteit van het platform, en daarmee de leveringsstraat, te vergroten. Zo is de omvang van de nummerreeksen verkleind, de communicatiesoftware is geoptimaliseerd en de gebruikte systemen zijn softwarematig ontkoppeld. 4. Tevens heeft KPN, om de stabiliteit van de technische voorzieningen te waarborgen, het aantal

inbellijnen naar het aanmeldingssysteem teruggebracht van 120 tot 20. KPN zal dit aantal, indien dat niet ten koste gaat van de stabiliteit van het platform en de leveringsstraat, gefaseerd opvoeren naar 40 stuks per 15 mei 2000. KPN streeft naar een structurele oplossing aan het einde van het tweede kwartaal van 2000, inhoudende een stabiele aanmeldingsprocedure, met een

beschikbaarheid van 97,5% en met een gewenst geacht aantal inbellijnen van 120 stuks.

5. Om te garanderen dat iedere abonnee die dat wenst, gebruik kan maken van CPS, heeft KPN nog een aantal tijdelijke maatregelen genomen. Zo heeft KPN de CPS-aanbieders in de week van 20 maart 2000 voorzien van een werkinstructie waarin staat beschreven hoe eindgebruikers met het VRS dienen om te gaan teneinde hun CPS-instellingen ook te kunnen doorgeven wanneer zich communicatiefouten voordoen. Daarnaast is vanaf 21 april 2000, specifiek voor zakelijke eindgebruikers, een uitwijkprocedure beschikbaar. KPN heeft deze uitwijkprocedure binnen ongeveer 3 weken ontworpen en geïmplementeerd. Deze procedure houdt in dat de zakelijke klant na een communicatiefout van het VRS wordt gewezen op een gratis telefoonnummer van KPN waar een medewerker van een KPN-callcenter beschikbaar is voor het opnemen van de gewenste instellingen en de nummers waarop deze betrekking hebben. De gegevens van zakelijke

(6)

6. De bovenomschreven maatregelen zullen volgens KPN leiden tot een aanzienlijke verhoging van de beschikbaarheid en het functioneren van het aanmeldingssysteem. KPN overweegt voor de

consumentenmarkt geen additionele maatregelen naast het VRS. KPN is van mening dat de uitwijkprocedure voor de zakelijke eindgebruikers ruimte creëert in het VRS voor de particuliere eindgebruiker.

7. Op basis van de inmiddels genomen maatregelen concludeert KPN dat voor een last onder dwangsom, zoals het college van OPTA die heeft aangekondigd, geen aanleiding bestaat.

8. Afsluitend stelt KPN voor om periodiek, bijvoorbeeld wekelijks, te rapporteren over de voortgang en de resultaten van de genomen maatregelen die het mogelijk maken dat iedere abonnee die dat wenst en ongeacht het aantal telefoonnummers dat bij zijn klantnummer behoort, daadwerkelijk gebruik kan maken van de dienst CPS.

§ 4. Reactie van het college op de zienswijze van KPN

Het college reageert hieronder, voor zover relevant in het kader van dit besluit, puntsgewijs op de in §3 van dit besluit weergegeven zienswijze van KPN.

Ad 1 en 2

KPN heeft, volgens haar brieven van 28 maart 2000 en van 21 april 2000, reeds begin 1998 gekozen voor een customer controlled model op basis waarvan CPS kan worden geactiveerd. Op grond van het Inventarisatiedocument Geschilpunten van 14 juni 1999 van de Taskforce CPS van het Forum voor Interconnectie en Speciale Toegang (FIST) heeft het college bij brief van 5 juli 1999, kenmerk OPTA/IBT/99/5974, zijn visie gegeven op een drietal punten waarover destijds in de Taskforce geen overeenstemming bestond. Een van deze punten betrof het activeringsmodel voor de dienst CPS. In de genoemde brief neemt het college het standpunt in dat, voor wat betreft het activeringsmodel, het customer controlled model de voorkeur verdient. KPN kon derhalve in elk geval vanaf begin juli 1999 beginnen met het inventariseren en testen van mogelijke problemen bij de door haar gekozen

aanmeldingsprocedure (het VRS), dan wel van ondersteunende systemen die – onder andere – voor CPS worden gebruikt. Het college acht het niet aannemelijk gemaakt dat de problemen die KPN in haar brieven van 28 maart 2000, 5 april 2000 en ter hoorzitting noemt, niet in een eerder stadium door KPN hadden kunnen worden voorzien en ondervangen. Het college is van mening dat KPN, overwegende dat KPN reeds begin 1998 een sterke voorkeur voor een customer controlled model had, reeds toen een aanvang had kunnen - maar in elk geval vanaf medio 1999 had moeten- nemen met de voorbereiding voor het aanbieden van CPS.

(7)

KPN de introductie van CPS en het daarbij te verwachten capaciteitsbeslag kunnen voorzien, evenals de introductie van andere diensten, zoals nummerportabiliteit, die ook beslag zouden kunnen leggen op de gebruikte technische voorzieningen. KPN had naar de opvatting van het college eerder maatregelen kunnen nemen om de op dit moment bestaande problemen omtrent het VRS te voorkomen. Dat KPN ervoor gekozen heeft om diverse toepassingen simultaan op hetzelfde platform te implementeren, is een beslissing waarover het college geen inhoudelijk technische opvatting heeft, maar die naar zijn

klaarblijkelijke uitwerking leidt tot de constatering dat eindgebruikers geen, althans in onvoldoende mate, gebruik kunnen maken van de aanmeldingsprocedure, in casu het VRS, om zich aan te melden voor de dienst CPS.

Ad 3

KPN is wettelijk verplicht om de dienst CPS vanaf 1 januari 2000 beschikbaar te stellen. Vanaf deze datum wordt CPS gefaseerd beschikbaar gesteld aan aanbieders die daarom verzoeken. Dit betekent dat in de huidige fase van het aanbieden van CPS nog slechts een zeer beperkt aantal aanbieders actief is, hetgeen tevens een relatief gering aantal eindgebruikers dat aangeeft van CPS gebruik te willen maken, impliceert. Het baart het college dan ook oprecht zorgen dat de door KPN geïmplementeerde

(technische) voorzieningen reeds in dit stadium van minimale marktpenetratie van CPS, niet blijken te voldoen. Voorts is het college niet gebleken dat KPN maatregelen om de aanmeldingsprocedure (verder) te verbeteren, niet op kan korte termijn kan treffen.

Ad 4

Het college kan niet beoordelen of de door KPN genomen maatregel om het aantal inbellijnen drastisch te verminderen, bijdraagt aan de stabilisatie van de gebruikte technische systemen. Wel wijst het college er op dat het geringe aantal inbellijnen voor het VRS, hoewel KPN stelt dat sprake zal zijn van een gefaseerde toename ervan indien de stabiliteit van de gebruikte (technische) voorzieningen dat toelaat, ten koste gaat van eindgebruikers die zich willen aanmelden voor CPS maar die geen toegang tot het VRS krijgen. Daarmee wordt in de zienswijze van het college, naast de mogelijke

communicatiefouten, een tweede potentië le en onwenselijke aanmeldingsbarrière voor de eindgebruiker opgeworpen. Het college heeft voorts bedenkingen bij het geringe aantal van 20 inbellijnen voor de aanmeldingsprocedure. Zelfs wanneer enkel particuliere eindgebruikers zich bij het VRS moeten aanmelden door middel van 20 inbellijnen, lijkt dit aantal relatief laag. Desgevraagd heeft KPN op de hoorzitting niet kunnen aangeven om hoeveel eindgebruikers het gaat die als gevolg hiervan geen toegang tot de aanmeldingsprocedure krijgen, noch welke capaciteit aan inbellijnen minimaal noodzakelijk zou moeten zijn voor het goed functioneren van het VRS.

Ad 5

(8)

de klaarblijkelijk tekortschietende voorbereiding van KPN in deze. Het college is van mening dat de beschikbaarheid van de uitwijkprocedure minimaal dezelfde zou moeten zijn als die van het VRS (namelijk 97,5%) en dat het aantal inbellijnen ten behoeve van deze uitwijkprocedure voldoende zou moeten zijn om alle oproepen van eindgebruikers te verwerken. Desgevraagd heeft KPN echter niet kunnen aangeven welke capaciteit de uitwijkprocedure heeft. Ook heeft KPN niet voldoende onderbouwd dat aan de keuze om deze uitwijkprocedure enkel voor zakelijke eindgebruikers aan te bieden, valide argumenten ten grondslag liggen. De stelling van KPN dat het VRS voor particuliere eindgebruikers beter gaat werken wanneer alle zakelijke eindgebruikers zich via de uitwijkprocedure voor CPS

aanmelden, heeft KPN niet onderbouwd. Tenslotte heeft KPN desgevraagd de verwachting uitgesproken dat verbeteringen zullen optreden en gesteld (daarom) geen aanleiding te zien deze uitwijkprocedure ook voor particuliere eindgebruikers te gebruiken. Deze verwachting is evenwel niet onderbouwd. Ad 6

KPN heeft cijfermatig, noch kwalitatief, onderbouwd dat de thans gehanteerde uitwijkprocedure voor zakelijke klanten, in combinatie met de overige genomen maatregelen, de werking van de

aanmeldingsprocedure, in casu het VRS, voor particuliere eindgebruikers zal verbeteren. Meer in het algemeen heeft KPN niet, althans niet voldoende, aangetoond dat, ongeacht de aanmeldingsprocedure die geïmplementeerd is of zal worden, de eindgebruiker een zo onbelemmerd mogelijke toegang heeft tot de aanmeldingsprocedure voor CPS.

Ad 7

Op dit punt zal in de conclusie van deze paragraaf worden teruggekomen.

Ad 8

Het college wenst door KPN op de hoogte te worden gehouden van de verbeteringen die plaatsvinden in de aanmeldingsprocedure voor de dienst CPS. Het college maakt dan ook gebruik van het aanbod van KPN ter zake. In § 7 van dit besluit komt dit onderwerp nog aan de orde.

Conclusie

(9)

§ 5. Last onder dwangsom

Op grond van artikel 15.1, derde lid, Telecommunicatiewet (hierna: Tw) is OPTA belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde in artikel 44, eerste lid, BOHT. Ter handhaving van deze verplichting is het college conform artikel 15.2, tweede lid, Tw j° artikel 5:32 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom.

Vanwege de overtreding van artikel 44, eerste lid, BOHT, in zoverre dat een abonnee van KPN, vanwege het gekozen customer controlled model voor de werking van de dienst CPS, niet te allen tijde via de door KPN gehanteerde aanmeldingsprocedure kan kiezen voor een andere aanbieder voor het standaard afwikkelen van zijn telefoonverkeer, gelast het college KPN hierbij, onder verbeurte van een dwangsom van fl 100.000,- per dag met een maximum van fl 1.000.000,- het navolgende.

KPN draagt er zorg voor dat er een adequate aanmeldingsprocedure beschikbaar is die het mogelijk maakt dat KPN-abonnees, zowel zakelijke als particuliere, die dat wensen en ongeacht het aantal telefoonnummers die bij hun klantnummers horen, daadwerkelijk gebruik kunnen maken van de dienst CPS.

Indien KPN, na de inwerkingtreding van dit besluit en de afloop van de begunstigingstermijn, niet voldoet aan bovengenoemde last, verbeurt KPN een dwangsom van ƒ 100.000,- per dag met een maximum van ƒ 1.000.000,-.

De voor deze last onder dwangsom in acht te nemen begunstigingstermijn is gelegen tussen de dag na dagtekening van deze beschikking en woensdag 10 mei 2000. Bij de vaststelling van deze termijn heeft het college in overweging genomen dat KPN op dit moment reeds een - binnen 3 weken door KPN ontwikkelde en geïmplementeerde - alternatieve aanmeldingsprocedure voor zakelijke eindgebruikers hanteert.

Toelichting

Het college is van oordeel dat de in de last genoemde adequate aanmeldingsprocedure voorziet in, ofwel de huidige customer controlled procedure in de vorm van het VRS, ofwel een andere procedure. In dit verband wijst het college op de aanmeldingsprocedures die door KPN en andere aanbieders in toenemende mate succesvol worden gebruikt in het kader van nummerportabiliteit. Tevens wordt in overweging gegeven de uitwijkprocedure voor zakelijke eindgebruikers ook voor particuliere eindgebruikers in te zetten.

§ 6. Rechtsmiddel

Belanghebbenden, die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.

(10)

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Postbus 90420

2509 LK Den Haag

onder vermelding van “bezwaarschrift”. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en dient in ieder geval de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit

waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van bezwaar te bevatten. Zo mogelijk dienen een afschrift van het besluit en de overige op het bezwaar betrekking hebbende stukken te worden

meegezonden. § 7. Rapportage

KPN heeft bij het geven van haar zienswijze op de vooraankondiging van het college aangegeven bereid te zijn op periodieke basis aan het college te rapporteren over de voortgang en resultaten van de genomen maatregelen die de werking van de aanmeldingsprocedure moeten verbeteren. Daartoe heeft KPN tijdens de hoorzitting op 21 april 2000 een aantal gegevens aangeleverd als bijlagen bij haar brief met het kenmerk CS&R/OO/U/073. OPTA wenst elke week op woensdag, beginnende in week 18, een rapportage van KPN te ontvangen die qua opzet identiek is aan de tijdens de hoorzitting ontvangen bijlagen. Aanvullend op deze rapportage wenst het college tevens nog te beschikken over de volgende gegevens:

1) voor elk overzicht dient onderscheid gemaakt te worden tussen zakelijke en particuliere eindgebruikers;

2) Naast de beschikbaarheid van de aanmeldingsprocedure dient tevens gerapporteerd te worden, in procentuele en absolute aantallen, over het aantal eindgebruikers dat zich succesvol de eerste keer aanmeldt;

3) Tevens dient onderscheid te worden gemaakt tussen benaderingen van de aanmeldingsprocedure die inderdaad een aanmelding betreffen en benaderingen die een mutatie of anderszins betreffen; 4) Het aantal inbellijnen dient afgezet te worden tegen het totale aantal oproepen naar de

aanmeldingsprocedure én het aantal oproepen dat de aanmeldingsprocedure niet bereikt (bijvoorbeeld omdat het aantal inbellijnen te beperkt is);

5) Tenslotte dient KPN te rapporteren over het aantal aanmeldingen dat daadwerkelijk resulteert in een omzetting binnen de daarvoor gestelde termijnen conform de in de Dienstbeschrijving Carrier Preselection & Carrier Selection 2000 (24 uur voor particuliere eindgebruikers; 5 dagen voor zakelijke eindgebruikers).

Volledigheidshalve wordt vermeld dat het college in het kader van de toezichtsfunctie op basis van artikel 18.7 Telecommunicatiewet om aanvullende informatie kan vragen, c.q. bovenstaande informatie kan vorderen.

Hoogachtend,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

KPN heeft er voor gekozen om zich in het consultatiedocument voor een aantal aanbiedingen (bijvoorbeeld in het geval van bundels met hoogcapacitaire aansluitingen) niet te beperken

Het college stelt voorts vast dat Devricon niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat bijzondere toegang in dit geval noodzakelijk is om te kunnen concurreren op

Tenslotte zij opgemerkt dat het college belang hecht aan de door marktpartijen tijdens de ronde tafel bijeenkomst op 16 mei geuite zorg met betrekking tot de feitelijke uitvoering

Hierdoor is deze mogelijkheid waarschijnlijk alleen toepasbaar in die situaties waarbij de wijze waarop de verantwoordelijkheden worden gerealiseerd overduidelijk is of van

Het college heeft aangegeven bereid te zijn, op zoek te gaan naar een locatie voor de tijdelijke opvang (max 3 jaar) van maximaal 200 asielzoekers in de gemeente Tynaarlo..

Het is voor reizigers (vooral degenen die hier niet bekend zijn) die aankomen in Groningen op dit moment bijna niet te doen om de juiste bus snel te vinden.. Er staan

De conclusie van het college is dat de door KPN voorgenomen Pilot, bestaande uit FUT-1 en FUT-2, niet beschouwd kan worden als een uitrol van de dienst SLU. Ten aanzien van de

aan een beperkt aantal afnemers van WorldLine XL en BelZakelijk (Company) onder de noemer Actiekorting Internationaal (hierna: AI of AI-korting) een afzonderlijke, extra korting