• No results found

2o)&oióo3. Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "2o)&oióo3. Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ZorginstituutNederland

2o)&oióo3

> Retouradres Postbus 320,1110 AH Diemen Aan de Geschillencommissie van

Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) T.a.v. de heer

Postbus 291 3700 AG ZEIST

2019030339

Zorginstituut Nederland Zorg

WillemDudokhof 1 1112 ZA Diemen Postbus320 1110 AH Diemen

www.zorginstituutnederland.nl info@zinl.nl

T +31(0)2079785 55 Contartnprsnnn

Datum 6 juni 2019

Betreft Advies als bedoeldin artikel 114 Zorgverzekeringswet Zaaknummer 2019025297 Onze referentie 2019030339 Uw referentie 201801603 Uw briefvan 3 mei2019

Geachte voorzitter, commissie,

U hebt op 3 mei 2019 aan Zorginstituut Nederland (hierna: het Zorginstituut) advies gevraagd als bedoeld in artikel 114, derde lid van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Verzoeker en verweerderhebbeneen geschil over de vergoeding van de kosten van boortoestellen van hettype Bernafon Zerena 5 BTE.

Bij uw adviesaanvraag hebt u ons ook een kopie van hetdossier gestuurd, maar een verslagvan de hoorzitting ontbreekt nog. Het Zorginstituut brengt daarom een voorlopig advies uit, dat nog aangepast kanworden als uit hetverslag van de hoorzitting nieuwe feiten of omstandigheden naar voren komen.

Vooraf merkt het Zorginstituut nog op datzijn adviestaak beperkt is tot de vraag of verzoeker aanspraak heeft op eenverstrekking of een vergoeding opgrond van de basisverzekering. Hetadvies van hetZorginstituut kan dusgeen betrekking hebben op een beslissing van verweerder op basis van de aanvullende

verzekeringof coulance.

Juridisch kader Polisvoorwaarden

In artikel 4 vandetussen partijen overeengekomen zorgverzekering is de aanspraak op hulpmiddelenomschreven, met verwijzingnaar het Reglement Hulpmiddelen behorende bij de zorgverzekering.

Dit komtovereen met hetgeen bijof krachtens de Zvw is bepaald.

Aanspraak op een boortoestel voor zover van toepassing

Artikel 2.10, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling zorgverzekering Rzv:

Hulpmiddelen als bedoeld in artikel 2.6, onderdeel c, omvatten hulpmiddelen ter correctie van stoornissen in dehoorfunctievoor zover sprake is van een revalideerbaar oor met ten minste een verlies van 35dB of ernstigoorsuizen.

Pagina 1 van 5

(2)

Redelijkerwijsaangewezen zijn op

Volgens artikel 2.1, derdelid, van het Besluit zorgverzekering (Bzv), heefteen verzekerde slechts recht op een vorm van zorg of een dienst voor zover hij daaropnaar inhoud en omvang redelijkerwijs is aangewezen.

Volgens jurisprudentievan de Centrale Raad van Beroep1 (hierna: CRvB) moet een hulpmiddel geschikt zijn om de beperkingen/belemmeringen van verzekerde inaanvaardbare mate tecompenseren en dienen alsmede deconcrete feiten en omstandigheden waarin de individueleverzekerde op het gebruik is aangewezen, richtinggevend tezijn.

Vervolgensishet, gelet op de Memorie van Toelichting bij artikel 14 van de Zvw, uitgangspunt datde doelmatigheid een onderwerp is datbehoort tot de verantwoordelijkheidvan de zorgverzekeraar. Hierbij kunnen de kosten in overwegingworden genomen. De verstrekking moet nietonnodig duur zijn.

Van een onnodig dure voorziening is sprake als in plaats van deze voorziening goedkopere adequate, alternatievehulpmiddelen voorhanden zijn.2

Keuzeprotocol hoorzorg

Een tooi is ontwikkeld om artikel 2.1, derde lid, van het Bzv toete passen op de hoorzorg: het Keuzeprotocol hoorzorg.3 Verzekerde krijgt door toepassing van dit protocol in principedatgene waarop hij redelijkerwijs is aangewezen.

Het protocol voorde hoorzorg bestaat in beginsel, samengevat, uit de volgende stappen:

een uitgebreide hoortest,

een uitgebreide vragenlijst (zogeheten'Amsterdamse vragenlijst', om teachterhalen welke beperkingen de patiënt ervaartin het horen en verstaan en wat de belangrijke (luister)situaties zijn waarverbetering

moetkomen),

bepalingvan de zorgvraag door de audicien/audioloog, op basis van de uitslag van degehoortest en vragenlijst, en

keuze vooreen boortoestel uitde categorie die bij de zorgvraag past.

Er is een hoortoestellendatabase ontwikkeld, waarin de boortoestellen opgenomen zijn die voor vergoeding in aanmerking komen.4 Erzijn vijfcategorieën waarin de boortoestellen zijn ingedeeld. Deze indeling is gebaseerd op de zorgvraag en de complexiteitvan het hoorprobleem. Categorie5 betreft boortoestellen met een gehooroplossingvoor de meestcomplexe hoorproblemen (zwaargehoorverlies).

De indeling van deze boortoestellen in de vijfcategorieën is gedaan door onafhankelijke audiciens, audiologen en wetenschappers. Hoortoestellen die niet in deze database zijn opgenomen wordenin de praktijk ook wel 'buitencategorie' of'categorie6' hoortoestellen genoemd.

1 CRvB, 15 augustus2007,05/5963 ZFWen CRvB,19 september 2007, 06/1478ZFW.

2 Idem.

3Vanuit Zorgverzekeraars Nederlandinsamenwerking met onder meeraudiciens en de patiëntenvereniging NWS

4 Idem.

Zorginstituut Nederland Zorg

Datum 6 juni 2019 Onze referentie 2019030339

Pagina 2 van 5

(3)

In principe komt eenverzekerde uit met een boortoestel uit de database, passend bij de categorie waarin hij/zij is ingedeeld. Als dit niethet geval is kan een buiten-categorie boortoesteltoch worden vergoed als sprake is van een bijzonderezorgvraag. De aanvraag moet dan gedegen onderbouwd zijn doorde zorgverlener.

Medische beoordeling

Na kennisneming van het geschil heeft het Zorginstituutdit dossier voor een medische beoordeling voorgelegd aan zijn medisch adviseur. Dezeheeft de stukken bestudeerd en deelt hetvolgende mee.

Indicatie

Volgens het in het audiologisch centrum (AC) gemaakte audiogramvan 19 februari 2018 heeftverzoekeraan beide oren een gehoorverliesvan meer dan 35 dB, gemiddeld over 1000, 2000 en4000 Hz. Deindicatie voor boortoestellen staatdan ook niet ter discussie. Volgens de voorliggende informatie heeft verzoeker eenindicatie voor categorie 4 boortoestellen.

Toetsnaar inhoud en omvang aangewezen

Ingeschil is vergoeding van de door verzoeker gekozen boortoestellen, type Bernafon Zerena 5 BTE, inclusief onderandere afstandsbediening.

Behalve een audiogram van 12 mei 2018 is er geen informatievan de audicien (Van Boxtel hoorwinkels) bij devoorliggende stukken aanwezig.

Volgens het begeleidend schrijven van 20juli 2018 van de klinisch-fysicus- audioloog van het AC bij het aldaar gemaakte audiogram is met de Bernafon Zerena 5 BTE boortoestellen een maximaalspraakverstaan van 100% CVC woorden op 75 dB. Verzoekeris zeer tevreden en hij kan deze boortoestellen langer verdragen dan de oude boortoestellen.

Vanwegehuidreacties op de oorstukjes (zie de door verzoeker bijgevoegde brief van 6april 2018van de KNO-arts) is het nodig dat titanium(medischstaal) oorstukjes aangepast worden. Verder is sprake van tremor waardoor handmatige bediening van de boortoestellen niet mogelijk is en hiervoor afstandsbediening nodig is (via een app opde mobieletelefoon).

Verweerder geeft aan dat het Bernafon Zerena 5 BTE boortoestel niet voorkomt in de hoortoestellendatabase van ZN, waardoor er geen recht is op vergoeding uit de basis-of aanvullende verzekering.

Inde e-mail van 19 september2018 geeft verweerder aan dat bijeen aanvraag voor boortoestellen buiten de database eerst tweeproefplaatsingen gedaan moeten zijn met andere boortoestellen uitde databasevan ZN, en dat uit de aanvraag moet blijken dat met deze boortoestellen niet aan de hulpvraag voldaan wordt.

Verzoekergeeft in zijn brief van 30 mei 2018 aan dat het AC in 2016 een

aanvraag opstelde vooreen Phonak Roger Mylink met Roger pen als opvolger van de in 2012verstrekte Oticon Acto. In 2017 werd verzoeker echter getroffen door hartproblemen waarvoorhij een pacemakerkreeg. Omdat beïnvloeding van de pacemaker door de PhonakRoger MyLink, die met een neklus op de borst gedragen wordt, niet uitgesloten kon worden, wendde verzoeker zich tot hetAC om te zoeken naar eenanderehooroplossing. Op advies van een medewerker van de zorgverzekeraar ging verzoeker naar Beter Horen, om het boorapparaat in

Zorginstituut Nederland Zorg

Datum 6juni 2019 Onze referentie 2019030339

Pagina 3 van 5

(4)

bruikleen te krijgen en verlost te zijn van mogelijkediscussies over financiële vergoeding. Volgensverzoeker verliep de advisering door Beter Horen

moeizaam en kon Beter Horen alleeneen boortoestelin bruikleen geven,zoals overeengekomen tussen hen en verweerder. Een boortoestel buitendeze categorie, ook al zou dat een optimaler resultaat leveren, zou volledig door verzoeker moeten worden gefinancierd. Deze ervaring met Beter Horen was voor verzoekerzeerteleurstellend, aldus verzoekerin zijn brief van 30 mei 2018.

Bij de stukken zijn tweeoffertesgevoegd van 21 maart 2018van Beter Horen (categorie 4 boortoestellen: Phonak Naida Q50 SPa€ 740,- en Phonak Audéo B90 R a€ 1.950,-), een e-mail van Beter Horen van 4 april 2018 betreffende de oorstukjes (rond€ 200 voor twee oorstukjes), en een offerte van Schoonenberg van 5 april2018 (categorie4 boortoestel (NovaSense) Elite 60 R 312 Platinum a

€ 1.298,-). Nietduidelijk is of verzoeker deze boortoestellen heeft uitgeprobeerd.

In een schrijven van 26 september 2018 aan verzoeker,geeft de klinisch fysicus­ audioloog van het AC aan eerder verklaard te hebbendat de Bernafon Zerena 5 een geschikttoestel is voor verzoeker, maar dat het boortoestelinderdaad niet is opgenomen in de hoortoestellendatabaseen dat het argument van verweerder alleen kan worden bestreden als het toestel alsnog door de importeurvoorde database wordt aangemeld.

Verder geeftzij aan dat erverschillende andereboortoestellen beschikbaar zijn die wel in de database zijn opgenomen en die voor verzoeker geschikt zijn, zowel van het merk Bernafon als van andere merken. Zij begrijpt dan ook niethelemaal waaromde audicienjuist dittoestel heeft uitgekozen.

Uit de brief van 27 september 2018 van verzoeker aan hetAC is op te maken dat verzoeker denkt met de boortoestellen uit 2007 en 2012 en de Roger Mylink die hij eind 2016 van het AC mocht uitproberen, voldaan te hebben aan de

voorwaardevan het uitproberenvan twee boortoestellen uit dedatabase.

Zoals aangegeven in hetjuridische kader komt een verzekerde in principe uit met een boortoestel uitde database, passend bij de categorie waarin hij of zij is ingedeeld. Het boortoestelwordt doorgaans gedurende eentestperiode uitgeprobeerd en dient hiertoe adequaatte worden afgesteld.

Als een verzekerde aantoonbaar niet uitkomt met een boortoestel uitde database, kan een zorgverzekeraarbesluiten toch tot vergoeding over te gaan van een buitencategoriehoortoestel, op basisvan een 'bijzondere zorgvraag'. De aanvraag moet in datgeval gedegen onderbouwd zijn door de zorgverlener (waarom volstaat een boortoestel uit de geïndiceerde categorie niet voor verzekerde).5 Verzoeker heeft Bernafon Zerena 5 BTE boortoestellen aangeschaft. Nadere informatie over en onderbouwing van dezekeuze ontbreekt bij de voorliggende stukken. Informatie van de audicien ontbreekt, met name is niet gespecificeerd waaromgekozen is voorBernafonZerena 5 BTE boortoestellen en in hoeverre boortoestellen uit de database zijn overwogen. Daarnaast blijkt uit de informatie van de klinisch-fysicus-audioloogvan het audiologischcentrum niet dat verzoeker nietzou kunnen volstaan voor zijn hoorsituatiemet een boortoestel uit de

database.

Ziehieroverbijvoorbeeldook informatie van de patiëntenvereniging, https://www.stichtinghoormij.nl/Items/nl- NL/Nieuws/Voor-iedereen/bijbetalen-voor-een-hoortoestel-hoe-zit-het

ZorginstituutNederland Zorg

Datum 6juni 2019 Onze referentie 2019030339

Pagina 4 van5

(5)

Advies van het Zorginstituut

HetZorginstituut heeft kennisgenomen van de stukken en beoordeeld of verweerderterecht het gevraagde heeft afgewezen.

Gelet op de tussenpartijen overeengekomen zorgverzekering en met verwijzing naaradvies van de medisch adviseur, is het Zorginstituut van mening dat uit de voorliggende informatie niet blijkt datverzoeker niet zou uitkomen met

boortoestellen uit de database en dat een onderbouwing voor het typeBernafon Zerena 5 BTE boortoestellen ontbreekt. Het Zorginstituut adviseertdaarom tot afwijzing van hetverzoek.

Het Zorginstituut merkt nog op dat het krachtens artikel 114, derde lid j°artikel 11 Zvw adviseert hetZorginstituutover geschillen die betrekkinghebben op de vraag of een hulpmiddel een te verzekerenprestatie is en of een verzekerde hiervoor eenindicatie heeft. Voor zoverhet geschil betrekking heeft op de vraag ofverzoeker al dan niet juist/voldoende is geïnformeerd, is het Zorginstituut niet bevoegd te adviseren.

Hoogachtend,

Zorginstituut Nederland Zorg

Datum 6juni 2019 Onze referentie 2019030339

Hoofd afdeling Zorg

Pagina 5 van5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wij hebben een externe onderzoekspartij gevraagd onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor meer gepast en zinnig gebruik van deze geneesmiddelen, of de dagelijkse

Ingeval een ziekte zich ernstig laat aanzien en er direct medische hulp nodig is, omdat er acuut gevaar dreigt voor het kind, bijvoorbeeld als het kind het benauwd heeft,

Artikel 14 van het voorontwerp van wet voegt een hoofdstuk 7bis toe « Geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens met het oog op de weigering van afgifte, de intrekking en de

Daarnaast hebben we klachten en signalen ontvangen over het moeten betalen van eigen bijdragen (zowel over Wmo- als Wlz-zorg), terwijl de zorg niet (als gebruikelijk) kon

Rol: Handelen onder supervisie van [KF]in samenwerking met [naam] (Klinisch fysicus i.o. RNG) Competentie(s): Collaborator, Communicator, Health Advocate, Professional, Scholar..

- Op basis van zorgvraag kunnen bepalen welke metingen nodig zijn en tijdens een meting eventueel de onderzoeken aanvullen voor een goede diagnostiek. -

Onder 'onbehandelbaar smetten' wordt verstaan chronische (> 6 maanden), onbehandelbare smetten, waarbij voldoende hygiënische maatregelen en een

We verwachten jullie om 8.30 uur stipt op het Martelarenplein (= voorkant station) waar we samen de trein zullen nemen naar Luik.. In de namiddag hebben jullie het 7 de lesuur nog