• No results found

o Het protocol van de personeelsconsultatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "o Het protocol van de personeelsconsultatie"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Tips bij het indienen van een programmatieaanvraag BuSO niet-duaal OV3

Verduidelijking criteria bij het programmeren van niet-duale structuuronderdelen in OV3 van het buitengewoon secundair onderwijs.

Deze tips ondersteunen u bij de opmaak van een programmatieaanvraag.

A. Waarop letten alvorens een programmatiedossier in te dienen?

Zorg er steeds voor dat uw aanvraag volledig is. Dat betekent:

• Vul het formulier via Mijn Onderwijs volledig in;

• Voeg toe

o Het PV van akkoord scholengemeenschap toe (als uw school tot een scholengemeenschap behoort);

o Het protocol van de personeelsconsultatie;

o De motivering aan de hand van de decretaal vastgelegde criteria.

Enkele tips:

• 1. Het PV van akkoord scholengemeenschap

• Het PV moet gedateerd zijn in of op zijn minst verwijzen naar het correcte schooljaar;

• Vermeld duidelijk het onderwerp (niet “de programmatie wordt goedgekeurd” maar duidelijk aangeven over welke structuuronderdelen op welke vestigingsplaats(en) het gaat);

• Gebruik de juiste benaming van het structuuronderdeel, geen afkortingen;

• Zorg dat de vereiste handtekening(en) erop staan. De CODI van de scholengemeenschap is voldoende.

• Zorg voor een duidelijke vermelding dat men akkoord gaat.

• 2. Het protocol personeelsconsultatie

• Het protocol moet gedateerd zijn en moet slaan op het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft;

• U vermeldt duidelijk het onderwerp (zie hoger) alsook de juiste benaming van de structuuronderdelen;

• Zorg voor ten minste twee handtekeningen (één van elke geleding zijnde

schoolbestuur en personeelsafgevaardigden). Dit kan de voorzitter en de secretaris zijn vermits die tot een andere geleding behoren;

• Als er geen LOC/TOC/ABOC is, volstaat het verslag van de ondernemingsraad. Is er ook geen ondernemingsraad dan moet u aantonen dat u al het nodige deed opdat een LOC/TOC/ABOC kan worden opgericht.

• 3. De motivering

• Motiveer aan de hand van de criteria;

• Hou het duidelijk, overzichtelijk en relevant;

• Als u verwijzingen maakt naar bijv. VDAB-rapporten, schrijf de essentie met verwijzing naar het rapport. Kopieer geen grote delen van het rapport;

(2)

2

• Vermijd foto’s. Een duiding over de infrastructuur en/of geplande investeringen volstaat. De onderwijsinspectie kent immers uw school via de doorlichtingen;

• Geef bondig mee welke concordanties u plant naast de programmaties (indien van toepassing);

• Als een andere school in de scholengemeenschap of onderwijszone al hetzelfde structuuronderdeel aanbiedt, geef mee of met uw programmatie de andere richting wordt afgebouwd als dat de bedoeling is.

B. Enkele nuttige vermeldingen bij de verschillende criteria

Dit is een ondersteuning maar mag niet worden opgevat als een concrete operationalisering waaraan de Vlaamse Regering zou zijn gebonden bij haar eindbeslissing. De programmatieaanvragen worden beoordeeld aan de hand van 7 decretaal bepaalde criteria (art. 289 voor OV3 uit de Codex SO).

1) de eventuele beperkingen of voorwaarden (zoals frequentie, geografische inplanting ……) die vanuit macrodoelmatigheid aan het aanbod van het structuuronderdeel zijn gekoppeld;

• Bij dit criterium gaat het om structuuronderdelen waarvoor de regelgeving een specifiek contingent oplegt of waarvoor een onderwijsconvenant geldt;

• Als het gevraagde structuuronderdeel niet tot de bovenvermelde groep behoort, volstaat het om dit te vermelden als motivering.

2) de kwantitatieve en kwalitatieve behoeften voor het aanbod van secundair onderwijs in de onderwijszone in kwestie met het oog op vervolgonderwijs of toetreding tot de arbeidsmarkt

• De verspreiding van het gevraagde structuuronderdeel in de regio (scholengemeenschap en onderwijszone):

o Het volstaat om dit bondig te duiden. Het ministerie van Onderwijs beschikt zelf over de nodige data vanuit de instellingsdatabank.

• De potentiële leerlingeninstroom voor het gevraagde structuuronderdeel:

o Het volstaat om dit bondig te duiden. Het ministerie van Onderwijs beschikt zelf over de nodige data vanuit de instellingsdatabank.

o Bijkomende toelichting is nodig indien de school zelf geen onderbouw zou hebben.

• De aanwezigheid van de vereiste knowhow en infrastructuur

o Het gaat om het profiel van de school en het bestaande studieaanbod. Als het gevraagde structuuronderdeel bijkomende investeringen vergt op het vlak van infrastructuur volstaat het om aan te geven welke investeringen binnen welk tijdsbestek worden gerealiseerd.

3) de keuzevrijheid van ouders en leerlingen

De voorbije jaren liet de Vlaamse Regering zich hierbij meestal leiden door een onderscheid tussen het officieel onderwijs (POV, OVSG en GO!) enerzijds en het vrij onderwijs anderzijds te maken.

4) de studiecontinuïteit van leerlingen binnen de aanbieder duaal leren of binnen de scholengemeenschap

Studiecontinuïteit is de overgang van een lager naar een hoger leerjaar. Er wordt gekeken of de studiecontinuïteit is gewaarborgd tussen de fases.

(3)

3 5) de getroffen voorbereidingen op het vlak van materiële infrastructuur en leermiddelen die voldoende en gepast zijn met het oog op de te verwerven competenties van het geprogrammeerde structuuronderdeel.

Als de aanvragende school al verwante structuuronderdelen inricht, gaan we ervan uit dat de school over de infrastructuur en leermiddelen beschikt. Het volstaat om kort aan te geven dat de school actief is binnen het studiedomein/studiegebied en welke verwante opleidingen al worden aangeboden.

Eventuele bijkomende investeringen of verbeteringen met betrekking tot dit criterium mogen ook vermeld worden. Indien de school nog geen ervaring heeft met een inhoudelijk verwante opleiding wordt een uitgebreidere toelichting verwacht zodat een goede inschatting van dit criterium kan worden gemaakt.

6) de aantoonbare samenwerkingsmogelijkheden met lokale arbeidsmarktactoren en de bedrijfswereld

Op basis van de doorgestuurde informatie moet een inschatting kunnen gemaakt worden of de school een goed netwerk aan bedrijven heeft en voldoende potentiële stageplaatsen. Een opsomming van bestaande samenwerkingen, gecontacteerde bedrijven of engagementsverklaringen kan dit aantonen.

7) de afspraken die met andere lokale onderwijsinrichters, binnen en buiten de scholengemeenschap in kwestie, zijn gemaakt over een rationeel en transparant studieaanbod Hierbij wordt er gekeken naar andere onderwijsinrichters waarmee afspraken zijn gemaakt.

• Het PV van akkoord van hun scholengemeenschap toont aan dat er afspraken gemaakt zijn binnen de scholengemeenschap.

• Scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren moeten een samenwerkingsovereenkomst meesturen of aantonen welke inspanningen werden geleverd om een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Steeds meer waarnemingen An- derzijds duiden deze gegevens, samen met alle andere waarnemingen, ontegenspreke- lijk op lokale vestiging – terwijl we daarover, tot minder dan

Er werd aangetoond dat de Argusvlin- der in het warmere microklimaat van de Kempen meer zou moeten investeren in een derde generatie, terwijl in de koe- lere Polders nakomelingen

Mok onderscheidt in theoretische zin vier vormen van arbeid, die in de praktijk overigens veel minder scherp zijn te onderscheiden: formeel betaalde arbeid (bijvoorbeeld arbeid

Het ontwikkelen van een robuust en betrouwbaar monitoringsysteem op het gebied van instroom, doorstroom en uitstroom van studenten en medewerkers, zodat vooruitgang met betrekking

De voorbije jaren liet de Vlaamse Regering zich hierbij meestal leiden door een onderscheid tussen het officieel onderwijs (POV, OVSG en GO!) enerzijds en het vrij onderwijs

Studiecontinuïteit is de overgang van een lager naar een hoger leerjaar. Bij studiecontinuïteit wordt gekeken of deze gewaarborgd is tussen de tweede en de derde graad of binnen

Zorg voor de juiste balans tussen de wortelpruik, die een flinke optater heeft gehad door het verplanten, en de takken, of eigenlijk de bladmassa, boven de grond.. Een

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun