1
Lever/milt- scintigrafie
Met dit nucleair geneeskundig onderzoek brengen we de lever en milt in beeld.
Lever/milt-scintigrafie
Nucleaire geneeskunde
In de nucleaire geneeskunde maken we gebruik van licht-radioactieve stoffen. Dit noemen we isotopen. Radioactiviteit is altijd en overal aanwezig: in de bodem, in de lucht
(kosmische straling), in ons voedsel en in onze lichaamsweefsels. Bij dit onderzoek
gebruiken we een kleine hoeveelheid radioactieve stof: technetium. Deze stof is kunstmatig geproduceerd. We spuiten de stof in via een bloedvat, de lever en de milt filteren de stof uit de bloedbaan. Via uw nier(en) verlaat de stof uw lichaam weer.
Het kan zijn dat de arts voor een iets andere methode kiest. Uw onderzoek kan dan iets afwijken van wat hier beschreven staat.
Melden
Meld u op de dag van het onderzoek ongeveer tien minuten vóór de afgesproken tijd aan bij een van de aanmeldzuilen of de balie van de afdeling Radiologie van locatie Hilversum, Bekijk de plattegrond. Van daaruit verwijzen we u naar de wachtruimte van de afdeling Nucleaire Geneeskunde (poli 12). Als u aan de beurt bent, roept de laborant u op.
Bericht van verhindering
Bent u op het afgesproken tijdstip verhinderd? Bel dan zo snel mogelijk de afdeling Radiologie. We proberen dan een andere patiënt in uw plaats te laten komen. Zo houden we de wachtlijsten kort.
2
Voorbereiding
Heeft uw arts u ook heeft gevraagd een laboratoriumonderzoek uit te laten voeren?
Bijvoorbeeld een bloed- of urineonderzoek? Laat dit onderzoek dan doen vóór het nucleaire onderzoek. Of anders één dag na dit onderzoek.
U mag twee dagen voorafgaand aan dit onderzoek geen bariumcontrastonderzoek hebben gehad.
U mag vóór het onderzoek gewoon eten en drinken.
Onderzoek
De laborant geeft u een prik in de arm. Deze prik kunt u vergelijken met een bloedafname op het laboratorium.
Via deze naald dient de laborant het radioactieve technetium toe.
Van het inspuiten van deze vloeistof krijgt u het niet warm. U wordt ook niet misselijk, akelig of slaperig. U voelt alleen de prik van de naald.
Het radioactieve technetium heeft een kwartier nodig om goed aan de lever- en miltcellen te hechten. Daarom moet u na de injectie een kwartier wachten.
U mag dit kwartier in de wachtruimte zitten. Na een kwartier roept de laborant u op voor het maken van de scan.
Voor de scan komt u op een smalle tafel. De laborant schuift u tussen de gammacamera’s. Dit zijn de fotoapparaten.
We plaatsen de camera’s zo dicht mogelijk boven en onder uw buik, dat geeft het beste resultaat.
We maken drie foto’s. Elke foto duurt ongeveer vijf minuten.
Tijdens het maken van deze foto’s moet u stil blijven liggen.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt in totaal drie kwartier.
Na de behandeling
Nazorg
Na het onderzoek kunt u zelfstandig naar huis. Het radioactieve technetium dat we inspuiten, heeft geen invloed op uw rijvaardigheid. U kunt ook gewoon eten en drinken.
Uitslag van het onderzoek
De laborant verwerkt de verkregen beelden en stuurt deze door naar de nucleair
geneeskundige. De nucleair geneeskundige stuurt een verslag van het onderzoek naar de arts die u behandelt. Dit duurt ongeveer vijf werkdagen. Vijf werkdagen na het onderzoek kunt u een afspraak maken met uw arts over de uitslag.
3
Risico’s en complicaties
De hoeveelheid radioactieve stof die u krijgt toegediend bij dit onderzoek is erg klein.
De hoeveelheid straling kunt u vergelijken met de straling die u krijgt bij het maken van een gewone röntgenfoto.
U ondervindt van dit onderzoek geen nadelig effect. De ingespoten radioactiviteit verdwijnt vanzelf uit uw lichaam.
U vormt ook geen stralingsgevaar voor uw omgeving.
Allergische reacties komen zelden voor en als ze al voorkomen alleen in zeer lichte mate.
Er bestaat een kleine kans op een bloeduitstorting door het aanprikken van een bloedvat. Deze verdwijnt vanzelf na een paar dagen.
Zwangerschap
Bent u zwanger of bestaat de kans dat u zwanger bent? Neem dan contact op met de arts die u behandelt. Uw arts kan dan overwegen een ander onderzoek te doen. Geeft u borstvoeding? Dan moet u hier de eerste 24 uur na het onderzoek mee stoppen. Vooraf kolven is dan een alternatief. U mag de moedermelk in de eerste dag na het onderzoek ook afkolven en een dag later geven.
Vragen?
Heeft u voorafgaand aan het onderzoek nog vragen? Neem dan tijdens kantooruren contact op met uw behandelend arts of met de afdeling Radiologie. Tijdens het onderzoek kunt u al uw vragen stellen aan de laborant.
Contact
Radiologie / Nucleaire Geneeskunde T 088 753 15 00
Ma t/m vr 08:00 - 16:30 uur