© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 1 van 4 Staal | Onderweg | Groep 4 | les 1
arriveren
Na een reis op de plek aankomen.bereiken
Aankomen op de plek waar je wilt zijn.de bestemming
De plaats waar je naartoe reist.de fietstocht
Een lang stuk dat je fietst.haastig
Snel. Je hebt weinig tijd en doet alles vlug.✂
© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 2 van 4 Staal | Onderweg | Groep 4 | les 1
naderen
Dichter bij de plek komen waar je wilt zijn.de omleiding
Een andere weg die je kunt nemen als de kortste wegdicht is.
passeren
Iemand anders voorbijgaan.Bijvoorbeeld lopend of op de fiets.
de postcode
De vier nummers en twee letters van een adres. Zo ziet de postbode waar de
post naartoe moet.
de woonplaats
Het dorp of de stad waarin je woont.✂
© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 3 van 4 Staal | Onderweg | Groep 4 | les 5
de afslag
Een plek waar je van de grote weg af rijdt, eenandere weg op.
de bestuurder
Een persoon die stuurt.dwalen
Zomaar rondlopen of rijden.Je weet niet waar je heen gaat.
de kruising
Een plek waar twee wegen elkaar tegenkomen.
De wegen lopen door elkaar heen.
linksaf
Naar de linkerkant.Dat is die kant: ß
✂
© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 4 van 4 Staal | Onderweg | Groep 4 | les 5
rechtsaf
Naar de rechterkant.Dat is die kant: à
de richting
Naar een bepaalde kantde rotonde
Een paar wegen die
uitkomen op een ronde weg.
Je kunt er afslaan naar andere wegen.
de route- beschrijving
Hierop staat hoe je moet rijden om ergens te komen.
de wegwijzer
Een bord langs de weg.
Er staat op waar die weg naartoe gaat en hoe ver
het nog is.
✂