Formulier: Checklist Vervoer consumenten vuurwerk - ILT.153.02

Deze checklist is bedoeld voor het vervoer van consumentenvuurwerk over de weg.

Om gebruikers optimaal van dienst te kunnen zijn wordt aanbevolen om de de folder "Vervoer gevaarlijke stoffen en tunnels" bij de hand te houden.

Deze checklist is alleen bedoeld voor de klassen 1.4G en 1.4S, en heeft alleen betrekking op het Netto Explosief Gewicht meer dan 333 kg.

(1.4G) per transporteenheid.

Bij deze hoeveelheid is de volledige regelgeving van het ADR van kracht (het ADR beschrijft de regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg).

Indien u de checklist heeft ingevuld en alle vragen zijn beantwoord met 'Ja' of 'N.v.t.' (waar n.v.t. mogelijk is) voldoet u aan de eisen gesteld in het ADR.

Indien u een van de vragen met 'Nee' heeft beantwoord, mag het transport niet plaatsvinden. Maak het punt in orde als u wilt transporteren.

N.E.G = Netto Explosief Gewicht; dit is het gewicht van de daadwerkelijke explosieve stof, dus exclusief verpakkingen etc.

Gebruik bij een Netto Explosief Gewicht van minder dan 333 kg. 1.4G de checklist "Vervoer consumenten vuurwerk, gedeeltelijke vrijstelling"

Meer informatie

088 489 00 00 | www.ilent.nl

Veiligheidsadviseur ADR

n Ja n Nee

Classificatie

n Ja n Nee

Verpakkingen

n Ja n Nee n Ja n Nee

n Ja n Nee n Ja n Nee

1

1.1 Heeft uw organisatie een veiligheidsadviseur ADR benoemd?

2

2.1 Is het vuurwerk geclassificeerd? (Dit is te herkennen aan een erkenning van een bevoegde autoriteit, zie ook vraag 4.10)

3

>

3.1 Staat de UN-kenmerking op elke verpakking?

(b.v. UN 4G/Y145/S/02/NL/VL823)

3.2 Staat er een gevaarsetiket model 1.4 met in de onderste helft de compatibiliteitsgroep op elke verpakking? (zie voorbeeld in de folder Vervoer gevaarlijke stoffen en tunnels)

3.3 Staat het UN-nummer op elke verpakking? (dit is UN 0336 of UN 0337) 3.4 Staat de juiste vervoersnaam op elke verpakking?

Checklist

Vervoer consumenten vuurwerk

(UN 0336 - 1.4G en UN 0337 - 1.4S) met meer dan 333 kg Netto Explosief Gewicht (NEG) aan 1.4G per transporteenheid.

ILT.153.02 | 1 van 4

Eisen vervoersdocument

n Ja n Nee n Ja n Nee n Ja n Nee n Ja n Nee n Ja n Nee

n Ja n Nee

n Ja n Nee n N.v.t.

n Ja n Nee

n Ja n Nee n N.v.t.

n Ja n Nee

n Ja n Nee

Voertuiguitrusting en aanvullende uitrusting

n Ja n Nee n Ja n Nee

n Ja n Nee

n Ja n Nee

n Ja n Nee

Voertuig en bemanning

n Ja n Nee n Ja n Nee

n Ja n Nee n N.v.t.

Toezicht op voertuig(en)

n Ja n Nee n N.v.t.

4

4.1 Is het UN-nummer vermeld? (vooraf gegaan door de letters UN) 4.2 Is de juiste vervoersnaam vermeld?

4.3 Is de classificatiecode aanwezig? (dit is 1.4G of 1.4S) 4.4 Is het aantal en omschrijving van de verpakking(en) vermeld?

4.5 Is de totale hoeveelheid van elke gevaarlijke stof per UN-nummer vermeld?

4.6 Worden de namen en adressen van zowel afzender als ontvanger vermeld?

4.7 Is de totale netto massa explosieve inhoud (is explosieve stof die zich in het voorwerp bevindt) in kg. vermeld? (Voor elke stof of voorwerp, voorzien van een verschillend UN-nummer)

4.8 Is de totale netto massa explosieve inhoud voor alle stoffen en voorwerpen die door het vervoersdocument worden omvat vermeld?

4.9 Bij gezamenlijke verpakking van meer verschillende goederen moet de omschrijving van de goederen in het vervoersdocument

de UN-nummers omvatten (b.v. goederen van UN-nummers…..)

4.10 Wordt er in het vervoersdocument vermeld: "Classificatie van vuurwerk door de bevoegde autoriteit van XX met de referentie voor vuurwerk XX/YYZZZZ"?

4.11 Is in de transporteenheid de schriftelijke instructie (gevarenkaart) voorgeschreven in ADR 5.4.3 aanwezig?

5

5.1 Beschikt het transport over voldoende brandblusmiddelen? (zie de tabel in de toelichting)

5.2 Is de transporteenheid voorzien van tenminste één stopblok voor elk voertuig van een grootte die past bij het gewicht van het voertuig en de diameter van de wielen?

5.3 Is de transporteenheid voorzien van twee zelfstandig staande

waarschuwingssignalen (b.v. reflecterende kegels, gevarendriehoeken, of knipperende oranje lampen) die onafhankelijk zijn van de elektrische installatie van het voertuig?

5.4 Is in de transporteenheid een deugdelijk veiligheidsvest of

veiligheidskleding (b.v. zoals beschreven in Europese norm EN 471) voor elk bemanningslid van het voertuig aanwezig?

5.5 Is in de transporteenheid een handlamp, beschermende handschoenen en oogbescherming voor elk bemanningslid aanwezig?

6

6.1 Voldoet het de transporteenheid aan de eisen m.b.t. de maximaal te vervoeren hoeveelheid vuurwerk? (zie de toelichting voor een overzicht) 6.2 Heeft de chauffeur een ADR vakbekwaamheidscertificaat, met specialisatie

klasse 1 explosieven?

6.3 Heeft/hebben de bijrijder(s) - niet zijnde de chauffeur - een ADR bewustwordingscursus, conform 1.3 ADR gevolgd?

7

7.1 Worden de eisen m.b.t. parkeren van voertuigen (ADR 8.4) nageleefd?

(zie de toelichting)

Checklist

ILT.153.02 | 2 van 4

Behandeling en stuwage

n Ja n Nee

Routeplicht

n Ja n Nee n N.v.t.

Etiketten en kenmerking voertuig

n Ja n Nee

n Ja n Nee n N.v.t.

n Ja n Nee

Laad- en losplaats

n Ja n Nee

8

8.1 Zijn de verschillende delen van de lading met gevaarlijke goederen, behoorlijk in het voertuig of container gestuwd en met geschikte middelen vastgezet, zodat zij t.o.v. elkaar en t.o.v. de wanden niet substantieel kunnen verplaatsen.

9

9.1 Zijn afschriften van de ontheffing(-en) routeplicht aanwezig op de transporteenheid ingeval afgeweken wordt van de route gevaarlijke stoffen?

10

10.1 Zijn aan de achterkant en zijkanten van de transporteenheid etiketten aanwezig?

10.2 Indien er sprake is van een container, zijn er etiketten (zonder

compatibiliteitsgroep indien deze verschillend zijn) aan 4 zijden aanwezig?

10.3 Zijn aan de voor- en achterkant van de transporteenheid oranje borden aanwezig?

11

11.1 Is er op een publiek toegankelijke plaats sprake van bijzondere toestemming van de bevoegde plaatselijke autoriteit (burgemeester)?

Toelichting

Roken en open vuur/vlam is ten alle tijde verboden bij het transporteren/

laden/lossen van vuurwerk.

Voertuig en bemanning

Onderstaande voertuigen zijn geschikt voor het transport van vuurwerk, tevens worden de maximaal toegestane hoeveelheden weergegeven.

Type transporteenheid Hoeveelheid 1.4S Hoeveelheid 1.4G (netto explosieve stof ) Gewoon voertuig Onbeperkt 3.000 kg. met aanhangwagen 4000 kg. **

EX/II voertuig * Onbeperkt 15.000 kg. *

EX/III voertuig Onbeperkt 16.000 kg.

* EX/II of EX/III voertuig = een gekeurd voertuig, bestemd voor het vervoer van ontplofbare stoffen.

Als, gezien de hoeveelheid 1.4G, een EX/III voertuig is vereist en het betreft containers die per zeeschip worden aangevoerd, mag een EX/II voertuig worden gebruikt. De container moet dan wel voldoen aan de IMDG code chapter 7.5, 7.5.1 en sectie 7.2.4. De laadvloer van CTU's moet een niet metalen oppervlak of afdekking hebben.

** Bijzondere bepaling 651 geeft aan dat V2(1) 7.2.4 van het ADR alleen van toepassing is bij een netto massa ontplofbare stof van de inhoud > 3000 kg. (met aanhangwagen 4000 kg).

Als verschillende subklassen van klasse 1 in dezelfde transporteenheid zijn geladen, moet de lading in zijn geheel worden behandeld als een lading, behorende tot de gevaarlijkste subklasse, in de volgorde 1.1 / 1.2 / 1.3 en 1.4. De netto massa ontplofbare stof van het vuurwerk van compatabiliteitsgroep ''S'' behoeft niet te worden

meegerekend bij de beperking van de vervoerde hoeveelheid.

Behalve leden van de voertuigbemanning mogen in transporteenheden, die gevaarlijke goederen vervoeren, geen passagiers worden vervoerd (sectie 8.3.1 van het ADR)

Vervoer in een aanhangwagen

Achter een ''gewoon'' voertuig mag een EX/II of EX/III type

goedgekeurde aanhangwagen (geen oplegger) voortgetrokken worden.

Voor dit vervoer gelden dezelfde bepalingen als beschreven onder het kopje ''Voertuig en bemanning''.

Toezicht op voertuig(en)

Het voertuig moet continu onder toezicht staan om elke kwaadwillige handeling te verhinderen en de bestuurder en bevoegde autoriteit in geval van verlies of calamiteit te waarschuwen.

ADR 8.4: Het voertuig moet in een beveiligd depot/fabrieksterrein worden geparkeerd.

Indien bovenstaand niet mogelijk: mag het voertuig, nadat passende maatregelen zijn genomen, op een afgelegen plaats geparkeerd worden, mits aan onderstaan voorwaarden wordt voldaan:

a) Een door een bewaker gecontroleerde parkeerplaats voor voertuigen, waarbij de bewaker van de aard van de lading en de verblijfplaats van de bestuurder op de hoogte is gebracht.

b) Een openbare of particuliere parkeerplaats voor voertuigen waar de kans dat het voertuig schade van andere voertuigen

zal ondervinden, uitgesloten geacht moet worden.

c) Een geschikte open ruimte, afgescheiden van de openbare weg en van woningen, waarin de regel het publiek niet passeert of bijeenkomt.

De in b. toegestane parkeermogelijkheden mogen alleen worden gebruikt indien de in a. beschreven parkeermogelijkheden niet beschikbaar zijn en die welke in c. zijn beschreven, mogen alleen worden gebruikt indien de parkeermogelijkheden beschreven in a. en b.

niet beschikbaar zijn.

Checklist

ILT.153.02 | 3 van 4

Voertuiguitrusting en en aanvullende uitrusting

- In de cabine dient 1 draagbaar brandblusapparaat voor de

brandbaarheidsklassen A, B, C met een minimumcapaciteit van 2 kg.

poeder aanwezig te zijn (of een daarmee overeenkomende capaciteit voor een ander geschikt blusmiddel).

- De capaciteit van de in de onderstaande tabel vermelde vereiste brandblusappara(a)t(en), dit is inclusief de bovengenoemde hoeveelheid van 2 kg.

Transporteenheid Soort Minimum capaciteit Max. toegestane

beladen massa meer dan 7,5 ton

1 of meer draagbare brandblusapparaten voor de

brandbaarheidsklassen A, B en C

In totaal 12 kg. poeder (of een daarmee overeenkomende capaciteit voor een ander geschikt blusmiddel) waarvan tenminste 1 apparaat een minimumcapaciteit van 6 kg. moet hebben

Max. toegestane beladen massa meer dan 3,5 ton t/m 7,5 ton

1 of meer draagbare brandblusapparaten voor de

brandbaarheidsklassen A, B en C

In totaal 8 kg. poeder (of een daarmee overeenkomende capaciteit voor een ander geschikt blusmiddel) waarvan tenminste 1 apparaat een minimumcapaciteit van 6 kg. moet hebben

Max. toegestane beladen massa t/m 3,5 ton

1 of meer draagbare brandblusapparaten voor de

brandbaarheidsklassen A, B en C

In totaal 4 kg. poeder (of een daarmee overeenkomende capaciteit voor een ander geschikt blusmiddel)

Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen (WVGS, art.11)

- Aangeduide bebouwde kom van gemeenten dienen vermeden te worden bij het vervoer van gevaarlijke stoffen.

- Bovengenoemde is niet van toepassing voor zover het vervoer binnen de bebouwde kom noodzakelijk is; ten behoeve van het laden of lossen, of omdat er rederlijkerwijs geen route buiten de bebouwde kom beschikbaar is.

Regeling Vervoer over Land van Gevaarlijke stoffen

- Tunnelverbod (art.3) Zie folder Vervoer gevaarlijke stoffen en tunnels.

- Routeplicht (art.4) Zie folder Vervoer gevaarlijke stoffen en tunnels.

- Laden en lossen (art.5): Het laden en lossen van vuurwerk in hoeveelheden boven de 20 kg netto explosieve stof van al het vuurwerk geschiedt onder toezicht van een ter zake deskundige.

- Weersomstandigheden (art.6) Zie folder Vervoer gevaarlijke stoffen en tunnels.

- Gebruik zout veer (art.7): Vervoer van vuurwerk met meer dan 20 kg.

netto explosieve stof is verboden (zie tabel 5 VLG). Voor verdere info zie art.7 N-bepalingen.

- Gebruik pont (art.8): Is van toepassing op al het vervoer van

vuurwerk, dus ook bij minder dan 20 kg. netto explosieve stof van het vuurwerk. Zie voor verdere voorschriften artikel 8, onder a t/m d.

Regeling autorisatie classificatiecode vuurwerk

- Voorafgaand aan het vervoer moet de classificatiecode van het vuurwerk geautoriseerd zijn door de bevoegde autoriteit van een overeenkomstsluitende partij bij het ADR.

- De classificatiecode van het vuurwerk mag slechts gebruikt worden met toestemming van de bevoegde autoriteit.

- Voor de in Nederland afgegeven autorisatie geldt dat een afschrift van de verleende beschikking bij het transport aanwezig moet zijn.

- Voor vuurwerk dat in een ander land is geautoriseerd, dient op het vervoersdocument te worden aangegeven door welk land dit vervoerde vuurwerk is geautoriseerd.

Checklist

ILT.153.02 | 4 van 4