• No results found

AANVRAAG MER-ONTHEFFING GRONDWATERWINNING

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "AANVRAAG MER-ONTHEFFING GRONDWATERWINNING"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AANVRAAG MER-ONTHEFFING GRONDWATERWINNING

Bree - Zand van Waubach

(2)

Inhoud

1 Algemene inlichtingen ... 3

1.1 Beknopte beschrijving, doelstelling en motivatie van het project ... 3

1.2 Ruimtelijke Situering ... 6

1.3 Toetsing aan de MER-plicht ... 14

1.4 Doelstelling Ontheffingsnota ... 14

1.5 Administratieve voorgeschiedenis ... 14

1.6 Nodige vergunningen ... 15

1.7 Alternatieven... 15

1.8 grensoverschrijdende effecten ... 15

1.9 Initiatiefnemer en deskundige ... 16

2 Effectvoorspelling ... 16

2.1 Discipline grondwater ... 16

2.2 Discipline Oppervlaktewater ... 16

2.3 Discipline Fauna en Flora ... 17

2.4 Discipline Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie ... 17

2.5 Discipline Mens ... 17

3 Milderende maatregelen ... 17

4 Algemeen Besluit ... 18

(3)

1 Algemene inlichtingen

1.1 BEKNOPTE BESCHRIJVING, DOELSTELLING EN MOTIVATIE VAN HET PROJECT

Het project beoogt de hervergunning van de bestaande grondwaterwinning te Bree in de Kiezeloölietformatie – Zand van Waubach.

De winning bestaat uit 3 productieputten, zijnde 4003-001, 4003-002 en 4003-004, met filterelement in het Zand van Waubach. De filterelementen van de productieputten zijn geplaatst tussen 180 en 225 m diepte. De grondwaterwinning is vergund met het besluit van de Deputatie van de provincie Limburg van 17 april 2003 voor een maximaal debiet van 9.000 m3/dag en 3.290.000 m3/jaar. Deze vergunning vervalt op 01/01/2019.

De winning in het Zand van Waubach heeft een belangrijk aandeel in de drinkwatervoorziening en heeft een potentieel om dagelijks in de waterbehoefte van 62 000 personen te voorzien.

De ligging van de drie productieputten is aangegeven op figuren 1 en 2.

(4)

Figuur 1. Locatie van de productieputten van de winning te Bree (topografische kaart).

(5)

Figuur 2. Locatie van de productieputten van de winning te Bree (kadasterkaart).

(6)

Figuur 3 toont de evolutie van het totaal jaarlijks opgepompt volume. De winning is in bedrijf sinds 1977. Tot 1995 varieerde het debiet tussen 0.5 en 0.75 miljoen m³ per jaar met een uitschieter in 1990.

Daarna daalde het debiet naar minder dan 0.25 miljoen m³ per jaar in 2001. Vervolgens is er een toename tot 1.5 miljoen m³ per jaar in de periode 2007 – 2009. De laatste vijf jaar wordt er gepompt met een gemiddeld debiet van 1.2 miljoen m³ per jaar.

De behandelingscapaciteit van het WPC bedraagt daarbij 10800 m³/dag en levert water aan de verbruikszones Noord-Limburg en Bree – Houthalen-Helchteren. De maximale productie voor het WPC Bree bedroeg voor de laatste vijf jaar (periode 2010-2014) 4653 m³/dag. Deze productie kan ook hoger zijn; in de periode 2007-2010 was het opgepompte volume hoger (figuur 3) en zodoende ook de maximum productie van het WPC. Zo bedroeg de maximale productie in 2009 5264 m³/dag. Bij deze cijfers moet nog een leveringszekerheid bij calamiteiten gerekend worden.

Rekening houdende met de normale exploitatie en een de leveringszekerheid bij calamiteiten wordt dan ook een continuïteit van het huidig vergund debiet aangevraagd. Op basis van de hydrogeologische studie (zie bijlage) blijkt dit haalbaar te zijn.

Figuur 3. Evolutie van het totaal jaarlijks opgepompt volume.

1.2 RUIMTELIJKE SITUERING

Inleiding

De grondwaterwinning te Bree is gelegen op het grondgebied van de gemeente Bree en onttrekt water uit de Kiezeloölietformatie – Zand van Waubach. Het winningsgebied is gelegen in de Roerdalslenk op korte afstand van de Feldbissbreuk die de zuidelijke begrenzing vormt van de slenk. De geologische opbouw in dit gedeelte van de slenk bestaat uit een opeenvolging van kleiige en zandige

(7)

lagen. Het water van al deze winningen wordt samen behandeld in het waterproductiecentrum (WPC)

‘Bree’, Opitterkiezel 70 te Bree.

Gewestplan

Figuur 4 is een uittreksel van het gewestplan. De terreinen waarop de productieputten aanwezig zijn, zijn ingekleurd als woongebieden met landelijk karakter (4003-001), agrarisch gebied (4003-002) en gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut (4003-003).

Ruimtelijk structuurplan

Bree is als middeleeuwse versterkte stad gelegen in het noordoosten van de provincie Limburg. De omliggende gemeenten zijn in het noorden Bocholt, in het oosten Kinrooi, in het zuiden Maaseik (Neeroeteren) en Meeuwen-Gruitrode (Wijshagen). De omliggende steden zijn Maaseik, Genk en het Nederlandse Weert. De gemeente Bree omvat de twee deelgemeenten Bree en Opitter, de kernen Bree, Opitter, Tongerlo, Gerdingen, Beek, Vostert en ’t Hasselt. Bree heeft een oppervlakte van 6.496 ha, heeft meer dan 14.150 inwoners en vormt tezamen met Maaseik het handels-, onderwijs- en dienstencentrum voor de ruimere omgeving.

De landschappelijke structuur van de gemeente wordt bepaald door de sterke reliëfwand van het Kempisch Plateau in het westen en de vlakte van Bocholt in het oosten. De valleien van de Abeek op de grens met Bocholt en de Itter op de grens met Gruitrode en Maaseik doorsnijden het Kempisch plateau en vormen samen met het Stamprooierbroek (in de vlakte van Bocholt) de belangrijkste natuurwaarden in de gemeente.

De open ruimte wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van in grote mate dynamische landbouw, zoals in heel Noord-Limburg, trouwens. Het gaat hier voornamelijk om akkerbouw en intensieve veehouderij.

Op vlak van diensten en voorzieningen heeft Bree een belangrijke betekenis in Noordoost-Limburg.

Met haar ziekenhuis, het handelscentrum, sportvoorzieningen, … vormt Bree een belangrijke pool voor de omliggende gemeenten. Bree wordt via een radiaal-concentrisch wegenpatroon ontsloten naar de regio. Zo is er de N73 als ontsluiting naar Peer in westelijke richting en in oostelijke richting naar Maaseik. Anderzijds bevindt zich ten zuiden van Bree de N76 in de richting van Meeuwen-Gruitroden en Genk. Deze N76 vormt naar het noorden toe de ontsluiting naar Hamont-Achel en Nederland.

Verder zijn er nog de N730 en de N721 die respectievelijk de ontsluiting vormen naar Gruitrode- Opglabbeek en Opitter – Neeroeteren. Deze wegen ontsluiten op een lager niveau. De winningsputten zijn gelegen aanpalend de N721. De ringstructuur binnen dit wegenpatroon wordt gevormd door de N739 (Sportlaan – Toleikstraat – Millenstraat) en de N73 (Hamonterweg – Rode Kruislaan). De hoofdontsluiting van Bree wordt gerealiseerd door de N76 in de richting van Genk, met een intensiteit van meer dan 18.000 voertuigen per dag te hoogte van Meeuwen en 10.000 voertuigen even ten zuiden van Bree. De overige wegen kennen veel lagere intensiteiten: ca 9000 voertuigen per dag op de N76 richting Bocholt, ca. 8000 voertuigen op de N73 richting Kinrooi en 10000 voertuigen richting Tessenderlo, ca 5000 voertuigen per dag op de N730 te Gruitrode en ca 6500 voertuigen per dag op de N721 te Opitter. De Zuid Willemsvaart, gelegen ten noorden van de winning, is een klasse IV-

(8)

waterweg, bevaarbaar voor schepen van 1.000 ton, met jaarlijkse trafiek van ca. 700.000 ton, of een equivalent van ca. 90 vrachtwagens per werkdag.

Bree startte met de opmaak van een structuurplan in 1978 waarbij voorrang gegeven werd aan de dorpskernen. Als actieplan werd tegelijkertijd de stadswal, die in 1950 werd omgevormd tot een 2x2 verkeersweg, heringericht in een ring met parkeerruimte, groen en openbaar vervoer. In 1983 werd de belangrijkste winkelstraat omgevormd tot een autovrije woon-winkelstraat. In 1984 werden de eerste concrete aanzetten voor een ruimtelijke structuurschets gegeven met de opmaak van de oriënterende nota structuurplan Bree door de werkgroep Breenovatie. De gemeenteraad keurde 28 richtdoelstellingen goed. Enkele accenten uit de nota:

- rehabilitatie van de historische kernen met stads- en dorpsgezochten als drager voor een harmonische invulling

- beperken van de verkavelingen in het buitengebied en concentreren van het wonen in de kernen – een kwaliteitsvolle woonomgeving moet een sterke impuls geven om het wonen in de kernen aantrekkelijk te maken.

- een verkeersmodel met een hiërarchie van wegen als basis voor een verkeers- en vervoersbeleid, waarin verkeersveiligheid centraal staat

- optimale inspraak (volksinbreng) in het ruimtelijk beleid.

-

In 1986 werden de hoofdstraten van het centrum heraangelegd. De laatste 10 jaren ging de aandacht vooral uit naar het wonen in de stad, het verkeersveilig maken van straten, de doortochtenproblematiek en de natuur/landbouwproblematiek. Dit gebeurt grotendeels via de opmaak van B.P.A.’s en door aankoop van gronden die strategisch gelegen zijn voor de natuur. In 1995 maakt de werkgroep Breenovatie een “Oriënterende nota structuurplanning Bree” op. Dit is de aanzet voor een nieuw structuurplanningsproces.

Figuren 5 en 6 tonen een synthese van de bestaande en gewenste ruimtelijke structuur in Bree.

APA / BPA / Ruimtelijke uitvoeringsplannen

Volgende Provinciale Ruimtelijke Uitvoeringsplannen zijn momenteel van toepassing:

- Afbakening van het kleinstedelijk gebied Bree dd. 12/07/2010 - Rioolwaterzuiveringsinstallatie Bree dd. 21/11/2008

- Terrein voor openluchtrecreatieve verblijven Kempenheuvel te Bree

- Uitbreiding regionaal bedrijventerrein Kanaal-Noord ten zuiden van N73 (Scana Noliko) te Bree dd. 13/09/2006

Volgende Gewestelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplannen zijn momenteel van toepassing:

- Landbouw-, natuur- en bosgebieden 'Gerkenberg - Herenbossen' (openbaar onderzoek afgesloten op 14 augustus 2015)

Volgende Gemeentelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplannen zijn momenteel van toepassing:

- Kempenheuvel dd. 29/01/2009 - Mariahof dd. 29/01/2009 - Dorpskern Beek dd. 04/09/2008 - Centrum Tongerlo dd. 27/11/2008

(9)

- Woonwagenterrein dd. 04/09/2008

- Industrieterrein Kanaal-Noord dd. 23/12/2008 - Centrum Opitter 12/07/2012

- Centrum Bree 25/04/2013

- Gedeeltelijke afschaffing reservatiestrook N730 16/01/2014 - Kanaalkom 10/04/2014

Volgende Bijzondere Plannen van Aanleg zijn momenteel van toepassing:

- Centrum Bree dd. 20/11/2000 - Centrum Opitter dd. 20/04/1983

- Centrum Opitter Gedeeltelijke Herziening dd. 24/06/1992 - Centrum Tongerlo dd. 22/07/1982

- Industriezone Peerderbaan dd. 12/06/1973 - Hoogveld dd. 13/09/1973

- Sportzone Veerstraatveld dd. 30/06/1994 - Opitterkiezel dd. 29/04/1997

- Opitterkiezel gedeeltelijke herziening dd. 26/03/2003 - Graevenveld dd.09/11/2000

- Veeweide dd. 03/06/2003

- Zonevreemde bedrijven dd. 03/09/2004

- Zonevreemde gebouwen en terreinen voor sport, recreatie en jeugdactiviteiten dd. 10/02/2006 Deze hebben geen verband met het project

Beschermingszones

Op figuur 2 zijn de huidige beschermingszones van de grondwaterwinningen te Bree aangeduid. De productieputten 4003-001 en 4003-002 bevinden zich binnen beschermingszone I.

Watertoets

Op de figuur 7 is de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden voorgesteld. De productieputten vallen niet in een gebied met mogelijks overstromingsgevaar.

Grondwaterstromingsgevoeligheid en infiltratiegevoeligheid is niet relevant gezien de aard en diepte van de aangesproken watervoerende laag en de afwerking van de put.

Habitat- en vogelrichtlijngebied

Figuur 8 toont de habitat- en vogelrichtlijngebieden. De productieputten van de winning te Bree liggen niet in een habitat- of vogelrichtlijngebieden.

(10)

Figuur 4. Uittreksel van het gewestplan met ligging van de winning.

(11)

Figuur 5. Ruimtelijk structuurplan Bree: synthese van de bestaande ruimtelijke structuur.

Figuur 6. Ruimtelijk structuurplan Bree: synthese van de gewenste ruimtelijke structuur.

(12)

Figuur 7. Overstromingsgevoelige gebieden te Bree.

(13)

Figuur 8. Locatie van habitat- en vogelrichtlijngebieden en de terreinen van De Watergroep.

(14)

1.3 TOETSING AAN DE MER-PLICHT

Het voorgenomen project is onderworpen aan de MER-plicht volgens de categorie 10 o) van de bijlage II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10/12/2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan de milieueffectrapportage. De categorie 10 o) betreft: “Werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater: Grondwaterwinningen of kunstmatige aanvullingen van grondwater als de capaciteit 2.500 m³ per dag of meer bedraagt. Onttrekken van grondwater als de capaciteit 1.000 m³ per dag of meer bedraagt en de activiteit gelegen is in of een aanzienlijke invloed kan hebben op een gebied zoals aangeduid in uitvoering van het decreet houdende maatregelen ter bescherming van de kustduinen van 14 juli 1993 of als de activiteit een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken." Voor deze categorie kan volgens het decreet een gemotiveerd verzoek tot ontheffing ingediend worden.

1.4 DOELSTELLING ONTHEFFINGSNOTA

Volgens artikel 4.3.3 §3 °2 van het “decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen betreffende milieubeleid met een titel betreffende de milieu-effect- en veiligheidsrapportage (B.S. 13/02/2003)” kan een ontheffing van de rapportageverplichting aangevraagd worden voor projecten waarvoor een toetsing aan de criteria van bijlage II uitwijst dat het voorgenomen project geen aanzienlijke gevolgen kan hebben voor het milieu en een project-MER redelijkerwijze geen nieuwe of bijkomende gegevens over aanzienlijke milieueffecten kan bevatten.”

Volgens artikel 4.3.3 §4 van hetzelfde decreet dient het verzoek tot ontheffing tenminste de volgende gegevens te bevatten:

• een beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen project met begrip van de ruimtelijke situering;

• een verantwoording voor het verzoek en alle relevante gegevens ter staving ervan.

Dit ontheffingsdossier dient om aan te tonen dat de hervergunning van de grondwaterwinning te Bree in de Kiezeloölietformatie – Zand van Waubach geen aanzienlijke milieu-effecten heeft en dat het opstellen van een project-MER geen toegevoegde waarde heeft bij de besluitvorming.

1.5 ADMINISTRATIEVE VOORGESCHIEDENIS

De Watergroep exploiteert te Bree de grondwaterwinningen in de Kiezeloölietformatie – Zand van Waubach. Al het opgepompte water wordt behandeld in het waterproductiecentrum (WPC) Bree, Opitterkiezel 70 3960 Bree.

De grondwaterwinningen aanwezig binnen een straal van 5 km worden opgelijst in de hydrogeologische studie in bijlage.

(15)

De grondwaterwinning is vergund met het besluit van de Deputatie van de provincie Limburg van 17 april 2003 voor een maximaal debiet van 9.000 m3/dag en 3.290.000 m3/jaar. Deze vergunning vervalt op 01/01/2019.

Daarnaast zijn nog de volgende vergunningen aanwezig, eveneens met einddatum 01/01/2019:

• Vlarem rubriek 3.3: het lozen van niet in rubriek 3.6. begrepen huishoudelijk afvalwater in de openbare riolen (het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van sanitaire installaties in het waterproductiecentrum en wordt geloosd in de openbare riolering met een debiet van 0,5 m3/uur - 0,5 m3/dag - 100 m3/jaar) (klasse 3);

• Vlarem rubriek 3.6.2.20: afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie, voor de behandeling van bedrijfsafvalwater dat geen van de in bijlage 2C bij titel 1 van het Vlarem bedoelde gevaarlijke stoffen bevat (het lozen van max. 10 m3/u - 75 m3/dag - 20.000 m3/jaar uitgeklaard spoelwater via bezinkbekkens in een open gracht die uitmondt in de Bermsloot) (klasse 2);

• Vlarem rubriek 12.2.1 : transformatoren (1 transformator van 630 kVA) (klasse 3);

• Vlarem rubriek 16.3.1.1 : koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren en airconditioninginstallaties. (compresoren met een totaal vermogen van 68 kW bestaande uit 1 rootscompressor 30 kW, 2 dienstluchtcompressoren van elk 4 kW zijnde 8 kW, 2 compressoren van elk 15 kW zijnde 30 kW) (klasse 3);

• Vlarem rubriek 17.3.3.2° : opslagplaatsen voor oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen (totale opslag van 18.670 kg bestaande uit:

o natriumhypochloriet (NaOCl, 1.000 liter) = 1.250 kg (vervanging van 2 x 2.500 liter door 1 x 1.000 liter)

o natriumhydroxide (NaOH, 13.000 liter) = 17.420 kg (vervanging 1 x 15.000 liter door 1 x 13.000 liter) (klasse 2)

1.6 NODIGE VERGUNNINGEN

Voor de grondwaterwinning in de Kiezeloölietformatie – Zand van Waubach zal een milieuvergunning klasse 1 (Vlarem rubriek 53.7 en 53.11) aangevraagd worden bij de Provincie Limburg.

1.7 ALTERNATIEVEN

Mogelijke alternatieve winningsmogelijkheden in bovenliggende lagen zijn om kwantitatieve en kwalitatieve redenen zeer beperkt. Continuïteit van de huidige vergunning is de enige optie.

Locatie-alternatieven zijn niet relevant gezien het bijkomende debiet ter plaatse nodig is.

Overwegingen voor de aanleg van lange leidingen voor een beperkt bijkomend debiet zijn niet realistisch.

1.8 GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN

Het project heeft geen effecten voor mens of milieu in andere lidstaten van de Europese Unie en/of in verdragspartijen bij het Verdrag betreffende milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband

(16)

ondertekend in Espoo op 25 februari 1991 en/of in andere gewesten. Bijgevolg is er geen info- uitwisseling noodzakelijk met naburige staten of gewesten.

1.9 INITIATIEFNEMER EN DESKUNDIGE

CVBA Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening / De Watergroep Vooruitgangstraat 189

1030 Brussel 02/238.94.11

Contactpersoon: Alexander Vandenbohede, Afdeling Winning en Leefmilieu alexander.vandenbohede@dewatergroep.be

2 Effectvoorspelling

2.1 DISCIPLINE GRONDWATER

De effecten op grondwater worden beschreven in de hydrogeologische studie in bijlage.

Gezien de hydrogeologische opbouw van het grondwaterreservoir is er enkel in de Kiezeloölietformatie zelf een verlaging (deel 5.3 uit hydrogeologische studie). Zowel met het opgepompte debiet als met het vergunde debiet is de verlaging van de watertafel nihil.

In het Lid van Waubach is er, zoals verwacht, een duidelijk effect van de waterwinning; maximale verlaging in de onmiddellijke omgeving van de productieputten bedraagt momenteel 6 m. De ingeschatte verlaging neemt toe tot 17 m in de onmiddellijke omgeving van de productieputten bij het vergunde debiet. Het verlagingspatroon wordt sterk beïnvloed door het breukenpatroon.

Er worden bijgevolg geen effecten op de watertafel of de bodemwaterhuishouding verwacht (deel 5.3 uit de hydrogeologische studie), ook niet op lange termijn.

Enkel een nabijgelegen winning in de Kiezeloölietformatie kan een peildaling ondervinden, maar dit zonder dat er invloed zal zijn op het vergund debiet van deze winning (deel 6 uit de hydrogeologische studie).

2.2 DISCIPLINE OPPERVLAKTEWATER

Aangezien de pomping in de Kiezeloölietformatie geen effect heeft op het Quartaire aquifersysteem en op het bodemwater, is er ook geen kwalitatief of kwantitatief effect op het oppervlaktewater.

(17)

2.3 DISCIPLINE FAUNA EN FLORA

Aangezien de pomping in de Kiezeloölietformatie geen effect heeft op het Quartaire aquifersysteem en op de bodemwaterhuishouding, is er ook geen effect op de discipline fauna en flora.

2.4 DISCIPLINE LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE

Aangezien de pomping in de Kiezeloölietformatie geen effect heeft op het Quartaire aquifersysteem en op het bodemwater, is er door de pomping geen effect te verwachten in de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. Daarbij komt dat er qua infrastructuur geen veranderingen zijn in vergelijking met de huidige situatie.

2.5 DISCIPLINE MENS

Bij normale exploitatie wordt de grondwaterwinning bediend vanuit de centrale dispatching van de Watergroep gelegen te Hasselt. Op de winningssite is er geen permanentie of personeel aanwezig.

Enkele malen per maand komen er medewerkers van De Watergroep ter plaatse (normaal personenvervoer met licht materiaal) om het nodige onderhoud uit te voeren, om het rondwaterpeil op te meten of om staalnames uit te voeren.

In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen er zwaardere onderhoudswerken aan een productieput uitgevoerd worden. Om de pomp uit de put te halen en te vervangen dient er een zwaar voertuig het terrein te betreden tot bij de put. Dit werk duurt maximaal 1 dag. Verder kunnen regeneratiewerken nodig zijn indien de putfilter verstopt. Onderhouds- en herstellingswerken worden enkel overdag uitgevoerd tijdens de normale werkuren (uitgezonderd de zeer dringende zoals leidingbreuken).

Aangezien er enkel een daling van het grondwaterpeil optreedt in de Kiezeloölietformatie is er geen effect op bovengrondse constructies of op landbouw.

Aangezien de productieputten zijn uitgerust met een onderwaterpomp is er geen geluidsemissie wanneer de put geëxploiteerd wordt.

De grondwaterwinning wordt ingezet voor de openbare drinkwaterwinning en dient het algemeen belang. Dit heeft een positief effect op de volksgezondheid. Het geleverde water dient te voldoen aan de drinkwaternorm. Het water uit de Kiezeloölietformatie voldoet voor wat betreft ijzer niet aan deze normen. Dit wordt verwijdert middels een bovengrondse beluchting en zandfiltratie. Het is steeds de bedoeling water conform alle drinkwaternormen te verdelen.

3 Milderende maatregelen

Om de effecten van de grondwaterwinning op te volgen en/of te milderen zijn er al enkele maatregelen voorzien:

(18)

- Opvolging van de toekomstige situatie door het grondwatermeetnet. Het ontwerp wordt vooraf met VMM besproken.

- De waterkwaliteit van het opgepompte water wordt periodiek gecontroleerd (als vergunningsvoorwaarde voorzien in Vlarem II).

- Het waterpeil mag op geen enkel moment beneden de top van de te onttrekken laag dalen. Daarom wordt de put uitgerust met een onderwaterpomp die zich duidelijk boven de top van de watervoerende laag bevindt.

- Bij werken uitgevoerd aan de installaties dient steeds het veiligheidsplan van De Watergroep gevolgd te worden. Dit om verontreiniging van bodem en grondwater, om ongevallen en om andere risico’s te vermijden, en om hinder te beperken.

- Onderhouds- en herstellingswerken worden enkel overdag uitgevoerd (uitgezonderd de zeer dringende zoals leidingbreuken) tijdens de normale werkuren.

4 Algemeen Besluit

De Watergroep exploiteert te Bree een grondwaterwinningen in de Kiezeloölietformatie – Zand van Waubach. Voor deze winning zal een hervergunning met continuïteit van het huidig vergund debiet worden aangevraagd bij de Deputatie van de Provincie Limburg. Deze activiteit is volgens de geldende wetgeving onderworpen aan de MER-plicht met de mogelijkheid om een ontheffing aan te vragen. Dit rapport dient als aanvraag tot ontheffing van de MER-plicht.

Uit de hydrogeologische studie in bijlage is gebleken dat de grondwaterwinning in de Kiezeloölietformatie geen effect heeft op de ondiepe Quartaire aquifer. Dit impliceert dat de pomping in de Kiezeloölietformatie het freatische grondwaterpeil niet beïnvloedt waardoor er aan het maaiveld geen effecten te verwachten zijn. De pomping op zich veroorzaakt dan ook geen effecten in de overige disciplines zoals fauna en flora, landschap, bouwkundig erfgoed, archeologie en mens. Er zal enkel een zeer beperkte invloed zijn op nabijgelegen winning in de Kiezeloölietformatie waarbij er voor deze winningen geen debietsverlies zal optreden. De laag kan het gevraagde debiet ter plaatse aan.

De effecten van het project bij de andere disciplines blijven beperkt tot kleinschalige onderhoudswerken en de noodzakelijke metingen (debiet, waterkwaliteit en waterkwantiteit). In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen er onderhoudswerken met zwaarder materiaal, zoals inbouwen of vervangen van de pomp of het regenereren van de put noodzakelijk zijn. Deze werken zijn zeer beperkt in de tijd tot maximum 1 week. Het project heeft tijdens exploitatie ook geen impact op andere milieuaspecten zoals lucht, licht, warmte, stralingen, geluid en trillingen. Deze milieuaspecten werden dan ook niet besproken.

(19)

De normoverschrijdingen voor drinkwater kunnen in de behandeling makkelijk worden verholpen.

Het project heeft geen effecten in andere lidstaten van de Europese Unie, in verdragspartijen bij het Verdrag betreffende milieueffectrapportage (Espoo, 25/02/1991) of in andere gewesten.

Omwille van volgende redenen zal een project-MER geen nieuwe of bijkomende gegevens over milieueffecten opleveren:

- de effecten zijn gekend en blijven beperkt tot een afpomping van het grondwater in de diepe delen van het grondwaterreservoir;

- er zijn door de pomping geen relevante effecten aan de oppervlakte, dit is enkel het geval bij onderhoud en metingen waarbij dit zeer tijdelijk en beperkt is (effecten zijn gekend en beschreven hierboven);

- er zijn geen cumulatieve effecten met andere grondwaterwinningen;

Aldus is het gerechtvaardigd om deze geplande activiteit te ontheffen van de MER-plicht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

en vergeef ons wat we fout doen net als wij niet blijven staan bij de fouten van een ander maar weer samen verder gaan Help ons om te zien wat goed is en wat slecht is, boos

zijn voor onze tijd: weg van verouderde structuren en macht; gedragen door levende geloofsgemeenschappen, minder zelfverzekerd, maar zoekend en speurend naar Gods aanwezigheid;

Het college heeft ingestemd met variant 1 waarbij zoveel als mogelijk ontwikkeld wordt buiten de ecologische hoofdstructuur. De andere variant ligt voor een groot deel binnen

opnemen bomen in groenstrook/herstel berm opnemen groenaanpiant en herstel berm opnemen en verleggen kabels en leidingen opnemen en versterken riooloversteek opnemen en

De Groot onderstreept de woorden van Verhoeven en van Mart Hoppenbrouwers, com- mercieel directeur van Dolmans Landscaping Group, over het beeld dat vorig jaar ontstond over

Wil graag als bewoners van de Noordlangeweg een ontheffing voor motorvoertuigen aanvragen, om toegang te krijgen tot het afgesloten gedeelte van de Noordlangeweg. Het betreft

- kopie van het Kentekenbewijs deel II of 1b (tenaamstelling) of kentekencard of leasecontract onderneming met perceel aan (afgesloten gedeelte van) de Noordlangeweg. ten behoeve

de Opdrachtgever deze opdracht en machtiging niet voor elke zending aan de Fiscaal Vertegenwoordiger wenst te verstrekken, maar slechts éénmaal de opdracht en machtiging wenst