• No results found

DANS EN SPEL. E r valt in den laatsten tijd onmiskenbaar een groeiende. NUMMERS 20ct. JONGE BOERENDOCHTER UIT MARKELO LOSSE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DANS EN SPEL. E r valt in den laatsten tijd onmiskenbaar een groeiende. NUMMERS 20ct. JONGE BOERENDOCHTER UIT MARKELO LOSSE"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)WINTERMAAND 5e. JAARGANG. 1940 No.. 6. STRIJDBLAD VOOR NEDERLANDSCH VOLKSBEWUSTZIJN MAANDBLAD. VAN. DE. Verantwoordelijk Redacteur:. LOSSE. NUMMERS 20ct.. Secretaris. Opstelraad:. {Adres voor tc-Sïsnr! Éng copic). C.. Smidswaior. 2„. J.. J.. STICHTING. C. Nachenius H,. Tel.. VOLKSCHE WERKGEMEENSCHAP". Uitgave: Uitgeverij 's-Gravenhage,. Bierman. s'-Gravznhage,. „. Fronkenslag. „Hamer”. 111. —. Franco per post. US1S&. iDir. R. van. Telefoon 55*1934. f. —. Houten) Giro. 202522. 1.25 per halfjaar. DANS EN SPEL Oude. gebruiken en gewoonten. in. nieuw kleed,. i. Gedachten over Kleederdracht en Volksdans, den laatsten. onmiskenbaar een groeiende belangstelling te bespeuren voor ons volkseigen kultuurbezit: voor kleederdrachten, voor oude gebruiken, volksdansen en volkskunst. Het spreekt vanzelf, dat wij hierover niet anders dan zeer verheugd kunnen zijn. Te lang heeft men al deze dingen óf doodgezwegen, ó£ alleen slechts gezien als merkwaardigheden, die goed waren om gefilmd en bekeken te worden. Wat de kleederdrachten betreft: er zijn menschen, die hartstochteiijk voor het behoud daarvan strijden en er zijn menschen, die ze zonder meer als onpractisch en onhygiënisch verwerpen. Van belang is natuurlijk daarbij, hoe de betrokkenen er tegenover staan: het oordeel van hen komt r valt in. tijd. E. echter meestal niet naar voren.. Deze kleederdrachten zijn meestal zeer schilderachtig; velen, die in hun eigen dracht een vorstelijken indruk maken, vallen, wanneer zij eenmaal het colbertpakje of het jurkje van C, & A. hebben aangetrokken, in het geheel meer op. Uit dien hoofde is het dus uiterst jammer, dat de kleederdrachten zoo snel terrein verliezen. Wij mogen echter nooit vergeten, dat de tijden niet meer dezelfde zijn als toen de kleederdrachten ontstonden en dat het volkomen verkeerd is, wanneer menschen, die zelf niet meer een kleederdracht dragen, om z,g. historische redenen van anderen willen vergen, dat zij de oude dracht trouw blijven. Het moge waar zijn, dat de argumenten voor het behoud van de kleederdracht in vele gevallen juist zijn, evenzeer waar is het, dat soms de kleederdracht inderdaad zeer onhygiënisch is en, zooals bijv, op de Noord-Veluwe, door de nauwsluitende borstlap bepaalde ziekten in de hand werkt. Wij willen geen pleidooi leveren voor het nog meer verstedelijken van het platteland en ongetwijfeld zullen velen, die zich thans vergapen aan slecht zittende stedelijke pakjes, over eenigen tijd weer met vreugde de oude dracht, zij het soms alleen op bijzondere dagen, aantrekken. Wij willen alleen maar naar voren brengen, dat het nooit mogelijk is, iets, dat werkelijk uit den tijd is, kunstmatig in het leven te houden. In plaats van ons dan ook blind te staren op het behoud van wat eens was, is het beter, om ons rekenschap ervan niet. I. I. JONGE BOERENDOCHTER. UIT. Foto Archief Votksdie Werkgemeanschap.. Opn,. De. U.. MARKELO W.. F.. van Heemskertk Düker. zang. en de dans zijn een machtig middel tot hernieu-. wing en tevens een behoefte van een volk, dat weer. tot. levensvreugd naar eigen aard ontwaakt.. geven, dat al deze dingen: kleederdrachten, volksdansen en volkskunst, uitingen zijn van een bepaalden tijd en te. daarnaast. HENK SWEERS.. NUMMER. dragen het schoonheidsbesef en de sym-. boliek van ons ras.. Het. IN DIT. in zich. is. mooi, oude kleederdrachten in stand te houden. veel rijker zou echter onze. O.A.:. DE BEOEFENING DER SIBBE- EN WAPENKUNDE OVER HAGAL EN ZONNERAD DE EUROPEESCHE ZENDING VAN HET DUITSCHE VOLK. —. wanneer zij er in zou slagen om uit den geest van dezen tijd weer een zoo rijk kultuurleven in ons volk te doen ontwikkelen, dat kleederdrachten, volkskunst e.d. als vanzelf weer worden geboren en gemeen goed worden van hen, die thans alleen nog maar oog hebben voor fabrieks- en bazargoed en voor tijd zijn,.

(2) VOLKS CHE WACHT het. bovengenoemde. Wat. ook. wij echter. colbertje.. niet vergeten. mogen. is,. derdrachten veel terug is te vinden van de in vroeger eeuwen, dat dus kleederdrachten andering onderhevig zijn geweest en dat anderingen misschien aangebracht kunnen. stedelijke. mode. steeds aan ver-. ook thans verworden om de dracht op de hoogte te brengen van onzen tijd. Daarmee wordt het wezen van de kleederdracht niet veranderd. Zoo is het ook met de volksdans. Deze draagt in zich zeer oude uitingen van levensblijheid en godsdienstig besef van onze vroege voorouders. Zij heeft in zich opgenomen, en is daardoor veranderd, de gebruiken van later eeuwen. Zij is in sommige gevallen verworden tot een kijkspul zonder eenigen diepen inhoud, alleen nog maar goed om het vreemdelingenverkeer een goeden dag te bezorgen. De eenige verdienste, welke er soms nog in schuilt, is, dat de trouw aan de gewoonten der voorvaderen er in tot uiting komt, terwijl bovendien voor ons deze dansen waarde hebben als levende resten van vroeger tijd. Waarom gaan wij hier zoo diep op in? Wij, zeiden het reeds in den aanvang: er is een ontwakende belangstelling voor deze dingen, ook en in het bijzonder voor den volksdans.. Moeten deze volksdansen nu zonder meer worden na-geaapt? Moeten oude dansen, die in hun tijd en uitgevoerd door de menschen, die hen van ouder op ouder dansten, waarde hadden, worden overgeplant in een geheel vreemde omgeving en daar kunstmatig volksche waarden trachten te wekken? Wij gelooven niet, dat dit de weg is. Wij zijn geen bewonderaars van „volksdansleesten" op een Kurhausterras of van een „volksdanskermis”, zooals die eens in Arnhem is gehouden. Wij meenen, dat al hetgeen aan oude volksdansen in ons land bestaat in den oorspronkelijken vorm gedanst moet worden in den streek waar het thuis hoort. Boerendansers uit het een of andere dorp, die blijken geen van allen boeren te zijn, maar in kleederdracht gestoken brave burgers, kunnen ons niet bekoren, want ze zijn niet écht. Dat is de eene kant van de zaak. Daarnaast is het echter tevens juist, dat. in. £en, iwaJiAtet. dat in de klee-. Het woord Indogermaansch is algemeen gebruikelijk, maar voor velen die het voor het eerst hooren misleidend. kleurlingen. En Zij denken dan aan Indië en Indo, aan toch heeft het daar niets mee uit te staan. Wij bezigen het schiep en wel juist voor die kuituren, die het Noordras van Engelsch-Indië in het Oosten, tot aan de Germanen in het Westen en wat daar verder tusschen ligt. Deze „Indiërs” in het Oosten, de Arische Indiërs of Inbehoorden tot een grootere groep, die zich do-ariërs, Ariërs noemden. Het gaat bij het begrip Indogermaansch dus om Ariërs in het Oosten en Germanen in het Westen. Daarom zou een betere benaming zijn Arischgermaansch en wij durven die ook aanbevelen, daar niemand minder dan Olto Paul in de serie „Sei deutsch!” derde deeltje bl. das Indogermanische, besser gesagt Ger7 zegt: .” Wat weerhoudt ons het in te voemanisch-Arische. ;. .. ren?. Het. men. te zijn.. .. ons alleen maar, hier niet eerder op geko-. spijt. N.. O. UITGEVERI] „HAMER’ Frankenslag 111. ’s-Gravenhage,. HAjMÏER. Telefoon 554934. Verschenen. -. Giro 202522. :. ZINNEBEELDEN. NEDERLAND. IN. het bijzonder de. volksdans een uiting is van levensblijheid, zooals onze voorvaderen, toen hun levensrichting nog niet te zeer van het aardsche en van hun taak hier beneden was afgewend, deze kenden. Ook onze tijd is er één, waarin men het leven weer aandurft, waarin men weer met de beide beenexi op den grond wil staan en waarin men in de eerste plaats hiér zijn taak wil zien, binnen zijn volk, binnen zijn ras. Hand in hand met het ontwakende rasbewustzijn en met de erkenning tot het leven zelf gaat de behoefte, de levensvreugde te uiten in dans en spel. Deze dansen zullen anders zijn dan de dansen, die in de laatste tientallen van jaren, in de eerste plaats vanuit Amerika, tot ons zijn ge-. komen.. Want. dien, en dat. van ons ras en bovenveel belangrijke!, zij zijn, mét de muziek en bij behoort, zeer beslist gevaarlijk voor ons. dié. is. de sfeer die er. dansen. zijn niet. ras.. Wij kunnen thans. telkens lezen, dat in café's op boeren-. dorpen dansmiddagen worden gehouden met muziek van de een of andere „band” onder een mooi-kiinkende Engelsche naam. Dat is èn belachelijk, èn in-droevig. daarover zijn vele het eens. Maar daarmede is het vraagstuk niet opgelost.. Eenerzijds. is. de oude volksdans verdwenen en anderzijds. de Amerikaansche danswoede doorgedrongen tot in het kleinste dorp op ons platteland. Hier, evenals met de kleederdracht, luidt eigenlijk de vraag: wat kan onze tijd ge-. is. ven aan eigen levensuitingen, levensuitingen die in overeenstemming moeten zijn met onzen ingeschapen aard en die bovendien in hun vormen van dézen tijd en niet uit den ouden doos zijn? Alleen, wanneer op het gebied van den volksdans zóóiets mogelijk is, is er kans, dat èn de jazz, èn de daarbij behoorende dans als wezensvreemd geleidelijk aan worden afgewezen en is er bovendien kans, dat eens weer ons volk op hoogtij-dagen aan zijn feestvreugde aan zijn volksverbondenheid en aan zijn diepere gevoelens uiting kan geven, óók in den dans! Dan is de volksdans een zich-bekennen tot het leven en niet een reliqui, die met kunst en vliegwerk in het leven gehouden moet worden of een na-aperij, omdat men met den vorm genoegen nam, zich niet meer bekommerend om den inhoud. Ir. H. J. van Houten.. 2. Prijs f. 3.50. door Ir.. W.. Ir.. H,. F. J,. 112 Een. In. van Heemskerck. van Houten foto’s. Düker. l.i.. l.i.. op zwaar kunstdrukpapier tekst. beknopte, overzichtelijke Formaat 21 x 24 cm.. deze serie. plaatuitgaven. zijn in. nog verschillende andere. voorbereiding, o.a.. Friesland Saksenland Volkskunst in Nederland Vroeghistorische vondsten. Frankenland in. Nederland.

(3) VOLKSCHE WACHT. nummer gedroegen. In het vorige. wij ons vermoedelijk een. weinig kettersch toen wij de woorden van Chamberlain aanhaalden, om te wijzen op het gevaar waar onze schoone taal aan blootstaat, het gevaar dat haar bron verstopt.. Wat. hebben wij aan een verstarde taal, een taal die niet meer vormen en beelden kan, die niet meeleeft ons leven in dezen nieuwen tijd? De groote vraag is: hoe ontkomen wij aan een toenemende slordigheid, zonder de taal te doen verstarren tot een school-taal; hoe behouden wij het levend gevoel voor uitbeelding en hoe ontkomen wij aan een abstractworden van onze taal? Een Sakser beklaagde er zich over, dat er wel een Friesche taal was, maar geen Saksische, geen erkende gouwtaal, of hoe U dat wilt noemen, doch een reeks van streektalen, die tesamen het Saksisch vormen. Is het te betreuren? Zou een taal tot schooltaal, tot officieel Saksisch kunnen worden zonder dat haar bron ging verstoppen? Het is in de eerste plaats een onderwijsvraagstuk en wij willen niet anders dan er alleen op wijzen, dat dit vraagstuk er is en om oplossing vraagt. Een levend kunstwerk heeft zeer zeker „regels”, doch de kunsthistoricus mag ze ontdekken, ook de kunstenaar mag ze zelf ontdekken, maar zeker is, dat het kunstscheppen aan de regels vooraf gaat en zich niet aan de regels stoort. Iets dergelijks. maar de. het met de. is. maken geen. regels. Taal heeft ,,regels ”, zoomin als de regels in Wij leeren de kinderen. taal. taal,. de kunst een kunstwerk maken. regels en „verstoppen de bron”,. ïs. er een uitweg?. W inkler het voorwoord r. In 1885 schreef. in zijn. werk over. Nederlandsche geslachtsnamen. Spelling? De haren zullen U te berge rijzen: gebrek aan vaste regels om van te huiveren: en de man geeft het nog toe ook. Luistert, en zoo gij uw taal liefhebt, zult gij zien dat deze taal waarlijk. „louter”. is,. zooals de schrijver het zelf zegt-. „Reeds een vluchdge. de volgende bladen doet den opmerksamen lezer bespeuren dat de taal waar in dit boek geschreven is, eeniger mate afwijkt in zinbou, woordegebruik en spelling van de hedendaagsche hollandsche boeketaal. Zeker! Ik ben dan ook geen Hollander. Een Fries ben ik. Maar als zoodanig een goed Nederlander. Waarom zoude ik dan mij zelven dwingen om mijne gedachten, gelijk zij in friesche bewoordingen, en blik in. vooral in friesche formen, in mijn frieschen brein ontstaan, kunstmatig om te zetten in school-hollandsche woorden. en formen?. Zoo doende zoude. ik zelf. mijn eigen. werk be-. gewrongen, onnatuurlik, leelik maken. En zoo dwaas ben ik niet. Ook in deze zake geldt mij „Vrijheid, blijheid. En al is dan mijne taal niet onnoodiger wijze nieuerwetsch schoolmeesters-holderven, mijn. gekunsteld,. stijl. stijf,. ’. Zij. is. —. goed-nederlandsch, zuiver dietsch is zij zeker. louter. Op een enkel kunstwoord na (b.v. pathrony-. landsch,. mikum, dat. herhaalde malen heb moeten gebruiken ter afwisseling met het anders al te vaak voorkomende woord ik. vatting. van. derlandsch. taal niet in. de mijne. is,. ons. bijzonder-hollandsche. aller. algemeen-ne-. kluisters te klinken,. meenen. De man, die onbevangen oordeelen wil en die de woorden verstaat in hunnen oorsprong, moet mij gelijk geven als ik b.v. aleen {al en een), waneer (wan en eer), Engelland (het land der Engelen of Angelen), enz. schrijve,, in stede van alleen (al en leen?), wanneer «wan en neer?), Enge» land (’t land der Engen?) zoo als het algemeene gebruik in Noord Nederland eischt. Ook zal men vinden dat mijn zinbou en woordvoeging niet altijd en overal overeenkomen met den zinbou en de woordvoeging die door hollandsche schoolmeesters, in schoolschen waan bevangen, aan onze taal tot wet is gesteld. Om een enkel voorbeeld te noemen: in het gebruik van het woordje dan, in plaats van als, na den vergelijkenden trap der bij voegelijke naamwoorden, Waar de doode regel van den schoolmeester in strijd is met den regel die de levende spreektaal volgt, daar geldt voor mij slechts de laatste. Hier en daar, waar het pas gaf en het mij zoo vrijelijk behaagde, heb ik ook gebruik gemaakt van ’t oude loochenwoordeke en, dat wel door onze hedendaagsche taaïbedwingers verworpen is, maar dat in den volksmond, vooral in onze zuidelike gewesten, en ook hier en daar in Holland, nog leeft, en dat door de beste vlaamsche schrijvers nog wel gebezigd wordt, terwijl het zoo veel bevalligheid en zoetfloeiendheid aan de taal verleent. En ook daar heb ik mij nog niet aan vaste regels gebonden, waar ik afwijke van den geijkten regel. Ik spreek en schrijf eenvoudig zoo als mij de gedachten in mijn brein ontstaan, en juist zoo als dat op dat oogenblik mijn geest mij de woorden op de tonge legt of uit de pen doet floeien. Al die vrijheiden neem ik mij, naar eigen welbehagen, en in spijt van wien er zich aan. Toch. moge. is. mijne ketterij niet al. te bar,. zoud. ik. ergeren.. wie zou zich ergeren, die weet dat de taal leeft en de regel dood is? Doch zegt het eens aan een starren schoolman, hij zal LI niet verstaan. En nu wij toch aan het overschrijven zijn, wil ik U de slotwoorden niet onthouden, welke zoozeer naar onzen geest zijn: „Voor dorre geleerden betoogingen heb ik mij, bij de samenstelling er van, gewacht. Alle wezen en schijn van boekekast-geleerdheid heb ik vermeden. Immers was het mijn streven dat mijn namenboek (evenals vroeger mijn gousprakenboek ook leesbaar zou wezen voor den eenvoudigen beschaafden man. Maar tevens heb ik getracht het niet geheel verwerpelik te doen zijn voor den geleerde, voor den taalkundige en den geschiedvorscher in d’ eerste plaats. Ook zal de man, die zich met de geschiedenis der beschaving van ons volk inlaat, en die geerne d uitingen van ons volksleven gadeslaat, dit boek, zoo ik hope, niet zonder eenige voldoening ter zijde leggen. Dit werk en bedoelt anders niet als een eerste poging te zijn op het gebied van de beoefening onzer geslachtsnamen, eenvoudig, sliucht end riucht.” J. C. N. Ja,. ). vadersnaam), is alles zuiver nederlandsch. En dat kan men van de meeste werken der hedendaagsche Hollanders niet getuigen.. Een ingeschapen. Ach. neen!. van eigenweerde beter weten in, de. luide sprekend gevoel. als vrije Fries verbiedt mij. om, tegen. wetten te volgen waarmede hollandsche geleerden, zeer verdienstelike en hoog geleerde mannen, maar wier op. 9^maanA^-/iatnaajtd£/i „Het moet ons duidelijk worden, dat het begrip „Ro~ maansch” overeenkomstig zijn ontstaan, niet van gelijke waarde is als het begrip „Germaansch Het laatste slaat op een volkenfamilie van gelijk bloed, die vanaf 2000 jaar vóór onze tijdrekening, met de middelen der wetenschap bereikbaar is; het eerste is laat onstaan en slaat op de overgebleven resten van het volkenmengsel uit het ondergegane Romeinsche rijk, verbonden met de werkelijk niet geringe toevoeging van toegestroomde Germanen. En wie heeft aan dit verwaarloosde mengsel weer vasten vorm gegeven? Dat waren juist die Germaansche volksdeelen. „Germaansch” sluit al het Romaansche uit, maar „Romaansch” is zonder de Germaansche bijmenging niet ”.. Wij zeggen. foei,. de Duitschers pfui, de Franschen fie en en wij geven daarmee onze afkeuring. —. de Engelschen fi te kennen. Opmerkelijk is de overeenkomst dezer klanken in deze Indogermaansche talen. Mogelijkerwijs hangen zij samen met ons woord vijand, dat een ooroude stam heeft, n.1. pi haten, hoonen. Onverwoestbaar is dikwijls der vaderen erfdeel vaak juist in dergelijke uitdrukkingen.. =. denkbaar,”. Otto Paul..

(4) ±. VOLKSCHE WACHT. De. Wapenkunde. beoefening der Sibbe- en. uit. Volksch. belang een vereischte! in door Dr. H, KITS. R Hoe. eeds in de tweede helft der 13e gerlijke. familiewapens. Holland. in. als. dusdanig voor, zoowel hier. als daarbuiten!. van een geslachtswapen ons. vorm. en opnieuw voor ons leven de voor de betrokken families belangwekkende voorvallen, waar dikwijls het wapen zijn ontstaan aan te. danken. Een. eeuw komen bur-. doet zoo'n oud familieteeken, in den. dikwijls. NIEUWENKAMP. zien. heeft.. ieder. kan dus een wapen aannemen én voeren in zegelring, cachet of anderszins, doch men doet goed, bij een nieuw te ontwerpen wapen voorlichting Ce vragen van een ter zake kundig heraldicus om heraldische onjuistheden te vermijden. Er is immers reeds genoeg knoeiwerk op dit gebied geleverd, óók door graveurs, die in t geheel niet (!) of onvoldoende heraldisch onderlegd bleken. AI geeft men zich uit voor een heraldisch teekenaar of graveur, daarom behoeft men nog geen heraldicus als dusdanig te zijn en omgekeerd. Het dient echter gezegd, dat in vc e gevallen de heraldische artisten géén schuld treft en wel speciaal in die gevallen (en dat zijn er niet weinig!), wanneer de opdrachtgever last geeft een bepaald wapen zóó en niet anders af te beelden, omdat. het van oudsher reeds zóó en niet anders in de familie is gevoerd! Meestal hebben we dan te doen met de hoogst onheraldische Se eeuwsche afbeeldingen, ontstaan msschen 1700 en 1800, uitgevoerd 1. .. .. .. 1. in rococo-,. barok- of empirestijl. (. 1800), die,. ... .. omdat. van oudsher in de familie voorkomen. ook zóó maar moeten blijven, dat heet dan „origineel doch men houdt er géén rekening mee door onkunde), dat men op die manier een wanstaltig heraldisch product helpt bestendigen, veelal in t minst niet meer beantwoordende aan de elementaire wetten der heraldiek en haar oorspronkelijke doelstelling. Het zijn met recht ze zóó. ,. .. .. 1. ',. (. Anderen weer houden levenswijze lessen in, den neerslag van voorouderlijke vermaningen, welke getuigenis afleggen van de ernst en de blijheid des levens of van andere gevoelens, kenbaar gemaakt d.m,v. de wapenspreuk of verzinnebeeld en vastgelegd in het geheele wapen. Dat te weten, doet inderdaad de wapenkunde voor velen méér dan een. zijn. maar. ijdele. „Spielerei. ’,. zooals leeken dit laatst^. op den voorgrond willen doen treden. Er is wel eens gezegd: de heraldiek is een brokstuk van de erfenis der vaderen, hetgeen volkomen juist is. Een wapen is een piëteitsvol aandenken onzer directe voorai te dikwijls. vaderen!. Naar. aanleiding van het voorgaande. velen zich zullen verdiepen. opdat. zij. het. in. is. het te hopen, dat. „wezen. der heraldiek,. belangstelling toonen voor de kunstvolle, heral-. met de dikwijls onsmakelijk uit gevoerde en gebruikte initialen-lakstempeltjes van tegenwoordig, opdat allen die voor historie en voor oudere en nieuwere ornamentiek en symboliek voelen met meerdere belangstelling, dan dikwijls tot dusver het geval was, een of ander wapenschild zullen bekijken, door zich misschien tevens de moeite te getroosten, er iets meer van te weten te komen, wanneer de mededeelingen ter plaatse hen slechts gedeeltelijk kunnen bevredigen. dische zede,. Wat. in. tegenstelling. wapenkundige misbaksels, den vervaltijd van de heraldiek, door een niet meer begrijpen van het oorspronkelijk doel. ontstaan. in. Dikwijls. werd. een levensideaal in den vorm van één of meerdere symbolen vastgelegd in het gekozen wapen, toen de wap -ns nog golden als p e r s o o n ij k e ken £ee kenen; eerst omstreeks 1200 werden de wapens erfelijk. Ook de een of andere ingrijpende gebeurtenis in het leven van den eersten wapen voerder der familie werd meerdere malen vas.gelegd in het wapenschild, om dat voor hem en de familie van zoo groote beteekenis zijnde voorval, aan de vergetelheid te ontruk1. ken.. het. burgelijk. kan. betreft,. ik. wapenrecht. hieraan toevoegen, dat het aan een ieder. een familiewapen te voeren of aan te nemen, wanneer er in het laatste geval tenminste een ernstig onderzoek naar ingesteld is. Vele wapens immers zijn in het beruchte Vergeetboek geraakt, doch daarom nog niet verloren, zoodat in de meeste gevallen tot. nog. toe veroorloofd. is. zoo n zoekgeraakt wapen nog wel hier of daar is op te sporen en te achterhalen in de archieven, afbeeldingen op grafzerken, lakafdrukken, zegels e.d, Men dient dus niet te spoedig over te gaan tot het aannemen van een wapen, doch eerst al het mogelijke in het werk stellen het op te. oude bescheiden en werkelijk, voor méér dan heeft men kans het oude familiewapen hier of daar. sporen. 50% te. uit. achterhalen!. Vroeger. in. bestaat er. Rusland en nóg in Portugal en Duitschland een bepaalde wetgeving op dit gebied, waar-. over later meer. Evenwel. verboden de wapens en. 4. Martin Luther (H83-154Ó). is. het zeer zeker uitdrukkelijk. titels te. voeren van adelijkeEamilies*. Zoo in. plaatste bijv. de. bekende hervormer Maarten Luther. een blauw schild een zilveren heraldische roos, beladen. met een rood. hart,. zilveren kruis, alles. hetwelk wederom beladen. met een omgeven door den gouden zoom. Volis.

(5) NEDERLAND’S STAMBOEK o. KWARTIEREN VAN MAFKTKN. «nm. nwuj. TROMP. HAfil’ERTSZ. " “i. j. mSm. 'tl.. 2 v. «Vil. •:. p.V’v. <. >. 1.;;. '. />. '. (*£>(#. 's. 9. T. tctt. |\S,. *5-i Ï ‘n. Wij. ïrEU. ’. Jw». •»«. 1>'. s,. n. jwi. t$. is. i^’iM k,. •”••.. ,,. r;-:. /. A'*i. > '*. i. *»,. V. ^. ’. -'. •. ‘. *1. M. lt. '. <-. £<. k. •. -• ju-. f'. 1. Jfc. J. J-fcJl. VAN. v;. r>3. A 1> R 1(1!. .\. N HEI VEL.. Ir,. \i. :*.. I. ,'JMi. *-. «v, •-.. :. n. M. i. 2t. f. |tj. 7|. ti*U:r r. ,!/;. IC». [ >'->*. S. 'f-j.’. t(lf. li^J. ,W. '.;. N,. ,. J. »!(;*».. :". '(.(. >. * .}ƒ j I. ^. M. :'.. *. A .W*. r. • ».(". f.. 't t't. *. '. .. '.. /*'•. i. , *. j. +. f. p. '-tik-. «.. -.. ;*/h. .. /. /«^v.4 r.ti 6 fjyhj i. ft*-. [. ;i Hv.' #<*lï. —. r7"-'r <. !7. 7¥5^ "‘•s. t rjl?. t. i. r. .7*^'. Wr.. V'. '>>;. .. van. ... 4ïitacat;vf r. '. ,. I. i. /', HÜnlj si<f. (ttt. i. 'J **. „V v.. ilEft'!. s-. .. VS,. t. ,'-'r^r>. v. ‘/H r. *. Ifïitiitiii-E’. (’J. Ur. ,. 1*. 5i*. i<^<(. v’^'^. **. a 1*1. •. kOA. i. r .'. :v.i. ’i-. II. «v *. 1 1'. I. ~. ". f. 1. f in. ïfgt. j. \\ MER üVCK-. V. •.. 1. f. t. I f. .. •. "ïfs f Eti. .. ‘. nirrp £41v. V.\V jtn>. ’.. i. :. .IA. •. lo. DE ïlAES. fV/wr.'V;. f. t<, rV.. •. (v/iAhH-. 'i. —. ‘~*. f. /r’. it£. 14. :. JV /*-<. J i*. TM A;>. VAN. *1. /fr.'ttr;. "-JSfTV? n^niw. f. i. i.. ;•><. -. r*. ,v. J*ï. A‘. /, ,'. I. ‘O. .. V» (. l'. iU£J„. <. 1. :. I. 4,. '3. 1 P. V. o. !. -Md. ‘V'lf. I. J V 'p. L. t. 1. f. A. 1'. '. V. .. i. ". i. _. ƒ. (. *. 4. Vi'. ,-_. '>. ;j. ƒ. >. i. ifitl.. i t»:i. .. 1. r^r—. A j. «j. •5. •. JÊN. .. -. ,. vAv; /. BL^aC. É8^. t£*. o;-r?. V. mSmsm, jm?\ b£> , /mSSsW. f'. V. ^> -^5 mA. ;. ,. V*'». *-. r. .». S-J v. -. f p.. V. Tj. •. ,. aF. r. *. •. ra BI >MAS! «A s®r. v.:>. i ). d. #•% I*JK ^7*W$s*gm JS. «ÖtfM. >. \. 1. :. ^=&r. •. t'iV ***. ^o4a_. ~,v,/. E'. f. •-. .... .i. .. 4. ;. ‘. 1. 1.. 1. a. \'. !. \. ;\. ui,. .. n. i. :. m. i&v(. iV*i/ i“. tk €fe-N. r. f. w r"£-m. \. ??*. '3, \\. ,. .. V v.« -••f *?. M. ,'A ’c'. /ï.. IS.. I. ,. Ei. i*. S. ]. ‘ï». ie JA>i;. -. I. *. y. ;ijy^rf. ï. jV.v. PI. ,-/(. v. V>V. lï. t. •. rf.i. it. i’-xV. 5. uvc/y.-,?^. ;:v. *?'’. .. J'iy.. t. >0 i. Jft; .vV«v*<‘/ 2ii'.1ji*U. »* “A.. u. j .1». iA*a. ierboven. bezem. in. U. ziet. de kwartierstaat van een van Neerland. de mast, de zeeën schoonveegde van de vijanden van ons gemeenebest.. Aan. de. achterzijde. U. vindt. *. niet. groote zonen, die met den. s. blanco. een. U. voor. kwartierstaat. onbekend, dat de daarop voorkomende gegevens, geacht worden aan. personeel in overheidsdienst bekend te. zijn.. Als. U. de voorloopige verklaring naar beste weten afgegeven, maar. De. anders dan van hooren zeggen geheel bekend?. U. voor. het invullen op moeilijkheden. stuit,. Stamboek”, die zich reeds jaren op. wendt dit. dood. zoo. oogenschijnlijk. deze,. U. zijn. U. simpele,. opgave. dan vol vertrouwen. tot. gebied gespecialiseerd heeft.. 2ij. U. wel het. U. inderdaad. een pracutige ge-. dan verbaasd. zult. U. leden van. alle. deze gegevens. te vullen,. is. ongetwijfeld de gevraag-. lange winteravonden geven. legenheid deze blanco staat eens rustig nauwkeurig in. gegevens. U. daartoe behoort, heeft. Het. zelf.. ontbreken.. staan, hoeveel. Indien. LI. bij. de Nat, Ver. ,,Nederland’s. garandeert hare leden reeds. van hun lidmaatschap een volledigen kwartierstaat van 8 overgrootouders geheel compleet uitgewerkt, in de volgende jaren ontvangt IX steeds verdere gegevens, terwijl al het voor. in het le jaar. en door. U. verzamelde vastgelegd. blijft in. den anderen kunnen helpen, van wie lidmaatschap. zijn. of ƒ 5.. —. Uw. beurt ook weder hulp ontvangt.. De. kosten van. alleszins bereikbaar, en bedragen, behalve een. van ƒ0.50 voor het aanleggen der voor. U. bestemde dossiers, slechts. ƒ. 0.10 per. per jaar, te betalen in door Uzelf met het hoofdbestuur of den plaatselijken vertegen-. woordiger ten Uwent vast geïllustreerd elke dit. op. ook voor niet-kapitaalkrachtigen. eerste inschrijfgeld. week. U. haar stamboek van het Nederlandsche Volk, en duizen-. maand. onderwerp, dat van. te stellen termijnen.. Het maandblad. ,,. Sibbe. het licht zal zien, bevat, behalve een keur. alle zijden belicht. ',. dat vanaf. van interessante. 15-1-1941. rijk. artikelen over. wordt, een vraag en antwoordrubriek die voor. U. duistere. punten onder de algemeene aandacht brengt en oplost. Een proefnummer van het orgaan, zoomede. van de beide door de vereeniging uitgegeven vlugschriften „Waarom geslachtkunde” en „Nationaal. Stamboek” worden. LI. op aanvrage aan het hoofdbureau gaarne toegezonden.. ADRES: VEREENIGING NEDERLAND. 'S-GRAVENHAGE, TELEFOON Lidmaatschapsgelden. te storten. S. STAMBOEK, WILLEMSTRAAT. 117869.. op Postrekening 197284 t/n van jurriaan van Toll,. 47..

(6) G. G. G. "3. T3. H3.

(7) VOLKSCHE WACHT gens de overlevering, zou het volgende bijschrift bij het wapen van Luther zelf door hem gemaakt zijn. „Eines Christens Herz auf Rosen geht, So das Kreuz immitten steht.” De cirkel stelt de Godheid voor; het eeuwige dat blijft.. Ten. nog. slotte. paar Friesche voorbeelden. Het. een. is. slechts een greep.. De. oorspronkelijk doopsgezinde Groningsch-Friesche fa-. milie. Hoeksema voert. wapen: Doorsneden: I, in blauw 3 koolzaadplanten, geteeld en gebladerd van groen, bloemen van goud, geplant naast elkaar op grasgrond; II, in goud een blauw boerenmouwvest. Helmteeken: een rechter mansarm, blauw gekleed, de arm tot de elleboog ontbloot, voering rood, de hand tot vuist gebald van natuurlijke kleur. Wrong en dekkleeden: goud en als. Des Heeren woord met aandacht hoort, Komt daartoe met hoopen als Hinden loopen. Volgens de overlevering zou de naam Hindeloopen ontstaan zijn uit het fei;. dat in het bosch van Kriel zooveel herten voorkwamen. De Friesche koningen eertijds hofhoudende te Stavoren, kwamen geregeld in dat bosch jagen. Het strekte zich ten Westen en Noordwesten van Hindeloopen uit. Op de plaats van het huidige Hindeloopen hadden de Friesche vorsten een jachtslot. (Vgl. ’s Gravenhage voor de graven van Holland). Reeds in 719 is er sprake van een nederzetting, welke zich langzamerhand ontwikkelde met het oude jachtslot als middel-. genoemd. punt; in. jaar. werd. dit. dorp door de Noormannen. uitgeplunderd en verbrand.. blauw. De koolzaadplanten duiden op het olieslagersbedrijf van den stamvader, als hoofdplaats in het wapen, terwijl het blauw boerenmouwvest in gouden veld het beroep van. „blauwverwer”, thans reeds méér dan 100 jaar door verschillende leden van het geslacht Hoeksema uitgeoefend, symboliseert; tegenwoordig als chemische ververij en stoomwasscherij.. De arm. helmteeken verzinnebeeldt de mannelijke kracht en vooruitgang gepaard met werklust in bedrijf of als. beroep.. Het wapen. van betrekkelijk jongen datum, en het geslacht wordt o.m. vertegenwoordigd te Leeuwarden en is. Sneek,. Belangwekkend. ook. het. in vele opzichten,. door een stelselmatig en ernstig ter hand genomen archiefonderzoek, de geschiedenis van een familie na te gaan en zoo mogelijk de oorsprong van het familiewapen na te vorschen. is. nog het volgende wapenrijm voor Ameland: De Amelander Schalken.. Ik geef. Hebben gestolen drie balken; ’s Avonds in de maneschijn. Daarom zal ’t hun wapen zijn.. Na. het burgelijk wapenrecht in dit opstel behandeld te. hebben,. Van. der Laars voegt hier aan toe, dat er een legende zou bestaan, waarbij de Terschellingers de Amelanders beschuldigden hun bij kwartier-maan drie balken te hebben. ontvreemd,. Wellicht hebben we hier met het oude gerichtsheri of het zonnehert te doen. Het bosch-heiligdom, dingplaats in het heiligbosch van Kriel, waar ter plaatse de nederzetting, het lateren Hindeloopen ontstond. Het wapen is een zgn. „sprekend’’ wapen, afgeleid van den naam. zijn. we. thans gevorderd. gelijke familiewapens,. waarover. tot. het ontstaan der bur-. in het. 4e artikel het een. en ander zal worden uiteengezet.. om. daar een galg van te bouwen en inderdaad vertoont het Amelander wapenschild ons een gedeeld veld, waarvan de herald, gouden rechterhelft beladen is met 3 rechterschuinbalken van sabel ( zwart) en de herald. linkerhelft van azuur —blauw) beladen met een gezichtswassenaar ( —halve maan) van zilver. Wat de ware grond van deze legende is, hoop ik later eens mede te deelen.. ©e appe£ en. —. (. (*'. —— —. -. — ^==^ -. ». |. BBi'önirTsmo I. T. '. '. .. uit. wil. «nH. ’t. Maanen, aanhooren,. —. uit. een tooverhart geboren,. —. wat. ik zing al in mijn lied!. Deze boer is zóó vernuftig, met z’n tooverhart gedruchtig. 1) Want ’s avonds laat, om negen uere, Gaat die boer de kunst uitfuere: 2). =. —Twwm-,. Boer. pad.. de,. ’. _. Als een witte hond, loopt. En. hij. dan. in. 't. rond!. z’n dochters ben'. d'r ben, getuige. ook. nie zuiver,. van!. Die kunne everdesse 3) make, uit een appel zonder bake; 4) en een pad dat schreeuwe kan!. —. En wat. ze zoo zingen,. is. zoo gek nog. niet,. want. ik. heb. een boer gekend die ’t zelf meegemaakt heeft! t Was „Knelis van de Driesprong”, Die stond op ’n dag, ’t is nog niet zoo lang geleden, te praten met ,Jans de Driftschaper”, 5) Toen ze zoo een tijdje gepraat hadden, en nog even stonden te kijken naar de witte ruggen van de. —. Zoo. bestaat er ook. nog een aardige. woordspeling. op. grazende schapen, Maantje”!. Hindeloopen.. In zilver een springende. als volgt:. roode hinde. 2) 3). hagedissen die vergiftig zouden. 4}. klokhuis.. gevel van de Ned. Herv. Kerk aldaar kan. het volgende lezen:. „Kromme. zijn,. Driftschaper schaapherder, door de boeren gemeenschappelijk aangesteld om de schapen te hoeden*. 5). op grasgrond.. Aan den. was daar ineens. gedrochtig* gedrochtelijk* uitvoeren*. 1). Het wapen van Hindeloopen wordt beschreven,. —. men. Maanen. een oude mark, later buurtschap, bij Ede* Dit gedichtje, waar symbolische dieren (hond, pad) en de appel nog naar oudere voorgangers wijzen, werd uit den mond des volks opgeteekend in 1940* is.

(8) VOLKSCHE WACHT. ZONNERAD. OVER HAGAL EN et. H. vorige jaar. dam aan. was. het Rijksmuséum te Amster-. ik in. het schetsen, waarbij ik ook verschillende. gebruiksvoorwerpen na tee kende. Er waren veel voorbeelden van goede handwerkskunst bij. De gereedschappen, waar men zoo veel tegen aan moest kijken, mochten zeker wel versierd. meende men vroeger. Heng-. zijn,. handvaten en stelen, kortom a He zichtbare vlakken waren versierd. Behalve de gebruikelijke bloem-, plant-, dier- en menschfigurén vond ik ook volkskundige uitingen* Onder anderen trokken twee sleutels mijn aandacht. Een der sleutels, die nogal gehavend was, had een zonnerad sels,. handvat, Deze smeedijzeren sleutel stamt uit de 17de eeuw. De andere, waarbij ook het slot aanwezig is, is ongeveer 1600 gemaakt. Beide, sleutel en slot (of .huis >, zijn onderdeelen van een kistslot. Hier zijn mogelijkerwijs de zinnebeelden op den baard aangebracht. Het zijn rechte staande afgewisseld door Hagalrunen. drie mogelijkerwijs de zinnebeelden op den baard aangebracht.. als. Hagalrunen, afgewisseljd door staande rechte kruizen* In het Centraal Museum te Utrecht vond ik de. Het. zijn drie. „GEESTELIJKE. Hagahrune,. dit. met een Odal en ergens in een verborgen. keer in samenstelling. op een Zegelsteen, die hoekje van zaal 19 lag* Deze steen, die overigens van lood was, had een middellijn van 18 m.m* en dagteekende uit het begin der 16de eeuw (afb. 1). Op zijn kop gezien deed de vórm denken aan het bekende Kristus-monogram. Dit bestond evenwel al meer dan 300 jaar voor de komt o*a, voor op een Kristus en geboorte van munt Ptolemaios III, tusschen de pooten van de adelaar. wel. (de Zonnevogel), zie afb.. labarum. genaamd,. door. 2,. Later werd. dit zelfde teeken,. de Kristenen gebruikt en ver-. klaard als de samenstelling van. X. en P, de Grieksche. Chi en Ro, beginletters van Christus' naam. Zij gebruikten immers nog meer aloude heidensche teekens zooals het Hakenkruis, dat algemeen als heilteeken geldt,. letters. De huismerken vinden we. wapens, op grafsteenen, enz. Eenige voorbeelden van het voorkomen van de Hagalrune, al dan niet in samenstellingen, zal ik hier laten volgen, Een alleenstaande Hagel vinden we op een grafzerk in. WEDEROPBOUW”. nder dezen titel zagen wij kort geleden ergens een boekje liggen, waarvan de omslag versierd was met een levensboomachtig motief. Vol verwachting openden wij het geschrift, want, niet waar, een levensboom, geestelijke wederopbouw, de huisvrouw in den spiegel der tijden...,,, het zijn titels, die doen zoo vermoeden dat daar wat nieuws zal worden ge-. op heden. Het leven van de huisvrouw bij onze eigen vroege voorouders komt daar echter wel erg schamel van af, want bij de Germanen zijn het nog steeds de mannen, die door jacht en visscherij voor het vleeschgerecht zorgen, terwijl de huisvrouw den akker moet Bewerken, het „ruige gerstenbrood moet bakken enz., enz. En in navolging van de schoolboekjes, die trouwens heel braaf worden aangehaald, vertelt dan de schrijfster, dat de Batavieren hun vrouwen verdobbelden op een zoeten. zegd*. dronk.. „De taak der huisvrouw door T*. J*. in. den spiegel der. tijden”,. Servatius*. O. Wie. schetst echter onze verbazing. toen we, verscholen. deze levensboom- met-weder opbouw, bladzijden aantroffen over koning Salomo en wat deze al niet voor fraais over Oostersche huisvrouwen heeft weten te zeggen. Hier heeft een levensboom toch zeker met mee te achter. maken! Het boekje matigt zich aan een historische ontwikkeling te geven van het huisvrouwenleven van de vroegste. 6. tijden af tot. ’. gehoord van de plaats van de vrouw in de IJslandsche sagen, mejuffrouw Servatius? Nooit iets gelezen over het feit, dat onze voorouders niét in tenten huisden, hun vrouwen niét verdobbelden, kortom, dat alles niét deden, wat latere geschiedschrijverij ons heeft trachten wijs te maken, met de bedoeling, ons te doen gelooven, dat alle heil en alle kuituur uit het Zuiden Nooit. kwam?. iets.

(9) VOLKSCHE WACHT. in. de. St.. Pieterskerk. te. Utrecht, met het opschrift:. SEPU. VENERABILIS VIRI DNI JOHANIS ROBBERT! DE POERT FLIE CANONICI HUI ECCLtAE (lchris). dus het graf van een kanunnik der kerk met een Nederlandsche naam (afb. 3). In de Oude Kerk te Amsterdam vond ik twee zerken naast elkaar, 36 en 37, beide met de Hagai aan een A verbonden. Dit bleken niet de eenige Hagels daar te zijn, (zie afb, 5 t/m. 10). Afb. 7 geeft zelfs twee verbonden Hagals. Doch de Groote Kerk te Gouda deed daarvoor niet onder (Afb. 11 tot en met 20), en had ook een zerk, waarop drie verbonden Hagals voorkomen (Afb. 16). 11 vertoont een Hagai en een Odal; 13 heeft in de samenstelling nog een Laf-rune Levensrune, klank L); 15 is een Zesster. De Zespun( tige ster, zooals deze in afb. 20 voorkomt is niet Joodsch. De z.g. Davidsster bestaat uit twee driehoeken door elkaar. (Men heeft zelfs wel eens een hakenkruis op een Joodsche priestermantel gevonden.) Afb. 12 zijn twee figuren van een Gothische zerk van 1577. Op zerk 13 enz.,. —. Het. is. ken. tijd er. vrouw van den voor-Christelijaan toe was dan na de bekeer ing. In-. niet waar, dat de. tegendeel!. slechter. Wanneer dan ook. —. —. -. zooals het geschriftje. de plaats van de vrouw zou verbeteren. omdat in het Westen de vereering voor de Heilige Madonna toenam, dan kan dat hoogstens een klein herstel zijn van wat eens geweest is. echter in verbasterden vorm, want bij ons stond ,,de maagd’ in genendeele hooger en was zij in genendeele heiliger dan ,,de moeder ’. Waarom niet een beschrijving gegeven van de wijze, waarop hier vóór duizenden iaren het graan werd verbouwd, werd gemalen en verder bewerkt? Waarom moet de lezer vergast worden op het navolgende fraaie verhaaltje, n.a.v. een Oostersche kamelharen tent, die op de Heilige Land-Stichting in de buurt van Nijmegen moet verder aanvoert. -. zijn opgesteld:. de kleinste ruimte, het vrouwenvertrek van de tent op de H. Landstichting, toont ons dan de begeleidende pater den handmolen voor het graan, de platte ronde ,,En in. komen de namen Hyllebrant Maertsen Blom. en Meerten. Hyllebransen voor. welke weer aan gegeven, hoe grootvader, vader en zoon achtereenvolgens Maarten, Hyllebrant en Maerten heetten, terwijl elk achter zijn naam nog de aanduiding kreeg, wiens zoon hij was, De afbeeldingen met 21 genummerd, komen uit de Nieuwe Kerk te Amsterdam, waarbij degene, die onder de rune het getal 70. Odal en Hagai bestaat, blijkbaar een veel voorkomende samenstelling. Verder is Afb. 22 uit de Groote Kerk te Naarden, afb. 23 uit de Nieuwe Kerk te Delft en 24 uit de Dom te Utrecht. Hiermede is nog lang niet alles gezegd over het voorkomen der Hagal-rune, draagt, uit. samenstellingen of als zonnerad. Wie oplet in het landschap, in kerken, bij oudheidkundige verzamelingen, zal verbaasd staan, hoeveel malen het oog alleenstaand of. in. op de Hagai of Zonnerad. Ik besluit weer met het verzoek, dit op te teekenen en op te sturen. valt. JAAP. $ YPEY.. de koeken daarvan bakte. En als men dan de oogen sluit en de fantasie laat spelen, ziet men in het oude Israël de schoone Sarah in die kleine, primitieve keuken ijverig bezig, nu en dan luisterend aan den gordijnen zijwand naar de woorden, die Abraham met zijn gasten daarnaast wisselde, knedend en bakkend voor het rustieke zij. maal.’’. Wij hebben „onze fantasie. er. in. te laten. het geheel geen behoefte aan. spelen. ’. om. en Sarah te zien stappen. naast Abraham.. Op. ongelogen 10 van de 28 bladzijden wordt op de een of andere wijze min of meer uitvoerig iets aangehaald over de Oostersche huisvrouw in haar woestijntent, of 'wordt aan haar herinnerd. Wanneer dat geestelijke wederopbouw moet heeten, dan lijkt het ons beter, om de pen voortaan maar niet meer in de inkt te doopen, en zeer zeker zoo n schriftuur op den omslag niet te voorzien van een Germaanschen levensboom. Dat ruikt naar conjunctuur, al is het misschien niet de bedoeling geweest!. steenen. waartuschen in het grijs verleden door de huis-. vrouw. het graan. gekneusd werd en de vormen, waarin. Ir.. H.. J.. VAN HOUTEN..

(10) ). VOLKSCHE WACHT. De Wil een bevolking. Erfgezondheidsleer. de onze, of een groep daarin zich naar aantal in stand houden, dan moeten er per gezin ongeveer 3,15 kinderen geboren worden; vier kinderen is dus een toename van de groep. Zoo bezien spreken de cijfers waarmee wij de vorige maand sloten en die de lezer nog eens gelieve op te slaan, een ernstige taal; zij bewijzen den roofbouw aan ons volk. Want de onderste lagen zijn niet maar een onuitputtelijke bron van begaafden. Onderzoekingen op dit gebied hebben het tegendeel aangetoond. Schematisch kunnen wij het volk als een pyramide voorstellen en krijgen. als. dan. dit beeld:. 1. zooals het. is;. de. onderste lagen vullen het tekort. de bovenste aan, om dan. uit. te. bij. gemiddeld nummer 54. der hoeden. prijs. Mark 24 Mark 3. qrootste. nummer. 56. 58. 61. Dat ook het zuiverder Noordras in de hoogere lagen en bij de meer begaafden sterker vertegenwoordigd is, wordt door de raskundigen bevestigd. Hieruit blijkt wel hoezeer eugenetica tevens rashygiëne moet zijn. Dikwijls wordt de fout gemaakt, dat naast de geboortecijfers de sterftecijfers worden genoemd en dan het overschot berekend. Dit overschot is bij ons nog gunstig, doch het is schijn, zooals Prof. L. van Vuuren in „Een waarschuwend woord" duidelijk heeft aangetoond (ook in het buitenland heeft fout. dit. verschijnsel de volle aandacht).. De. dat de factor der veranderde. levensduur wordt veronachtzaamd. De levensduur is den laatsten tijd belangrijk verlengd, en daardoor verandert de „bezetting van de leeftijdsklassen waar de bevolking uit is opge-. sterven.. is,. bouwd, want. De. het sterftecijfer daalt.. Doch. slechts tijdelijk.. dus schijn, het is geen groei van jong leven, geen vermeerderde voortplanting, maar slechts vermeerdering door z.g. „veroudering Aan de hand van de „gezuiverde” geboorten- en sterftecijfers komt hij tot de slotsom: ons volk is met toenemende snelheid bezig te verouderen (blz. 53); ons volk is reeds zeer dicht genaderd tot het stationaire stadium (blz. 45). Na korten tijd zal ons volk als geheel dus niet alleen afnemen maar wat veel en veel erger is: het zeeft ook nog begaafdheid uit. Dit moge uit een tabel van prof. Steinmetz, aangehaald door Siemens,, blijken: 1 groei. is. '.. 11. zooals het moet worden; de bovenste lagen overvloed. Strenge zifting kan doorgevoerd. hebben worden;. de onderlagen worden verbeterd.. —. •. Gemiddeld aantal kinderen. gebeurt dus het volgende: de bovenste lagen, die in het algemeen de leiding hebben, houden zichzelf niet in stand, maar sterven voor een groot deel uit. Zij worden Bij. I. aangevuld. de besten (dat is tenminste het „ideaal’ ') van lagere lagen, die op hun beurt na langer of korter tijd uitsterven. Zoo zeven wij het beste er uit, zoo maken wij ons schuldig aan roofbouw. Bij II is het andersom: de bovenste lagen hebben een overvloed van kinderen, meer dan voor het bezetten van de posten op allerlei gebied noodzakelijk is. Een gedeelte uit. in. Nederland. bij:. laagste welstandsklas. 5.4. hoogste welstandsklas het gemiddelde kunstenaars hoogste ambtenaren en generaals. 4.3 5.2 4.3 .... Universiteitsprofessoren. .... .... .... 4.0 3.6. 23 van de grootste kunstenaars en geleerden 2.6 Het volgende theoretische schema moge het gevaar nog eens duidelijk maken:. naar lagere lagen, deze bevruchtend en versterkend. Nu worden deze lagen, ieder voor zich, „opgevoerd” tot meerder waarde. Bij dit proces kan de zifting steeds strenger worden, waardoor dan weer de bovenste lagen hooger opgevoerd worden. Wij zien dus bij I een opgebruiken van het beste; bij II een vermeerderen van het beste, in alle lagen. Dat is wat wij onder opvoeren (in tegenstelling met opvoeden) verstaan. Het behoeft wel niet gezegd, dat een en ander hier schematisch is weergegeven en in de werkelijkheid zeer ingewikkeld is. Dat inderdaad de meer begaafden in doorsnee (!) veel sterker in de hoogere lagen vertegenwoordigd zijn, is bij onderzoekingen op zeer groote schaal in verschillende landen gebleken. Haast grappig is het volgende: In het algemeen bestaat er zeer zeker verband tusschen grootte der hersenen (oppervlakte) en begaafdheid. Maar wat wij niet zouden denken, ook tusschen deze grootte en de sovloeit dus af. ciale stand. Pfitzner heeft er. op gewezen, dat alleen van de duurdere hoeden groote nummers worden vervaardigd en van de duurste alleen maar de grootste nummers. Dit wijst er dus op, dat naar verhouding in de hoogere lagen, dus de hoogere welstandsklassen, ook de meerdere hersenen zitten. Naar verhouding en in het algemeen, dat spreekt van. Van. zelf!. het heele. rijtje. van Pfitzner geven. eerste en het laatste:. wij hier alleen het 1. *. 3. een als cirkel voorgesteïde bevolking, zijn in den aanvang 2 gelijke groepen, die niet mengen. De gestreepte groep heeft 2, de andere 4 kinderen per gezin. Na 300 jaar is de eerste nagenoeg uitgestorven, (naar Lenz). U. kunt zich dit schema denken als een bevolking van blanken en zwarten (b.v, in Zuid-Afrika) of als een Roomsch Bij. ). Het. jaartal is. bij. deze tabel niet opgegeven..

(11) VOLKSCHE WACHT en een Protestant gedeelte of hoe u wilt, In werkelijkheid heeft gewoonlijk wel vermenging plaats, waardoor het beeld ingewikkelder wordt en als gevolg het gevaar minder opvalt. Het is er daarom even goed. Dit achteruitloopen der geboorten begon in Frankrijk omstreeks 1820 op het platteland; in Stockholm hadden tusschen 1919 en 1929 de arbeiders minder kinderen dan de meer gegoeden; in het algemeen begon het in N.W. Europa omstreeks 1870. In ieder geval is bij ons de stad voorgegaan en gaat nog voor en is ook bij de hoogere welstandsklassen de achteruitgang het grootst. Een klein staatje uit Methorst moge dit aantoonen. Het. gaat. om. H. et. een onderzoek van 1928 over de steden A’dam.. hieronder volgende stuk van. Waker. Grosz plaat-. R. dam, Utrecht en Dordrecht en 103 kleinere plaatsen {4000—10.000 inw. ) over alle provincies.. moeders godsdienst. gemiddelde der levend geborenen stad. land. Protestant. 3.3. 4.0. Roomsch. 4.0. 5.7. Joodsch. 2,8. 2.8. gegevens van Duitschland, dat de achteruitgang der geboorten bij de Roomschen later inzet; ook bij ons. Merkwaardig is, dat de Joden in stad en land gelijkelijk uitsterven; men kan zeggen: ze leven op {wordt vervolgd) het land als stedelingen.. In het. algemeen. blijkt. uit. komt, wat het groote vraagstuk van dezen. sen wij met toestemming van de ,,Nordische Stim-. het groote gevaar voor onze geheele. men. tuur schuilt.. Wij nemen. Prof. Dr.. het op,. omdat. hier zoo scherp uit-. De. vertaling. is. van. tijd. is,. Germaansche. waar kui-. F. C. Geitel.. Walter Grosz:. De Europeesche zending van het Duitsche Volk. de groote ontwikkeling van historische tijdperken kwam tegenover nieuwe dwingende realiteiten ook steeds «en nieuwe politieke leer te staan. Deze menschen moesten een staatsideaal, een nieuwe levensopvatting en levenshouding scheppen, die nieuwe opgaven tot oplossing vermag te brengen en nieuwe dreigende gevaren te overwinnen. In deze ontwikkeling vertegenwoordigt onze tijd een nieuw tijdperk, omdat nu plotseling iets opduikt, dat geen van al de vroegere tijden gekend heeft; de zorg voor de „grondstof mensch ". Dat was bij alle gebeurtenissen welke zich in de achter ons liggende tijden afspeelden, de eenige grondstof, waaraan vanzelfsprekend nimmer gebrek was. Of men nu den blik naar Pruissen of naar Frankrijk tijdens de revolutie of naar andere volken in de geschiedenis wendt, over duizenderhande dingen hebben hun staten zich het hoofd gebroken, maar van de zorg over de bevoorrading met den mensch zelf bleven zij verschoond. In spijt van ontstellend hooge sterftecijfers, waren die tijden in hun primitiviteit, levenseenvoud en natuurlijkheid juist zoo vruchtbaar, dat zij zich op wonderbaarlijke wijze van geleden verliezen herstelden en er, kwalitatief beschouwd, geen gevaar voor ontaarding bestond. Want Jiet leven in die natuurlijkheid, het ontbreken van ziekelijk e menschenliefde leidden er toe, dat de bloedstroom der volken steeds zelf zijn zuivering ter hand nam, gelijk een rivier en meer zich zuivert door het bezinksel af te Bij. zetten.. Er. is. echter nog. iets. anders, dat de volken vernietigt: de. inval van het vreemde bloed, en ook dat. was aan. die. tij-. den vreemd, want de vermenging van een ras met vreemde menschen, is in grooten omvang slechts daar mogelijk, waar de bevolking der aarde in beweging komt, maar nimmer daar, waar de oorspronkelijke volken plaatselijk gebonden op hun grond gezeten zijn, In de vorige eeuw doemt daar nu plotseling voor de volken een historische situatie op, die volkomen nieuw voor hen is. Zij hebben hun grenzen met het zwaard beveiligd, zij hebben hun binnenlandsche rust door constituties, door sociale maatregelen, door een verandering van den staatsvorm verzekerd en zij hebben hun voedselvoorziening gewaarborgd door de wereldpolitiek en een wedren naar Icoloniën en afzetgebieden.. Nu worden. zij. plotseling be-. dreigd in hun wezenseigen. zelf.. nu Wie bedenkt ons het eerst met een staatsleer en wie schenkt ons het eerst de kracht om dit bij uitstek dreigende gevaar te onderkennen en met dezelfde voortvarendheid te lijf te gaan, waarmede men andere dingen in hun tijd te lijf ging en overwon. Dat is de taak van het nationaal socialisme. Dat is de reden, waarom wij de leuzen „Bloed en Ras’’ en „Bloed en Bodem’’ de duitsche wereld in het oor hebben geschreeuwd, wij beseffen, dat het hier niet om iets bijkomstigs gaat, maar dat ons juist hierin de groote taak onzer eeuw, zoo niet van eeuwen, wordt opgelegd, welke volbracht moet worden, wil het Duitsche Volk van de vruchten van dezen oorlog profijt trekken, en wil niet de geheele Europeesche ontwikkeling tot stilstaan komen. Laten wij dus niet de teekenen van het volksche verval, die de vorige eeuw met zich bracht, uit het oog verliezen. Het gevaar, dat daarin schuilt, is met de overwinnig op het slagveld en met de overwinning op diplomatiek gebied niet uit den weg geruimd, maar net als voor den oorlog en in den oorlog, zal ook na den oorlog, en dan juist met verdubbelde kracht, de bestrijding ervan een gebiedende eisch voor ons blijven. Ik behoef wel niet te zeggen waarom: omdat wij menschen zullen verliezen, omdat er minder kinderen geboren worden, en omdat wij en dat is wellicht het belangrijkste na het winnen van den oorlog een oneindig veel grootere behoefte aan menschen zullen hebben, dan wij haar voor of tijdens den oorlog hebben gekend. Wij vergeten ook niet welke eeuwige leerling de Führer ons met vurige teekenen in het hart heeft gegrift: dat voor ons Duitschers de macht identiek is met de volstrekte voor waarde voor historische daden, en dat een wereld van geest, kunst en religie voor ons zal liggen. Maar dit alles kan niet tot vorm en uitdrukking worden gebracht door een volk met den diepen innerlijke aanleg, gelijk het Duitsche Volk die bezit, wanneer het zich zijn leven lang in een vrijwillig aanvaarden heerendienst moet afbeulen, om verder niets te winnen dan het naakte bestaan, De duitsche mensch verlangt meer: hij voelt een scheppingsdrang in zich, hij verlangt weer vrijen tijd, om de innerlijke waarden en alle groote schatten, die in de duitsche ziel verborgen liggen, aan het licht te brengen, der menschheid tot geschenk.. De vraag. is. :. —. —.

(12) —. ). VOLKSCHE WACHT. Betamen mei meeA hudnen. Het mag. bekend verondersteld worden, dat over de ööomen met meer kruinen (anders de dorpsboomen, gerechstboomen, Meiboomen, eveneens voorkomende als. OVER GERMAANSCHE BOUWKUNST.. als. Germanien van Sept, staaf opstel über Stil und Gestalt In. ,. wapen figuur). reeds. vrij. sprong en beteekenis. veel. is. geschreven, wat oor-. betreft.. Bijzonder belangwekkend. verband het kwistig geïllustreerd artikel van de hand van Priedneh MözWeihnachtsDorflinde, „Maibaum, zinger getiteld: baum in „Germanien”, jrg. 1938, afl, 5, blz, 145 — 155 met 22 afbeeldingen. Van denzelfden schrijver verscheen over hetzelfde onderwerp een bijdrage in het Eigen Volk” („De Liebaert”), jrg, 1939, maandblad is. in. dit. ,,. 243—244.. blz,. Van. het grootste belang voor dit onderzoek. is. het nu te f. weten, waar of deze hoornen met meer kruinen worden 'werden) aangetroffen met nauwkeurige opgave van plaats, voor het maken van vergelijkingen en mogelijke ,,. gevolgtrekkingen, welke daaruit kunnen voortvloeien. Bij dezen geef ik thans een nieuwe vindplaats van een Meiboom van 1745 op een Htrechtsche gevelsteen, thans. aanwezig. in het. Centraal. Museum. te. Utrecht.. Wie weet KITS Np*. er meer? Liefst met afb.!. DE TIJDSCHRIFTEN. UIT De. r. schrijver,. Otto. Stelteer,. het eerste gedeelte in. van een. unserer altesten Kunst.. stelt. vraag, of er. daar de. vóór de Middeleeuwen van een Noorder bouwkunst gesproken kan worden en toont aan dat dit niet kan. de vraag is niet of er gebouwd werd. maar of Let wel er bouwkunst was en alvorens die vraag te beantwoorden tracht de schrijver het kenmerkende, het wezen (essentieele) van bouwkunst te vatten. Hij doet dit met de et wezen van de bouwkunst is gestalte gewoorden: ven aan de ruimte"' (Raiimgestaltung). Wandsier, snijwerk in posten en balken kan een kunstuiting zijn, maar is geen bouwkunst, „Sinds de beroemde onderzoekingen van Schmarsof, die reeds lang anotiym geworden zijn,. —. +. kan de kiem waar de kunst der architectuur uit opgroeit, in het ruimtegevoel in niets anders gezocht worden dan (im Raumlichen), In de vormgeving daarvan tot kunst begrenzen, in de vormgeving van of, om het nauwer te de binnenruimte ligt oorsprong, zin en opgaaf van alk bouwkunst”. Het beeld in de gesneden balk vormt geen binnenruimte, wel. Maar zoo bezien is geen bouwkunst: dat weten wij is het hunebed het ook niet, het is een monument of, zooals als. de schrijver (in het Oct, nummer) zegt: .plastiek, die vroege dolmen Bij de architectuur gebouwd wordt* ,. de ruimte ook geheel gevuld door het lijk, De huishouw is nog uitsluitend nutbouw, geen kunst,, maar ,,in den laten volksverhuizingstijd komt de kiem der Germaansche bouwkunst tot ontwikkeling in den rechthoekigen tempel met ommegang, die wij uit opgravingen kennen en dan later in de beroemde, ten deele nog behouden, Noorweegsche houten kerken* Wat de huishouw betreft, zien wij weinig ontwikkeling de sierkunst, In den vroegen jongin tegenstelling met steentijd ontstond het rechthoekhuis en eerst in den jongeren ijzertijd, dus in het begin onzer jaartelling de hal is. 1. '. met het zadeldak. Of liever het heek bouwwerk is eigendak op grondmuurtjes van steen en lijk één reusachtig plaggen, Zooals de schrijver het zoo juist uitdrukt: hier „wordt de ruimte geschapen, die later gevormd {gestaltet) zal worden \ Daarmee staan wij dan aan den ingang. van de Middeleeuwen.. Onze oudste kunst was dus eeuwen en eeuwen. lang geen. bouwkunst, nog geen bouwkunst, maar wel sierkunst met een eigen stijl en een stijlontwikkeling, die voor het eerst door Adama van Scheltema is ontdekt en beschreven (Die altnordische Kunst 1923 en Die Kunst der Vorzeit 1936),. OVER GERMAANSCHE VERSKUNST* zoodanig en de stijlontwikkeling dezer kunst eerst sinds kort ontdekt werden, zoo moest eigenlijk alles wat onze heidensche voorouders aan kuiwant het was alles tuur voortbrachten ontdekt worden, keurig bedekt, tot onzichtbaarwordens toe. En instede van deze voortbrengselen met eigen maatsta-. Zooals de sierkunst. voortmeten, ging men ze eerst vergelijken met brengselen van de chronisch primitieve volken, vooral op. ven. ©,e. aft&cuuu-. tutti. een. ttatPc,. als. te. bieder volk en iedere staat zijn voor hun instandhouding en versterking gebonden aan het bestaan van een waardenverval 1): deze vergelijking heeft eens de erfgezond' heids-onderzoeker Willibald Hentschel gebruikt: een tur-. van de religie. Op het gebied van dichtkunst ging het weer anders. Daar was men zoozeer op de Grieksche verskunst ingesteld, dat de Germaansche verskunst van de daar geldende begrippen over voet, metrum, lang en kort enz. uit werd. Dine werkt door het verval van het water van boven naar beneden: in den vlakken waterstand van een meer, be-. onderzocht, beoordeeld en veroordeeld. Alsof er alleen maar Grieksche verskunst met een eigen wetmatigheid. Het kunst-. bestond en b,v. geen Germaansche, Zoo kwam men dan tot de gevolgtrekking dat de Germaansche verskunst regelloos en nauwelijks kunst was, De moeilijkheid is echdier kunst in den ter, dat alleen maar van de uitloopers schrifttijd sprake is, dat de techniek welke in de dichterscholen leefde, met hen is vergaan en als het ware slechts. het gebied. weegt ook het. kleinste turbineraadje niet meer.. matig vlak maken van alle waardenverval, welke de gedachte van de gelijkheid aller menschen heeft gebracht, heeft ten slotte de liberale staat van de 19e eeuw tot dat stilstaande water gemaakt, waarvan wij heden het bederf opmerken.' Uit de rede van H, F. K, Günthec uit het jaar 1933 (verschenen in Führeradel durch Sippenpflege). Nederlandsch heeft het woord verval een andere, algeletde* beteekenis gekregen naast de oorspronkelijke, in de aangehaalde woor1. ). In het. den,. n.1.. VEin. Wij kunnen. 10. in. het dit. van water, b.v. in een rivierbedding. verband van „gelaagde bevolking" spreken. verval. —. —. uitgezonwrakhout en brokstukken overgebleven zijn derd dan de late Edda en de eveneens late Skaldendichtkunst van het Noorden. Aldus schrijft Otto Paul in het Oct nummer van GermaZie het artikel van denzelfden schrijver in Germanien Jan, en Febr, 1940 met vele afb.. 1 ).

(13) VOLKS CHE WACHT nien, „ter gedachtenis. breker op. van Andreas Heusler”, den baan-. dit gebied.. Germaansche verskunst het stafrijm gebruikt en wel zóó, dat van de 2 stukken waar een regel in uiteenvak, de twee woorden die den klemtoon hebben met dezelfde medeklinker beginnen {of met een klinker, daar alle klinkers onderling stafrijmen). Het eerste stuk heeft soms ook 2 stafrijmende klemtoon-woorden, het tweede steeds één. Voor het overige schijnt alle regelmaat te ontbreken, zoowel wat lange als korte lettergrepen betreft, als ook het aantal. Dit laatste wordt nu. Algemeen bekend. is,. dat de. echter door Heusler ontkend,. al. geeft. hij. bewezen is. Die kan ook niet bewezen worden, leen maar waarschijnlijk worden gemaakt, want de beEn toch ook niet schrijving van tijdgenooten ontbreekt. geheel. De monnik Otfrid van Weissenburg in de Elsas heeft een evangelienboek in versvorm in het Frankisch geschreven. Deze vaderlandslievende monnik schreef in het voorwoord o.a. „Daar nu vele menschen het ondernemen in hun volkstaal te schrijven, men zich haast het dan de Franken alzijne te verhoogen, waarom zouden niet. :. Gods. de Frankische taal bezingen? Al wordt zij dan ook niet zóó gezongen (als de Grieksche en Latijnsche, die de monnik daarvoor had geprezen om de zuiver getelde voeten) en in een regel ingesnoerd, zoo heeft zij toch ook een schoone regelmaat." De schrijver van het artikel gaat op deze woorden (en de volgende die wij hier niet meer aanhalen) nader in en lof niet in. —. de Duitsche monnik kende zijn landslieden esthetische beter dan moderne Germanisten, die door leerstellingen en hegeliaansche schooling of andere voorhebben in zijn uitspraak oordeelen zijn bevangen. Wij het duidelijkste bewijs te zien, dat de Franken van dien zegt dan:. -. ,,. een overgeleverde versvorm bezaten.” En dan ontwikkelt hij verder de stelling, dat Otfrid zeer zuiver on-. tijd. derscheidt tusschen de verskunst der antieke dichters met hun vast aantal „voeten*' en hun vaste wisseling tusschen. lange en korte lettergrepen (de vaste dreun, zooals wij op school zeiden) en die der Franken, die met een tijd-indeeling werkt, zooals de muziek, die kwart-, heele-, halve, achtste, driekwart- (halve met,) nooten kent. kwarZoo opgevat, zou de versmaat van Otfrid uit Daarom zegt Otfrid ten bestaan (dus vierkwartsmaat). bij het lezen en zelf ook: „Zie geen tijd over het hoofd’. 2x4. i. dichten). Volgens den schrijver moeten wij ook met „rusten als in het nootenschrift) rekenen en hij meent dat '. „Laat U geen tijd daarvan ontgaan,’ m.a.w. let op de pauzen, de rusten. Voor het overige verwijzen wij naar het stuk zelf waarOtfrid ook daarop doelt wanneer. naar de schrijver wordt gewezen. in,. zelf zegt,. een. hij. zegt:. weg. beluisteren. te. tot. nieuw inzicht N.. De. Hollandsehe Post van Nov. 1940 opent met een uitDe muntend artikel over „Neder-Duitsche vernieuwing schrijver geeft daarin een korte kenschetsing van onzen „Gouden eeuw” en komt tot de slotsom: „Wat wij allereerst noodig hebben, is het overboord werpen van deze zoogenaamde Nederlandsche traditie, het breken met de mythe van de „gouden eeuw” en een teruggrijpen naar de periode daarvoor, toen verfransching en internationaliseering ons wezen nog niet hadden aangevreten”. Schrik niet, lezer! Denk niet dat hij de beteekenis van deze eeuw onderschat, maar hij doet zien, hoe eenzijdig deze bewondering is, hoezeer die naar uiterlijkheden is gericht. Hij wijst er op hoe de letterkunde in die eeuw „nooit echt-Nederlandsch” is geweest, „want ze bereikt slechts en vindt hoofdzakelijk haar beoefenaars bij een „bovenlaag", die door haar bedrijf internationaal gericht en door haar parvenu-afkomst van het eigenlijke volk afgesneden, geen eigen karakter kan geven aan wat uit de Romaansche streken hier wordt ingevoerd." „In de schilderkunst wordt de oplossing gevonden: de zich van zijn individualiteit bewust geworden scheppende eenling grijpt terug in de volle vqlksche werkelijkheid, daarmee de oplossing vindend voor de verhouding van kunstenaar en volk. Want Frans Hals, Brouwer, Vermeer, staande op de eenzame hoogte van het kunstenaarsschap, zijn tegelijkertijd innig verbonden met hun bodem en hun ras. Hooft en Vondel, hoe groot in vele opzichten ook, hebben de synthese maar zelden gevonden; anders ".. is.’. wel een en ander waar wij aanmerking op zouden hebben willen maken, ware het niet dat de redacteur het zelf al recht had gezet, In het slotartikel staat. BOEKBESPREKING. toe, dat zijn leer al-. leen achterblijven en. de eenvoudige volksjongen Bredero. die in zijn blijspelen zijn verwantschap met de Duitsche schilders toont, in wiens liederen vaak nog de zuivere middeleeuwsche toon. Afmen erbe-Stiftung Verlag». Het. weten-. dat reeds vele. werken van beteekenis uitgaf, verzuimt ook den band tusschen de mannen der wetenschap en aldie uit hoofde van hun wereldbeschouwing belang. schappelijke niet len,. stellen. geschiedenis en voorgeschiedenis, in volkskun-. in. de en kunst,. Zoo. te sterken.. begonnen met de uitgaaf van kleine boekjes van een 20 blz., die een voortreffelijk overzicht geven van de behandelde stof, onder de richtspreuk „Sei deutsch!” 1. Die Hauptkulturkreise der jüngeren Steinzeit, met het nu. is. zeer duidelijke afbeeldingen en kaartje,. Die Zietstufen der deutschen Kulturgeschichte, in hoofdzaak overzichtelijke tabellen. Einführung in die vergleichende arisch-germani-. 2.. 3.. sche Sprachwissenschaft.. Die Longobarden. met een inleiding: Das Volk der Germanen und sei ne Stamme en: Germanische Groszstamme, Alle vier „wegwijzers" zijn door Otto Paul samengesteld. 4.. dezen naam, voor. volken die van Germaanschen bloede zijn, die hun schatten aan dichtkunst hebben verloren, aan wie ze zijn ontroofd door een onverdraagzame kerk. Ijsland, voorpost van het Germanendom in het hooge Noorden, dat ons Saga's en Edda bewaarde. De letterkunde die in Ijsland ontstond of zijn laatsten vorm kreeg, moet genoten en begrepen worden in de om„Ijsland”! hoeveel. zit. er in. alle. van het IJslandsche landschap. Een prachtig beeld van dit landschap geeft: Island» 104 Aufnahmen von Alfred Ehrhardt (Verl. Ellermann, Hamburg 1939). Als wij nog een wensch mogen uiten, zou het deze zijn: nog een uitgave, waar dan pianten- en dierenwereld tot hun recht kwamen en waar wij tevens Ijsland van zee uit zouden te zien krijgen. Doch wacht even: Strijbos gaf ons daar al een en ander van te zien in zijn mooie boek „In het zog van Raven-Flóki N. lijsting. VRAAG EN ANTWOORD Vraag. Het gebroken. 1.. rad,. de verklaring {beteekenis) bekend van het gebroken rad in de wapenkunde; een rad waarvan een gedeelte (meestal tusschen 2 spaken) van de velg ontIs. breekt?. De. Ridders van Jerusalem en van het Heilige Graf hadden lang de gewoonte in hun wapen kenbaar te maken dat zij een bedevaart hadden ondernomen naar het H. Graf. d oor opname van een rad, waaraan een spaak ontbrak en waardoor een degen gestoken was, waarbij soms nog een kruis en palmtakken achter het schild. Waa rom? Beteekenis? Verklaring? Gekerstend zonnerad? Dus een zinnebeeld van het overwinnend Christendom over het Heidendom? „Gebroken” met het Heidendom, de zonne-eeredienst? i. Daardoor gekerstend, soms nog verstrekt door de toevoeging van een kruis op de as, kruis— spaak (bijv. bij het wapen van Wagenigen Wat is van deze merkwaardige wapenkundige figuur bekend? '. Vraag Is. Het. 2,. er. ook. .. getal „drie” in wapens,. literatuur. bekend, omtrent het steeds weer. terugkeeren van het getal „drie. wapens; drie figuren geplaatst doorgaans (2—1), minder vaak (1—2) en dan meestal. ook. in. wel,. een. gelijkzijdigen. minder. in. driehoek gerangschikt, of. voorkomend, boven elkaar (paalsge-. wijs)?. Welke. beteekenis. D.. \. .... wordt daaraan toegeschreven? H. K. N..

(14) VOLKSCHE WACHT Bijeenkomst van de „Volksche Werkgemeenschap” te Markelo, (Wegesn gebrek aan plaatsruimte niet in het vorige. nummer opgenomen.). V. B. innen het kader van de Werkgemeenschap is gevormd een Arbeidsgemeenschap voor Rassenkunde en Erf^. onder. gezondheidsleer,. Nachenius. te. leiding. van den heer. C*. J*. Bennekom.. In voorbereiding. is. een Arbeidsgemeenschap voor volks-. dans en spel, terwijl eveneens, in aansluiting op de Arbeidsgemeenschap voor Volkskunst, de noodzakelijkheid wordt gevoeld om een Arbeidsgemeenschap voor het lied,. Handwerk. in het leven te roepen.. Veel is er in de laatste anderhalve eeuw verloren gegaan van het oude handwerk* Vele handwerkers hebben het gebruik van verschillende werktuigen verleerd, Toch is het nog niet te laat om, aanknoopend bij wat vroeger werd gemaakt, het handwerk in eere te herstellen. Daarvoor is noodig: begrip en waardeering voor het handwerk en veel voorlichting en propaganda.. Het zal de taak zijn van de arbeidsgemeenschap voor het Handwerk, om diegenen te verzamelen, die in woord en geschrift op dit alles kunnen wijzen en voorlichting kunnen geven waar zulks noodig is*. ken gevoelt verbinding. aangetrokpunt, niet zal nalaten, zich met ons in. ieder, die zich in het bijzonder. tot dit. te stellen,. De „Volksche Werkgemeenschap ”. stelt zich. ten doel, allen. vereenigen, welke mede willen werken aan het verstevigen van den volkschen eigenaard der drie Germaansche te. stammen: de Friezen, Franken en Saksen, welke onze lage landen bewonen* Zij streeft naar deze bewustwording, omdat wij alleen van daaruit weer den weg kunnen vinden tot de levende gemeenschappen van sibbe, stam, volk en ras*. tot. Maandag 28 October vond. in. MarkelOp begunstigd door zeer mooi herfstweer, een bijeenkomst plaats van de naaste medewerkers der kort geleden opgerichte „ Volksche Werkgemeenschap”, welke, zooals reeds werd bericht, onder leiding staat van Dr* Joh* Theunisz.. Na. een hartelijk woord van welkom door den voorzitter, die er op wees, dat de beteekenis van deze samenkomst. was gelegen. van het onderling contact en het uitstippelen van het werk van de verschillende arbeidsgemeenschappen welke in de laatste wéken waren ontstaan, werd eerst aan allen het doel der Werkgemeenschap, zooals dit reeds in het kort in het eerste nummer van het Maandblad „Hamer" is uiteengezet, nog nader door verschillende sprekers verduidelijkt, aan de hand van de hen in het kader van het geheel toegewe-. vooral. in. het verstevigen. zen taak* Later op den avond sprak vervolgens Dr* Bursch over de beteekenis en de plaats van het Streekmuseum* Thans, zoo. betoogde spreker, mers overvol met minste. uit te. zijn. veelal de plaatselijke. Oudheidka-. mogelijke voorwerpen, die niet het staan hebben met de geschiedenis en met het alle. van een bepaalde streek* Temidden van soms zeer waardevolle voorwerpen uit de eigen omgeving vindt kultuurbezit. men Wij hopen dat. jn Zaterdag 26. de meest zonderlinge rariteiten, die eens bij zolaan de der-opruimingen of verhuizingen „welwillend er. '. oudheidkamer zijn afgestaan. Wil er eenige opvoedkundige waarde uitgaan van een dergelijke verzameling, dan zal deze op een geheel andere, veel frisschere en meer pakkende wijze moeten worden tentoongesteld* Hieraan mede te werken en hiervoor goede krachten te verzamelen is een taak, dien de „Volksche Werkgemeenschap'' zich stelt*. Van. de besprekingen op. Zondag vermelden. wij o,a*. een. belangwekkende uiteenzetting van Dr, Theunisz over „ De in welke voordracht spreker wees Saksen in dezen tijd op het ontwaken in het Saksenland en op treffende wijze de aard van den Saks wist te schilderen, ',. de Werkgemeenschap werken mede een Friesche-, Frankische- en Saksische Werkgemeenschap* Verder kent de centrale Werkgemeenschap verschillende arbeidsgemeenschappen, o.a* voor: volkskunde, landelijke levensvormen, geschiedenis van stam en landschep, voorgeschie-. Aan. denis, sibbekunde, volkskunst, films,. heemkunde, fotografie en. rassenkunde en erfgezondheidsleer*. Ieder, die. mede wenscht. te. werken aan. dit. streven geve. zich schriftelijk op aan het secretariaat, Smidswater. Den Haag; telefoon Wil men uitsluitend. 2,. 1. en. streven. steunen, dan. mogelijk door zich op te geven als begunstiger* mum bijdrage hiervoor is f5,— per jaar.. Het postgïronummer der Werkgemeenschap. is. is. zulks. De. mini-. 307867,. Verzoek aan onze abonné’s* van de 5de jaargang in. Stort het leesgeld a F 1.25 op Giro 202522 ter vermijding van incassokosten* 1. Januari. a.s*. gaat. Hoe. Nog. het. tweede. tang.. halfjaar. nog?. steeds wordt met het schoolvak geschiedenis op de. omgesprongen. Op één punt is er echter, zelfs in Nederland, overeenstemming van programma en wel wat betreft de levenswijze van onze Ger-. allerzonderlingste. wijze. maansche voorouders! Dezer dagen kregen wij een nieuwe „wetenswaardigheid” te verwerken: op een Rotterdamsche school werd den kinderen in allen ernst medegedeeld dat de Batavieren.,, uit slooten dronken! Of hier ook bij vermeld werd, dat dit met behulp van de traditioneele schedels van verslagen vijanden geschiedde, hopen we nog te kunnen navorschen. 12. W* T HART,. voorman. R. P,. Sy-. besma over de Friesche beweging, die ongeveer in het midden van de vorige eeuw begon niet een strijd van Harmen Sytsra voor het behoud van de Friesche taal. Spreker wees er op, dat Harmen Sytstra dien taalstrijd steeds had gezien als een strijd voor een van de belangrijkste kultuurgoederen van het Friesche volk, dat hij echter nooit het Friesche volk daarbij uit het oog verloor.. weldra honderd jaar geleden zijn, dat in Frieschland, eerst door een kleine groep en later door een steeds grooter aantal personen, werd geijverd voor het behoud van dien taal en voor het goede recht van het Friesch in Friesland .Die Friesche strijd is niet vrij gebleven van de stroomingen, die in deze honderd jaren op den voorgrond zijn getreden, Humanisme, Liberalisme en Marxisme heb-. Het. 115156, het. In aansluiting hierop sprak de Friesche. zal. hun stempel op gedrukt en vaak de Beweging op zijpaden geleid* Het was de kortgeleden gestorven Friesche dichter Jan Mellis van der Goot, die in een brochure, welke in 1930 uitkwam, de oude draad weer opvatte en door zijn geschriften d enstoot heeft gegeven voor de volksche richting in de Friesche beweging. Thans zien wij in Friesland een steeds toenemende belangstelling voor deze Friesche Beweging. Vele Friesche genootschappen en vereenigingen hebben zich aangesloten onder leiding van het driemanschap Ds. D* S* Kalma, Folkertsma en Sybesma. De avond werd gevuld door een rede van J, C. Nache— nius over „Wetenschap en Wereldbeschouwing”. Tot begeslaagde film over Twentschesluit volgde ee i zeer Paaschgebruiken, vervaardigde door Hille Kleinstra* ben. er. omgeving van Beardmore (Kanada) is een Wiktnggraf onderzocht (door den directeur van het museum, Toronto), De wapenen wijzen naar den tijd van omstreeks In de. 1000,. toen. zij. overstaken naar. volgens 'de dit. saga-beriehten eenige malen:. „Wijnland. 1. '..

(15)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De K.V.P. Romme in het ver- volg van zijn rede wel wat positiever werd. De beste mogelijkheid zou zijn, volgens prof. Romme, dat het kabinet er onderling alsnog in

Het kapitalisme met zijn winstmotieven, concurrentie, sociale ontrechting en immorele invloeden op de Mens, moet plaats maken voor waarachtig socialisme waarin

1) Proteus, de zoon van Poseidon. De Grieken kenden deze godheid het ver- mogen toe in verschillende gedaanten te kunnen overgaan.. LA VOlSIER het totaalgewicht

middenstand de prijzen hoog houden en het leven duurmaken. Want met den boer zijn zij de kern van het Duitsche volk. Daarom worden zij ook vernietigd door den wil en

t onderwijs der kinderen voorop ga. Alleen bij het in gebreke blijven van de o rvulling dier ouderlijke roeping, doe de overheid onderwijs geven. Het bijzonder 0Jerwij5

der eeuw volgen de Noorsche rijken, de Vereenigde Staten, Engeland, Frankrijk. Schoolwet-Van den Ende. De Overheid heeft haar medevoogdes, de kerk, weggeveegd; zij

De groote gemeenten richten een bureau voor de statistiek op, dat zoowel ten behoeve van het gemeentebestuur als voor wetenschapppelijke doeleinden syste- matisch alles verzamelt,

DE BUSSY, BEPERK , PRETORIA... Uit die t7e eense