Klankbordgroep Regulering GTS vanaf 2006
Derde bijeenkomst, 15 april 2011
NMa, Muzentoren, zaal 4.20, 10.00-16.00 uur
Disclaimer:
Deze presentatie is op een zorgvuldige manier tot stand gekomen.
Aan deze presentatie kunnen geen rechten worden ontleend.
1. Opening
Agenda
1. Opening
2. Bestuursrechtelijke onderwerpen 10.10-10.30
• Verbod van reformatio in peius
• Ex nunc beginsel
3. Pipe-to-pipe competition en Jepma effect 10.30-11.00
4. GAW 11.00-11.45
5. WACC 11.45-12.15
Lunch
6. Productiviteitsverandering 12.45-13.15
7. Investeringsklimaat 13.15-13.45
8. Nieuw balanceringsregime 13.45-14.15
9. Proces en planning 14.15-14.30
10. Afsluiting
2. Bestuursrechtelijke onderwerpen I
Verbod van reformatio in peius
z Je mag door het aanwenden van rechtsmiddelen niet slechter worden, tenzij:
– het bestuursorgaan de wijziging ook zonder dat proces mag doorvoeren
– er meer partijen met tegengestelde belangen het rechtsmiddel aanwenden
z Gevolg: in heroverweging opnieuw beoordelen, maar aan het einde onderzoeken of het nieuwe besluit slechter is dan het eerdere besluit
2. Bestuursrechtelijke onderwerpen I
z GTS heeft destijds als enige beroep ingesteld tegen het Methodebesluit en de X-factor voor de periode 2006-2009
– De (effecten van de) nieuwe besluiten mogen gedurende de periode 2006-2009 voor GTS niet slechter zijn
z EnergieNed en VEMW (afnemerszijde, geen tegengesteld belang) hebben destijds als enige beroep ingesteld tegen de
Methodebesluiten voor de periode 2009-2012
– De (effecten van de) nieuwe besluiten mogen gedurende de periode 2009-2012 voor EnergieNed (Energie-Nederland) en VEMW niet slechter zijn
2. Bestuursrechtelijke onderwerpen II
Ex nunc beginsel
z Wanneer een bestuursorgaan opnieuw (een deel van) een besluit moet nemen, dan moeten in beginsel de gegevens en
omstandigheden van dat moment (ex nunc, i.t.t. ex tunc) worden meegenomen
2. Bestuursrechtelijke onderwerpen II
z Uitzonderingen:
– als uit de wet of de aard van het besluit voortvloeit dat eerdere gegevens en omstandigheden* moeten meewegen (bijv.
sanctiebesluiten)
– als er een peildatum/-periode is, waardoor de gegevens en
omstandigheden van die datum/periode* van belang zijn (bijv.
belastingen)
– als de regelgeving ten nadele van aanvrager is veranderd (vaak bij één-partijbesluiten)
* Daarbij dient wel de meest actuele kennis van die eerdere gegevens en omstandigheden te worden meegenomen
3. Pipe-to-pipe competition en Jepma-effect
Pipe-to-pipe competition
z Verordening: tarievenbenchmark kan een relevante overweging zijn, in het bijzonder als zich daadwerkelijke concurrentie tussen pijpleidingen voordoet.
z Daadwerkelijke concurrentie tussen pijpleidingen: TSO wordt gehinderd haar tarieven significant te verhogen door competitieve druk
z Brattle (2007 & 2011): geen effectieve concurrentie op bestemmingsmarkt, markt van oorsprong en markt voor parallelle routes.
z De Raad ziet geen reden om bij de vaststelling van de methode van regulering gebruik te maken van een tarievenbenchmark
¾ Wat is de mening van de klankbordgroep hierover?
3. Pipe-to-pipe competition en Jepma effect – vervolg
Jepma-effect
z Als gevolg van gunstigere transportcondities zouden omleidingsstromen tot stand komen met dermate groot beslag op capaciteit dat leveringszekerheid van
binnenlandse afnemers in gevaar komt.
z In vernietigde methodebesluiten 2009-2012 heeft de Raad gesteld:
– Jepma-effect is niet opgetreden in het verleden.
– Meeste afnemers (achter OV-GOSsen) zijn beschermd tegen verdringing.
– Op grond hiervan is het niet aannemelijk dat Jepma-effect in komende jaren zal optreden.
– Geen juridische basis voor tarievenbenchmark i.v.m. leveringszekerheid.
– Tarievenbenchmark is niet redelijk en proportioneel.
z De Raad stelt dat het niet aannemelijk is dat het Jepma-effect optreedt gedurende de regueleringsperioden en kiest ervoor om een methode van regulering vast te stellen zonder gebruik te maken van een tarievenbenchmark.
¾ Wat is de mening van de klankbordgroep hierover?
Invulling methode van regulering
z De Raad is voornemens om voor de ontwerp methodebesluiten de volgende uitgangspunten te hanteren:
– Methodebesluit per taak;
– Eerste reguleringsperiode van 2006 t/m 2009;
• Periode overeenkomstig methodebesluit uit 2005;
– Tweede reguleringsperiode van 2010 t/m 2013;
• Midden tussen drie en vijf jaar vanwege balans tussen doorgeven doelmatigheidsverbeteringen aan afnemers en prikkel voor GTS om doelmatigheid te vergroten;
• Mogelijkheid om tijdig methode voor derde reguleringsperiode vast te stellen;
– Eindpunt bepalen per reguleringsperiode op basis van efficiënte kosten.
4. GAW
z Onderzoek Oxera: voor- en nadelen van verschillende economische berekeningsmethodieken en feitelijke berekening
– Vervangingswaarde (Optimised depreciated replacement costs) – Boekwaarde (Net book value)
– Nominale historische kosten (Nominal depreciated historical costs)
– Reële historische kosten (Real depreciated historical costs) – Transactiewaarde (Acquisition value)
4. GAW – Vervolg
z Inhoudelijke beoordelingscriteria NMa:
– Afnemers betalen niet te veel: in het bijzonder betalen afnemers niet opnieuw voor netten die zij in het verleden al in tarieven doorberekend hebben gekregen.
– Investeerders krijgen niet te weinig: tarieven houden rekening met de nodige winst op investeringen.
¾ Hoe dient hier volgens de klankbordgroep een balans in te worden gevonden?
5. WACC – Uitgangspunten methode
z Uitgangspunt: methodiek conform NMa-brede WACC methodiek – Eveneens gehanteerd voor regionale netbeheerders G/E en
TenneT
z Normrendement: uitgangspunt is efficiënte netbeheerder
z Rekening gehouden met het risicoprofiel van GTS (reguleringskader, vergelijkingsgroepen)
5. WACC – Onderzoek Oxera
z Onderzoek Oxera: analyse voor het jaar 2006 en verder z Toegestuurde rapport betreft concept-rapport, wijzigingen
voorbehouden
z Belasting: 25,0% voor 2011 en verder
z Op basis van Reckon (2010): range gearing z Input KBG
5. WACC- Uitkomsten methode
z Relevant voor regulering: reële WACC voor belasting z Vaststelling voor eerste en tweede reguleringsperiode z WACC benodigd voor eindinkomsten: 2009 en 2013
- Te hanteren: peildatum t/m december 2008 en december 2010
6. Productiviteitsverandering – Doel
z De NMa is voornemens voor de berekening van de x-factoren de
efficiënte kosten aan het eind van elke reguleringsperiode te schatten
z Hierbij kan de NMa een productiviteitsverandering toepassen op een gerealiseerd of huidig (efficiënt) kostenniveau om een toekomstig (efficiënt) kostenniveau in te schatten
z De NMa heeft onderzoeksbureau Reckon de opdracht gegeven om te onderzoeken welke indicatoren de NMa zou kunnen betrekken bij het bepalen van een productiviteitsverandering voor de
reguleringsmethodes van GTS
6. Productiviteitsverandering – Inhoud rapport
z Reckon heeft in een rapport een overzicht gegeven van verschillende indicatoren die als referentie voor de productiviteitsverandering voor GTS kunnen dienen
z Ook noemt Reckon aandachtspunten en criteria voor het bepalen van de productiviteitsverandering voor GTS
z Reckon concludeert niet wat de productiviteitsverandering moet zijn;
met het rapport kan de NMa een keuze maken
6. Productiviteitsverandering – Verschillende indicatoren
6. Productiviteitsverandering – Keuze voor methodebesluit
Voor het methodebesluiten zijn nu drie vragen relevant:
1. Waar past de NMa een productiviteitsverandering op toe: op totale kosten (Y) of op operationele kosten (Z)?
2. Met welke meetgroep kan GTS vergeleken worden?
3. Welk percentage productiviteitsverandering kan opgelegd worden aan GTS?
¾ Hoe zouden de aanwezigen deze vragen beantwoorden?
7. Investeringsklimaat
z Onderzoek om te bezien of (onderdelen van) methode van regulering op enige manier noodzakelijke en efficiënte investeringen door GTS belemmeren
z Frontier Economics ziet 2 wegen waarlangs regulering de investeringsbeslissing mogelijk kan beïnvloeden:
– Profitability test – Financeability test
z Daarbij baseert Frontier Economics zich op vorige methodebesluiten om uitspraak te doen over het investeringsklimaat voor GTS
7. Investeringsklimaat - profitability
z Tijdspad inkomsten. Begin (werkelijke) inkomsten>totale kosten &
eind (toegestane) inkomsten=totale kosten; X-factor.
z Van inkomsten naar tarief. Werkelijke volumes in reguleringsperiode
> volume jaar voorafgaand aan Methodebesluit.
z Opex. Kosten afhankelijk van gasprijs ontwikkeling > inschatting voorafgaand obv productiviteitsverbetering.
z Capex. Vervangingsinvesteringen in reguleringsperiode > gemiddelde in jaren voorafgaand aan Methodebesluit.
7. Investeringsklimaat - financeability
z Impact regulering op financeability anders dan profitability.
z Regulering kan inkomstenstroom ‘verleggen’ om piek in investeringen op te vangen.
– Toekomstige cashflow: GAW * WACC + afschrijving. Enige mate van discretie alleen mogelijk bij termijn afschrijvingen
(levensduur).
¾ Wat is de mening van de klankbordgroep over deze bevindingen van Frontier?
8. Nieuw balanceringsregime
z Ingangsdatum van 1 april 2011 ligt in tweede reguleringsperiode z Nieuwe balanceringsregime leidt voor GTS (mogelijk) tot wijziging
van:
– Kosten balanceringscontract en overige operationele kosten;
– Kosten biedladder (reserveringsvergoeding, prikkelcomponent).
¾ Hoe gaan we hier mee om in de regulering?
¾ Wijken kosten nieuw balanceringsregime af?
¾ Kunnen deze kosten redelijkerwijs worden geschat?
¾ Is nacalculatie van de kosten nodig/wenselijk?
9. Proces en planning
z Winstonderzoek en financiële effecten onderzoek.
– Nog niet afgerond.
z Publicatie ontwerp methodebesluiten naar verwachting eind mei.
– Zienswijze periode van 6 weken inclusief hoorzitting.
10. Afsluiting
z Contact: EK-Regulering-GTS@nmanet.nl
