Opbouw NMa advies aan Ministerie van Economische Zaken inzake ontheffingsaanvragen rTPA LNG bedrijven
Inleiding
In de advisering van de ontheffingsaanvraag zal door de Raad in ieder geval ingegaan worden op de volgende zaken:
1. Voldoet ontheffingsaanvraag aan de voorwaarden gesteld in Artikel 18h, lid 1 van de Gaswet?
2. Hoe wordt de scope van de ontheffing bepaald?
3. Welke randvoorwaarde kunnen gesteld worden aan de ontheffing?
4. Toezicht.
1. Voldoet ontheffingsaanvraag aan de voorwaarden gesteld in Artikel 18h, lid 1 van de Gaswet?
Voor de onderbouwing of de ontheffingsaanvraag voldoet aan de voorwaarden gesteld in Artikel 18h, lid 1 zal de Raad de ontvangen informatie toetsen en per voorwaarde gemotiveerd onderbouwen of al dan niet voldaan is aan dit criterium. In het document “ Informatiebehoefte NMa inzake advisering
ontheffingsaanvraag rTPA LNG terminals” wordt een opsomming gegeven van de informatie waarover de NMa wenst te beschikken voor het opstellen van haar advies aan de Minister van Economische Zaken.
2. Hoe wordt de scope van de ontheffing bepaald?
Met betrekking tot de scope van de ontheffing zal de Raad de volgende punten in haar advies opnemen:
a) Voor welke artikelen uit de gaswet kan ontheffing verleend worden?
Uitgangspunt is dat volgens de Raad slechts ontheffing dient te worden verleend voor artikelen uit de paragrafen 2.2 t/ m 2.5 Gaswet, waarvan aantoonbaar is gemaakt dat ontheffing noodzakelijk is voor de realisatie van de investering. De Raad is vooralsnog van mening dat in het kader van het derdentoegang systeem, artikelen 13, 14a, 15 van de Gaswet in aanmerking komen voor ontheffing.
Mogelijke ontheffingen hebben in principe geen betrekking op opslag en geschilbeslechting.
b) Hoe wordt de duur van de ontheffing bepaald?
Mogelijke ontheffingen worden uitsluitend voor bepaalde tijd verleend, waarbij de maximale looptijd van contracten tussen terminal en capaciteitshouders gelijk is aan de duur van de ontheffing. Na afloop van de ontheffing zal het gereguleerde regime weer van toepassing worden. Bij de beoordeling van de exacte duur zal in ieder geval rekenschap worden gegeven aan de volgende factoren:
a. Door de aanvrager verschafte documentatie en argumentatie, waarbij in ieder geval de pay back periode van LNG terminal wordt toegelicht;
b. Reeds in Nederland verstrekte ontheffingen op het gebied van gasopslagen, interconnectoren en LNG terminals
c. Overige factoren
̇ Looptijden inkoopcontracten LNG
̇ Nationale omstandigheden
c) Voor welk deel van de capaciteit kan ontheffing verleend worden?
De Raad zal op basis van de verstrekte informatie adviseren om al dan niet voor de volledige capaciteit ontheffing te verlenen. Het betreft hier de afweging welk percentage van de te bouwen initiële capaciteit ontheffing krijgt voor het derden toegang systeem. Mogelijke toekomstige uitbreiding van de initiële capaciteit worden in principe niet op voorhand ontheven. Belangrijk criterium in deze toetsing is de kwaliteit van de allocatie van primaire en secundaire capaciteit.
3.Welke randvoorwaarde kunnen gesteld worden aan de ontheffing?
Met betrekking tot haar advies over de randvoorwaarden aan de ontheffing zal de Raad in ieder geval
adviseren voorwaarden op te nemen die betrekking hebben op Artikel 18h, lid 6 en 7. Dit betreft in ieder geval voorwaarden met betrekking tot lengte van overeenkomsten, omvang van nieuwe capaciteit en / of wijziging van de bestaande capaciteit, looptijd van het project, nationale omstandigheden, voorschriften m.b.t. beheer en toedeling van capaciteit. Hieronder worden voorbeelden gegeven van, door de Raad te adviseren,
randvoorwaarden bij een ontheffingsbesluit:
1. De ontheffing wordt verstrekt voor bepaalde tijd;
2. Lengte van de overeenkomsten met capaciteitshouders mogen niet langer zijn dan de duur van de ontheffing;
3. Aanwijzingen m.b.t. methode van primaire allocatie;
4. Aanwijzingen m.b.t. methode van secundaire allocatie inclusief UIOLI clausule;
5. Informatieverstrekking aan capaciteitshouders, marktpartijen en / of regulator;
6. Tussentijdse evaluatie allocatiesystematiek en informatievertrekking;
7. Wijzigingen in eigendomsverhouding van de terminal of het overdragen van de terminal aan een andere juridische entiteit dienen gemeld te worden aan de Minister van Economische Zaken;
8. Nieuwe primaire capaciteitshouders moeten aangemeld worden bij de Minister van Economische Zaken;
9. Indien bij ontheffingsaanvraag verstrekte informatie niet waarheidsgetrouw blijkt te zijn, kan de ontheffing ingetrokken worden.
4. Toezicht
De Raad is aangewezen als toezichthouder op ontheffingen van LNG terminals. Op basis van de aan haar verstrekte of opgevraagde informatie zal de Raad toetsen of in praktijk voldaan wordt aan de uitgangspunten voor het verlenen van de ontheffing. Handhavingsinstrumenten die door de Raad gehanteerd kunnen worden zijn:
1. Artikel 60ac Gaswet, mogelijkheid tot opleggen last onder dwangsom;
2. Artikel 60 en 60ac Gaswet, mogelijkheid tot doen van bindende aanwijzing;
3. Indien vastgesteld wordt dat bindende aanwijzingen niet opgevolgd worden of de Mededingingswet wordt overtreden kan de NMa boetes opleggen (maximaal 10% van de jaaromzet);
4. Advisering aan de Minister van Economische Zaken dat ontheffing o.b.v. geconstateerde feiten aangepast of ingetrokken kan worden.
Mocht u nog vragen hebben over ontheffingen, dan kunt u contact opnemen met Debby van der Pluijm, telefoonnummer 070 - 3301392, DTe cluster Wholesale, onderdeel van de NMa.
