• No results found

Stappenplan voor een. EDO school. Ontwikkeld tijdens het Erasmus KA2 programma ( )

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Stappenplan voor een. EDO school. Ontwikkeld tijdens het Erasmus KA2 programma ( )"

Copied!
55
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stappenplan voor een

Ontwikkeld tijdens het Erasmus KA2

programma (2016-2018)

EDO –school

(2)

Voorwoord

Beste toekomstige generaties,

Ik denk dat ik voor de meesten van mijn generatie spreek, wanneer ik “sorry” zeg.

Sorry voor de puinhoop die we van onze planeet hebben gemaakt.

Sorry dat we te verstrikt zijn geraakt in ons eigen doen en laten in plaats van in actie te schieten.

Sorry dat we geluisterd hebben naar mensen die altijd maar nieuwe uitvluchten vonden om niets te doen.

Ik hoop dat jullie ons kunnen vergeven.

Wij beseften onvoldoende hoe speciaal de Aarde is.

Zoals bij een huwelijk dat fout gaat,

realiseerden we ons pas de rijkdom waarover we beschikten, toen die verdwenen was.

(Prince Ea, 2015)

(3)

Deze brochure kwam tot stand in het Erasmus KA2 programma “Educatie voor Duurzame Ontwikkeling versterken door de schoolcultuur te ontplooien”

(ECORoad).

Vier lagere scholen maakten deel uit van het ECORoad project. Elke school werd ondersteund door een organisatie met expertise in Duurzame Ontwikkeling. Elke school had al enkele jaren gewerkt rond EDO, maar door dit internationaal project nam ze bijkomende stappen om een betere EDO-school te worden.

De Engelstalige versie van dit boekje kan worden gedownload op de website van ECORoad: https://ecoroad.weebly.com/

DIT STAPPENPLAN ONDERZOEKT:

Waarom hebben we EDO-scholen nodig en hoe word je een EDO- school?

DE DEELNEMENDE SCHOLEN EN PARTNERORGANISATIES:

Hönttämäen koulu, Finland/ Oulu - partner Timosenkoski Nature School

Artunsskoli, IJsland/ Reykjavik - partner Reykjavik Nature School

St George’s School, Verenigd Koninkrijk/ Craven Arms - partner Shropshire Hills Local Action Group

Gemeentelijke Basisschool De Wereldreiziger, België/Antwerpen - partner MOS provincie Antwerpen

(4)

1. Inleiding

De VN en de UNESCO (de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur) definiëren educatie als een essentieel instrument om EDO (Educatie voor Duurzame Ontwikkeling) te ontplooien als een wereldwijd fenomeen. In Europa is EDO een onderdeel van het curriculum geworden, maar het wordt nog te veel beschouwd als een “aanvulling”. Om leerlingen een standvastige duurzame houding bij te brengen, moet EDO een fundamenteel en essentieel deel zijn van de schoolcultuur.

EDO kan alleen een belangrijke plaats innemen indien er voldoende aandacht is voor de fundamentele waarden en het educatieve beleid van de school. EDO mag niet bestaan uit enkele activiteiten van afzonderlijke leraren. Een verandering van bestaande

praktijken en manieren van denken kan noodzakelijk zijn. De schoolcultuur staat hierbij centraal. Scholen hebben open, inspirerend en motiverend leiderschap nodig en de directeur speelt bij deze schoolcultuurverandering een sleutelrol.

Het ECORoad project richtte zich voornamelijk op de ontwikkeling van een EDO- cultuur in elke deelnemende school. We begonnen met een eerste enquête voor leerlingen, leraren en ouders (bijlage 1-3) om de actuele EDO-situatie van de school te weten te komen. Op het einde van het project gebruikten we de vragenlijsten opnieuw. Tijdens het project organiseerde elke school een audit met gerichte vragen voor alle betrokkenen. Strategieën ter verbetering van de EDO-situatie waren

gebaseerd op de resultaten van die enquêtes. We gebruikten voor de vragenlijsten de vier belangrijke gerelateerde aspecten van het model van D.J. Schoen (2005), (bijlage 4-7).

(5)

1. Professionele houding

2. Organisatorische structuur (leiderschap en bestuur) 3. Onderwijs en leren

4. Focus op de leerlingen

De vragenlijsten werden opnieuw gebruikt als onderdeel van een evaluatiecyclus.

In het ECORoad project baseerden we het kader voor een EDO-school op het model van Saloranta (2017), (bijlage 8). Saloranta stelt voorop dat, wanneer EDO

ingepast is in de schoolcultuur, het leerlingen stimuleert en in staat stelt kennis op te doen over alle verschillende aspecten van Duurzame Ontwikkeling.

Schoolervaringen hebben een invloed op de milieuverantwoordelijke en

sociaalgerichte houding van de leerlingen en leiden hen naar een duurzamer manier van leven.

We hopen dat deze brochure “Stappenplan voor een EDO-school” anderen aanzet en inspireert om EDO-school te worden.

Seppo Saloranta

ECORoad projectcoördinator

(6)

2. Educatie voor duurzame ontwikkeling (EDO)

Leraren, vormingswerkers, lectoren en jeugdwerkers worden meer en meer geconfronteerd met uiterst complexe sociale verschijnselen. Typisch hierbij is een sterke onderlinge afhankelijkheid van verscheidene factoren. Ecologische, economische, culturele, historische, ethische, religieuze, technologische, sociale en politieke kwesties hebben een impact op onze maatschappij. En wat meer is, ze beïnvloeden ook elkaar. In zo’n complexe en onvoorspelbare wereld ontstaan er nieuwe behoeften wat educatie betreft.

De juiste kennis en vaardigheden die we nodig hebben om zulke verschijnselen aan te pakken, kun je niet verkrijgen door louter kennisoverdracht of door de realiteit op te delen. Ook niet door alles te reduceren tot lineaire oorzaak-gevolg aaneenschakelingen. EDO kan een nieuwe kijk op educatie creëren. Een invalshoek die het doelpubliek beter uitrust om complexe

duurzaamheidskwesties aan te pakken.

“Educatie voor Duurzame Ontwikkeling is leren nadenken over en werken aan een leefbare wereld, nu en in de toekomst, voor onszelf en voor anderen, hier en op andere plaatsen op onze planeet” (Van Poeck & Loones, 2011). Elk moment maken we keuzes en elke keuze bepaalt de impact die we hebben op de Aarde. Als duurzame scholen zijn we ervan overtuigd dat we samen kunnen leren om duurzame keuzes voor de planeet te maken (oefening bingo – bijlage 6).

Duurzame Ontwikkeling

Dé uitdaging voor de mens van de 21ste eeuw is aan de noden van allen te voldoen binnen de mogelijkheden van de planeet. Met andere woorden, ervoor zorgen dat iedereen over essentiële dingen als eten, huisvesting en

gezondheidszorg beschikt en een politieke stem heeft. Tegelijk mogen we met z’n allen de levensnoodzakelijke systemen waarvan we fundamenteel afhankelijk zijn (zoals een stabiel klimaat, vruchtbare gronden, een beschermende ozonlaag) niet vernietigen. De Donut van Sociale en Planetaire Grenzen is een tegelijk speelse en ernstige aanpak om deze uitdaging te kaderen. Het is als een kompas voor de

(7)

Het ecologisch plafond bestaat uit negen planetaire grenzen. Daarboven liggen onaanvaardbare milieudegradatie en -vernieling en potentiële kantelpunten in de systemen van de aarde. De twaalf dimensies van de sociale infrastructuur zijn afgeleid van internationaal overeengekomen minimum sociale normen. Die zijn door de regeringen bepaald in de Duurzame

Ontwikkelingsdoelstellingen in 2015. Tussen sociale en planetaire grenzen ligt een ecologisch veilig en sociaal rechtvaardige ruimte waarin de mensheid voorspoedig kan groeien (Raworth 2017).

Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen

Op 1 januari 2016 zijn de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Agenda voor Duurzame Ontwikkeling van 2030, goedgekeurd op een historische VN-top. Ze zijn toen officieel in werking getreden. Deze nieuwe doelstellingen zijn universeel van toepassing in alle landen. In de komende 15 jaar zullen ze ons aanzetten om inspanningen te doen om alle vormen van armoede te stoppen, ongelijkheden te bestrijden en de klimaatverandering aan te pakken (Verenigde Naties 2018).

Figuur 2. AGENDA2030 doelstellingen (Verenigde Naties, 2018).

Ons ECORoad project heeft vier overkoepelende thema’s: “Buiteneducatie”, “Leven om te Leren, Leren om te Leven”, “Gezondheid en Welzijn” en ‘Dagelijks Ecologisch Verantwoord Leven”. Het project neemt natuurlijk de meerderheid van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen in zich op.

(8)

3.

Model van een EDO- school

Er zijn geen wijdverspreide internationale definities van een EDO-school. EDO is gekoppeld aan plaatselijke schoolsystemen en individuele schoolculturen. Dat maakt het moeilijk om

gemeenschappelijke internationale criteria vast te leggen. In de essentiële criteria voor EDO- scholen zijn er nochtans overeenkomsten.

Onze definitie van een EDO-school is:

Een vormings- of onderwijsinstituut waar de waarden en schoolcultuur gebaseerd zijn op de principes van Duurzame Ontwikkeling.

De belangrijkste taak van een EDO-school is leerlingen kennis, vaardigheden, waarden en een houding bij te brengen die hen in staat stelt Duurzame Ontwikkeling te bevorderen.

EDO-scholen geven het goede voorbeeld en herleiden hun milieu-impact tot het minimum.

A. Waarden

Om een EDO-school te zijn, moeten alle betrokkenen achter de waarden en de levenshouding van de school staan. De kernwaarden om Duurzame Ontwikkeling te bevorderen zijn universaliteit en welwillendheid. (Karp, 1996; Stern, Kalof, Dietz & Guagnano, 1995). Universaliteit benadrukt het welzijn van de natuur en de mensen. Universaliteit legt de nadruk op wereldwijde welvaart en sociale rechtvaardigheid en bevat ook nog tolerantie, maatschappelijke zorg en natuurbehoud.

Welwillendheid houdt verband met het welzijn van de mensen uit de directe omgeving.

Deelaspecten van welwillendheid zijn betrouwbaarheid en zorgzaamheid. (Schwartz, 1992;

Schwartz, Cieciuch, Vecchione, Davidov, Fischer, Beierlein & Demirutku, 2012).

Engelse EDO-scholen begrijpen dit als:

1. Zorg dragen voor zichzelf

2. Zorg dragen voor elkaar (over culturen, afstanden en generaties heen) 3. Zorg dragen voor het milieu (ver en dichtbij)

B. Schoolcultuur

Waarden die bepalen hoe mensen werken en zich gedragen op school zijn kenmerkend voor de schoolcultuur. De schoolcultuur krijgt vorm door die waarden.

De cultuur van eender welke organisatie bepaalt het gedrag, de houding, de prestaties en de beslissingen die ze neemt. EDO, wanneer ingebed in de schoolcultuur, heeft invloed op het

(9)

C. Thema’s van Duurzame Ontwikkeling in onderwijs en schoolpraktijk EDO-scholen hebben schoolculturen die het personeel steunen en aanmoedigen om Duurzame Ontwikkeling te stimuleren, zowel in het onderwijs als in het dagelijkse leven op school.

In dit ECORoad project wordt naar de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Agenda voor Duurzame Ontwikkeling van 2030 verwezen en ze worden geklasseerd volgens 10 thema’s.

Ecologisch dagelijks leven 1. Energie en water besparen

2. Eten en drinken

3. Consumptie en afvalvermindering

4. Reizen en verkeer

Buiteneducatie

5. Schoolgebouw en terrein

(10)

Gezondheid en welzijn

6. Mentaal en fysiek welzijn

7. Pesten en discriminatie voorkomen

Leven om te Leren, Leren om te Leven 8. Gelijkheid

9. Wereldburgerschap

10. Behoud van cultureel erfgoed

(11)

4.

Belang van de

schoolcultuur

(12)

De Verenigde Naties bevestigden dat onderwijs en vorming een cruciale rol spelen om de doelstellingen van Duurzame Ontwikkeling te bereiken. Twintig jaar later echter, wordt EDO nog steeds niet op grote schaal toegepast.

Het ECORoad project onderzocht hoe een schoolcultuur kan worden ontwikkeld en de school vooruitgang kan maken. Het project ging na welke rol het schoolbestuur speelt bij het bereiken van de organisatievisie.

Een schoolcultuur kan worden gedefinieerd met betrekking tot de universele organisatiecultuur en bestaat uit: ‘ongeschreven wetten en tradities, normen en verwachtingen die overal doorgedrongen zijn: de manier waarop mensen zich gedragen, kleden, waarover ze praten, of ze collega’s opzoeken voor hulp of niet, en hoe leraren zich voelen in hun werk en wat ze vinden van hun leerlingen’ (Deal & Peterson, 1999). Volgens Schoen (2005), kan een schoolcultuur worden ingedeeld in vier aspecten: (1) professionele oriëntatie, (2) organisatorische structuur, (3) onderwijzen en leren, (4) de leerling staat centraal.

Het ECORoad project gebruikte Schoens definitie in de EDO-context. Elke school bepaalde voor elk aspect een aantal gebieden voor ontwikkeling. Verhalen over deze

schoolontwikkelingsprojecten vind je in hoofdstuk 4.

1. Professionele oriëntatie (= lerende organisatie)

Professionele oriëntatie focust op de voortgezette professionele scholing van het personeel.

Dit aspect bevat ook de houdingen tegenover persoonlijke en collectieve professionele groei en controleert de houding tegenover verandering. EDO-scholen bekijken zichzelf als lerende organisaties waar leren leidt tot verandering en de motivering om deel te nemen. De lerende organisatie zorgt voor inspiratie om iets beter tot stand te brengen.

In EDO-scholen werkt het volledige personeel samen (niet alleen de leraren) om Duurzame Ontwikkelingsthema’s te implementeren. In een EDO-schoolcultuur is regelmatige evaluatie sterk ingebed.

2. Organisatorische structuur

Organisatorische structuur verwijst naar het management en leiderschap en het bevat de materies die invloed hebben op de manier waarop de school wordt geleid. Belangrijk hierbij zijn bijvoorbeeld de leiderschapsaanpak, verdeeld leiderschap, definitie van visie en missie, hoe er over doelstellingen en plannen wordt beslist, consensus en engagement voor de doelen, schoolbeleid, het belang van externe vormen van beleid en de interne en externe interactie van de school.

3. Onderwijzen en leren

Om Duurzame Ontwikkeling aan te leren is er een pedagogische aanpak nodig die leerlingen engageert en tot actie aanzet. Onderzoek heeft aangetoond dat zelfs wanneer leerlingen een adequate kennis over Duurzame Ontwikkeling hebben verworven, hun gedrag niet

noodzakelijk op een overeenstemmende manier verandert. Leerlingen leren over duurzaamheidskwesties best in een context die ‘echt’ is: in de natuur, in musea, op boerderijen, in fabrieken. Ze werken ook best met reële milieuproblemen. Duurzame Ontwikkelingskwesties kunnen complex zijn en daarom moeten leerlingen ook leren kritisch denken. Lesmethodes waarbij leerlingen actief meewerken en participeren zijn handige

(13)

een persoonlijke positieve verhouding met de natuur kunnen ontwikkelen. Dankzij onderwijs en persoonlijke ervaringen verwerven leerlingen kennis en ontwikkelen zij de vaardigheden die nodig zijn voor een verantwoordelijke persoonlijke houding tegenover het milieu. In samenwerking met de ouders, kunnen scholen de leerlingen leiden naar een duurzame manier van leven.

Om onderwijs- en leerresultaten bij te schaven, moeten organisaties van bij het begin focussen op hun organisatorische structuur. Strategisch leiderschap heeft invloed op de professionele richting die de leraren kiezen, wat leidt tot een hogere kwaliteit van onderwijs en betere leerresultaten bij de leerlingen.

De organisatorische structuur van een school bepaalt de houding van het personeel en hun deskundigheid om leerlingen de kans te geven zich te ontwikkelen als individuen en hun persoonlijke kwaliteiten te ondersteunen. Een leerlinggerichte aanpak van de hele school, heeft een directe impact op de manier van onderwijzen en leren. Scholing van het personeel geeft individuen de kracht om de strategie en werkingsprincipes - die weerspiegeld worden in de organisatorische structuur van de school - te beïnvloeden.

Het ECORoad project richt zich voornamelijk op de ontwikkeling van deze vier verschillende aspecten van de schoolcultuur om een reeks van leerervaringen van Duurzame Ontwikkeling voor de leerlingen te verstrekken. Het volgende hoofdstuk toont voorbeelden van enkele projecten door scholen bedacht om verschillende gebieden van hun eigen schoolcultuur te ontwikkelen.

Figuur 3 Verhoudingen tussen de aspecten van schoolcultuur (Schoen, 2005, 282-283)

Nood aan Verandering – Lage Leerlingresultaten

(14)

5.

Praktische voorbeelden om verandering in

schoolcultuur in de richting van EDO te bereiken

- Voorbeelden van schoolontwikkelingsactiviteiten

(15)

Ontwikkeling en toename van leeromgevingen

Professionele

Oriëntatie Organisatorische

Structuur Onderwijzen en

Leren De leerling staat

centraal

Doel: een actieplan ontwikkelen om gebruik te maken van alternatieve leeromgevingen buiten het schoolgebouw.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: Om de deskundigheid i.v.m.

buitenonderwijs te versterken, moedigden we onze leraren aan om deel te nemen aan bijkomende en relevante vormingen. Vijf van onze leraren namen deel aan verschillende soorten van buitenschoolse vorming, bijvoorbeeld “Outdoor Learning and Moving School”.

Een van de onderwerpen in het jaarplan van onze school was de leerlingen uit het klaslokaal krijgen. Om dat idee te ondersteunen hebben we een educatief pakket samengesteld met verschillende materialen geschikt voor gebruik buiten het klaslokaal. We hebben ook een buitenkampeerplan voor elke graad. Dat begint met een eendaagse uitstap voor het eerste jaar tot in het zesde jaar een vier dagen durend kamp in Oost-Finland.

Evaluatie: de leerkrachten zijn nu meer gemotiveerd om met de leerlingen buiten de klas te gaan. De leraren die deelnamen aan de vormingen hebben hun kennis met de andere leraren gedeeld.

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN:

“De vorming heeft me nieuwe methoden geleerd voor

buitenonderwijs, bijvoorbeeld:

hoe maak je gebruik van mobiele telefoons om leerlingen te motiveren en buiten aan het werk te zetten.”

- leraar

(16)

Samenwerking met ouders en externe partner

Professionele

Oriëntatie Organisatorische

Structuur Onderwijzen en

Leren De leerling staat

centraal

Doel: leraren en personeel aanmoedigen om samen te werken met ouders en externe partners.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: Bij het begin van het schooljaar hadden de leerkrachten één per één ontmoetingen met de leerlingen om te praten over hun individuele leerdoelen voor het schooljaar. De ouders mochten deelnemen aan de discussie. Halfweg het schooljaar nodigde de school de ouders uit om samen met de leerlingen de vooropgezette doelen te vergelijken met de effectieve vooruitgang die de leerlingen hebben gemaakt.

De ouders van de leerlingen van het eerste jaar werden uitgenodigd op school voor een lunch met de leerlingen. Het doel van die ontmoeting op school was een directe

kennismaking met de wijze waarop de school functioneert.

Op de Nationale Ouderdag in september organiseerden we een opendeurdag. We nodigden alle ouders uit op school. De ouders kwamen kennismaken met wat hun kinderen zoal doen op een normale schooldag. Zij konden ook praten met de

leerkrachten, het personeel en de directie. Op die opendeurdag vertelde de directeur over het resultaat van de ECORoad enquête.

Natuurzondagen in Timosenkoski Nature School

De natuurzondagen in augustus en september waren een goed voorbeeld van

samenwerking tussen leraren, ouders en plaatselijke niet-gouvernementele organisaties.

Elke partner organiseerde een eendaagse natuuractiviteit voor de kinderen en hun familie, in de omgeving van de natuurschool. Voorbeeld: hoe gebruik je mobiele telefoons om leerlingen te motiveren zodat ze buiten in actie schieten.

Evaluatie: door de genomen maatregelen en uitgevoerde acties namen de contacten en de samenwerking tussen leraren en ouders toe. De ouders kregen de gelegenheid om het dagelijks leven op school te leren kennen.

(17)

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“Het was interessant om de leraar van mijn kind te

ontmoeten en de klasomgeving te leren kennen.”

- ouder

“Persoonlijke contacten met ouders zijn altijd heel bevorderlijk voor de samenwerking.”

-leraar

(18)

Principes van democratisering voor de leerlingen, verdeelde

verantwoordelijkheid

Professionele

Oriëntatie Organisatorische

Structuur Onderwijzen en

Leren De leerling staat

centraal

Doel: de leerlingen helpen in een democratische samenleving te leven en te werken. Ze moeten begrijpen dat iedereen een rol heeft in de maatschappij en dus kan helpen om duurzaamheid te ondersteunen.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: de leerlingen richten een eigen vereniging op. De bestuursraad van die vereniging plant verschillende activiteiten voor de school, zoals een pyjamadag en een voetbaltoernooi. In elke klas kiezen de leerlingen een afgevaardigde voor de bestuursraad.

De leerlingen hebben ook een milieuraad waarin alle klassen vertegenwoordigd zijn, zelfs de kleuterklassen. De milieuraad helpt EDO-activiteiten te plannen op school en stelt ze voor aan de leerlingen.

Elke klas krijgt de verantwoordelijkheid voor bepaalde EDO-activiteiten, bijvoorbeeld “de kerstboom”, “composteren”, “schoolvrienden” en het “Kerstmis op school”-feest.

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“Deze activiteiten hebben een positieve invloed op ons gedrag thuis. De leerlingen zijn

voorbeelden voor de mensen uit de buurt.”

- een ouder op een bijeenkomst met de milieuraad

(19)

Verdeelde verantwoordelijkheid, een variatie van leermethodes

Professionele

Oriëntatie Organisatorische

Structuur Onderwijzen en

Leren De leerling staat

centraal Doel: de verantwoordelijkheid van projecten en planning verdelen en het aantal onderwijs- en leermethodes uitbreiden.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: “carrousel lessen”, workshops waarbij klassen 2 tot 4 één keer per week en klassen 5 tot 7 twee keer per week samenwerken.

De leerlingen werken in gemengde leeftijdsgroepen aan een onderwerp, dikwijls in kleine groepjes.

Groepen leerkrachten plannen de projecten voor deze workshops. Daarbij maken ze gebruik van nieuwe methodes en verschillende benaderingen van lesgeven. Voor elk project is een andere leraar van de groep de trekker.

Evaluatie: Dit project heeft de samenwerking tussen leerlingen en leraren versterkt. Het functioneerde als een leiderschapstraining voor de individu’s in beide groepen en

versterkte tegelijk de groepen zelf. Uiteindelijk, maar daarom niet minder belangrijk, probeerden de leerkrachten nieuwe methodes en invalshoeken uit. De gedeelde kennis in de groep blijft bewaard, zelfs wanneer de groep van jaar tot jaar verschilt.

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“We hebben de muren tussen de leeftijdsgroepen afgebroken.”

- onderdirecteur

(20)

De Groene Vlag, Eco-Schools

Professionele Oriëntatie

Organisatorische Structuur

Onderwijzen en Leren

De leerling staat centraal

Doel: onze educatie voor Duurzame Ontwikkeling de beoogde uitwerking laten hebben.

Ervoor zorgen dat het dagelijkse leven op school zo duurzaam mogelijk is.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: Het Groene Vlag-programma heeft een sterke invloed op het dagelijks leven op school en op de ontwikkeling van de school.

Enkele voorbeelden:

 Milieueducatie zit verweven in elke schoolse activiteit en heeft een impact op de ontwikkeling van de school.

 Elke klas heeft speciale taken op verschillende gebieden van duurzaamheid, gebaseerd op de doelstellingen van de school en de milieuovereenkomst.

 Gezondheidsbevordering, democratie en milieueducatie zijn met elkaar verbonden.

 Gericht onderwijs voor Duurzame Ontwikkeling.

 Tweedehands markt voor schooluniformen.

 Voedselverspilling reduceren. Tijdens de lunch is er een buffet voor de klassen 3 tot 7. De leerlingen bedienen zichzelf.

 Afvalsortering, compostvaten. De compost wordt gebruikt op het plaatselijke beboste terrein.

 Het gebruik van schoonmaakmiddelen beperken en milieuvriendelijke producten kiezen.

 Verlichting- en verwarmingskosten zijn beduidend gedaald. Reden hiervan: we zijn ons meer en meer bewust van ons elektriciteit- en warmwaterverbruik Evaluatie: Artunsskoli is al Eco-school sinds 2008 en behaalde elk vooropgesteld doel.

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“Artunsskoli is een van de topscholen van het Eco-Schools project. De school benadert het project op een holistische manier.

Het Eco-School project is verweven in de acties van alle klassen, in de kleuterklassen en

(21)

Verduidelijken van de schoolwaarden

Professionele

Oriëntatie Organisatorische

Structuur Onderwijzen en

Leren De leerling staat

centraal

Doel: de schoolcultuur ontwikkelen voor alle kinderen, personeel en ouders door de waarden van Duurzame Ontwikkeling te laten doordringen. De visie van St-George CE Lagere School is te zorgen voor een zorgzaam, stabiel milieu en academische

uitmuntendheid. In de context van onze sterke christelijke waarden en ondersteund door onze gemeenschap, bereiden we de kinderen voor op hun reis van levenslang leren. We zijn ervan overtuigd dat Educatie voor Duurzame Ontwikkeling de kern is van deze missie.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: het oudere leiderschapsteam en de vertegenwoordigers van de leerlingen- en ouderraad schrijven een “visie” uit voor de school. Om deze visie realiteit te doen worden en ervoor te zorgen dat alle neuzen in dezelfde richting staan, vindt het volgende plaats:

 Een wekelijks evenement voor de hele school bij het begin van de dag op vrijdagmorgen waarop ouders en de plaatselijke gemeenschap worden

uitgenodigd, “een bijeenkomst om gezamenlijk tot actie over te gaan”. Onder de leiding van de directeur brengen vertegenwoordigers van elke klas een

onderdeel van wat ze geleerd hebben die week kort onder de aandacht van de anderen. Dat kan zijn: begrijpen van een mathematisch concept, enkele mooie tekeningen, een lijst van de bezittingen van Toetanchamon…

 Op het einde worden de Sterren van de Week uitgereikt, waarbij de ontwikkeling van vaardigheden in alle aspecten van leren (speciale talenten) centraal staat.

Deze samenkomsten bieden ook eenvoudige kansen om speciale kwesties te belichten die binnen een schoolweek kunnen opduiken. Voor veel van die problemen kunnen we als collectieve groep oplossingen suggereren. De directeur leidt de bijeenkomsten en bekrachtigt de visie van de school in alle opzichten.

Evaluatie: Dit wekelijks evenement is de meest effectieve manier om de schoolcultuur te ontwikkelen en te behouden: respect voor elkaar, jezelf positioneren als “leerling” en positieve boodschappen i.v.m. houding en verwachtingen onderbouwen. Deze boodschap is openbaar en zorgt voor een gevoel van teamwork tussen alle betrokkenen.

(22)

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“We hebben muren tussen leeftijdsgroepen afgebroken”

- onderdirecteur

“De bijeenkomst van vrijdag is mijn favoriete gebeurtenis van de week. We komen bijeen als een schoolfamilie en bekrachtigen de waarden van de school.”

- leraar 2de leerjaar

“Ik zie de school graag in actie op deze manier. De bijeenkomst van vrijdag brengt sterke boodschappen voor de hele schoolgemeenschap. We zijn één.”

- voorzitter van het bestuur

(23)

Een democratische houding ontplooien in onze school

Professionele

Oriëntatie Organisatorische

Structuur Onderwijzen en

Leren De leerling staat

centraal Doel: Iedereen op school respecteert de waarden, meningen, het geloof, de vooruitzichten en culturele achtergronden van individuele leerlingen en groepen leerlingen op onze school.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: Vergaderingen met kinderen. Kinderen melden zich aan om een schoolvergadering over het thema van hun keuze voor te stellen. Zij leiden alle evenementen volledig. Kwamen o.a. aan bod: niertransplantatie, Nationale Syndroom van Down-dag, de naschoolse karate-club, hun favoriete auteur, videospel of film. De andere kinderen en het personeel zijn een zeer aandachtig publiek.

Op het einde is er altijd een “Vraag en Antwoord”-sessie en een dankbetuiging door een andere leerling. Het project brengt inzicht in het leven van de kinderen en bindt ons allen als een team.

Evaluatie: Kinderen voelen zich opgenomen in de groep en tonen respect en

verdraagzaamheid tegenover anderen. Zij die voorstellingen geven, voelen zich gesterkt en gewaardeerd. De leerlingen leren belangrijke taal- en communicatievaardigheden.

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“Ik heb zoveel geleerd over individuele kinderen, dingen die ik anders nooit te weten was gekomen.”

- leraar

“Wij, personeel en kinderen zijn het publiek, geïnteresseerd en verdraagzaam.

We delen de gedachten, interesses en bezorgdheden van de kinderen.”

- leraar

“Je kunt je eigen onderwerpen en hobby’s kiezen. Ik herinner me een heel aantal werkelijk speciale samenkomsten door andere leerlingen georganiseerd.”

- Holly, 9 jaar

(24)

Professionele scholing van het personeel

Professionele

Oriëntatie Organisatorische

Structuur Onderwijzen en

Leren De leerling staat

centraal Doel: Ervoor zorgen dat personeel en schoolbestuur gevormd zijn in kwesties die verband houden met EDO. Een kennisbasis creëren voor personeel en bestuursleden die ingebakken is in de schoolcultuur. Belangrijk daarbij zijn de wijze waarop iets wordt overgebracht en de educatieve dimensie.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties:

 Vorming van personeel en bestuursleden. We nodigden onze lokale

duurzaamheidsspecialist van de gemeente uit op een personeelsvergadering om te spreken over onderwerpen i.v.m. Duurzame Ontwikkeling die zowel plaatselijk als op wereldvlak invloed hebben. Ook de ouders werden uitgenodigd.

 Onderwerpen die aan bod kwamen: CO2 niveaus, opwarming van de aarde, hergebruik, biodiversiteit, energie, hernieuwbare technologie, vuilnis, wereldburgerschap, het schoolterrein, vervoer, afval en water.

Evaluatie:

 Het was een erg informatieve, interactieve vergadering. Het was interessant en verontrustend om vast te stellen hoeveel volwassenen zich niet bewust zijn van de actuele bedreigingen voor het milieu, de bezorgdheden in dat verband waarmee we geconfronteerd worden en de acties die absoluut nodig zijn om duurzaamheid te verkrijgen.

 Het is belangrijk dat we beseffen dat de basiskennis niet aanwezig is en dat niet alle opvoeders, scholen, bedrijven en individuen zich bewust zijn van de actuele bedreigingen voor het milieu en de gedragswijziging die nodig is.

 De voorzitter van de bestuursraad van St George school is lid geworden van het Duurzaamheidsforum van Shropshire.

(25)

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“Het was nuttig geconfronteerd te worden met plaatselijke en globale milieuproblemen en dat met leraren, personeel en ouders te bespreken en te onderzoeken. Interessante ideeën en belangrijke uitdagingen ontstonden uit de bespreking van de milieu-impact van de school en hoe die te verminderen. De verkregen kennis komt in de lessen en de belangrijke vakgebieden aan bod. Door de betrokkenheid van de hele schoolgemeenschap werd het evident dat we allemaal samen de uitdaging en de verantwoordelijkheid voor duurzaamheid deelden.”

- lid van het schoolbestuur

(26)

Groepsseminarie over ECORoad en EDO, ondersteund door MOS

Professionele

Oriëntatie Organisatorische

Structuur Onderwijzen en

Leren De leerling staat

centraal

Doel: het ontwikkelen van een consequente aanpak voor de werkgroepen in de school.

Elke ondernomen actie in de school heeft te maken met taal, sociale vaardigheden en EDO.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: tijdens het eerste jaar van het project organiseerden we een educatief seminarie op onze school, in samenwerking met MOS.

Op een interactieve manier toonden we aan alle leerkrachten waar het Erasmusproject rond draait. De MOS-begeleiders maakten iedereen wegwijs in EDO en organiseerden interactieve workshops om de sterktes en werkpunten van onze school te vinden. We ontdekten dat heel wat leerkrachten meer interactie willen tussen de verschillende werkgroepen. We spraken af dat we in toekomst niet langer naast elkaar, maar mét elkaar werken.

Het project loopt nog, er staan verschillende vergaderingen gepland met de

schooldirecteur om dit idee verder uit te werken. Het plan is om in de toekomst meer vergaderingen te hebben met alle werkgroepen samen.

Evaluatie: het seminarie gaf het team de energie om rond EDO en de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken.

(27)

Bosschool

– wekelijks, een halve dag, buiten, bosachtig gebied, sessies voor peuters en kleuters, ongeacht het weer.

Professionele

Oriëntatie Organisatorische

Structuur Onderwijzen en

Leren De leerling staat

centraal

Doel: Alle buitenlessen van onze bosschool organiseren met enkel natuurlijke middelen.

Waar dat niet praktisch of mogelijk is, gebruiken we gerecycleerde materialen met een minimum aanwending van educatieve middelen uit massaproductie, of helemaal niet.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: We volgen een programma van wekelijkse bosschool sessies gekoppeld aan het leerplan. Dat houdt in: gebruik maken van enkel natuurlijke middelen en gerecycleerde materialen om waardevolle,

betekenisvolle leerervaringen te creëren die het leren en het onderwijs tijdens elke komende week in de klas bezielden.

1. Materialen onderzoeken – voor de bouw

(De drie biggetjes: Een huis van stro, een huis van steen, een huis van stokken) 2. Materialen onderzoeken – voor isolatie (wetenschappelijke uitdaging om de

temperatuur van kokend water te onderzoeken – eieren geïsoleerd in nesten, gemaakt van een verscheidenheid van natuurlijk materialen)

3. Materialen onderzoeken – om te tekenen (houtskool)

4. Probleemoplossing (een brug om de modderpoel over te steken)

5. Emotionele ontwikkeling (samenwerken en zo communicatievaardigheden ontwikkelen, teamwerk versterken, inlevingsvermogen en begrip)

6. Onze zintuigen onderzoeken (samenwerken met gebruik van zintuigen) 7. Het pallet van de natuur (natuurlijke beeldhouwwerkjes creëren en de

seizoensgebonden kleuren ontdekken)

8. Duurzame grondstoffen (werken met hout om seizoensgebonden handwerkjes te maken)

Evaluatie: Ons doel – enkel natuurlijke en gerecycleerde materialen in ons onderwijs gebruiken – heeft gezorgd voor een uitstekende focus op betekenisvolle leerervaringen voor onze kinderen. Tegelijk werken we aan een duurzame en goedkopere toekomst (voor het milieu en financieel).

Dankzij onze nazorg en klaswerk, hebben ouders, families en personeel de

levenshouding van het gebruik van duurzame middelen opgemerkt en zelf ook in de praktijk gebracht. Families volgen de voorgestelde leerervaringen en geven ze door aan hun kinderen (er wordt meer gepraat over kamperen en boswandelingen). Zelfs de kwaliteit van de tussendoortjes bij de Bosschool zijn van een duurzamer kwaliteit.

Zelden worden er nog behandelde en oververpakte koekjes meegebracht naar de school.

(28)

De natuurlijke omgeving zorgt voor een weelde aan gratis en educatief kwalitatieve middelen voor alle aspecten van leren.

Duurzaamheid: We bekijken dit als een levenshouding op lange termijn. Voor onze kinderen (en volwassenen) is verlost zijn van de dwang om hevig gekleurde, door de mens gemaakte materialen te gebruiken, een verfrissende, vrije manier van leren en ontdekken geworden.

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“Ik wist dat er veel te doen was in de bossen, maar ik had geen idee dat er zóveel kon worden gedaan.”

-Grootouder die, lezend in de nazorgmap van de klas, reflecteert over de tijd die haar kleinzoon doorbracht in de bosschool

“Ik heb deze week de tussendoortjes van de kinderen voor tijdens de pauze gemaakt. Het zijn gezonde broodjes omdat ik volkoren bloem gebruikt heb en gedroogd fruit heb toegevoegd.”

-Ouder

“Dit is zo eenvoudig en toch zo’n fantastische ervaring.”

-Assistent-leraar die het heeft over de houten, seizoensgebonden decoraties die de kinderen hebben gemaakt

“Deze kinderen hebben geluk dat ze hier kunnen luisteren naar geluiden van de natuur in een prachtig boslandschap. Welke betere manier is er om

beschrijvende taal, communicatie- vaardigheden en een gevoel van welzijn te ontwikkelen?”

-Leraar

“De dagen dat we naar de bossen trekken, zijn mijn beste dagen. Wat vind je van mijn halssnoer? Ik heb het van bladeren gemaakt.”

-Kind (4 jaar)

(29)

EDO-lesplan

Professionele

Oriëntatie Organisatorische

Structuur Onderwijzen en

Leren De leerling staat

centraal

Doel: Een schoolcultuur ontwikkelen voor alle kinderen en personeel met de waarden van Duurzame Ontwikkeling.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: Het leidinggevende EDO-team schreef een lesplan voor de school. Elk leerjaar had zijn eigen thema: water, energie, afval, mobiliteit en natuur. De lessen zijn gebaseerd op het lesplan dat onze Belgische partner MOS ons bezorgde.

 Eerste leerjaar: afval. De leerlingen leren afval sorteren en hoe ze de hoeveelheid afval kunnen verminderen. Ze moedigen alle leden van de

schoolgemeenschap aan zich de aanpak van “afvalhoeveelheid verkleinen” eigen te maken. We geven aan elk kind een herbruikbare brooddoos en drinkfles zodat ze geen afval meebrengen naar school.

 Tweede leerjaar: natuur

 Derde leerjaar: energie. De leerlingen leren over alternatieve energiebronnen.

Ze gaan in de school op zoek naar apparaten en toestellen met een groot energieverbruik. Ze proberen alternatieve energiezuivere oplossingen te vinden.

 Vierde leerjaar: mobiliteit. Bij de landelijke uitstap van een week staat mobiliteit centraal. De leerlingen leren fietsen en hoe zich veilig te gedragen in het verkeer. Het doel is de leerlingen aan te moedigen om met de fiets naar school te gaan en zich veilig te voelen in het stadsverkeer.

 Vijfde leerjaar: water. De leerlingen leren over waterzuivering en de impact van de klimaatverandering op het water. Zij moedigen andere leerlingen aan om van waterbesparing een prioriteit te maken. Een voorbeeld: de kraan dichtdraaien terwijl je de handen wast.

 Zesde leerjaar: veelzijdig. De leerlingen organiseren projectdagen waarbij ze telkens een ander thema centraal stellen. Bijvoorbeeld: ze organiseren Dikketruiendagen om het energieverbruik te verminderen.

Evaluatie: Deze acties brengen de kernvisie van onze schoolcultuur, “respect voor de natuur door aandacht te hebben voor alle thema’s”, tot stand en maken ze blijvend.

(30)

6.

Praktische

voorbeelden van EDO-activiteiten op school

Voorbeelden van EDO-activiteiten bedacht en

uitgevoerd door leerlingen

(31)

SUOMI 100 – Finland 100

Aspecten van duurzame ontwikkeling:

Doel: Een project voor heel de school om de honderdste verjaardag van Finlands onafhankelijkheid te vieren.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: Hönttämäki school vierde de honderdste verjaardag van Finlands onafhankelijkheid met als thema: “Verhalen van het bos”.

Bossen zijn altijd heel belangrijk geweest voor de Finnen. Gedurende eeuwen hebben zij gezorgd voor economische rijkdom, voeding en een plaats om te ontspannen en van de wildernis te genieten. De mensen geloofden dat wezens die hun waters, planten en dieren beschermden, de bossen bevolkten. Bijvoorbeeld: elke boom heeft een beschermgeest.

Tijdens het project onderzochten we de bosomgeving theoretisch in de klas. Praktisch onderzoek gebeurde in de bossen zelf. We lazen ook heel wat sprookjes over dieren, dwergen, feeën, elfjes, geesten en oude goden die vroeger in de bossen zouden hebben gewoond. Het project bereikte zijn toppunt op 2 december. De leerlingen gaven een voorstelling voor hun ouders: ze zongen liederen, droegen gedichten voor, speelden toneel, dansten en presenteerden kunstwerken over “Verhalen van het bos”.

Tijdens het project verwierven de leerlingen heel wat kennis over de bescherming van onze unieke natuurlijke omgeving. Het project had zowel een academische als een spirituele verbinding met het landschap en de natuurlijke omgeving. Bovendien had het ook kunstzinnige doelen.

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“De opvoeringen waren sfeervol, heel mooi en maakten indruk. Ik was verheugd mijn kind zo gelukkig te zien tijdens de optredens op het podium.”

-ouder

(32)

Leerlingenbetrokkenheid

Aspecten van duurzame ontwikkeling:

Doel: De participatiekansen van de leerlingen vergroten

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: In onze school kunnen de leerlingen op de eerste plaats participeren via de Leerlingenraad, de Groene Vlag Raad en de School Restaurant Raad. De leden van deze raden worden gekozen bij het begin van elk schooljaar. Het doel is zoveel mogelijk leerlingen de kans bieden om te werken in deze raden gedurende hun lagere schooljaren.

De Groene Vlag Raad ontwikkelt een actieplan en kiest een nieuw thema voor een periode van twee jaar. Dit schooljaar zijn de thema’s water en energie. Alle leerjaren nemen deel aan de uitvoering van de thema’s, ten minste zes keer per schooljaar.

De activiteiten van dit schooljaar zijn:

 Bij het begin en einde van elk thema worden water- en energieconsumptie opgemeten en meten we het organisch afval van de school. Dit laat ons toe een directe vergelijking te maken overeenkomstig de activiteit.

 Wegwerpborden en plastic zakken worden gemeden. Alle leerlingen die meegaan op schooluitstappen brengen voor hun lunchpakket hun eigen brooddoos en drinkfles mee

 Speelgoedrecyclagedag

 Een naschoolse rommelmarkt

 Een opruimactie binnen de school en in de omgeving van de school

 Sneeuwmetingen

 Milieuvriendelijke kerstkalenders

 De projecten Bewegende School en Buiten-leren

 In de lente organiseren leerlingen van het zesde jaar een natuur-avonturendag voor de leerlingen van het vijfde jaar

 We moedigen de leerlingen aan om te voet of per fiets naar school te komen

 De pauzeperiodes brengen de leerlingen buiten door, zowel bij goed als bij slecht weer

 De leerlingen organiseren mee activiteiten voor tijdens de pauzeperiodes

 Elk leerjaar is voor iets verantwoordelijk in het dagelijks schoolleven.

Bijvoorbeeld: de gangen opruimen, melkkartons platdrukken, hoofdtelefoons en iPads op hun juiste plaats leggen in de computerruimte, het aquarium kuisen en de vissen voederen, de schoolbibliotheek opruimen, de stoelen op de tafels

(33)

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“De participatiegroepen zijn een goede manier om leerlingen een gevoel van verantwoordelijkheid bij te brengen. Ik heb opgemerkt hoe belangrijk de activiteiten zijn, bijvoorbeeld: de vierdejaars hebben de verantwoordelijkheid om de vissen te voederen.”

-leraar

(34)

Optionele cursussen over EDO

Aspecten van duurzame ontwikkeling:

Doel: de leerlingen de gelegenheid bieden om onderwerpen te kiezen waarin ze persoonlijk geïnteresseerd zijn.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: Het vijfde en zesde leerjaar kregen optionele cursussen aangeboden gedurende twee lessen per week. Een van de cursussen was: “Sporten met Milieueducatie”.

De leerlingen planden de inhoud van de cursus.

Gebaseerd op hun wensen, werden de volgende activiteiten georganiseerd:

 Wandelen: we wandelden een paar kilometers in de bossen en maakten soep in openlucht

 Vissen: we reden met de fiets naar de rivier Oulu. Daar visten we, maakten een kampvuur en aten een maaltijd

 Schaatsen: we gingen naar een schaatsbaan in het centrum van de stad.

 Mountainbiken: we fietsten door de bossen op de paden. Eindpunt was Timosenkoski waar we kookten op een kampvuur

 Frisbee golf: we maakten een frisbee golfbaan in de bossen van de Timosenkoski school

 Opkuisen van de schoolbibliotheek en de stoelen in de schoolkantine op de tafels zetten na de lunch

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“Deze cursus was super, het was zo verschillend van normale schooldagen.”

-leerlingen

“Deze cursus organiseren was niet gemakkelijk, maar dankzij de positieve feedback van de leerlingen ben ik van plan het volgend jaar opnieuw te doen.”

-leraar

(35)

Gebruik van plastiek beperken / geen plastieken zakken

Aspecten van duurzame ontwikkeling:

Doel: Het gebruik van plastic zakken verminderen

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: In samenwerking met een plaatselijke winkel schreven de leerlingen van het zesde jaar boodschappen i.v.m. plastic zakken op oude kleren. Ze hingen de kleren op aan winkelwagentjes. Ze toonden aan hoe je van oude T-shirts herbruikbare zakken kunt maken. De leerlingen ondervroegen de klanten over hun gebruik van plastic zakken en presenteerden de resultaten op een vrijdagse bijeenkomst op school.

Artunsskoli lagere school, de kleuterklassen en de naschoolse zorg leggen de nadruk op het hergebruik van zakken wanneer mogelijk. De leerlingen hebben herbruikbare brooddozen. Plastic zakken van prullenbakken worden geledigd en telkens weer opnieuw gebruikt.

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN Voor het project “Geen plastic

zakken” benoemde de minister van Milieu en Natuurlijke Hulpbronnen de leerlingen van het zesde leerjaar als “De Beschermers van het Milieu”.

(36)

Kerstboom

Aspecten van duurzame ontwikkeling:

Doel: Leerlingen leren over het duurzaam gebruik van het bos

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: Elk jaar krijgt Artunsskoli een kerstboom (een dennenboom) van de beheerders van het lokale bosgebied. De

leerlingen van het eerste leerjaar gaan de boom halen in het bos. Ze brengen ook enkele dennen- en spartakken mee om de school te versieren. Ze maken vetballen uit

dennenappels, om de vogels te voederen.

De daaropvolgende lente gaan de leerlingen van het eerste jaar terug naar het bos om vijf bomen te planten. Na de vakantie gebruiken de leerlingen de kerstboom in de kunst-, vak- en handwerklessen.

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“De leerlingen waren erg fier op de boom. Ze vertelden hoe zwaar hij was om te dragen en hoe mooi hij in de schoolhal stond. Ze vonden vetballen maken voor de vogels erg leuk.”

-leraar

(37)

Menningarvaka - Cultuurnacht

Aspecten van duurzame ontwikkeling:

Doel: De leerlingen aanmoedigen, als individuen en als groep, om de samenwerking in de groep en tussen de school en thuis te ontplooien. De leerlingen helpen om hun stem en hun lichaam te leren gebruiken op een podium. Tegelijk oefenen ze een goede uitspraak.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: Elk jaar maken de leerlingen van het 7de jaar een volledig avondprogramma met muziek en hun eigen korte filmpjes. Ze dragen poëzie voor en spelen toneel en acteren in musicals. Ze maken schragen, schilderen en versieren het podium, helpen met het opkuisen van de hal, doen zelf de presentatie, verkopen inkomkaartjes, verwelkomen de gasten, spelen elke rol op het podium en schenken de inkomsten aan een goed doel. De programma’s worden in elkaar gestoken met leerstof van het curriculum, sociale en omgevingskwesties en klassieke musicals, films en toneelstukken.

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“Deelnemen aan de Cultuurnacht in Artunsskoli toen ik daar schoolging, was een verrijkende ervaring die me hielp mijn eigen sterktes te realiseren. Ook de voorbereiding gedurende de lagere leerjaren op school stoomt de leerlingen klaar voor het opnemen van de

verantwoordelijkheid voor het evenement. Alle leerlingen hebben een taak die aansluit bij hun talenten en aanleg. Niemand voelt zich

gedwongen om op het podium te staan.”

-voormalig leerling

(38)

De Dagelijkse Mijl

Aspecten van duurzame ontwikkeling:

Doel: De fysieke, sociale, emotionele en mentale gezondheid en het welzijn van onze kinderen verbeteren, los van leeftijd, bekwaamheid en persoonlijke omstandigheden.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: We introduceerden de Dagelijkse Mijl voor alle kinderen en personeel van St. George’s school. De Dagelijkse Mijl is een sociale activiteit waarbij kinderen en volwassenen met vrienden lopen of joggen – op hun eigen tempo – in de open lucht. Kinderen mogen af en toe wandelen om op adem te komen, indien nodig. Ze moeten proberen de volledige 15 minuten te lopen of te joggen. De Dagelijkse Mijl kan plaatsvinden op elk moment van de dag, wanneer de leraar het geschikt vindt. De kinderen moeten enkel van schoeisel wisselen. We hebben op het schoolterrein een circuit van één mijl afgetekend: 12 ronden om de speelplaats en in het veld.

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“De Dagelijkse Mijl zorgt voor een onderbreking van het werk wanneer je de hele dag binnen hebt gezeten, en het houdt je fit!”

-Elliot

(39)

Generaties verbinden:

computeronderwijs voor ouderen,

“een lees-oma”

Aspecten van duurzame ontwikkeling:

Doel: Generaties verbinden waarbij de ene de andere kan helpen.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties:

 Elk jaar gedurende enkele weken gaan leerlingen van het zesde en zevende jaar eenmaal per week naar een ouderlingentehuis om zij die het willen te leren de computer te gebruiken.

 Elke week komt de “lees-oma” naar de school en luistert naar kinderen die voorlezen of leest samen met hen.

CITATEN VAN PERSONEEL, LEERLINGEN EN ANDERE BETROKKENEN

“De kinderen vinden het wekelijkse bezoek van de “lees-oma” erg leuk. We doen dit al drie jaar en deze hulp wordt als zeer positief ervaren door de leerlingen en de leraar”

-Leraar

(40)

Buitenonderwijs: landbouw

Aspecten van duurzame ontwikkeling:

Doel: de kinderen leren zorg te dragen voor de natuur.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: Elk leerjaar brengt een dagbezoek aan een boerderij buiten de stad Antwerpen. De leerlingen leren over de groenten die er gekweekt worden en maken soep met de seizoensgebonden oogst. De oudste kinderen helpen de boer bij de verzorging van de boerderijdieren, maken de stallen schoon, melken de koeien, borstelen de paarden, voederen de varkens, enz.…

Het doel is de kinderen aan te moedigen om de boerderij ook eens tijdens een weekend te bezoeken.

(41)

Onthaalweken

Aspecten van duurzame ontwikkeling:

Doel: Bij het begin van het schooljaar is het de traditie om gedurende drie weken activiteiten te organiseren om de kinderen te verwelkomen op onze school.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties: Er worden activiteiten georganiseerd die aansluiten bij de culturele en ethische achtergrond van de kinderen. Alle kinderen uit het basisonderwijs maken een “moedertaal paspoort”. Elk jaar maken ze een bladzijde van dat paspoort. Wanneer ze afstuderen in het zesde leerjaar, is hun paspoort compleet.

Iedere klasleraar organiseert een soort van speed dating sessie waar vragen worden gesteld over de moedertaal van het kind.

Dit jaar hebben we ons ook geconcentreerd op sociale vaardigheden. Elk leerjaar kreeg een onderwerp toegewezen waarop ze zich moesten focussen. Bijvoorbeeld: de trap.

Onze school heeft heel wat verdiepingen, dus veilig gebruik van de trappen is essentieel.

Andere onderwerpen: ster van de week, de toiletten enz. De kinderen werkten op zichzelf aan deze onderwerpen met zo weinig mogelijk tussenkomst van de leraren. Op het einde van de drie weken moesten de leerlingen hun voorgestelde regels en

bevindingen uitleggen voor de hele school. Zo wist de volledige schoolgemeenschap wat van hen werd verwacht en de school nam de nieuwe regels aan.

Op het einde van de onthaalweken organiseerden we een “Wereldreiziger’s Got Talent” - show. Dat was een groot succes!

(42)

Dikketruiendag

Aspecten van duurzame ontwikkeling:

Doel: de kinderen denken na over de impact van hun gedrag op de klimaatverandering.

Genomen maatregelen/uitgevoerde acties:

 Lagere verwarmingsgraad

 Bewustwordingsquiz

 Activiteiten i.v.m. mobiliteit. In het begin van de week krijgt elk kind dat met de auto wordt gebracht een grijsgekleurde wolk. Als 70% van de kinderen op het einde van de week met de fiets, te voet of met het openbaar vervoer komen, veranderen de grijze wolkjes in witte wolkjes.

 ’s Morgens doen we gymnastiekoefeningen om het lichaam op te warmen.

 Vertellen van verhalen: Kamishibai-verhaal “Terra is ziek” + nabespreking

 Mr Ky Oto daagt de kinderen uit om de uitlaatgassen in de wereld te verminderen. Ze spelen spelletjes als “zoek alternatieve vervoermiddelen”,

“maak een stop motion film over een gezonde wereld”, “zing een lied over de klimaatverandering”…

 Een optocht in de omgeving van de school om de mensen bewust te maken van de luchtvervuiling

(43)

Verwijzingen

Deal, T. E., & Peterson, K. D. (1999). Shaping school culture the heart of leadership. San Francisco: Jossey–Bass.

Karp, D. G. (1996). Values and their effect on pro-environmental behavior. Environment and Behavior, 28(1), 111–133.

Raworth, K. (2017). The Doughnut of social and planetary boundaries. Retrieved from the web 29.1.2018 https://www.kateraworth.com/doughnut/

Saloranta, S. (2017). Koulun toimintakulttuurin merkitys kestävän kehityksen kasvatuksen toteuttamisessa perusopetuksen vuosiluokkien 1–6 kouluissa.

Helsingin yliopisto: Kasvatustieteellisiä tutkimuksia.

Schoen, L. T. (2005). Conceptualizing, describing, and contrasting school cultures: A comparative case study of school improvement processes. Louisiana: Louisiana State University.

Schwartz, S. H. (1992). Universals in the content and structure of values: Theoretical advances and empirical tests in 20 countries.

Advances in Experimental Social Psychology, 25, 1–65.

Schwartz, S. H., Cieciuch, J., Vecchione, M., Davidov, E., Fischer, R., Beierlein, C., &

Demirutku, K. (2012). Refining the theory of basic individual values. Journal of Personality and Social Psychology, 103(4), 663.

Stern, P. C., Kalof, L., Dietz, T., & Guagnano, G. A. (1995).

Values, beliefs, and proenvironmental action: Attitude formation toward emergent attitude objects1. Journal of Applied Social Psychology, 25(18), 1611–1636.

United Nations (2018). Sustainable development goals – 17 goals to transform our world.

Retrieved from the web 3.8.2018 https://www.un.org/sustainabledevelopment/

Van Poeck, K., & Loones, J. (2011). Education for sustainable development : flag and cargo. Brussels: Flemish government, Environment, Nature and Energy Department.

(44)

Appendix 1

(45)

Appendix 2

(46)

Appendix 3

(47)

Appendix 4

(48)

Appendix 5

(49)

Appendix 6

(50)

Appendix 7

(51)

Appendix 8

(52)
(53)

MOS-bingo for getting to know each other

Look for persons who can positively answer the question.

Write down their name in the box and make as soon as possible BINGO horizontally, vertically or diagonally.

I love to take a This morning I At home there I look in the shop I don’ t have much bath! turned off the

light when is more than

one car in front on the label where

the vegetables plastic waste.

leaving. of the door. come from?

I sometimes eat I opt for I turn my com- Sometimes I use I like working in organic or fair

trade. rechargeable

batteries. puter off com- pletely when not in use.

fresh vegetables to make soup with my students.

the garden.

I once participat- There are plants I drink water I often use my I use an ice scraper ed in a transfer

toads action. in my house. from the tap. bike. instead of a spray for de-icing my car windows.

I print dou- ble-sided or use scrap paper as much as possi-

I’m used to take a plane to go on vacation.

I compost at

home. I eat seasonal

vegetables. I live in the city.

ble.

I visit once a I come by I love to take I use a reusable We have a rain recycling shop or

took part in a repair cafe.

bicycle/public transport to school.

a walk in the woods.

box for my lunch. barrel at home.

(54)

ECORoad projectteam

(55)

De Europese Commissie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de publicatie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

2. dat hun kind een cursus niet-confessionele zedenleer volgt. Als ouders op basis van hun religieuze of morele overtuiging bezwaren hebben tegen het volgen van één van de

De methode die wij op school gebruiken gaat er echt wel van uit dat de leerlingen de leerstof, behandeld in de lagere school, goed onder de knie hebben.. Nieuwe leerstof die in

Is je kind ingeschreven in één van de vestigingen van onze kleuterschool, Rozenberg 4 (vestiging Rozenberg, vestiging Singellaan en vestiging Rijpad) dan hoeft het zich niet

 Een kind is definitief ingeschreven wanneer de ouders (de voogd), akkoord gaan met de inhoud van de infobrochure (opvoedend project en schoolreglement) en tekenen voor akkoord. 

Als ouders, school en betrokken deskundigen het er over eens zijn dat voor een leerling het Speciaal (Basis)Onderwijs de juiste school is, dan wordt een

Deze afspraken zijn gericht op verkeersactiviteiten rond de school, te voet, per fiets of auto naar school gaan, halen en brengen van kinderen en wachten en parkeren rondom

Tijdens de besprekingen in de leesgroep kunnen de juryleden praten over wat ze gelezen hebben, over hoe ze lezen, over wat ze goed vinden en wat net niet.... Door te praten en