• No results found

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje · dbnl"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

H. Willebeek Le Mair

bron

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje. Augener Limited, London 1915

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/will175kind01_01/colofon.php

© 2012 dbnl / erven H. Willebeek Le Mair

i.s.m.

(2)

2

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(3)

Haar knippen

Jaapje zit stil op zijn hooge stoeltje omdat zijn haar geknipt moet worden. Hij durft zich niet te bewegen omdat hij een beetje bang is dat die groote schaar in zijn oortje zal knippen.

Knipperdeknap, knipperdeknap en weg is Jaapjes haar.

Weg is Jaapjes krullebol, dat deed die groote schaar.

Knipperdeknap, knipperdeknap een oogenblikje maar, Dan doen we weer je doekje af, dan is klein Jaapje klaar.

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(4)

4

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(5)

Druk bezig

Marietje gaat een mooi handwerkje maken van zachte wol met heele mooie kleurtjes.

Ze heeft alles in haar nieuwe werkmandje gedaan dat ze pas heeft gekregen en ze zegt onder het werken zachtjes:

Netjes ga 'k de kruisjes maken. Zie eens wat een lange draad!

Rood en blauw komt beurt om beurten, Kijk hoe aardig of dat staat!

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(6)

6

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(7)

Lastige kinderen

Daarstraks speelde Hansje zoo prettig met zijn dieren en poppen, maar nu zijn ze allemaal stout geworden, daarom heeft hy ze in den hoek gezet. Dit vinden ze erg verdrietig en ze vragen:

Och toe mijn lieve Hansje Vergeef 't toch deze keer, We zullen wel weer zoet zijn En niet ondeugend meer.

Laat ons toch niet zoo treurig staan Och, haal ons hier van daan!

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(8)

8

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(9)

Dappere Jantje

Jeanne en Anna sprongen samen zoo gezellig. Nu wil Jantje het ook zoo graag probeeren en de zusjes zeggen:

Zachtjes sling'ren we het touwtje, Langzaam gaat het heen en weer.

Nu mag kleine Jantje springen, Mooi zoo broertje! op en neer.

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(10)

10

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(11)

Een gezellig hoekje

Dora is met haar zusje alleen thuis. Samen gaan ze gezellig bij het vuur zitten en Dora zal wat uit het groote boek vertellen en ze begint.

Er was eens een klein prinsesje 't Verdwaalde in sneeuw en ijs.

Gelukkig vond een prinsje haar En bracht haar naar 't paleis.

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(12)

12

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(13)

Angstige baby

Baby is stil weggeslopen, ze wilde zoo graag eens zien hoe het er buiten zou uitzien als het donker begon te worden en ze zegt:

'k Ben stil uit de kamer den tuin ingesloopen, Wat aardig bij avond alleen hier te loopen, Nu ben ik toch niet meer zoo dom en zoo klein.

Zouden er hier nu dwergjes zijn

Met puntmutsjes op en een bult op hun rug?

Nu durf ik niet verder maar... ook niet terug.

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(14)

14

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(15)

Anna's stad

Annatje heeft op haar verjaardag een doos met huisjes gekregen, daar bouwde ze een mooie stad van en ze denkt:

Nu ga 'k er eens in wandelen, al is mijn stad ook klein, 'k Zet mijn parasolletje op, dat 's voor de zonneschijn.

'k Wandel langs het schoollokaal, maar daar is niemand thuis, Dan kom ik langs het molentje en dan voorbij 't Stadhuis.

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(16)

16

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(17)

Hoeden te koop

Een heerlijk spelletje vinden Ada en Joh om winkeltje te spelen. Nu maakten ze een hoedenwinkeltje waarin Ada een hoedje voor haar pop komt uitzoeken Ze zegt:

Ik denk wel dat 't zwartje haar aardig zal staan, Of vind U dat 't groentje nog beter zal gaan?

Ze kan maar niet kiezen, ze weet maar geen raad.

Zou jullie soms weten wat popje goed staat?

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(18)

18

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(19)

Snoepstertjes

Ina en Lieske weten dat er wat lekkers in de kamer staat. Ze gaan er stilletjes naar toe en Ina zegt:

Kijk eens klein Lieske wat ik hier vond Wil je eens proeven? Open je mond.

Wat van de vruchten en wat van de taart En dan nog een stukje voor strakjes bewaard, Maar Lieske kijkt wel een beetje benauwd, 't Is ook wel stout.

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(20)

20

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(21)

De jurk van verleden jaar

O, wat is Henriëtje van de winter gegroeid! Ze probeert haar jurkje van verleden jaar aan te trekken, maar het is veel te klein geworden en ze zucht:

Wat ik ook begin, 'k Kan er niet meer in, 't Halsje en de mouw Alles is te nauw!

't Is heelemaal te kort, Kijk 's hoe groot ik wordt.

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(22)

22

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(23)

Dora's verjaardag

Dora moest al een poosje in bed blijven omdat ze koorts heeft gehad. Ze is vandaag jarig en van morgen voelde ze zich wel een beetje eenzaam, maar daar kwamen op eens haar vriendinnetjes en ze zegt:

O, Lize en Emmy en Ada Wat ben ik nu toch blij, Dat je alle drie ben gekomen En je allen gadacht hebt aan mij.

Wat breng je mij heerlijke dingen!

'k Voel niets meer van al mijn pijn.

Wat is het gezellig! 'k weet zeker Dat 'k nu wel gauw beter zal zijn.

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(24)

24

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(25)

Het ontbijt van de duifjes

Elken morgen gaat Nora op haar balcon om de duifjes te voeren, die haar al kennen en ze zegt:

Lieve duifjes blank en zacht 'k Heb wat voor je meegebracht.

Kijk je met je oogjes al Wat ik nu weer strooien zal?

Hier zijn kruimels, pik maar gauw 't Zal je smaken met de kou.

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(26)

26

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(27)

In de sneeuw

Lize en Lientje zijn niet bang voor de kou. Ze vinden het heerlijk in de sneeuw te loopen. Ze maken een plannetje om samen naar Grootmama te gaan, die woont heel ver weg. Dapper stappen ze er op los en zeggen:

We gaan door de sneeuw naar Grootmama toe, Al is 't een heele reis.

De wegen en boomen zijn heelemaal wit En de lucht ziet heelemaal grijs,

Maar lag er de sneeuw veel hooger nog En gaat het niet vlug, we komen er toch.

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(28)

28

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(29)

Arme Mientje

Kleine Mientje ging onder den grooten appelboom afgevallen appeltjes zoeken, die ze voor Moeder mee wilde brengen. Ik denk dat ze van een bijtje schrikte, want ze ging op eens schreien. Gelukkig kwam haar groote zusje aan en zei:

Klein, klein Mieneke schrei toch zoo niet, Waarom heb je toch zoo'n verdriet?

Maar Mieneke is nog zoo klein en zoo dom Ze kan nog niet zeggen waarom.

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(30)

30

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

(31)

Visschers bootjes

Keesje mag in den avond eens kijken naar de lichtjes op de zee. Zijn zusje wijst ze hem en zegt:

Keesje zie je wel in 't donker Al die scheepjes klein?

Ziet het er niet uit van verre Of 't enkel lichtjes zijn?

Maar 't zijn kleine bootjes Keesje Die op vischvangst gaan

En de visschers steken 's avonds Elk hun lichtje aan.

H. Willebeek Le Mair, Het kinderhoekje

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er komt een tijd (de verdrukking van de 70 ste jaarweek) dat er een oorlog zal komen in de hemel, die uitgevochten wordt door de heilige engelen tegen de gevallen engelen, en

In de Bijbel vinden we niet alleen de maatstaven voor een echte moraal, in plaats dat we het zouden moeten stellen met sociologische gemiddelden, maar we krijgen ook inzicht om

Eens toen was mijn leven eenzaam, U bracht hoop in mijn bestaan, U kwam wonen in mijn leven.. Ik geloof dat U er bent, ik geloof dat U

For Europe & South Africa: Small Stone Media BV,

Hij droeg mijn straf aan het ruw houten kruis, maar Hij had daar ook weg kunnen gaan.. Hij bleef daar voor mij, verdroeg

Klein Paultje schaamt zich zoo geducht, hy kykt maar naar den grond En durft niet zeggen, dat hy 't juist zoo'n aardig spelletje vondH. Willebeek Le Mair,

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’.. Misschien is u 't met mij oneens, maar ik vind, dat een schrijver zo goed als

soms door zijn vakkennis te delen, soms door zelf specifi eke vragen van bewoners op te pakken.. Steeds vaker wordt er gesproken van een ‘profes- sional met een