Vraag nr. 432 van 4 maart 2005
van mevrouw ANNE MARIE HOEBEKE
Overladen vrachtwagens – Administratieve boe-tes
Het probleem van overladen vrachtwagens is niet nieuw. De Vlaamse overheid voert daarbij terecht reeds jaren strijd. Beschadiging van het wegdek, een verhoogde verkeersonveiligheid, ... zijn elemen-ten die niet zomaar zonder overheidsoptreden kun-nen plaatsvinden.
Binnen het bestaande decretale en reglementaire kader rijzen momenteel enkele problemen. Eén van de voornaamste discussies gaat over de juridische aard van de administratieve boetes in uitvoering van het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999. Indien de administratieve geldboetes een straf zijn in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM), betekent dit dat het principe van het persoonlijk karakter van de straf moet worden gerespecteerd. Met andere woorden, dat dergelijke geldboetes slechts aan één enkele fysieke persoon kunnen worden opgelegd.
Artikel 59, § 5 van het decreet bepaalt evenwel dat, indien de inbreuk is gepleegd door een aangestelde of een lasthebber, de administratieve geldboete moet worden betaald door de werkgever, die dus meestal niet één fysieke persoon is. Op die manier ontstaat de indruk dat het decreet een vorm van kwalitatieve strafrechtelijke aansprakelijkheid invoert.
Bovendien leidt de onduidelijkheid over het feit of de administratie, in uitvoering van artikel 59 van het decreet, als administratief rechtscollege optreedt, tot onduidelijkheid over de procedure die de indiener van een beroep bij de Raad van State moet volgen. Immers, er heerst de grootste onzekerheid over het aantekenen van een cassatie-beroep dan wel van een vernietigingscassatie-beroep. 1. Heeft de minister weet van deze juridische
pro-blemen bij de toepassing van het decreet?
2. Voorziet de minister op korte of lange termijn in een aanpassing van het decreet en is een wij-ziging van de bepalingen van artikel 59 daarbij aan de orde, meer bepaald om de bovenver-melde problemen weg te werken ?
3. Wordt eraan gedacht om in lopende beroepspro-cedures bij de rechtbanken een prejudiciële vraag aan het Arbitragehof te laten stellen teneinde juridische klaarheid terzake te scheppen ?
Zo ja, onderneemt de bevoegde administratie als verwerende partij in die rechtsgedingen daartoe de nodige stappen ?
Antwoord
1. Ik heb weet van deze problematiek. De adminis-tratie heeft evenwel steeds, de mening verdedigd dat de vernoemde bepalingen in het 'aslasten-decreet', de Grondwet of het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens niet schenden. 2. Het zogenaamde 'aslastendecreet' wordt
momenteel grondig geëvalueerd. Er zijn enkele ideeën om aanpassingen door te voeren, onder andere aan de vernoemde bepaling.