Inspectierapport
KinderRijk Brink (KDV)
Brink 67
1188 NA AMSTELVEEN
Registratienummer: 164827614
Toezichthouder: GGD Amsterdam
Inhoudsopgave
Het onderzoek
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Accommodatie en inrichting Inspectie-items
Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Op 4 augustus 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd.
In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel en aan de beroepskracht-kind-ratio. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.
Beschouwing
Algemeen
KinderRijk is een organisatie met 15 locaties voor kinderdagopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar in Amsterdam en Amstelveen. Daarnaast heeft KinderRijk 15 buitenschoolse-opvanglocaties voor kinderen van 4 tot 12 jaar en 8 halve-dagopvanglocaties voor kinderen van 0 of 2 tot 4 jaar in Amstelveen.
Er is ook een gastouderbureau van KinderRijk. Elke vestiging van KinderRijk staat onder leiding van een locatie- of clustermanager die verantwoordelijk is voor de inzet van personeel en het opstellen en implementeren van locatiespecifiek beleid. De locatie- of clustermanager kan in voorkomende situaties een beroep doen op de aandachtsfunctionarissen binnen KinderRijk.
De locatie
KinderRijk KDV Brink is een kinderdagverblijf met zes groepen. De leidinggevende van het kinderdagverblijf is tevens leidinggevende van een ander kinderdagverblijf van KinderRijk. Ten tijde van het inspectieonderzoek is net bekend dat de leidinggevende voor langere tijd afwezig zal zijn. Er wordt gezocht naar een vervangend
leidinggevende. De toezichthouder heeft op de locatie gesproken met de achterwacht van de leidinggevende.
Op de dag van het inspectieonderzoek zijn er vijftien beroepskrachten werkzaam bij het kinderdagverblijf van wie vier invalkrachten. In totaal bestaat het team uit achttien beroepskrachten.
In hetzelfde pand als het kinderdagverblijf is ook een buitenschoolse opvang van dezelfde houder gevestigd. Het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang maken dagelijks gebruik van een gezamenlijke buitenspeelplaats.
Naar aanleiding van het vorige jaarlijks onderzoek is het huidige onderzoek uitgebreid en is opnieuw aandacht besteed aan de toegankelijkheid van de buitenruimte voor de kinderen van het kinderdagverblijf. De
beroepskrachten verklaren in het huidige onderzoek dat zij te allen tijde naar buiten gaan, ook als het druk is doordat er kinderen van de buitenschoolse opvang buiten spelen.
Oudercommissie
Op donderdag 20 augustus 2015 heeft de toezichthouder een e-mail ontvangen van de voorzitter van de oudercommissie. De oudercommissie bestaat momenteel uit zeven leden. Het afgelopen jaar is er een
adviesaanvraag gedaan over het feit dat er één beroepskracht mag worden ingezet per acht peuters (tussen de twee en vier jaar oud). De oudercommissie heeft hier een negatief advies over gegeven en om aanvullende maatregelen gevraagd voordat de uitbreiding doorgevoerd kon worden.
De oudercommissie is tevreden over het personeel en de inzet van het personeel al is er het afgelopen jaar zeer vaak gewisseld en zijn er veel zieke en zwangere beroepskrachten geweest. Dit was niet altijd even rustig voor de kinderen. De oudercommissie is tevreden over de inrichting van de binnenruimte en buitenruimte, de keuken is uitgebreid met een deel voor de kinderen en ook is de tuin mooi. Wel dient er opgelet te worden aangezien de kinderen van de buitenschoolse opvang ook in deze tuin spelen. De oudercommissie is tevreden over het veiligheidsbeleid; een beroepskracht geeft alleen een kind mee aan de ouder van dat kind, tenzij anders is vermeld. Ten slotte is de oudercommissie tevreden over het gezondheidsbeleid; er is voldoende aandacht voor gezonde voeding op het kinderdagverblijf.
Advies aan college van B&W
Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Het kinderdagverblijf bestaat uit zes groepen. De toezichthouder heeft in alle groepen geobserveerd.
Pedagogische praktijk
Uit de observaties van het handelen van de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende uitvoering geven aan de vier pedagogische basisdoelen. Hieronder zijn enkele voorbeelden beschreven waarop dit oordeel is gebaseerd.
Emotionele veiligheid
De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen begrijpen en reageren adequaat op het gedrag van de kinderen. Als een van de kinderen naar zijn slab wijst, reageert de beroepskracht hierop met 'ja, slab!' Een ander kind is verdrietig en zoekt troost bij een van de beroepskrachten. Zij knuffelt het kind en als het kind vraagt waar haar zusje is, reageert de beroepskracht door te zeggen dat haar zusje in de hoge box ligt te slapen. Het kind herhaalt verschillende woorden die de beroepskracht heeft genoemd en is zichtbaar gerustgesteld.
De achterwacht van de vestigingsmanager verklaart dat de beroepskrachten wordt geleerd om vanuit de ik-vorm te praten. Verschillende voorbeelden die de toezichthouder heeft geobserveerd zijn: 'ik ga weer even de telefoon oppakken', 'ik snap het wel', 'zal ik je helpen?' De beroepskrachten laten zien dat zij de kinderen begrijpen en creëren duidelijkheid voor de kinderen.
In een van de groepen praten de beroepskrachten met harde stem waardoor zij op sommige momenten directief over kunnen komen. De beroepskrachten praten hard, maar zijn erg enthousiast tegen de kinderen en het is duidelijk te zien dat ze plezier in hun werk hebben. Aangezien het welbevinden van de kinderen gedurende het inspectiebezoek goed is en zij zichtbaar tevreden zijn, wordt de emotionele veiligheid van de kinderen voldoende gewaarborgd.
Eén van de kinderen is verdrietig en wil niet vastgehouden worden door een invalkracht op de groep. Als de moeder van het kind weggaat, tilt de invalkracht het kind alsnog op en neemt het mee naar de keuken, om een weegschaal te halen voor het deeg van de cakejes. Bij terugkomst is het kind nog steeds verdrietig en ziet het er overstuur uit. Als het kind bij de vaste beroepskracht op schoot gaat zitten en zij zachtjes tegen het kind praat en het kind troost, is het kind zichtbaar gerustgesteld. Het kind wil graag een speelgoedknuffel en samen met de vaste beroepskracht gaat het kind de knuffel halen. Ondanks het feit dat er in sommige groepen voor de kinderen onbekende invalkrachten zijn, wordt er in elke groep minimaal één vaste beroepskracht ingezet waardoor de emotionele veiligheid wordt gewaarborgd.
Ontwikkeling van persoonlijke competenties
In een van de groepen staat de deur naar buiten met een laag hek ervoor open om de groepsruimte te luchten.
Het is een regenachtige dag en de kinderen wijzen naar de regen buiten. Een van de kinderen loopt richting de open deur en roept dat hij de druppels van de regen voelt. De beroepskracht reageert hierop door haar hand naar buiten te steken. Het kind doet haar na en voelt de regendruppels op zijn hand. De beroepskracht sluit aan bij de behoefte en het ontwikkelingsniveau van het kind.
In een van de groepen is het onrustig als de kinderen vrij spelen. Verschillende kinderen rennen door de groep achter elkaar aan. Een van de vaste beroepskrachten verklaart dat verschillende kinderen nieuw zijn en hun plek nog moeten vinden. Tevens zijn er veel kinderen van twee die in de 'nee-fase' zitten. Als de kinderen horen dat zij cakejes gaan bakken, gaan zij aan tafel zitten en is het rustig in de groep. De beroepskrachten zetten meel, eieren, bakvormpjes en andere benodigdheden op tafel en noemen samen met de kinderen op wat er allemaal op tafel staat. Ook wordt er aangesloten bij de leeftijd van de kinderen door te vragen waar een ei vandaan komt en welke vormen de bakvormpjes hebben.
Uit bovenstaande observaties blijkt dat de beroepskrachten de ontwikkeling van de persoonlijke competenties van de kinderen stimuleren.
Gebruikte bronnen:
- Inspectieonderzoek
- Gesprekken met de beroepskrachten
- Gesprek met de achterwacht van de vestigingsmanager
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de
werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef omvat de stagiaire, de vaste invalkrachten die sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst zijn getreden en de invalkrachten die in de periode van 27 juli tot en met 4 augustus 2015 zijn ingezet. De steekproef omvat in totaal negen personen.
Passende beroepskw alificatie
De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef omvat de vaste invalkrachten die sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst zijn getreden en de invalkrachten die in de periode van 27 juli tot en met 4 augustus 2015 zijn ingezet. De steekproef omvat in totaal negen personen.
O pvang in groepen
Er zijn zes stamgroepen. De groepen Schildpadden, Zeehonden, Walvissen en Dolfijnen bestaan uit maximaal twaalf kinderen tussen de 0 en 4 jaar oud. De groep Pinguïns bestaat uit maximaal zestien kinderen tussen de 2 en 4 jaar oud. De groep Zeepaardjes bestaat uit maximaal negen kinderen tussen de 0 en 2 jaar oud. Ieder kind is in één van de vaste stamgroepen geplaatst en alle kinderen worden dagelijks in groepen opgevangen. Kinderen worden niet opgevangen in een tweede stamgroep indien er extra opvangdagen worden aangeboden.
Aan het begin en einde van de dag, tussen 7.30 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 18.30 uur worden de groepen samengevoegd tot drie groepen. De groepen Zeehonden en Walvissen worden dan samengevoegd in de groep Schildpadden, de groepen Schildpadden en Pinguïns worden samengevoegd in de groep Pinguïns en de groepen Dolfijnen en Zeepaardjes worden samengevoegd in de groep Zeepaardjes. Als de beroepskrachten met de volgende werkdienst aanwezig zijn, gaan de kinderen naar de eigen groep.
Beroepskracht-kind-ratio
Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Er worden namelijk in de groep Schildpadden zes kinderen opgevangen door twee
beroepskrachten. In de groep Zeehonden worden acht kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In de groep Walvissen worden zeven kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In de groep Dolfijnen vijf kinderen door twee beroepskrachten waarvan één boventallig. In de groep Pinguïns worden twaalf kinderen opgevangen door twee beroepskrachten en in de groep Zeepaardjes zeven kinderen door twee beroepskrachten.
Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van 27 juli tot en met 4 augustus 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende
beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal opgevangen kinderen.
De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: van 7.30 tot 17.30 uur, van 7.30 tot 17.15 uur, van 8.00 tot 17.15 uur, van 8.30 tot 18.00 uur en van 8.30 tot 18.30 uur. De beroepskrachten pauzeren ieder 60 minuten tussen 13.00 en 15.00 uur.
Met deze werktijden wordt er redelijkerwijs voldaan aan de kwaliteitseisen omtrent het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio.
Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is, omdat er dagelijks met drie beroepskrachten wordt geopend en afgesloten.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken.
Accommodatie en inrichting
Buitenspeelruimte
In het vorige jaarlijks onderzoek heeft de toezichthouder als aandachtspunt beschreven dat de buitenruimte voor alle kinderen toegankelijk dient te zijn gedurende de opvang van de kinderen. De buitenspeelruimte wordt gedeeld met de buitenschoolse opvang waardoor het druk is op de buitenspeelruimte wanneer de kinderen van de
buitenschoolse opvang ook buiten zijn. In het huidige inspectieonderzoek is opnieuw aandacht besteed aan de toegankelijkheid van de buitenruimte voor de kinderen van het kinderdagverblijf.
De buitenspeelruimte wordt dagelijks gebruikt door de zes groepen van het kinderdagverblijf en door de kinderen van de buitenschoolse opvang, die in hetzelfde pand is gevestigd. In het vorige jaarlijks onderzoek heeft de toezichthouder geconstateerd dat er voldoende oppervlakte buitenspeelruimte beschikbaar is voor in totaal 198 kinderen, namelijk 596 m².
De ruimte wordt ten tijde van het huidige inspectieonderzoek gebruikt door maximaal 73 kinderen van het kinderdagverblijf en maximaal 40 kinderen van de buitenschoolse opvang, tezamen 113 kinderen. Er is dus voldoende oppervlakte buitenspeelruimte voor het maximaal op te vangen kinderen beschikbaar.
De toezichthouder heeft in verschillende groepen gevraagd naar de toegankelijkheid van de buitenruimte. De beroepskrachten verklaren dat zij te allen tijde naar buiten gaan, ook als het druk is met kinderen van de
buitenschoolse opvang. De beroepskrachten verspreiden zich dan in de buitenruimte en letten extra goed op; ook is er voor de baby's een apart omheind deel om te spelen.
Het komt niet voor dat de kinderen van het kinderdagverblijf 's middags binnen blijven omdat het te druk is met de kinderen van de buitenschoolse opvang, waardoor de buitenruimte voor alle kinderen toegankelijk is.
Gebruikte bronnen:
- Inspectieonderzoek
- Gesprekken met de beroepskrachten
- Plattegrond NSO en PSZ Kinderrijk Brink (d.d. 24 februari 2014, toegestuurd op 11 april 2014) - Inspectierapport jaarlijks onderzoek d.d. 2 april 2015
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Personeel en groepen
Accommodatie en inrichting
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar.
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden, overeenkomstig de voorwaarden in de cao kinderopvang.
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
Beroepskracht-kind-ratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
Of
B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : KinderRijk Brink
Vestigingsnummer : 000000000000
Website : http://www.kinderrijk.nl
Aantal kindplaatsen : 73
Gesubsidieerde voorschoolse opvang : Nee Gegevens houder
Naam houder : KinderRijk Dagopvang B.V.
Adres houder : Bovenkerkerweg 4
Postcde en plaats : 1185 XE AMSTELVEEN
KvK nummer : 34321110
Website : www.kinderrijk.nl
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang
Postadres : Postbus 2200
Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM
Telefoonnummer : 020 555 55 75
Onderzoek uitgevoerd door : Mw. W. van Gurp, MSc Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam : Gemeente Amstelveen
Postadres : Laan Nieuwer-Amstel 1
Postcode en plaats : 1182 JR AMSTELVEEN
Planning
Datum inspectiebezoek : 04-08-2015
Opstellen concept inspectierapport : 28-08-2015
Zienswijze houder : 07-09-2015
Vaststellen inspectierapport : 14-09-2015 Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
: 14-09-2015 Verzenden inspectierapport naar
gemeente
: 14-09-2015 Openbaar maken inspectierapport :
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft afgezien van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.