Vlaams Ministerie
van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie
Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrije Basisschool te Deerlijk
Hoofdstructuur BaO Instellingsnummer 19653
Instelling Vrije Basisschool
directeur Bruno Lecluyse
adres Breestraat 65 - 8540 DEERLIJK
telefoon 056 77 50 75
fax 056 77 50 75
e-mail vbs.belgiek@scarlet.be
website/URL www.basisschoolbelgiek.be
Bestuur van de instelling vzw Vrije Basisscholen Sint-Vincentius Deerlijk
adres Hoogstraat 41 - 8540 DEERLIJK
CLB Vrij CLB Groeninge
adres Kasteelstraat 27 - 8500 KORTRIJK
Datum opvolgingsdoorlichting 16/12/2010 – 17/12/2010
Samenstelling inspectieteam
Inspecteur-verslaggever Martine Bekaert Teamleden Jos. Ghyselen Deskundige(n) behorend tot de
administratie nihil Externe deskundige(n) nihil
1. Situering
Bij de doorlichting van november 2007 was het advies voor erkenning GUNSTIG BEPERKT IN DE TIJD.
Het bestuur van de instelling moet vanaf september 2010 kunnen aantonen dat alle tekorten werden geremedieerd.
2. Aspecten die de instelling moet remediëren
• Voor Frans worden de visie en de inhoud van de eindtermen en het leerplan te weinig gerealiseerd in de derde graad.
• Voor wereldoriëntatie worden de visie en de inhoud van de eindtermen en het leerplan te weinig gerealiseerd in het lager onderwijs.
• De lestijden die de school spendeert aan haar zorgbrede werking worden in beide niveaus onvoldoende efficiënt en effectief ingezet.
3. Vaststellingen en conclusies
Tekort Voor Frans worden de visie en de inhoud van de eindtermen en het leerplan te weinig gerealiseerd in de derde graad.
Vaststellingen • Extern gevolgde taalvaardigheidstraining heeft bij de leraren bijgedragen tot een visie op Frans en een procesmatige aanpak ervan, die aansluit bij deze van de eindtermen en de leerplannen.
• De instructietaal tijdens de activiteiten is hoofdzakelijk Frans en ook de spreekdurf van de leerlingen is toegenomen. Leerlingen zijn enthousiast om Frans te leren en om ook in hun leef- en belevingswereld Franstalige elementen op te sporen.
• Het onderwijsaanbod krijgt een brede invulling met ruime kansen tot luisteren, spreken, lezen en schrijven. Een nieuw
onderwijsleerpakket, dat afgestemd is op de nieuwe eindtermen, is in gebruik.
• Het onderwijsleerpakket geeft, veel meer dan de eindtermen en het leerplan, richting aan de onderwijsinhouden. Het nieuwe leerplan is echter nog niet beschikbaar in de school.
• De digitale leermiddelen, horend bij het onderwijsleerpakket, zetten aan tot differentiatie en individuele verwerking van inhouden en vaardigheden.
• Muzisch creatieve middelen zoals muziek, illustraties, gebarentaal, dramatisch spel en spelen ondersteunen een rijk leerklimaat voor Frans.
• De aanwending van het lestijdenpakket is gericht op een werking die is afgestemd op verschillen tussen leerlingen. Niveaugroepen, curriculumdifferentiatie en sticordimaatregelen vinden ingang
doorheen de leerbegeleiding. Daarover communiceert de school ook met de ouders.
• Doelen uit alle domeinen zijn onderwerp van evaluatie.
Methodegebonden en eigen toetsen zorgen voor een brede evaluatiepraktijk. Vormen van zelfevaluatie door leerlingen en procesevaluatie krijgen kansen.
• Het passend volgen van de leerprestaties en de evaluatieresultaten van de leerlingen draagt bij tot bijsturing van de aanpak en/of tot herhaling van bepaalde leerinhouden.
Conclusie Voldoet
Tekort Voor wereldoriëntatie worden de visie en de inhoud van de eindtermen en het leerplan te weinig gerealiseerd in het lager onderwijs.
Vaststellingen • De school heeft in overleg de eindtermen, de leerplandoelen, een aangekocht onderwijsleerpakket en de eigen thema’s gescreend en samengebracht tot een schooleigen pakket.
• Het onderwijsaanbod, verwerkt in dat schooleigen pakket, getuigt van evenwicht en samenhang tussen verschillende domeinen per thema van wereldoriëntatie. De gerichtheid op de doelen voor wereldoriëntatie en de gradatie over de leerjaren heen is daarin voldoende verzekerd. Het pakket bewaakt de totaliteit van de leerplandoelen in het aanbod. Het geeft vanaf dit schooljaar de richting aan in alle leerjaren.
• Het team in de lagere afdeling maakte een aantal afspraken gemaakt rond de gradatie van referentiekaders voor tijd en ruimte.
De integratie en de aanwending van deze ordeningssystemen bij didactische processen en evaluaties is toegenomen. De leraren benutten in toenemende mate de leef- en belevingswereld van de leerlingen om het onderwijsaanbod te verrijken.
• Vooral interne initiatieven zijn aanleiding geweest tot het wegwerken van het tekort. In beperkte mate deed de school daarbij een beroep op de pedagogische begeleidingsdienst om zich te laten
ondersteunen.
• De nieuwe directeur heeft terecht al een aantal klasbezoeken geprogrammeerd. Zo kan hij zich een beeld vormen van de
klaswerking, van de visie van de leraar en van de stand van zaken rond de aangepakte tekorten. Hij levert inspanningen om zich te informeren en te verdiepen in thema’s die nieuw zijn voor hem en die o.a. aansluiten bij de verslagen uit externe controles.
• Naar aanleiding van de nieuwe ontwikkelingsdoelen en eindtermen, en het nieuwe leerplan voor wereldoriëntatie zijn er dit jaar twee pedagogische studiedagen gepland, één rond mens en techniek en één rond mens en natuur. De school wil zich terecht nog verder verdiepen in de visie rond wereldoriëntatie, in het nieuwe leerplan en in de concretisering ervan op de klasvloer.
• Hoewel er geen visie op evaluatie uitgeschreven is, hebben de meeste leraren bij toetsingen aandacht voor kennis, inzichten en vaardigheden. Enige aandacht voor attitudes komt eveneens voor.
• De aandacht voor degelijke leerinhouden bij evaluatie, de gerichtheid op oriëntering binnen de omringende
wereld/maatschappij en denkactivering zijn bij de meeste leraren te onderkennen.
• Foutenanalyses resulteren op niveau van de leerlingen vooral in
zijn voor verdere ontwikkeling op schoolniveau komen nog niet voor.
Conclusie Voldoet
Tekort De lestijden die de school spendeert aan haar zorgbrede werking worden in beide niveaus onvoldoende efficiënt en effectief ingezet.
Vaststellingen • Vroegere contacten met de pedagogische begeleidingsdienst, intensieve nascholing en specifieke deskundigheid bij de
zorgcoördinatoren dragen bij tot de kwaliteit van de zorginitiatieven op school-, leraren- en leerlingniveau.
• De visie en een meer doordachte aanwending van het
lestijdenpakket is in evolutie. De eerste stappen zijn gezet om zorg- en/of ambulante uren flexibel in te zetten. Het schoolbeleid wil terecht nog sterker evolueren om de aanwending van het
lestijdenpakket meer af te stemmen op de prioritaire noden op klas- en/of leerlingniveau.
• De zorgcoördinatoren en de directeur fungeren als contactpersonen tussen personeelsleden, CLB en externe hulpverleners. Ze werken deels vraaggestuurd en ondersteunen de leraren door passende antwoorden of middelen te zoeken voor gesignaleerde problemen.
• Op schoolniveau ontwikkelt zich een visie waarbij de klastitularis doelgerichter de eerstelijnszorg opneemt. Er zijn terecht een aantal duidelijke beslissingen genomen om leerlingen op een gelijkgerichte wijze te volgen. De titularissen leveren inspanningen om in
toenemende mate doelgericht de leerlingen te volgen, te
differentiëren in het onderwijsaanbod en kort op de bal te spelen bij vastgestelde moeilijkheden.
• De school zet een gering aantal lestijden in voor zorg in de kleuterafdeling. Onderwijsorganisatorisch is het voor dat niveau nauwelijks haalbaar om de implementatie van concrete initiatieven op de klasvloer te coördineren en te ondersteunen in de vier vestigingen. De ICT-middelen worden ingezet om de ‘dagelijkse’
communicatie en de informatiedoorstroming tussen zorgcoördinator en leraren mogelijk te maken.
• Het gebruik van het huidige kleutervolgsysteem laat nog niet toe dat alle leidsters zich een gedifferentieerd en gestructureerd beeld kunnen vormen omtrent de ontwikkeling van de betreffende kleuter.
• Binnen een meerjarenplanning in de lagere afdeling introduceert en ondersteunt de zorgcoördinator de visieontwikkeling en het
onderwijsaanbod rond leren leren. Dit met positieve effecten op de professionalisering van de leraren en op het leren van de leerlingen.
• Ook op kleuterniveau zijn er waardevolle aanzetten om de
preventieve aanpak in de leerbegeleiding nog sterker uit te bouwen.
Dit komt o.a. tot uiting in de initiatieven om gradatie in het
onderwijsaanbod te versterken en om doelgericht bepaalde hoeken
te verrijken. Op het vlak van remediëring bij de oudste kleuters verzamelt de zorgcoördinator passende middelen die inspirerend kunnen werken voor de leraren.
• De veelal degelijke voorbereiding van de leerlingbesprekingen (MDO) waarbij de leraar de spilfiguur is, draagt bij tot afspraken rond interne en vooral externe interventies. De leerlingbesprekingen leiden slechts in geringe mate tot concrete afspraken die het doelgericht handelen met de leerlingen in de dagelijkse praktijk sturen en ondersteunen.
• Extra mogelijkheden en/of beperkingen in de ontwikkeling van de leerlingen worden veel vroeger dan voorheen gesignaleerd. Leraren hebben daarbij oog voor de cognitieve, de sociaal-emotionele en de motorische ontwikkeling. Ze doen in toenemende mate een beroep op de coördinatoren. Zo kan een hulpverleningstraject vlugger opstarten en vanuit diverse invalshoeken ondersteund worden.
• De effecten van de zorginitiatieven worden op klas-, leraren- en schoolniveau nog niet nagegaan. De school staat nog aan het begin van een ontwikkelingsproces voor wat betreft de kwaliteitsbewaking van haar zorgbeleid.
Conclusie Voldoet
4. Advies en regeling voor het vervolg Advies
In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning:
GUNSTIG voor de volledige instelling.
Regeling voor het vervolg
Nihil
Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever
Martine Bekaert
Datum van verzending aan de directie en het bestuur:
Voor kennisname
Het bestuur of zijn gemandateerde
Naam: ………