• No results found

Liturgieboekje. Zondag 12 september startzondag

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Liturgieboekje. Zondag 12 september startzondag"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Liturgieboekje

Zondag 12 september 2021

startzondag

de Kandelaar 16:00 uur: ds. Garmt Sander

email voor het beamteam: beamteam@gkv-assen-west.nl

Bijbelteksten: © Nieuwe Bijbelvertaling NBV Liederen:

GK = Gereformeerd Kerkboek 2017 GK06 = Gereformeerd Kerkboek 2006 LB = Liedboek 2013 LvK = Liedboek voor de kerken 1973 Opw = Opwekking liederenbundel E&R = E&R liedbundels

Sela = Sela liederen

NPB = de Nieuwe Psalmberijming PvN = Psalmen voor Nu

(2)

2

Roosters

zondag 12 september 2021

Tijd 09:30 uur 16:00 uur

Bijzonderheid startzondag

Voorganger: ds. G.O. Sander

Ouderling van dienst: Harry Offereins

Bijbellezing:

Organist: Pieter Sturrus

Muzikale medewerking:

Video: Roel Koops

Beamer: Mark Janssen

Geluid: Niek de Haan

Kinderkring:

Welkom voor de dienst:

Oppas:

Collecten: Bibliotheekfonds

Veren. Samenwerking Emeritering

deurcollecte: Voedselbank

Volgende

zondag 19 september 2021

Tijd 09:30 uur 16:00 uur

Bijzonderheid Belijdenisdienst

Voorganger: ds. G.O. Sander

Bijbellezing:

Organist: Erik de Haan

Video: Greet Helmholt

Beamer: Anton Janssen

Geluid: Niek de Haan

Kinderkring:

(3)

3

Middagdienst in de Kandelaar 16:00 uur

Welkom en mededelingen

Zingen: Gezang 231 : 1, 3 en 4 GK 1

Maak muziek voor God de Vader in de ruimte van de tijd,

die in Christus ons bewaarde, door zijn Geest ons heeft geleid.

Met de hemel als een koepel, als het klankbord van de Heer, komt het loflied als geroepen, stijgt het op en daalt het neer.

Dank aan God die zetelt op de troon.

Glorie aan het Lam, de Mensenzoon.

3

Heer, zolang wij ademhalen zingen wij U tegemoet tot het klinkt in alle talen in een niet te tellen stoet.

Komende van alle kanten tel de sterren, Abraham brengen wij in witte mantels lof aan God en aan het Lam.

Dank aan God die zetelt op de troon.

Glorie aan het Lam, de Mensenzoon.

4

Heer, blijf bij ons als tevoren, in uw licht zien wij elkaar en bezingen wij uw glorie als de sterren jaar na jaar.

Wijs ons wat wij niet aanschouwen en behoed ons voor de val.

Wij gaan verder in vertrouwen dat de Heer ons leiden zal.

Dank aan God die zetelt op de troon.

Glorie aan het Lam, de Mensenzoon.

(4)

4

Votum Vredegroet

Zingen: Opwekking 715 1

Wat hou ik van Uw huis Heer van de hemelse legers.

Ik kan zo sterk verlangen naar de binnenpleinen van de Heer.

Diep in mijn lijf is zo’n heimwee,

zo'n blijvende schreeuw om de Levende God.

2

Een vogel is er thuis,

Heer van de hemelse legers.

Een zwaluw voedt haar jongen op bij U onder de pannen, God.

Wonen bij U is een zegen,

zo’n blijvende kans om te zingen voor U.

3

Gelukkig wie naar U

vol van verlangen op weg zijn, zelfs in het dorre bomendal zien zij een bron en regenval, gaan zij van zegen tot zegen,

naar God die verschijnt in Zijn heilige stad.

4

Ach hoor en kijk naar mij, Heer van de hemelse legers.

Ja liever één dag dicht bij U dan duizend dagen zonder U.

Liever bij U aan de drempel

dan binnen te zijn in een duistere tent.

5

De Heer beveiligt ons, eer en geluk zal Hij geven

Hij heeft Zijn liefde nooit ontzegd aan mensen, eerlijk onderweg.

Heer van de Hemelse legers,

gelukkig zijn zij die vertrouwen op U.

Wat hou ik van Uw huis!

(5)

5

Leefregel van de Heer

Zingen: Psalm 126 : 1 GK 1

Toen God ons weer naar Sion bracht uit ballingschap en lijdensnacht, toen was het ons als droomden wij, wij lachten weer, wij waren vrij.

Verlost van heimwee en verlangen, zong heel ons volk zijn jubelzangen.

Toen hieven zelfs de heid’nen aan:

De Heer heeft hun iets groots gedaan.

Gebed

Zingen: Psalm 42 : 1 en 7 GK 1

Heer, een hert in dorre streken smacht niet sterker naar ’t genot van de koele waterbeken dan mijn ziel naar U, o God.

Ja, ik dorst naar God, die leeft, God, die gunst en liefde geeft.

Wanneer zal ik met de zijnen voor Gods aangezicht verschijnen?

7

O mijn ziel, zozeer verslagen, waarom bent u zo ontrust?

Hoop op God, uw heil zal dagen, vind weer in zijn lof uw lust.

Ook al treft u smaad en spot, uw verlosser is uw God.

Hoop op Hem en zie naar boven, ik zal God, mijn God, weer loven!

Introductie op het jaarthema ‘discipelschap’

(6)

6

Lezing: psalm 133

1Een pelgrimslied van David.

Hoe goed is het, hoe heerlijk als broeders bijeen te wonen!

2Goed als olie op het hoofd die neervalt op de baard, de baard van Aäron,

en neervalt op de hals van zijn gewaad,

3als de dauw van de Hermon die neervalt op de bergen van Sion.

Daar geeft de HEER zijn zegen:

leven voor altijd.

Lezing: Hebreeen 10, 19 - 25

19Broeders en zusters, dankzij het bloed van Jezus kunnen we zonder schroom binnengaan in het heiligdom, 20omdat hij voor ons met zijn lichaam een weg naar een nieuw leven gebaand heeft, door het voorhangsel heen. 21We hebben nu een hogepriester die dienstdoet in het huis van God; 22laten we God dan naderen met een oprecht hart en een vast geloof, nu ons hart gereinigd is, wij van een slecht geweten bevrijd zijn en ons lichaam met zuiver water is

gewassen. 23Laten we zonder te wankelen datgene blijven belijden waarop we hopen, want hij die de belofte heeft gedaan is trouw. 24Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen, 25en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen.

Zingen: psalm 133 1.

Kom, kijk eens naar dit heerlijke gegeven, naar Gods gezin dat eensgezind wil leven, als eenheid die veel goeds belooft!

’t Is als de olie op Aärons hoofd,

die neerdruipt op zijn baard en bovenkleed, waarin hij dienst als priester deed.

2.

Ook is het als de dauw hoog op de Hermon, die neerdaalt op de hellingen van Sion.

Daar valt de zachte regen neer:

(7)

7

het is de zachte zegen van de HEER.

Daar zorgt hij zelf voor rust en veiligheid:

het goede leven voor altijd.

Verkondiging

Zingen: Gezang 864 : 1, 2, 4 en 5 LB 1

Laat ons de Heer lofzingen, juich, al wie bij Hem hoort!

Hij zal met trouw omringen wie steunen op zijn woord.

Al moet ge hier ook dragen veel duisternis en dood, gij hoeft niet te versagen, Hij redt uit alle nood.

2

God heeft u uitverkoren en uw geloof gebouwd, Hij heeft een eed gezworen aan elk die Hem vertrouwt:

dat Hij hen zal omgeven met sterkte als een wal, dat Hij wie met Hem leven de zege schenken zal.

4

Daarom dan niet versagen, maar moedig verder gaan!

De Heer doet redding dagen, Hij trok uw lot zich aan.

Wie lijdt, - God zal het merken, 't is alles Hem bekend;

Hij zal zijn kind’ren sterken met woord en sacrament.

5

Daarom lof zij de Here, in wie ons heil bestaat, Hem die ons toe wou keren zijn liefelijk gelaat.

Hij moge ons behoeden, elkander toegewijd,

(8)

8

en schenke ons al 't goede nu en in eeuwigheid.

Belijdenis van het geloof Zingen: Opwekking 502 Jezus, ik wil heel dicht bij U komen, in uw nabijheid wil 'k zijn.

Zo dicht bij U voel 'k uw liefde stromen, U maakt mij heilig en rein.

In de schuilplaats van de Allerhoogste blijf ik onder uw vleugels, o Heer.

Uw schaduw beschermt mij, uw troon is mijn toevlucht.

U bent mijn leven, mijn eer.

Dankgebed en voorbede

Luisteren: Mijn toevlucht (Sela) De Heer is je schild en bevrijder, de redder die niet van je wijkt.

Onder zijn vleugels ben je veilig.

Zijn wieken beschermen.

Zijn trouw is een veilig schild.

In Gods nabijheid is geen angst meer voor de plaag van de dag.

Jou zal niets overkomen;

open je ogen

en zie dat het kwaad vergaat.

Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste woont en overnacht in zijn schaduw,

zegt tegen de Heer:

Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God! Ik vertrouw op U.

Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God! Ik vertrouw op U.

(9)

9

Als je mag wonen bij de Hoogste ben je veilig voor het kwaad.

Engelen zullen je dragen.

Je zult je niet stoten,

maar vertrapt de tegenstand.

Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste woont en overnacht in zijn schaduw,

zegt tegen de Heer:

Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God! Ik vertrouw op U.

Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God! Ik vertrouw op U.

Inzameling van de gaven

Zingen: Gezang 150 Joh de Heer 1

Welk een vriend is onze Jezus, die in onze plaats wil staan!

Welk een voorrecht, dat ik door Hem, altijd vrij tot God mag gaan.

Dikwijls derven wij veel vrede, dikwijls drukt ons zonde neer juist omdat wij 't al niet brengen in 't gebed tot onze Heer.

2

Leidt de weg soms door verzoeking, dat ons hart in 't strijduur beeft, gaan wij dan met al ons strijden tot Hem die verlossing geeft.

Kan een vriend ooit trouwer wezen dan Hij, die ons lijden draagt?

Jezus biedt ons aan genezing;

Hij alleen is 't , die ons schraagt.

3

Zijn wij zwak, belast, beladen en ter neêr gedrukt door zorg.

Dierb're Heiland, onze Toevlucht, Gij zijt onze Hulp en Borg!

Als soms vrienden ons verlaten, gaan wij biddend tot de Heer;

in zijn armen zijn wij veilig,

(10)

10

Hij verlaat ons nimmermeer.

Zegen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wij zijn heel gelukkig dat op veel plaatsen vluchtelingen en migranten aanvaard en gerespecteerd worden, ongeacht hun herkomst, religieuze, sociale of politieke overtuiging en

De provin- ciaal: “We halen geen jonge paters naar hier om de zorg voor hun ouder wordende collega’s in Vlaanderen op zich te nemen, maar om hier onze dominicaanse

Veilig in Jezus’ armen, vrij bij mijn Heer en Borg, vrij van ’t gewoel der wereld, vrij van verdriet en zorg;. vrij van de vrees en twijfel, vrij van der

Deze kerk heette weer als vanouds: Gereformeerde Gemeente en maakte deel uit van het verband van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord- Amerika.. Later werd de toevoeging

Door jullie bekend te maken wat Hij van Mij heeft, zal Hij Mij eren.' (Joh. Een plek waar Hij woont. In Romeinen 8 spreekt Paulus over het leven door de Geest. Daar maar hij

Erkennen jullie dat onze kinderen in de doop het teken ontvangen van Gods liefde, en van het nieuwe leven, waartoe Christus ons allen roept!. Beloven jullie, ieder met de gaven die

Nadat de Heere gezegd heeft dat zij niet ontroerd moeten zijn, geeft Jezus antwoord op de vraag van Petrus: Heere, waar gaat Gij

[r]