• No results found

Een zomerakkoord op de poef gekocht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Een zomerakkoord op de poef gekocht"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

€ 2,30

73ste jaargang • nummer 31 • donderdag 3 augustus 2017 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

In de Wetstraat wordt het de methode- Michel genoemd: een akkoord kan pas wor- den bereikt als alle partijen één of meer tro- feeën hebben binnengehaald. De premier slaagde erin de Vlaamse regeringspartijen op één lijn te krijgen door ze elk wat lekkers te geven. De N-VA krijgt eindelijk haar verla- ging van de vennootschapsbelasting. CD&V kan rekenen op een regeling voor Arco en met de belasting van 0,15 procent op effec- tenrekeningen wordt zowaar een eerste - zij het zeer bescheiden - vermogenstaks inge- voerd. Open Vld krijgt dan weer wat maatre- gelen die de arbeidsmarkt flexibeler moeten maken, zoals de uitbreiding van de flexijobs en de herinvoering van de proefperiode.

Meteen rees een terechte vraag: hoe kan dit zomerakkoord gefinancierd worden? Pro- bleem is dat er te weinig concrete cijfers voor- handen zijn. Minister van Financiën Johan van Overtveldt (N-VA) verklaarde dat hij de primeur aan de parlementsleden zou geven.

In het najaar. Waarom is dat vorige week niet gebeurd toen de regering de maatregelen voor een inderhaast samengeroepen Kamer- zitting ging toelichten? Van Overtveldt zal voorlopig het antwoord schuldig blijven. Hij vertrok vorige zondag op vakantie.

Al is het wachten op concrete cijfers, het vermoeden groeit dat de regering zich rijk rekent. En dat het zomerakkoord op de poef is gekocht, ondanks het neerwaarts bijsturen van de begrotingsdoelstellingen. Om tegen 2019 een begroting in evenwicht te krijgen, moet in 2018 zo’n 4,3 miljard euro worden bespaard en in 2019 zo’n 3,4 miljard. Maar de federale regering heeft die doelstelling allang laten vallen. De regering heeft de doelstelling verlaagd tot het minimum van wat de Euro- pese Commissie eist: 2,6 miljard euro of 0,6 procent van het bbp. Ze maakt zich sterk dat die sanering zal lukken. Er zijn drie redenen om daaraan te twijfelen: de niet-budgetneu- trale verlaging van de vennootschapsbelas- ting, de overschatting van de inkomsten uit de effectentaks en de middelen voor Arco die wellicht toch door de belastingbetaler zullen moeten worden opgehoest.

Het geld voor de

vennootschapsbelasting is al op

De tarieven in de belasting die bedrijven betalen op hun winst of de vennootschaps- belasting worden de komende jaren gestaag verlaagd. In 2018 van 33,99 procent naar 29 procent. In 2020 verder naar 25 procent. Voor kmo’s daalt het tarief van 25 procent voor de eerste 25.000 euro winst naar 20 procent (in 2018) voor de eerste 100.000 euro. Een belastingverlaging slaat een gat in de staats- kas, dus moet de regering op zoek naar com- penserende maatregelen. Dat zal gebeuren via het beperken van allerlei al bestaande aftrekposten.

Belastingaftrekken zoals de rente op lenin-

gen die wordt ingebracht, of kortingen als de notionele intrestaftrek, worden minder inte- ressant. Ook zou de regering strenger toezien op misbruiken in de vennootschapsbelasting.

Vraag is of die maatregelen genoeg geld zul- len opbrengen om de lagere vennootschaps- belasting te financieren. In totaal zou het gaan om een belastingverschuiving van 5 miljard euro. De regering moet er met haar bereke- ningen maar 10 procent naast zitten - en dat is niet eens overdreven - en er is een extra gat van 500 miljoen euro.

Probleem met de lagere vennootschaps- belasting is dat een aantal compenserende maatregelen al vorig jaar in de begroting geboekt werden, zoals de verhoging van de roerende voorheffing naar 30 procent. Het geld om de lagere vennootschapsbelasting te financieren is eigenlijk al op.

Een vermogenstaks die niets opbrengt

De belasting op effectenportefeuilles van 0,15 procent zou volgend jaar 254 miljoen euro opbrengen. Maar fiscalisten zijn al volop bezig met ontsnappingsroutes te organiseren:

ze raden hun klanten aan hun vermogen in vastgoed, kunst of oldtimers te beleggen. Of het geld naar een holding in Luxemburg te verplaatsen. Onderzoekers van de universi- teit Antwerpen berekenden dat de effecten- taks amper 48 miljoen euro zal opbrengen.

Meteen een extra gat van 200 miljoen euro.

Verder rekent de regering zich in de begro- ting rijk door allerlei technische correcties door te voeren. Daar waar de experts bedra- gen voorspellen rond overheidsinkomsten, worden die door de regering opwaarts bijge- stuurd. “We hebben de cijfers tot het uiter- ste opgeblazen”, is in de Wetstraat te horen.

Het is alsof paars terug is, zij het in een mil- dere vorm.

Belastingbetaler betaalt voor Arco

En dan is er het geld voor de 800.000 Arco- coöperanten die hun beleggingen bij de ondergang van Dexia als sneeuw voor de zon zagen verdwijnen. De regering bepaalde dat 600 miljoen euro in een fonds wordt gestopt dat de coöperanten zal vergoeden, een oude CD&V-eis. 400 miljoen euro zou komen van de gedeeltelijke privatisering van Belfius. De rest zou van de christelijke arbeidersbewe- ging Beweging.net komen.

Bij juristen is te horen dat Europese rech- ters deze deal wel eens zouden kunnen kel- deren omdat het verkapte staatssteun is. Voor CD&V is een oplossing echter van levensbe- lang. Zal de regering het geld elders moeten zoeken? Dan komt ze onvermijdelijk bij de staatskas terecht en dus de belastingbetaler.

Met het zomerakkoord heeft premier Charles Michel (MR) iedereen wat lekkers gege- ven. Vraag is hoe de factuur zal betaald worden. De lage vennootschapsbelasting, de krakkemikkige effectentaks en een regeling voor Arco: dat zal al snel een miljardengat in de begroting slaan.

Een zomerakkoord op de poef gekocht

Vorige week kon u in ’t Pallieterke een aanklacht lezen over hoe bpost stelselmatig de adressen van Nederlandstalige inwoners in Brussel in het Frans omzet. Het soft- wareprogramma van bpost doet dat automatisch en men moet echt protest aante- kenen bij bpost om dat adres terug te vernederlandsen. Eerder meldden we dat gsm- dienstverlener Orange in hetzelfde bedje ziek is.

Maar het kan nog sterker. Een lezer uit Wemmel meldde me zijn wedervaren…

Enkele jaren geleden kreeg hij zijn facturen van Electrabel met Franstalig adres.

Hij protesteerde en het adres werd aan- gepast. Abonnement op De Standaard: het adres is in het Frans; dan maar een abonne- ment nemen op De Tijd: het adres is in het Frans. Correspondentie van het sociaal-verze- keringsfonds Xerius: adres in het Frans. Xerius, ja, dat ontstaan is in de schoot van het Vlaams Economisch Verbond.

Onze lezer uit Wemmel gaf elke keer zijn Nederlandstalig adres door, en elke keer werd dat naar de Franstalige versie omgezet. Het is blijkbaar een computersoftware (uit Neder-

De begrotingskip heeft een ei gelegd

Praten met Johan van den Driessche Lees blz. 11

De verfransing stopt nooit .

land) waar die firma’s gebruik van maken en die zorgt voor de automatische omzetting.

Ter herinnering: Wemmel is een Vlaamse gemeente met faciliteiten voor Franstaligen.

Het is geen Brusselse gemeente.

De faciliteiten zijn er gekomen om domme Franstaligen (te dom of te agressief om Neder- lands te leren toen ze vrijwillig naar een Vlaamse gemeente verhuisden) te helpen bij hun administratie in de gemeente. In reali- teit hebben de faciliteiten ervoor gezorgd dat de zes randgemeenten volledig verfranst zijn.

Dat hebben we dan uitsluitend te danken aan de laksheid van onze Vlaamse politici.

Karlvan Camp - hoofdredaCteur

Sabotage Doel 4: drie (3) jaar

zoeken naar een dader! blz. 4

(2)

Actueel 3 augustus 2017

2

Uit de smalle beursstraat

Een beleggingsportefeuille van 499.999 euro graag

In de Wetstraat blijken ze het niet te beseffen: kapitaal is een zeer mobiel productiemiddel. Belast je dat te zwaar, dan zal het andere oorden opzoeken. In het binnenland richting andere belegging. Of gewoon naar het buitenland. Komt nog bij dat België een land is met een lucratieve sector van belastingcon- sulenten. Die zorgen er steevast voor dat er ontsnappingsrou- tes genoeg zijn wanneer een vermogen te zwaar belast wordt.

Het was het geval met de rijkentaks en de speculatietaks, die wegens onrendabel werden afgeschaft. Hetzelfde zal gebeu- ren met de belasting van 0,15 procent op effectenrekenin- gen. Dat is de vermogenstaks die de regering-Michel met het zomerakkoord invoert. Het is een oude eis van de CD&V, die door haar linkerzijde wordt opgejaagd. Een meerwaardebelas- ting op aandelen komt er niet, dus was die taks op effecten- rekeningen een alternatief. De belasting zou in 2018 zo’n 245 miljoen euro moeten opbrengen en dat bedrag werd dan ook meteen in de begroting ingeschreven. Dat is al te optimistisch van premier Charles Michel (MR), begrotingsminister Sophie Wilmès (MR) en minister van Financiën Johan van Overtveldt

(N-VA). Zeer weinig mensen zullen die belasting betalen; mis- schien zelfs niemand.

Ook al lijkt het principe heel simpel: wie een effectenreke- ning heeft van beursgenoteerde aandelen, obligaties en even- tueel kasbons (dat is nog niet duidelijk) van minimum 500.000 euro wordt daar jaarlijks door de bank aan 0,15 procent op belast. Een belasting op het ganse bedrag. Dus iemand met een effectenrekening van 700.000 euro betaalt die 0,15 pro- cent op het hele bedrag en niet enkel op de effecten boven de 500.000 euro.

De inkt van het zomerakkoord met de effectenbelasting was nog niet droog of fiscalisten kwamen al met voorstellen om die belasting te ontwijken. Om te beginnen kan men de effec- tenrekening opsplitsen. Het gaat om een belasting op effec- ten van 500.000 per belastingplichtige. Als iemand zijn effec- tenrekening splitst in twee en een deel eigendom is van zijn echtgenote, of haar echtgenoot, dan betaalt geen van beide de belasting.

De taks houdt ook in dat wie 500.001 euro bezit daar 750

euro op betaalt. Wie 499.999 euro bezit, betaalt niets. Welnu, dan ga je naar de bank en je vraagt om een effectenrekening van 499.999 euro maximum. De rest kan belegd worden in pensioenfondsen en levensverzekeringen (want die vallen niet onder de taks) of je gaat het kapitaal steken in niet-beursge- noteerde aandelen. Een andere piste is dat deel van het ver- mogen aan oldtimers, kunst, wijn, oude postzegels of gewoon vastgoed te besteden. Dat laatste zou wel een pervers effect hebben: de overwaardering van de huizenmarkt zou nog toe- nemen. Nog een andere piste is het geld naar het buitenland versluizen. Moeilijker dan vroeger, maar nog altijd mogelijk.

Kortom, er zijn tal van ontsnappingsroutes om de effecten- taks te vermijden.

Dat de effectentaks zo goed als zeker een slag in het water wordt, is goed nieuws. Want de regering-Michel heeft de deur geopend naar een zuivere vermogensbelasting die toekom- stige linkse regeringen zonder probleem zouden kunnen uit- breiden. Als de effectentaks succesvol zou worden, kan je er donder op zeggen dat het maximumbedrag in de toekomst zal verlaagd worden. Of dat het belastingtarief wordt opgetrok- ken. Met een effectentaks die amper iets opbrengt en ineffi- ciënt blijkt, zal dat minder snel gebeuren.

Een laatste bedenking: al jaren spiegelen de regeringen ons voor dat we ons beter moeten voorbereiden op ons pen- sioen. Voor veel gepensioneerden is zo’n effectenportefeuille een appeltje voor de dorst dat ze hebben bijeen gespaard en belegd omdat hun wettelijk pensioen te laag is. Waarom daar dan nog een taks op heffen?

Angélique VAnderstrAeten De federale regering heeft een nieuwe vermogenstaks uit haar hoed getoverd: een belasting van 0,15 procent

op effectenrekeningen van 500.000 euro en meer. Het zou 254 miljoen euro moeten opbrengen. Een mythe. Het zal met de belasting op effectenrekeningen aflopen zoals met de afgevoerde rijkentaks en speculatietaks: ontwijkge- drag en dus amper opbrengst.

De hopeloze strijd tegen illegale drugs

Alle inspanningen ten spijt, zit de wereld opgescheept met een gigantisch drugspro- bleem waartegen weinig juridische maatregelen opgewassen zijn. De Filipijnse presi- dent Rodrigo Duterte gaf zijn bevolking en politiediensten de toelating om gebruikers en trafikanten een kopje kleiner te maken, met nogal wat controverse, wantoestanden en moorden tot gevolg. Singapore is ondertussen zo goed als drugsvrij door de daad- werkelijke toepassing van de plaatselijke strafwet. In het Westen blijft het dweilen met de kraan open. Een verregaande tolerantie en open grenzen zijn daaraan niet vreemd.

De strijd tegen drugs is al decennia een absolute prioriteit, maar ongetwijfeld ook een grote bron van frustratie voor vrijwel alle poli- tie- en douanediensten. In Europa lijkt het drugsgebruik te stagneren of licht af te nemen, behoudens voor wat betreft ‘designerdrugs’

en cocaïne, terwijl in de Verenigde Staten een ware drugsepidemie woedt. Volgens Euro- pol zijn momenteel in Europa ongeveer 5.000 internationaal georganiseerde bendes actief.

Een derde ervan is gespecialiseerd in illegale drugshandel. Twee derde van de drugstrafikan- ten zijn dan weer betrokken bij de productie en verspreiding van namaakgoederen, men- senhandel, illegale wapenhandel en migran- tensmokkel. De winsten worden meestal witgewassen en geïnvesteerd in de immobili- ensector, in vakantieparadijzen in Zuid-Europa, grondstoffen en kunst. Ook een deel van het terrorisme wordt ermee gefinancierd.

Afvalwater

Eind juni verscheen het ‘World Drug Report 2017’ van het in Wenen gevestigde UNODC (United Nations Office for Drugs & Crime). Een fraaie uitgave van maar liefst vijf boekdelen met allerlei feiten en cijfers, die je na lectuur naar drugs zouden doen grijpen om te beko-

men. Vooral door analyse van het afvalwa- ter van enkele geselecteerde Europese steden heeft men kunnen vaststellen dat het gebruik van cocaïne in Europa tussen 2011 en 2016 met dertig procent is gestegen. De stijging wordt volledig toegeschreven aan de verhoogde pro- ductie in Colombia voor de afzetmarkten in Europa en Noord-Amerika. Mogelijk zal de pro- ductie in de toekomst verminderen - en de cocaïne nog duurder worden - aangezien het FARC, de Colombiaanse Gewapende Revolu- tionairen, bij de vredesovereenkomst met de Colombiaanse regering in 2016, beloofd heb- ben om zich volledig terug te trekken uit de drugshandel. De rebellen stonden in het ver- leden namelijk in voor de beveiliging van de cocaplantages, de landingsstrips en het trans- port. In 2015 werd wereldwijd 864 ton van het witte spul inbeslaggenomen. Tot dusver een record, waarbij de vraag kan worden gesteld wie dat allemaal opsnuift.

De inbeslagnames van opium, het gedroogd melksap van de papaverplant, blijven daaren- tegen stabiel, behalve voor de Verenigde Sta- ten. In 2015 stierven in het land van Trump 7.163 jongeren tussen 15 en 29 jaar aan een overdosis opiaten. Dat zijn op opium geba- seerde pijnstillers of drugs. Vooral heroïne is

sterk verslavend en zorgt er voor een ware epidemie. In de VS komt opium voornamelijk uit Mexico. Voor Europa is Afghanistan eerder het land van herkomst, goed voor de produc- tie van ‘slechts’ 6.380 ton in 2016. De schrale Afghaanse grond is voor weinig andere teel- ten geschikt. De opbrengst van de oogst van de papaverplanten, of de onrijpe zaadbollen ervan, bezorgt lokale landbouwers een basis- inkomen, maar komt voor een groot deel ook terecht bij de Taliban, die niet toevallig het grootste deel van de landbouwzones contro- leren.

Designerdrugs

Het ‘World Drug Report 2017’ besteedt veel aandacht aan het complexe probleem van de ‘designerdrugs’: synthetische drugs, zoals amfetamines, die in laboratoria worden gepro- duceerd. Zij zijn moeilijker op te sporen, aan- gezien de grondstof uit scheikundige produc- ten bestaat en niet afkomstig is van specifieke planten. Het blijft onbegrijpelijk dat gebrui- kers zich laten verleiden door pillen of drank- jes waarvan men de samenstelling niet kent en die door onbekenden zijn aangemaakt. In België lijkt het gebruik ervan voorlopig even- wel beperkt.

Wereldwijd zouden er 250 miljoen drugs- gebruikers zijn. Volgens UNODC verliezen zij op jaarbasis gezamenlijk 28 miljoen gezonde levensjaren. De impact op de kosten voor gezondheidszorg is aanzienlijk, vooral door het gebruik van opiaten en afgeleiden. Tuber- culose, hepatitis C en hiv zijn de meest voor- komende ziekten, naast tal van andere geeste- lijke en lichamelijke aandoeningen.

In 2015 was de dood van 190.000 mensen rechtstreeks gerelateerd aan drugsgebruik. Wij hebben het hierbij niet over de slachtoffers van de oorlogen tussen drugsbendes. In Europa wordt aangenomen dat één procent van de bevolking dagelijks cannabis gebruikt. Vijf pro- cent van de Europeanen heeft minstens één keer in zijn leven cocaïne gebruikt. Vier pro- cent gebruikte of probeerde ‘designerdrugs’.

Doodstraf

De evolutie van de cijfers bevestigt dat de wereldwijde strijd tegen de illegale drugshan- del weinig succesvol is; het wordt alleen maar erger. Het witwassen en genereren van de opbrengsten in de legale economie bezorgt de drugsbaronnen bovendien een niet te ver- smaden macht, die poorten openzet voor corruptie en rechtstreekse beïnvloeding van beleidsmensen. Tot grote frustratie van poli- tie en douane is een kentering in gunstige zin nergens waar te nemen. Afhankelijk van de locatie houden in Europa vooral Pakistaanse, Roemeense, Servische, Turkse en Albanese bendes de touwtjes stevig in handen. Zoals bij andere vormen van criminaliteit worden zij

daarbij geholpen door de open grenzen en een al te tolerante strafwetgeving voor trafikanten en gebruikers. Alleen de stadsstaat Singapore is zo goed als drugsvrij door een genadeloze toepassing van de strafwet. Ter vergelijking:

8,2 procent van de bevolking uit het Verenigd Koninkrijk gebruikt cannabis en 1,8 procent zit aan ‘designerdrugs’. In Singapore is dat res- pectievelijk 0,005 procent en 0,003 procent.

Het bezit van 2 gram heroïne of 3 gram coca- ine maakt u er meteen tot trafikant. Met 15 gram heroïne of 30 gram cocaïne in de bagage wacht een levenslange gevangenisstraf of de doodstraf, die nog effectief wordt uitge- voerd. Iedereen kan ook op elk moment op het gebruik of bezit van drugs worden getest.

Singapore houdt het letterlijk en figuurlijk mis- schien een beetje te proper – zelfs eten of het drinken van een blikje frisdrank op de bus wordt beboet – maar lijkt daarmee toch een efficiënt beleid te voeren tegen de illegale drugshandel. Wie er niet in geloofde, kan het niet meer navertellen.

In 1994 werd de Nederlander Johannes van Damme geëxecuteerd omdat hij 5 kilo hero- ine in zijn bezit had. Luid internationaal pro- test hielp niet. De Australiër Nguyen Tuong Van werd in transit betrapt op de luchthaven van Singapore met een kleine 400 gram hero- ine. Hij werd geëxecuteerd in 2005, samen met een Singaporees bij wie een 1 kilo canna- bis was aangetroffen.

Is dit de oplossing voor het wereldwijd drugsprobleem? Mogelijk, maar politiek wel- licht niet haalbaar in een westerse samenleving met een al te verregaande tolerantie. Er is bij trafikanten en gebruikers zelfs geen besef van medeverantwoordelijkheid voor de duizenden doden die jaarlijks vallen door het geweld gere- lateerd aan drugs. Het wordt dus alleen maar erger, ondanks een decennialange strijd en een overvloed aan rapporten en analyses van internationale politiediensten en organisaties.

rirO

(3)

Actueel

3 augustus 2017 3

Eens scout, altijd scout

Mevrouw de gefrustreerde,

Ik heb uw open brief gelezen waarin gij de vloer aanveegt met hen die de jongste tijd naar aanleiding van een aantal incidenten en zelfs tragische gebeurtenissen op jeugd- kampen negatieve berichten spuien op soci- ale media en elders, en daarbij doen uit- schijnen dat zo goed als alle jeugdleid(st) ers onverantwoord gedrag vertonen en de kampplaatsen oorden van verderf, chaos en vuiligheid zijn.

Gij vindt dat allemaal dik overdreven en gij slaat aan het mijmeren over de schone tijd die gij meemaakte bij de scouts. Gij zegt dat scouting u en uw medeleiding veel, zelfs alles heeft gegeven: “Ik leerde er overleg- gen, creatieve oplossingen zoeken, samen- werken, discussiëren, toegeven of net niet.

Ik leerde verantwoordelijk te zijn, bezorgd (maar niet té), zelfstandig, gemotiveerd. Ik werd groepsdier, plantrekker, meeloper, stijf- kop. Communicatief naar ouders toe, troos- tende schouder voor de kleinsten, een vrien- din voor de oudsten, openhartig tegenover mijn medeleiding.”

Ik neem dat graag aan, want legio zijn zij die in die zin urenlang kunnen vertellen over hun belevenissen in de jeugdbewegingen - niet alleen bij de scouts - en de kameraad- schap die ze er aan hebben overgehouden, vaak voor het leven. Eens scout, altijd scout!

Eens Chirojongen of -meisje, altijd Chirojon- gen of -meisje! Eens KSA’er, altijd KSA’er!

Eens VNJ’er, altijd VNJ’er! Ja, toch?! En het siert u dat gij uw zondag besteedde aan de jeugdbeweging in plaats van een studenten- jobke aan te nemen.

Maar, beste Fien, er is in deze tijd toch een keerzijde aan de medaille. Ik weet dat de jeugdkampen vroeger haast kopieën waren van militaire nederzettingen, met veel tucht, vlaggenvertoon, orde, natuurtechnieken, spel en zang, kaartlezen, discipline en karak- tervorming. De leiders van zo’n kamp waren veelal een heel stuk ouder dan de leden en namen hun opvoedende verantwoordelijk- heid heel ernstig, want er werd daar vaak nog op toegezien door een aalmoezenier of een proost of een ‘master’ of een ‘oubaas’ of andere volwassen begeleiders. Die tijden zijn bijna overal voorbij. Vandaag is het anders.

Of het beter is, laat ik in het midden.

Ik stel echter vast dat tegenwoordig in de kampcamion vaak plaats wordt voorbehou- den voor flink wat kratten drank voor de lei- ding, dat er een los sfeertje is op kamp - niet

zelden overstemd door luide niet-jeugdbe- wegingsmuziek - en dat leid(st)ers die jon- geren gedurende zo’n tien dagen moeten bezighouden pas in de vroege uurtjes gaan slapen en bijgevolg na een half kamp niet meer fit zijn en vaak niet meer alert zijn voor wat de hun toevertrouwde kinderen doen, dat orde in de tenten veelal niet meer gecon- troleerd wordt en dat men ‘s avonds in een niet-opgefrist nest kruipt zoals men dat ‘s morgens heeft achtergelaten, dat heel veel leiders en leidsters nauwelijks enkele jaartjes ouder zijn dan de kinderen en daardoor vaak niet oordeelkundig handelen. (Overigens, tegenwoordig volgen de meesten daarvoor geen cursus meer.) Het is dus te begrijpen dat ouders, die andere tijden beleefden, zich soms wat zorgen maken.

Maar ik ben wel blij te vernemen dat gij nog lid hebt mogen zijn van een eigentijdse groep waar men het goed voorhad en zijn kampen goed voorbereidde en de activitei- ten evalueerde. En gelukkig zijn er zo nog veel.

Wat ik maar wil zeggen, Fien, is dat we niet alles en iedereen over één kam mogen sche- ren, maar dat we toch kritisch moeten zijn voor uitwassen en onverantwoorde toestan- den, die vandaag helaas te vaak voorkomen!

En ja hoor, vroeger liep een wat straf opgevat nachtspel ook wel eens uit de hand en lag er wel eens een patrouille met een of andere besmetting enkele dagen ziek in de slaap- zak. Evenzeer gebeurde het wel eens dat een leid(st)er een foutief oordeel velde over iets of iemand, of dat een ruzie de kamp- sfeer verpestte.

Mochten de incidenten van deze zomer - en voorbije zomers - er evenwel toe kunnen bijdragen dat jongelui met een dosis zelfdis- cipline en met de nodige ernst hun verant- woordelijkheid blijven opnemen, goed zorg dragen voor de kinderen en jongeren die hen zijn toevertrouwd, puike activiteiten op poten zetten, opvoedend werken en waar- den overdragen, traditie en toekomst zinvol met elkaar verbinden, dan denk ik dat wij het eens zijn dat de goede jeugdbeweging nog een lang leven beschoren is en dat tal- loze jongeren nog onvergetelijke tijden gaan meemaken in de vele jeugdbewegingen die Vlaanderen rijk is. Maar daarvoor is een inspanning nodig. Als dat lukt, dan zullen de slechte criticasters op hun honger blijven zitten. Akkoord?

Briefje aan Fien Tondeleir

Alt-Rechts: cultuuroorlogen op het internet (deel 1)

Terugkijkend naar de verkiezingen van 24 november 1991, kan het vreemd lijken dat pers en politiek zo geschokt reageerden. Het Vlaams Blok behaalde toen iets meer dan 10 procent van de stemmen. Vandaag is het bestel best tevreden met dergelijke scores voor rechtse partijen. Toen was dat anders. Vooral de complete verrassing van de door- braak van het Vlaams Blok zorgde voor verbijstering. Had men dit echter niet kunnen zien aankomen?

Voor toenmalige opiniemakers was de gang van de geschiedenis overduidelijk: progres- sieve waarden gingen steeds meer de politieke cultuur in het Westen domineren. Ongeorga- niseerde pogingen van klassiek rechts om die evolutie af te remmen, mondden steeds weer uit in stilzwijgende capitulatie en een over- name van die waarden in de ideeënwereld van mensen en groepen die enkel nog door tegenstanders rechts of conservatief werden genoemd. De politieke evolutie van het Wes- ten na de Tweede Wereldoorlog kende slechts één richting: die naar de onafwendbare tri- omf van de consensus der linkse intellectue- len. Die zekerheid hoefde zelfs niet uitgespro- ken te worden.

Het eerste rechtse verzet

Iemand die niet moest overtuigd worden, was Hugo Schiltz. Zelf was hij geen linkse ide- oloog, maar als ultieme pragmaticus zag hij de verlinksing van de Volksunie als een natuurlijke ontwikkeling, die parallel liep met de evolu- tie van de rest van de samenleving. In de jaren tachtig was hem op studentenzangfeesten van het KVHV in Antwerpen niettemin opgevallen dat de groep grijze petten van de NSV elk jaar in aantal bleef toenemen, tot die zelfs de wijn- rode petten van de gastheren in de minderheid plaatsten. Dat intrigeerde Schiltz. Overtuigde Vlaamse Bewegers hadden hun kinderen in de jaren zestig en zeventig naar links zien afdwa- len. Waar kwam die rechtse opstoot onder jonge Vlaamsgezinden plots vandaan?

Schiltz stemde in met een discrete ontmoe- ting met een kleine delegatie van NSV. Bij de aanwezigen waren onder andere de hoofdre- dacteur van dit blad, Filip Dewinter en uw die- naar. Of hij de aanwezigen wilde overtuigen dat ze op een ideologisch dwaalspoor zaten, of eerder een poging wenste te ondernemen om hun beweegredenen te begrijpen, is niet zeker. Evenmin kan ik beoordelen of Schiltz wijzer is geworden door dat avondlijke eten- tje ten huize Van Camp. Zijn uitspraak, enkele jaren later, op de avond van de verkiezingen, dat hij beschaamd was om Antwerpenaar te zijn, laat vermoeden dat “Zwarte zondag” ook voor hem nog steeds als een donderslag bij heldere hemel was gekomen.

Nochtans was de doorbraak van het Vlaams Blok reeds meer dan tien jaar voorafgespie- geld in de ideeënstrijd die op gang was geko- men aan de Vlaamse universiteiten, vooral dan via een verrechtsend KVHV en de groei van de afgescheurde NSV. De cultuuroorlog die werd uitgevochten op de campus, niet alleen via betogingen, vormingsavonden, pamfletten en affiches, maar ook door een beleving van eigen subculturen (zoals een terugkeer naar de tra- ditionele Burschenschaftenkultur), was een teken aan de wand. Ik bedoel niet zozeer dat de strijders van die oorlog er daarna in geslaagd zijn om zo snel een hele samenleving mee op sleeptouw te nemen. Dat zou een hoog- moedige bewering zijn. Maar het is wel zeker dat jongeren, altijd geneigd tot rebels gedrag,

sneller bereid zijn om de vertolkers te zijn van nieuwe politieke ideeën en dus goede barome- ters zijn voor op til zijnde politieke evoluties.

Het digitale front

De les voor elke beschouwer van de politiek is dan ook het belangrijk is om oog te hebben voor de politiek getinte, succesvolle subcultu- ren bij jongeren. Vandaag moet je de tekenen van verschuiving van de politieke bakens wel niet meer gaan zoeken in betogingen, acties, debatavonden, krantentribunes of tv-debat- ten. De ideeënoorlogen spelen zich vooral af op het internet, vaak onopgemerkt voor niet- ingewijden en voor oudere generaties, soms in donkere krochten waarvan u het bestaan niet eens vermoedt.

Zo deed zich in 2014, onder de naam

“Gamergate”, een massale internetoorlog voor die nauwelijks werd geregistreerd door de buitenwereld. Een computerspel met feminis- tische inslag kwam in het vizier van een paar actieve internetposters die lieten verstaan dit soort politiek correcte betutteling in de wereld der computerspelletjes beu te zijn. Ze keerden zich ook tegen de partijdige, lovende bespre- kingen van het spel door de gespecialiseerde pers.

De beheerders van de betrokken internet- fora probeerden de discussie in de kiem te smoren door berichten te verwijderen of kri- tische posters te bannen. De klunzige pogin- gen om het protest het zwijgen op te leggen, deden de vlam pas helemaal in de pan slaan.

Opzettelijke provocaties (“trolling”), sarcasti- sche humor en vlammende discussies over- spoelden verschillende internetfora. Zowel de intensiteit van het protest (gaande van door- dacht antifeminisme tot regelrechte vrouwon- vriendelijkheid) als de omvang ervan verbaas- den: tienduizenden digitale strijders geraakten verwikkeld in een maandenlange en bij wij- len zeer bitse oorlog tussen twee kampen die door meer gescheiden waren dan zomaar een andere visie op computerspelletjes. Deze inter- netoorlog was ook een cultuuroorlog met dui- delijk ideologische aspecten.

De opkomst van alt-rechts

Eén van de meest opvallende exponenten van de cultuuroorlogen op het internet is het verschijnsel “alt-right” (alternatief rechts) in de Verenigde Staten. De term is in 2009 uitgevon- den door Richard Spencer, voorman van The National Policy Institute, een denktank over blanke identiteit. Maar het fenomeen dat er meestal wordt mee aangeduid, is veel ruimer en ontstond zonder al te veel directe invloed van Spencer en de zijnen.

Alt-rechts is een zeer jong en diffuus ver- schijnsel en dus niet gemakkelijk af te lijnen.

Maar de talrijke internetmilitanten die onder deze vlag opereren (of er ongewild mee geas- socieerd worden) hebben een absolute afkeer voor links gemeen. Zij brengen die liefst tot uiting via zeer scherpe spot voor elke vorm van politieke correctheid en gebruiken daar- voor alle middelen die het internet ter beschik- king heeft.

De toevoeging “alt” is echter niet zonder betekenis: de alt-rechtsen geloven niet dat klassiek, conservatief rechts in de Verenigde Staten een zinvol alternatief kan bieden. De meeste conservatieven worden in het typi- sche jargon van alt-right bestempeld als “cuck- servatives”. “Cuckold” (koekoek) is een Engels scheldwoord, verwant aan het Franse “cocu”, voor zwakke mannen die een zeker plezier scheppen in de vernederingen die ze onder- gaan. “Cuckservatives” zijn conservatieven in naam, maar die eigenlijk de linkse waarden hebben overgenomen en zelfs propageren.

Volgende week ga ik in op de ideeën, boeg- beelden en toekomstperspectieven van alt- rechts, alsook op de wisselwerking van dit Amerikaanse fenomeen met oude en nieuwe rechtse strekkingen in Europa.

Jurgen Ceder

Liesbeth Homans wil de

Vlaamse intercommunales afslanken

(4)

Dossier 3 augustus 2017

4

De lagere school

Eerst een spellingprobleem uit de weg ruimen. Is het nu Egmond of Egmont? De familie is afkomstig uit Egmond in Noord- Holland, ten zuidwesten van Alkmaar, en de graaf ondertekent met Lamoral Degmond de nederige brief die hij aan Filips II schrijft, een paar uur voor hij het schavot betreedt.

Vroeger kreeg ieder kind al in de lagere school het trieste verhaal te horen van de gerechtelijke moord op Egmond en Horne (niet Hoorn). Leerlingen illustreerden nog zelf hun geschiedenisschrift met allerlei illu- straties. Voor een paar franken kocht moeder een bekende reeks met 120 chromoprent- jes (te bekijken op www.willebroek.info).

Kinderen waren niet zo gevoelig, want prentje 72 toont de afgehakte hoofden op een bed (in werkelijkheid werden ze op een piek tentoongesteld op de Brusselse Grote Markt). Kinderen uit de betere klasse kleef- den liever de grotere en mooiere illustraties van Huens in de Historia-reeks ‘s Lands Glo- rie in hun schrift.

Schatrijk

De beste publieksbiografie over Egmond is van Aline Goosens en Herman Vandor- mael; ooit een collega bij de Schooluitzen- dingen, later de eminente conservator van Gaasbeek (een Egmondkasteel) en al zijn hele leven een lezer van dit weekblad.

Egmond is bij deze auteurs niet de onver- schrokken vrijheidsstrijder maar een mede- speler in gebeurtenissen waarop hij maar weinig greep krijgt. Interessant is het stukje van een tijdgenoot over het dagelijks leven van Egmond en zijn vrienden, medestanders en vijanden. Historici focussen altijd op de grote gebeurtenissen, op de breuklijnen in iemands leven, en verwaarlozen al eens het dagelijkse. Natuurlijk is Egmond een belang- rijk militair (maar ook weer niet zo belang- rijk), een bestuurder en een politicus. Maar het grootste deel van zijn tijd besteedt hij, zoals andere hoge edelen, aan jagen, dan- sen, zuipen en hoereren.

Filips II verwijt Egmond trouwens zijn

“galante avonturen” al verwekt de graaf bij zijn vrouw 12 kinderen. Egmond heeft ook de middelen om zich te amuseren. Na Wil- lem van Oranje is hij de rijkste edelman van de Nederlanden. Het jaarlijks bruto inko- men uit zijn domeinen en zijn vele betaalde functies bedraagt ongeveer twee miljoen maal het dagloon van een arbeider. Natuur- lijk houdt hij er een echte hofhouding op na, moet hij zijn domeinen onderhouden en leent hij veel geld om zijn enorme grondbe- zit nog uit te breiden.

Maar hij kan blijkbaar de tering naar de nering zetten want netto houdt hij 20 pro- cent over, terwijl Oranje overal schulden heeft.

Nauwelijks minder dan de vorst

De voorouders van Egmond zijn al hoge edelen in het graafschap Holland, maar wan- neer Filips de Goede de Nederlanden aan elkaar hamert en lijmt, breiden ze hun macht en bezittingen uit over al de Nederlandse staten. Grootvader Jan is stadhouder (verte- genwoordiger van de vorst en hoogste amb- tenaar en edelman) in Holland.

Vader Jan en oudere broer Karel sneuve- len in dienst van Karel V, dus wordt de in Henegouwen geboren Lamoraal de nieuwe graaf van Egmond. Hoge edelen als Egmond leven mentaal nog grotendeels in de mid- deleeuwen. Ze zijn feitelijk soevereine vors- ten op hun eigen domeinen en bezitten de

“hoge justitie”, want ze kunnen de dood- straf uitspreken. Principieel moeten ze geen belastingen betalen, al zijn daar nogal wat uitzonderingen op.

Ze zijn gepokt en gemazeld met verha- len over voorouders die soms met en soms tegen de landsheer vechten, en ze beschou- wen zich nauwelijks als minder belangrijk dan de vorst. Niet alleen het bestuur van de eigen domeinen maar zelfs het medebe-

stuur van al de Nederlanden komt hen rech- tens toe. Bij Karel V, zelf nog een halve mid- deleeuwer, pakt dat nog een beetje, maar bij Filips II niet meer. Die doet een beroep op betrouwbare hoge ambtenaren die dik- wijls uit de lagere adel afkomstig zijn en die geen eigen machtsbasis bezitten.

Egmond en Oranje aanvaarden die situa- tie niet. Voor Filips zijn zij de voor het leven benoemde stadhouders van Vlaanderen en Holland die in de eerste plaats zijn beve- len moeten uitvoeren. In hun ogen zijn zij veel beter geschikt de Nederlandse staten te besturen dan de vorst, die geen voet meer buiten zijn Spaanse staten zet. Ze slagen er nog in zijn hoogste ambtenaar, kardinaal Granvelle, buiten te werken, tot heimelijke woede van Filips.

Maar ze botsen op de grenzen van hun macht wanneer ze geconfronteerd worden met economische problemen (hongers- nood) en het altijd groter wordend succes van de protestanten. Oranje (die al een tijdje officieus naar het calvinisme overhelt) en die de macht van Filips wil breken, laat de veel populairdere Egmond de kastanjes uit het vuur halen.

Die laat zich overhalen Filips op te zoe- ken in Madrid om hem de toestand in de Nederlanden uit te leggen. De koning luis- tert geduldig, vraagt tijd om na te denken, schenkt Egmond financiële gunsten – want de graaf vergeet zijn eigen belangen niet – en zendt hem met een kluitje in het riet.

Egmond keert triomfantelijk naar huis en begrijpt eerst later dat Filips – zeker op reli- gieus gebied – geen enkele toegeving wil doen.

Dus gaat Egmond aanschurken tegen de oppositie (Eedverbond der edelen) zonder dat hij durft breken met de koning, want hij is en blijft een overtuigde katholiek. Als stadhouder van Vlaanderen en Artesië wordt hij door de koning verantwoordelijk gehou- den voor de Beeldenstorm die in augus- tus 1566 uitbreekt en die het sein voor de Opstand wordt. Egmond beschikt niet over een staand leger dat het oproer kan neer- slaan. Noodgedwongen staat hij protestan- ten toe hun godsdienst te belijden (meestal buiten de muren van een stad) maar als het kan laat hij de beeldenstormers ophan- gen, want de daders (en niet hun protes- tantse rijke opdrachtgevers) zijn altijd arme sloebers.

Gemanipuleerd door Oranje

De Beeldenstorm breekt het laatste grein- tje vertrouwen dat Filips nog heeft in de hoge Nederlandse adel. Terwijl hij Egmond een vriendelijke brief schrijft, beveelt hij de hertog van Alva – de hoogste Castiliaanse edelman – met een leger naar de Neder- landen op te rukken en drastisch op te tre- den. Egmond is er niet gerust in als Alva in plaats van de verwachte koning in augustus 1567 verschijnt.

Alva is niet helemaal gelukkig met zijn opdracht, want hij kent Egmond al dertig jaar en ze hebben menig uur samen geze- ten. Egmond beroept zich op zijn adellijke voorrechten om niet voor een uitzonderings- rechtbank te verschijnen, maar daar heeft Alva lak aan.

Zelf twijfelt de hertog aan de schuld van Egmond en sommige rechters doen dat ook, maar Filips heeft beslist en dus valt de bijl.

Oranje, die naar Duitsland gevlucht is, laat het masker vallen, wordt openlijk protes- tant en neemt de leiding van de Opstand op zich. Hij is erin geslaagd de enigszins naïeve Egmond de kastanjes uit het vuur te laten halen en hij heeft nu ook twee martelaars in de figuren van Egmond en Horne. Oranje schuift eerst nog een Franse prins naar voren als nieuwe vorst, maar hij maakt zich op zelf graaf van Holland en Zeeland te worden in de plaats van Filips. Hij wordt vermoord vooraleer hij de soeverein kan worden.

Jan neckers

Egmond

Door mijn columns over Filips II wou ik weer iets meer weten over de graaf van Egmond; de echte dan en niet de vrijheidsheld van Goethe’s toneelstuk waarvoor Van Beethoven de Egmont-ouverture componeerde.

Doel 4:

zal de dader ontsnappen?

Exact een jaar geleden schreef ik in ’t Pallieterke een artikel over de sabotagedaad in de kerncentrale Doel 4. Die sabotagedaad vond plaats op 5 augustus 2014 en sinds- dien is men op zoek naar de dader. Sinds mijn artikel in 2016 zijn we een jaartje verder.

Maar de dader is nog steeds niet gevonden, drie jaar na de feiten Even terug in de tijd: op dinsdag 5 augus-

tus 2014 omstreeks 11.06 uur wordt een ver- lies van smeerolie in een turbine vastgesteld.

Die turbine zet stoom die geproduceerd wordt in het reactorgebouw om in elektriciteit. De smeerolie in de turbine moet ervoor zorgen dat de zware as vlotjes over de lagers kan draaien.

Wat blijkt: iemand heeft een noodhendel omgedraaid, zodat op korte tijd zo’n 65.000 liter smeerolie wegvloeide. De turbine raakt oververhit en wordt zwaar beschadigd. De kernreactor wordt stilgelegd. Totale schade voor Engie Electrabel: zo’n 138 miljoen euro.

Drie instanties beginnen een onderzoek naar de sabotagedaad: allereerst Electrabel (Engie), uitbater van de kerncentrale in Doel.

Daarnaast starten het federale parket en de staatsveiligheid een onderzoek. En ook het FANC, het Federaal Agentschap voor Nucle- aire Controle, start een onderzoek. Er wordt een onderzoeksrechter aangesteld.

Na drie jaar onderzoek kan geen van deze instanties een dader aanduiden. Wel is het gerechtelijk onderzoek in december 2016 afge- rond. We zijn ondertussen zeven maanden ver- der, maar niemand weet wat er in het dos- sier staat.

Engie Electrabel heeft bijkomend onderzoek gevraagd aan de onderzoeksrechter. Maar of de onderzoeksrechter daaraan gevolg heeft gege- ven? Een groot vraagteken.

Omerta

Er wordt door de onderzoekers niet of nau- welijks gecommuniceerd. Alle werknemers van de kerncentrale van Doel krijgen een spreek- verbod. Die ‘omerta’ wordt tot vandaag merk- waardig goed volgehouden.

Die geheimzinnigheid leidt tot uiteenlo- pende berichten. Begin januari 2015 meldt VTM dat het aantal potentiële daders geëli- mineerd is tot 30. Het zou gaan om werkne- mers van onderaannemers van Engie Electra- bel. Maar vijf maanden later meldt Het Laatste Nieuws dat er nog maar 12 verdachten zijn, en dat zijn dan weer allemaal werknemers van Electrabel. Op het moment van de feiten waren er zo’n 65 werknemers in de machinehal, en dus ook de dader. Door analyse van de came- rabeelden en de toegangscontrole heeft men

een groot aantal werknemers van het verdach- tenlijstje kunnen schrappen.

In mei 2015 wil men de laatste verdachten onderwerpen aan een test met de leugende- tector. Acht medewerkers weigeren deze test op aanraden van hun advocaten en vakbond.

Men kan met enige zekerheid stellen dat één van deze acht de feitelijke dader is van de sabo- tagedaad. Want door te weigeren maakt men zich natuurlijk extra verdacht.

Die testen met de leugendetector werden uitgevoerd in mei en juni 2015. Maar sindsdien ligt ook deze piste stil.

Het gerechtelijk onderzoek dat in december 2016 werd afgesloten, meldt enkel ‘dat er geen dader kon gevonden worden’.

Het enige waar men zeker van is, is het feit dat de sabotagedaad goed werd voorbereid en dat er geen sprake is van een impulsieve daad van een kwade werknemer. De man in kwes- tie had het nodige gereedschap op zak, wist welke hendel hij moest openzetten, en hij wist hoe hij het badgesysteem en de veiligheidsca- mera’s kon omzeilen. Heel belangrijk, hij wist verdomd goed wat de technische gevolgen van zijn sabotagedaad zouden zijn.

Het blijft een huzarenstuk om dit te realise- ren in één van de zwaarst beveiligde gebouwen van België. Niet vergeten dat iedereen die in een kerncentrale wil werken, eerst uitgebreid en streng ‘gescreend’ wordt door de staatsvei- ligheid. Ook dat nog!

Besluit

Verleden jaar besloot ik: “Dat men vandaag nog geen enkele verdachte heeft, is angstaan- jagend”. Vandaag zijn we een jaar later en is er nog altijd geen dader gevonden. Engie Elec- trabel heeft aan de onderzoeksrechter bijko- mende onderzoeken gevraagd, maar wat valt er na drie jaar nog te onderzoeken?

Of… Of is er sprake van een doofpotopera- tie en kent men de dader wél. Moeilijk te gelo- ven, maar in dit bananenkoninkrijk kan alles.

Dat iemand in een kerncentrale een sabo- tagedaad met grote impact kan uitvoeren, is niet te vatten. Maar dat na drie jaar intensief onderzoek geen dader gevonden kon worden, is honderdmaal meer verontrustend.

karlvan camp

(5)

Actueel

3 augustus 2017 5

Peilingen, polls en De Standaard: niet te geloven!

Zouden Francken, De Wever, Jambon, Weyts en andere N-VA’ers weten waar ze over vijf tot tien jaar zullen staan? In de poppolls (die peilt naar de populariteit) scoren ze prima, bijna tot wanhoop van andersgelovigen, zoals de analisten van De Standaard, volgens oude mensen ooit nog een interessante Vlaamse krant. Die gazet kwijlt bij elke peiling en poll iets over de verliezen van de N-VA.

Vorige week hadden we het over wat de peilingen ons leerden over een mogelijke machtsverschuiving in dit land. In Wallonië is die reëel. De vorming van een nieuwe rege- ring is er de resultante van. In Vlaanderen ver- schuift er weinig: wat verlies voor N-VA, maar dat weten we al sinds de eerste peiling na de verkiezingen van 2014. Wat winst voor Vlaams Belang, idem dito. Voorts: lood in de vleugels van de traditionele partijen, iets meer dyna- miek bij Groen (ten koste vooral van CD&V) en ‘ter plaatse rust’ bij de Belgische PVDA, tak Vlaanderen. Belangrijkste conclusie: de com- munautaire kloof wordt nog groter.

In dit nummer kijken we even naar de popu- lariteit van de politici, een andere indicator over de ‘Stand van het Land’. ‘Poppolls’ zijn gegeerde vakliteratuur voor politici. Spiegels in een sprookje? Het zijn vooral knipperlich- ten die zouden moeten aanzetten tot snelheid (ook in communautaire zaken). Even terugkij- ken naar de tijd van toen, de polls van tien jaar geleden, kan deugd doen… Het lijkt wel een eeuw geleden.

Tien jaar geleden maar?

U herinnert het zich wellicht: Het Vlaams Kartel (CD&V-N-VA, 2004-2008) bereikte in 2007 zijn piekscore van 30 procent. Eén plus één was in het Kartel meer dan twee gewor- den. Het bleef echter niet duren.

In de politiek is veel mogelijk. Daar wordt een splitsing van 2 al eens meer dan 1 + 1.

Eenvoudig vertaald: de splitsing van het kar- tel was electoraal gezien een wonderbaarlijk succes. CD&V (18,6 procent in 2014) moest wel wat inleveren, maar tegenover de paarse periode voorafgaand aan de kartelvorming (22,1 procent in 1999, 21,2 procent in 2003) viel dat nog mee.

De N-VA daarentegen kroop na een moei- lijke tocht (4,9 procent in 2003) naar een top- score van afgerond 33 procent in 2014.

Tien jaar geleden begon ook de tactische terugtocht van de liberalen, die aangevuurd door Guy Verhofstadt nog gelukkig waren met 19,2 procent tegenover de 24,6 van 2003.

Dezer dagen lijkt in elke peiling 15 procent te hoog gegrepen.

Hetzelfde incidentje bij de socialisten. Na de 23,9 procent in 2003 was er een dipje in 2007 (16,6 procent), gevolgd door opnieuw een dipje, en nog een toevalligheidje, tot de

onheilsmare van de jongste peiling die de sp.a al onder de tien procent ziet duiken.

Tien jaar geleden was duidelijk dat ook het treintje van Vlaams Belang achteruit begon te rijden. Met nog 19,4 procent moesten Dewin- ter en co inleveren tegenover het topjaar 2004 (24,1 procent). Daarna volgden nog een paar pakken slaag tot aan de rand de afgrond, 5,8 procent in 2014, ondertussen door de volhou- ders van vandaag weer verdubbeld.

Lijst Dedecker en Groen haalden in 2007 zo’n 6,6 procent. LDD verdween nadien weer van het toneel, Groen speelt vandaag een ver- dieping hoger.

Poppolls

De hier geschetste politieke verschuivingen waren niet niks. Zoiets moest zich ook uiten in een blik op de poppollscores uit die tijd.

Let vooral op de namen. Quae mutatio rerum.

Yves Leterme was tien jaar geleden de populairste politicus in Vlaanderen, Guy Ver- hofstadt was de onbetwiste nummer twee.

De kanselierscampagne zorgde er toen voor dat Johan vande Lanotte landde op de derde plaats.

De politieke status van de drie genoemde heren is tien jaar later niet meer wat ze toen was, om het even met een ‘understatement’

te situeren. Maar dat geldt ook voor de andere toppers.

De socialisten namen begin 2007 nog de helft van de top tien voor hun rekening. Patrick Janssens plukte volop de vruchten van zijn monsteroverwinning in Antwerpen op 8 okto- ber 2006. Steve Stevaert, op dat moment al een tijdje naar Limburg verkast, draaide nog altijd vlot mee tussen de hoofdrolspelers. Bert Anciaux van kartelpartner Spirit landde nog op plaats elf. De socialistische Teletubbies hiel- den op dat moment nog moeiteloos stand.

Daarnaast waren er nog Frank Vandenbroucke en Freya van den Bossche. Waar zitten deze mensen vandaag?

Voor CD&V bengelden na Yves Leterme en Inge Vervotte een driespan achteraan de top 20: Herman van Rompuy, Pieter de Crem, Kris Peeters. Een nog goed scorende Verhofstadt was de enige Vld’er in de top tien. Herman de Croo, Karel de Gucht, Patrick Dewael behoor- den nog net bij de vijftien populairste poli- tici. Bart Somers was er ook bij. De verstoten liberaal Jean-Marie Dedecker begon aan zijn

korte opmars. Bij het Vlaams Belang was Filip Dewinter veruit de populairste figuur, maar toen al over de top. Marie-Rose Morel slaagde er niet in zich qua populariteit tussen het tri- umviraat Dewinter-Van Hecke-Annemans in te wringen.

Bart de Wever tot slot (26ste), zou pas in het najaar van 2007 de top 20 binnenduiken.

De Wever

We maken de sprong naar vandaag… Met wat stevige korrels zout in de zakken, want die polls waren niet altijd helder samenge- steld. Of weet u waarom in recente VRT-polls politici als Philippe Muyters, Bruno Tobback, Sven Gatz en (tot voor kort) Freya van den Bos- sche wél zijn opgenomen, maar bij de polls van VTM niet?

Omgekeerd figureren Vande Lanotte, Ter- mont, Van Besien, Somers, Dewael en Phi- lippe de Backer wél bij VTM, maar níét bij de VRT. Waarom Termont en Van Besien - niet eens parlementsleden - wél in de lijst, maar bekende gezichten als Pieter de Crem, Gerolf Annemans, Peter de Roover dan weer níét?

Merkwaardig, toch?

Maar laat ons niet zeuren. De cijfers, dus, van het voorbije jaar. We moeten ons base- ren op de polls van januari (Ipsos voor VTM/

HLN), en maart (Dedicated voor La Libre/RTBf en TNS voor VRT/DS).

VTM/HLN

In januari nam Francken (poll VTM/Het Laatste Nieuws) de koppositie over van De Block. Gekreun en tandengeknars in vele hui- zen. Op twee De Wever. Nog erger dus. Michel, de Waalse bondgenoot van de Vlamingen, op drie, maar daar hebben we het niet over. Jam- bon op vier als Vlaamse nummer drie. Zal ’t gaan, ja? Veel pennen piepten en kraakten. De magie van De Block verbleekte tot een vijfde plek. In de top 10 nog vier CD&V’ers (Peeters, Crevits, Geens, Beke) en – ’t is toch niet waar – ook nog die Weyts van N-VA.

LLB/RTBf

In maart waren er de grote peilingen van La Libre Belgique en van VRT en De Standaard.

En de verbijstering bleef duren. Stond nu toch niet die De Wever op één, gevolgd door ‘skin- head’ Francken? De treurnis om Maggie (op 3) nam toe. En ook Peeters zakte wat weg (op 4).

In de top 10 hier naast Jambon en Weyts ook nog eens Homans… Het kan niet op.

DS/VRT

Diezelfde trend in de poll van De Standaard en VRT. De N-VA’ers weer op de eerste rijen in de etalage, met Francken (2), De Wever

(3), Jambon (5) en Weyts (10). Hier geen Homans (slechts 23ste), maar wel Bourgeois in de buurt (11). In de top 30 volgden nog nieuwkomer Demir, Van Overtveldt en Muy- ters. Voeg daar de ex-VU’ers Tommelein en de VB’ers Dewinter en Van Grieken en de Vlaams- gezinde CD&V’ers Peeters, Beke, Geens, Van- deurzen en Crevits aan toe en je weet dat het met het Vlaamse profiel van onze toplaag van politici niet echt slecht is gesteld, al kan het altijd (voor sommigen veel) beter.

Bliksemafleiders

Is het omdat het niet geestig meer is, dat de poppolls in de pers wat minder aandacht krijgen? Eén krant munt uit in pogingen om te knarsetanden of te relativeren. Over naar de bliksemafleiders van De Standaard:

Eén: de Waalse haan - Premier Charles Michel werd in de lijst van de poll gesmokkeld.

Hij promoveerde van plaats vier naar de eer- ste stek. Bijna vier op tien Vlamingen kan zich voorstellen voor Michel te stemmen! Hoera, hij overtreft alle Vlaamse politici, meenden we te horen en te lezen. Raar, want wie is daar nu verwonderd over? Bovendien, dat zal nooit lukken, want we stemmen – houden zo – regi- onaal, niet federaal.

Twee: de Groene hoop – Werd ons vanuit Groot-Bijgaarden niet gemeld dat Groen in de peiling “naar ongekende hoogten klimt”?

Euforie alom. De kapoentjes van Groen dan- sen in de redactielokalen, dat is al lang zo. In de peilingen zorgt dat voor een relatief kleine winst. In de poppoll nauwelijks of niet.

Drie: de troostende duiding – Middenin de duiding over de poppoll vergastten de redac- teurs ons met de troostende duiding dat de regering “niets groots meer presteert”. Oef, nu wachten tot ‘de kiezer’ dat gelooft.

Vier: de geur van oude staatsmannen – De prijs van de lulligste duiding gaat naar de vast- stelling dat de N-VA-toppers toch ‘een eind onder de tot staatsman uitgegroeide Dehaene of Verhofstadt’ scoren. Geen commentaar.

Vijf: de vlucht in de details – En nog een slap argument: de indrukwekkende vondst dat Francken bij de CD&V-kiezers niet in hun pop- poll top 10 voorkomt…

Allemaal veel lawaai toch bij een simpele vaststelling: polls zijn tijdsopnames, met hun mankementen. Ze meten eerder de naams- bekendheid dan de echte populariteit. Maar tegelijk meten ze de politieke temperatuur.

Voor wie wint is het zomer. Tijd om te zaaien en te oogsten. De twee komende jaren is het de Vlaming die wikt en beschikt.

AnjA Pieters

De VRT krijgt het niet over de lippen

De voorbije dagen heb ik specifiek de VRT-verslaggeving over de verkiezingen in Venezuela opgevolgd. Zondag was het te laat voor een eerste uitslag, de stemlo- kalen in Venezuela sloten om 24 uur onze tijd, dus bracht de VRT een voorbeschou- wing. Nu gaat het in Venezuela allesbehalve goed.

De economie ligt plat en zowat alle basis- goederen moeten ingevoerd worden. De burgers lijden honger en komen al maanden protesterend op straat. Gevolg: al zo’n 125 betogers kwamen om tijdens rellen met de oproerpolitie. Je zou dan verwachten dat de VRT-journalist even duidelijk zou uitleggen hoe die problemen er gekomen zijn. Presi- dent Maduro en zijn regering zijn overtuigde extreemlinkse socialisten, maar dat kreeg de VRT niet gezegd in het verslag. Men spreekt over ‘de oppositie’, de ‘regering’, ‘omstreden verkiezing’, ‘chaos’, de ‘betogers’, de ‘politie’, enz. En ja, de VRT-journalist is echt eerlijk als hij zegt ‘dat het parlement wordt opzij- geschoven’, en dat de oppositie spreekt van een ‘nieuwe dictatuur’.

Dat de parlementaire democratie in Vene- zuela ontbonden wordt door een socialis- tisch president, met nadruk op ‘socialistisch’, dat krijg je niet te horen. Jawel, het gaat slecht in Venezuela, en dat komt mede door

fraude en corruptie, vertelt de verslagge- ver van dienst. Maar ook dan geen verwij- zing naar socialisme of marxistisch gedach- tegoed.

Onder leiding van president Maduro en zijn ‘Verenigde Socialistische Partij van Vene- zuela’ is het land een puinhoop geworden, maar wie het verslag van de VRT gezien heeft, kan daar totaal niet uit opmaken of Maduro nu een linkse dan wel een rechtse president is. Noem het gerust manipulatie van de feiten.

Mocht u me niet geloven, dan moet u eens de nieuwsberichten van afgelopen zondag en maandag op internet herbekijken.

O ja, een van de sterjournalisten van de VRT die over Venezuela mag berichten, is Stefaan Blommaert. En net die man was in zijn jonge jaren een kaderlid van de Revolu- tionaire Arbeiders Liga (Ral). ’t Is maar dat u het weet.

KArlvAn CAmP

AFgANg PS, goeD oF SlechT?

Wie de jongste weken de commentaren las over de teloorgang van de PS in Wallonië werd vaak voorgehouden dat die dalende populari- teit van de door schandalen geteisterde socia- listen een slechte zaak zou zijn voor de huidige regering en in het bijzonder voor de N-VA. De PS werd door die analisten nog altijd incon- tournable geacht. Maar het kan snel gaan in de politiek. De PS werd door cdH en MR droog-

weg naar de oppositiebanken verwezen. Pro- fessor Carl Devos stuurt die pessimistische analyses dan ook flink bij. De PS zal ondervin- den dat een sterkere PTB het democratische speelveld in Wallonië verkleint. Dat betekent meteen dat cdH en MR met relatief kleine cij- fers toch een meerderheid kunnen halen. Die partijen gaan nu een centrumrechts beleid voeren. “Dat is wellicht een goede zaak. Het maakt de kans op een voortzetting van de federale coalitie trouwens groter”, stelt Carl Devos in De Morgen.

(6)

Een Zuid-Afrikaanse schrijfster in Lillo

De mythe van de Flamandisation

Het is zo’n spookbeeld bij Fransta- ligen: de vervlaamsing (sic) van Brus- sel. De intenties van ‘la Flandre’ wor- den tot een schrikbeeld verheven, wat geknoei met feiten vergt. Even serieus blijven, graag

De obsessie voor Vlaanderen en vooral de boze bedoelingen die deze ‘broches du Nord’ met Brussel hebben, is zonder meer het atavisme van de doorsnee FDF’er, DéFi dus. En dan zie je het feno-meen hoe die oprispingen op late leeftijd plots opborre- len. Bij oud-FDF-voorzitter Georges Cler- fayt bijvoorbeeld, inmiddels al 82. Toch heeft de man een Twitteraccount, een ideaal communicatiekanaal voor oud- jes op wie de jaren beginnen te wegen.

N-VA veut flamandiser Bruxelles (Vl.

Belang idem) et y imposer la Flandre, con- tre la volonté des bruxellois”, klonk het kort geleden. De dag dat hij CVP eraan toe- voegt, weten we dat Magere Hein werke- lijk in aantocht is.

Nu is het niet onze gewoonte veel aan- dacht te besteden aan overjaarse grijs- aards, maar toch, ergens prikkelde de tweet ons.

Journalistieke beïnvloeding

Het is in al die jaren dat we deze stad observeren iets dat we zo vaak hoorden, van de domoor (en beweren vanuit een zekere intellectuele pretentie dat dit ver- waarloosbaar is, is volstrekt verkeerd, one man, one vote - helaas, maar zo is het nu eenmaal) tot de meer onderlegde, waar- van toch wat meer verstandelijk niveau mag verwacht worden.

Eigenlijk is dit een prima voorbeeld van hoe een bepaalde publieke opinie kan worden beïnvloed. Want als u denkt dat het bij de VRT (en bij VTM) wemelt van

‘geëngageerde journalisten’ (begrijp: poli- tieke activisten in een soort mediatieke schapenvacht), dan kunnen we u garan- deren dat het aan Franstalige kant stuk- ken erger gesteld is. Je zou dit kunnen in beeld brengen op een soort links-rechtsas, maar dat is in deze minder interessant. Een diepgewortelde francofilie is kenmerkend voor het Franstalige journaille in dit land, bij velen onder hen zelfs onbewust. Een heus contrast met wat aan Vlaamse zijde bestaat; het verhaal is gekend.

Dit vertaalt zich in een frequent waar- schuwen voor wat die Vlamingen allemaal van plan zijn met de hoofdstad. De N-VA is ‘gefundenes Fressen’, toch vinden ze altijd hun doelwit. Denk maar aan al dat gefulmineer tegen, ocharme, Luc van den Brande.

Identiteitsprobleem

Vanwaar die angst voor dat spookbeeld?

Of is dat laatste een bewuste creatie die uit het eerste voortvloeit? Over feiten heb- ben we het niet.

De thematiek was voorwerp van onder- zoek aan onder meer de ULB, met het geruststellende besluit dat het allemaal stemmingmakerij was. Je kan enkele prak- tische ergernissen bedenken; dat heel wat Vlamingen in de Brusselse administraties werken (een gevolg van de taalwetgeving) is een aan Vlaamse kant vaak miskend ele- ment. Toch zit er iets dieper.

Ondergetekende is geen psycho- loog (stel je voor), maar luisterde altijd zeer aandachtig wanneer hij gesprekken voerde met Franstalige Brusselaars. Hoe vaak waren ze niet van Vlaamse afkomst, soms brabbelden ze nog wel wat ‘Vlaams’.

De verfransing van Brussel baadde altijd al in een anti-Vlaamse sfeer, waarbij de geuite minachting misschien meer dan we in Vlaanderen beseft hebben berustte op een zekere identitaire onzekerheid, om het met een sterke term te stellen.

Kortom, een ideale voedingsbodem.

KNIN

De Geuzenberg

Dwars door Vlaanderen 3 augustus 2017

6

De Zuid-Afrikaanse schrijfster Chanette Paul was een tijdje geleden in Lillo. Wij ontmoetten haar in het vestingdorp reeds in 2015 op de dag van de 11 november- herdenking, toen ze enkele van haar boeken handtekende in restaurant Het Lands- huis. Haar jongste bezoek hield verband met de voorstelling van enkele boeken die een tweeluik vormen: ‘Offerlam’ en ‘Offerande’.

Vooral het laatstgenoemde boek speelt zich voor een belangrijk deel af in Lillo. Hier is namelijk een moord gepleegd, die zich voor een deel voltrok in het Kruitmagazijn op het ogenblik dat er een tentoonstelling van oude relieken plaatsvond. De moord heeft te maken met Antwerpse diamantsmokkel en met de ontvoering van een meisje. Het

‘gekaapte’ meisje is opgesloten in een van de zeilbootjes in Lillo. Zij kan maar vrijkomen in ruil voor de waardevolle stenen.

Detectiveromans ook in het Nederlands

In ieder geval is het interessant een beschrijving van het dorp te lezen, gezien door de ogen van een Zuid-Afrikaanse. Trou- wens, de schrijfster heeft de vriendelijke bewoners van Lillo uitdrukkelijk geloofd in het dankwoord achterin haar jongste boek.

Bij haar tweede bezoek aan Lillo werd zij rondgeleid in het dorp en in de kerk door Jos van Aerden, die op het Kazerneplein woont.

En die veel documentatie over de geschie- denis van Lillo heeft.

Chanette Paul verblijft in Zuid-Afrika in een cottage in Overberg (nabij Hermanus) aan de rand van de Kleine rivier, waar haar vriend

Ernie Blommaert met een rivierboot natuur- vaarten maakt. Zij heeft naam gemaakt als een van de belangrijkste auteurs in Zuid- Afrika. Haar werken (sommige vertaald in het Nederlands) worden ook in Vlaanderen en Nederland veel gelezen. Intussen heeft Chanette al zo’n 43 boeken geschreven in het Afrikaans, haar moedertaal.

Haar jongste werken zijn detectivero- mans, zoals ‘Offerlam’ en ‘Offerande’, die uitgegeven werden door Lannoo. Je kunt deze boeken een beetje vergelijken met die van Aspe. In Lillo was de schrijfster verge- zeld door de pr- en tv-man Gino Laureyssen en door Elke van den Bergh, van opleiding vertaalster die perfect Afrikaans spreekt. Zij vertaalde de werken in het Nederlands. Maar met wat inspanning kan je de boeken ook lezen in het Afrikaans, de taal die ontstond uit het Nederlands en bij ons in de zeven- tiende eeuw werd gesproken en die hele- maal niet afkomstig is van het ‘Hollands’, maar uit het middengebied van de toenma- lige Nederlanden.

Pagadder Bezoek gerust de webstek van de schrijfster op www.chanettepaul.co.za.

Of surf naar www.lannoo.com.

Van Passendale naar Steenstrate

Voorbije week werd het begin van de Slag van Passendale herdacht. We verwijzen graag naar de woorden die prins Charles uitsprak op de militaire begraafplaats Tyne Cot: “Hier staan we, om het offer van deze soldaten te herdenken en te beloven om hen nooit te vergeten.”

We mogen niet vergeten. Honderd jaar gele- den publiceerden de Fronters hun eerste Open Frontbrief. De brief werd verspreid op een sym- bolische datum: 11 juli 1917. Met hun actie voor zelfbestuur en Vlaamse regimenten legden zij de basis voor de moderne Vlaamse Beweging.

Een goede reden om dit feit te herdenken op de jaarlijkse IJzerwake, en die heeft plaats op zondag 27 augustus.

Wim de Wit, voorzitter IJzerwake: “Maar het gaat vandaag natuurlijk niet enkel over onze geschiedenis, hoe bepalend die ook is voor onze identiteit als Vlaming. Het is ook hoog tijd om de strategie van de Vlaamse Beweging te herdenken. Belgische staatshervormingen heb- ben ons een beetje autonomie gegeven, maar dat is meer schijn dan werkelijkheid. De mil- jardentransfers die het Waalse cliëntelisme en de graaicultuur in stand houden, gaan onver- kort verder.”

Gastspreker dit jaar is Jan van Malderen, oud-voorzitter van Pro Flandria.

Organisaties en personen kunnen nog altijd intekenen om de gesneuvelden te herdenken met een bloemenkrans. Prijzen variëren van 18 euro tot 108 euro.

Wie met de wagen komt: er is gratis parking vlak naast de weide. Maar er vertrekken van- uit heel Vlaanderen ook bussen. Een zitje kost 5 euro per persoon, en kinderen tot 12 jaar rij- den gratis.

Nieuw: IJzerfolk

De organisatoren van IJzerwake zijn er, zeker na de aankoop van een tweede weide vorig jaar na een succesvolle geldinzameling, gerust op dat ze de werking nog lang kunnen voortzetten.

En ze hebben goed geleerd uit het IJzerbede- vaart-débacle: ‘vernieuwingen’ die de trouwe bezoekers voor het hoofd stoten, komen er zeker niet.

Wat er wel komt, zijn uitbreidingen en aan- vullingen die de IJzerwake als geheel aantrek- kelijker maken voor een jonger publiek en rele-

vanter maken voor de Vlaamse Beweging. Een eerste stap was de uitbouw van een IJzerwak- edorp, waar vooral boekenliefhebbers hun gading vinden: ook ‘t Pallieterke is daar aan- wezig met een uitgebreide boekenstand. Een tweede stap wordt dit jaar het opstarten van

‘IJzerfolk’, een programma met Vlaamse zang, muziek en dans op een tweede podium. Er komen optredens van Speelschaar Ossaart;

van de groep ‘Jongvolk’; van de politiek geïn- spireerde folkzangeres Gwende; van de groep

‘Peperkoek’ en van de vrij goed bekende groep

‘Tantris’.

‘Op IJzerfolk zal je horen wat op zovele muziekfestivals en op de VRT krampachtig onder de mat wordt geveegd: dat er vele zan- gers en muzikanten zijn die complexloos Vla- ming zijn, en daar plezier en inspiratie uit put- ten’, melden de organisatoren.

Afspraak op zondag 27 augustus om 11 uur bij het monument Gebroeders van Raemdonck in Steenstrate (Van Raemdonckstraat, Ieper).

Omdat, zoals prins Charles zei, we nooit mogen vergeten.

Voor alle praktische informatie verwijs ik naar www.ijzerwake.org

Telefoon: 03 238 27 49 KarlvaN CamP

16de IJzerwake

Elektriciteit wordt wederom duurder

WALLOnië BLijFT VOLunTAriSTiSCH

“De economische resultaten moeten en zullen er liggen.” Dat zei de nieuwe Waalse minister-president Willy Borsus (MR) in zijn eerste toespraak voor het Waals Parlement.

Hoe? Dat is voor de zoveelste keer niet zo dui- delijk, maar Borsus is voluntaristisch, zoals al zijn voorgangers, die allemaal op hun manier voorspelden dat via het Marshall- plan de kloof met Vlaanderen zou gedicht worden. Quod non. “Wallonië verdient een gedurfde politiek…

Wil je weten wie je bent? Verlies niet te veel tijd met het je af te vragen. Doe het en de actie zal je vormen”, klonk het. Met een werkloosheid die dubbel zo hoog ligt als in Vlaanderen en met één Waal op de vijf onder de armoedegrens is de uitdaging groot. Bor- sus belooft een ‘authentiek sociale’ politiek.

Welke Vlaamse journalisten voelden nog de behoefte hem te vragen wat hij daarmee bedoelt? Dat voorspelt allemaal niet veel goeds, noch voor de hervorming, noch voor de verslaggeving erover in de Vlaamse pers.

DE MiCHELLEkES

Na zijn uitval naar De Standaard werd het wat ruimer bekend dat De Wever al geruime tijd geen interviews meer geeft aan die krant.

Vorige week ging De Wever nog verder. Hij uitte felle kritiek op journalist Bart Brinckman (zie elders in dit nummer). Meteen startte de desinformatie en werd gesproken over de “eis tot ontslag” van Brinckman. Ieder- een kan op de webstek van de N-VA lezen wat De Wever echt heeft gezegd: “Misschien moet De Standaard alle toekomstige schrijf- sels van Brinckman over Antwerpen zetten waar ze thuis horen: op de opiniepagina’s.

Het gaat immers vaak om roddels en intentieprocessen, ten onrechte verpakt als verslaggeving.” Hoofdredacteur Verhoeven maakt daarvan een “publieke eis” van een machtspoliticus “om die journalist opzij te zetten”. In De Morgen sprak Joël de Ceulaer al over “De Wever die probeert een journa- list te laten ontslaan”. Of dat impact heeft?

Natuurlijk. Zelfs een slimme jongen als poli- ticoloog Carl Devos, hierover om een reactie gevraagd, laat zich vangen en reageert niet op dit soort desinformatie. Operatie bescha- diging is gelukt.

In de marge van die berichtgeving ver- namen we dat ook Louis en Chris Michel hun rug rechten als journalisten over de schreef gaan. Carl Devos verwijst naar Char- les Michel die geen interviews geeft aan De Morgen.

De man heeft ook een kolerieke vader. Vol- gens Linda De Win wil een misnoegde Louis Michel (MR) niet meer in Villa Politica komen, sinds ze een foute vraag stelde…

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In dit onderzoek staat de vraag centraal in hoeverre de bekendheid en de beoordeling van Famke Louise, Jeangu Macrooy en DIO invloed heeft op de overweging van vmbo-leerlingen om deel

[r]

Leid mij naar het kruis waar Uw liefde heerst Maak mij toegewijd, Heer, ik kom tot U Red mij van mezelf, ik behoor U toe O, leid mij, leid mij naar het kruis.. U ging mij voor,

Verkiezingen zijn belangrijk om meer mensen in de gemeenteraden te krijgen , die we vier jaar lang gebruiken als tribune voor onze politieke opvattingen.. En tot slot

Beheerders van verschillende gemeentes kunnen contact met elkaar opnemen, maar je kunt door goed contact met jouw wethouder ook zorgen dat hij eens contact opneemt met een wethouder

Niettegenstaande dit alles, bad Jan du Bordel, een man van grote kloekmoedigheid en begaafd met een bewonderenswaardige standvastigheid, de Fransen, dat zij toch wilden eindigen met

Ik kroop toen gauw onder mijn dek Maar 't hielp me heusch niet, hoor, En eindlijk was ik toch maar braaf. En slikte 't

Albert Verwey, Luide toernooien.. zorg waarmee zij schrijvers en dichters van tusschen '30 en '70 in een stoffigen hoek laat staan. Niet alsof zij geen aandacht aan hen besteed had.