• No results found

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.1 Geven van Lessen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.1 Geven van Lessen"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Proeve van bekwaamheid 3.1 pagina 1 2008

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.1 Geven van Lessen

1. Opdracht

Uw opdracht bestaat uit het vaststellen van het beginniveau van een groep beginnende- of semi- gevorderde zeilers binnen een CWO opleidingslocatie en het naar aanleiding daarvan uitwerken, voorbereiden en geven van één zeilles. Naar aanleiding van deze zeilles wordt door u een lessenreeks opgesteld.

2. Doelstellingen

U wordt beoordeeld op de beheersing van de volgende competenties:

• Stimuleren sportieve ontwikkeling van zeilers.

• Geven van zeillessen.

• Leercompetentie.

• Burgerschapcompetentie.

(Een toelichting van de competenties is te vinden in het Toetsplan van de kwalificatie Zeilinstructeur 3) 3. Onderdelen PVB en tijdsduur

De PVB bestaat uit twee onderdelen:

3.1 Portfoliobeoordeling

De portfoliobeoordeling heeft betrekking op een door u opgestelde lessenreeks die naar aanleiding van de ge-geven les in de praktijkbeoordeling is aangeleverd.

(Voor criteria ten aanzien van de inhoud van de lessenreeks, zie het protocol in de bijlage) 3.2 Praktijkbeoordeling

De praktijkbeoordeling bestaat uit een planningsinterview, praktijk ‘geven van zeilles’ en een reflectie- interview.

Het planningsinterview dient ertoe u te bevragen en te beoordelen over uw aanpak t.a.v. het inschatten van het beginniveau en de daaruit voortvloeiende lesvoorbereiding. Het planningsinterview duurt 10 minuten.

De praktijk dient ertoe u te observeren en te beoordelen ten aanzien van de het geven van de geplande les vol-gens de lesvoorbereiding. De tijdsduur van de praktijk is 120 minuten waarvan er tenminste 90 minuten daad-werkelijk op het water wordt lesgegeven.

Het reflectie-interview dient ertoe u te bevragen en te beoordelen ten aanzien van beoordelingscriteria waar nog onduidelijkheid over bestaat. Het reflectie-interview duurt 15 minuten.

(Voor criteria ten aanzien van de praktijkbeoordeling, zie het protocol in de bijlage) 4. Deelnamecondities

U dient te beschikken over een akkoordverklaring die door een CWO-gekwalificeerde leercoach is onderte-kend.

5. Afnamecondities

U geeft een les aan groep beginnende- of semi gevorderde zeilers conform de ratio’s zoals aangegeven door de CWO. U bent ervoor verantwoordelijk dat de groep zeilers voldoet aan de bovenstaande criteria.

De weers-omstandigheden zijn geschikt om effectief en veilig les te kunnen geven (dit mede ter beoordeling aan de PVB beoordelaar).

6. Locatie

De PVB wordt afgenomen bij een CWO opleidingslocatie (dit kan de eigen vaarschool of vereniging- of een door het Watersportverbond of de CWO gekozen centrale locatie zijn).

De interviews vinden plaats in een daarvoor geschikte ruimte.

7. Hulpmiddelen kandidaat

U maakt gebruik van de hulpmidden zoals gemeld in uw lesvoorbereiding.

8. PVB-beoordelaar

8.1 Aantal PVB-beoordelaars per onderdeel

Alle onderdelen worden door één PVB-beoordelaar beoordeeld.

8.2 Taken PVB-beoordelaar Stelt zichzelf voor

Beoordeelt het portfolio (=lessenreeks).

Controleert deelname- en afnamecondities en locatie.

Beslist over doorgang.

Bepaalt wie verwijtbaar is in geval van geen doorgang.

Grijpt in als veiligheid in geding is.

Houdt een planningsinterview over de lesvoorbereiding en de relatie met de lessenreeks.

Observeert en beoordeelt de les.

(2)

Proeve van bekwaamheid 3.1 pagina 2 2008 Houdt een reflectie-interview.

Bepaalt het voorlopige resultaat en geeft, indien door u gewenst, feedback.

9. Taken overige betrokkenen

Overige aanwezige personen spelen geen rol bij het afnemen van de PVB.

10. Richtlijnen

10.1 Informatieverstrekking .

Op de website van het Watersportverbond (via rolmenu: watersportverbond > opleidingen en de CWO (via rol-menu: opleidingen) is alle informatie over de PVB te vinden en te downloaden (o.a. het formulier voor de ak-koordverklaring door de leercoach).

10.2 Inschrijvingsprocedure

U meldt zich aan bij een PVB beoordelaar die uw beoordeling zal aanmelden bij het CWO secretariaat.

Indien er geen PVB beoordelaar beschikbaar is moet u ten minste vier weken voor praktijkbeoordeling een aanvraag-formulier verzenden naar het CWO secretariaat. In het laatste geval bevestigt de Toetsingcommissie binnen twee weken schriftelijk de ontvangst van het verzoek en daarmee de inschrijving voor de PVB. In de bevesti-ging wordt de naam, telefoonnummer en e-mail adres van de PvB-beoordelaar opgenomen. De kandidaat en de PVB beoordelaar maken de afspraak voor de praktijkbeoordeling.

10.3 Voorbereiding kandidaat

Geen specifieke voorbereiding noodzakelijk.

10.4 Beoordelingen

Beoordeling geschiedt aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in de protocollen (zie bijlage).

Indien de portfoliobeoordeling – ook na éénmalige gelegenheid tot bijstelling – onvoldoende is, wordt u afge-wezen. U wordt hiervan uiterlijk twee weken na de praktijkbeoordeling in kennis gesteld door de Toetsings-commissie. Voor de éénmalig gelegenheid tot bijstelling van het portfolio neemt de PVB- beoordelaar recht-streeks contact met u op.

10.5 Normering

Om te slagen moet zowel de portfoliobeoordeling als de praktijkbeoordeling (combinatie van planningsinter-view, praktijk lesgeven en reflectie-interview) voldoende zijn.

Het portfolio is voldoende als alle beoordelingscriteria met ja/voldaan zijn gescoord.

De praktijk is voldoende als alle beoordelingscriteria met ja/voldaan zijn gescoord.

Wanneer de portfoliobeoordeling ook na éénmalige bijstelling niet voldoende is, wordt u afgewezen voor de PVB. Het zelfde is het geval wanneer de praktijkbeoordeling (combinatie van planningsinterview, praktijk lesge-ven en reflectie-interview) niet voldoende is, wordt u afgewezen voor de PVB.

10.6 Uitslag

De toetsingscommissie stelt de uitslag vast en bericht de kandidaat binnen vijftien werkdagen na de dag van afname.

10.7 Herkansing

U heeft recht op een onbeperkt aantal herkansingen.

Bovenstaande richtlijnen zijn ook van toepassing op een herkansing.

(3)

Proeve van bekwaamheid 3.3 pagina 3 2008

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.3 Organiseren van Activiteiten

1. Opdracht

Uw opdracht bestaat uit het aanleveren van een portfolio waaruit blijkt dat u in staat bent om een activiteit te organiseren en daarbij de sportieve ontwikkeling van de zeilers te stimuleren.

2. Doelstellingen

U wordt beoordeeld op de beheersing van de volgende competenties:

Stimuleren sportieve ontwikkeling van zeilers.

Organiseren van activiteiten.

Leercompetentie.

Burgerschapcompetentie.

(Een toelichting van de competenties is te vinden in het Toetsplan van de kwalificatie Zeilinstructeur 3)

3. Onderdelen PVB en tijdsduur De PVB bestaat uit één onderdeel:

3.1 Portfoliobeoordeling

De portfoliobeoordeling heeft betrekking op de door u aangeleverde bewijzen waarmee u aantoont competent te zijn ten aanzien van organiseren van activiteiten.

(Voor criteria ten aanzien van de inhoud van de lessenreeks, zie het protocol in de bijlage)

4. Deelnamecondities

Er zijn geen specifieke deelnamecondities voor deze PVB.

5. Afnamecondities

U organiseert een activiteit die aantoonbaar gericht is op het werven en behouden van cursisten of leden.

6. Locatie

Niet van toepassing.

7. Hulpmiddelen kandidaat Niet van toepassing.

8. PVB-beoordelaar

8.1 Aantal PVB-beoordelaars per onderdeel

Alle onderdelen worden door één PVB-beoordelaar beoordeeld.

8.2 Taken PVB-beoordelaar Beoordeelt het portfolio.

Controleert deelname- en afnamecondities.

Bepaalt het voorlopige resultaat en geeft, indien door u gewenst, feedback.

9. Taken overige betrokkenen

Overige aanwezige personen spelen geen rol bij het afnemen van de PVB.

10. Richtlijnen

10.1 Informatieverstrekking .

(4)

Proeve van bekwaamheid 3.3 pagina 4 2008 Op de website van het Watersportverbond (via rolmenu: watersportverbond > opleidingen >

trainersopleidingen > toetsing) en de CWO (via rolmenu: <nader te bepalen>) is alle informatie over de PVB te vinden en te downloaden.

10.2 Inschrijvingsprocedure

U schrijft zich in door het inzenden van het portfolio naar het bureau van het Watersportverbond of het CWO.

De Toetsingscommissie bevestigt binnen twee weken schriftelijk de ontvangst van het verzoek en daarmee de inschrijving voor de PVB.

10.3 Voorbereiding kandidaat Niet van toepassing.

10.4 Beoordelingen

Beoordeling geschiedt aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in het protocol (zie bijlage).

10.5 Normering

Om te slagen moet de portfoliobeoordeling voldoende zijn.

Het portfolio is voldoende als alle beoordelingscriteria met ja/voldaan zijn gescoord.

10.6 Uitslag

De toetsingscommissie stelt de uitslag vast en bericht de kandidaat binnen vijftien werkdagen na de dag van bevestiging.

10.7 Herkansing

U heeft recht op een onbeperkt aantal herkansingen.

Bovenstaande richtlijnen zijn ook van toepassing op een herkansing.

(5)

Proeve van bekwaamheid 3.4 pagina 5 2008

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.4 Aansturen van Sportkader

Deze PVB wordt afgenomen in combinatie met PVB 3.1

1. Opdracht

Uw opdracht bestaat uit het aansturen van een Zeilinstructeur 2 die lesgeeft gericht is op het verbeteren van een zeiltechniek.

2. Doelstellingen

U wordt beoordeeld op de beheersing van de volgende competenties:

Stimuleren sportieve ontwikkeling van zeilers.

Aansteuren van kader.

Leercompetentie.

Burgerschapcompetentie.

(Een toelichting van de competenties is te vinden in het Toetsplan van de kwalificatie Zeilinstructeur 3)

3. Onderdelen PVB en tijdsduur De PVB bestaat uit één onderdeel:

3.1 Praktijkbeoordeling

De praktijkbeoordeling bestaat uit praktijk ‘aansturen van kader’ en een reflectie-interview.

De praktijk dient ertoe u te observeren en te beoordelen ten aanzien van aansturen van kader. De tijdsduur is maximaal 120 minuten.

Het reflectie-interview dient ertoe u te bevragen en te beoordelen ten aanzien van beoordelingscriteria waar nog onduidelijkheid over bestaat. Het reflectie-interview duurt 15 minuten.

(Voor criteria ten aanzien van de praktijkbeoordeling, zie het protocol in de bijlage)

4. Deelnamecondities

U dient te beschikken over een akkoordverklaring die door een CWO- of Watersportverbond gekwalificeerde leercoach is ondertekend.

5. Afnamecondities

U stuurt minimaal één Zeilinstructeur 2 aan.

U stelt zelf een lesprogramma op voor de Zeilinstructeur 2.

6. Locatie

De PVB wordt afgenomen op de leslocatie.

De interviews vinden plaats in een daarvoor geschikte ruimte.

7. Hulpmiddelen kandidaat Niet van toepassing.

8. PVB-beoordelaar

8.1 Aantal PVB-beoordelaars per onderdeel

Alle onderdelen worden door één PVB-beoordelaar beoordeeld.

8.2 Taken PVB-beoordelaar Stelt zichzelf voor

Controleert deelname- en afnamecondities en locatie.

Beslist over doorgang.

Bepaalt wie verwijtbaar is in geval van geen doorgang.

Grijpt in als veiligheid in geding is.

Observeert en beoordeelt de praktijk.

Houdt een reflectie-interview.

(6)

Proeve van bekwaamheid 3.4 pagina 6 2008 Bepaalt het voorlopige resultaat en geeft, indien door u gewenst, feedback.

9. Taken overige betrokkenen

Overige aanwezige personen spelen geen rol bij het afnemen van de PVB.

10. Richtlijnen

10.1 Informatieverstrekking .

Op de website van het Watersportverbond (via rolmenu: watersportverbond > opleidingen >

trainersopleidingen > toetsing) en de CWO (via rolmenu: <nader te bepalen>) is alle informatie over de PVB te vinden en te downloaden (o.a. het formulier voor de akkoordverklaring door de leercoach).

10.2 Inschrijvingsprocedure

U meldt zich aan door het inzenden van het inschrijfformulier (ten minste vier weken voor praktijkbeoordeling) naar het bureau van het Watersportverbond of het CWO.

De Toetsingscommissie bevestigt binnen twee weken schriftelijk de ontvangst van het verzoek en daarmee de inschrijving voor de PVB. In de bevestiging wordt de naam, telefoonnummer en e-mail adres van de PvB-beoordelaar opgenomen. De kandidaat en de PVB beoordelaar maken de afspraak voor de praktijkbeoordeling.

10.3 Voorbereiding kandidaat Niet van toepassing.

10.4 Beoordelingen

Beoordeling geschiedt aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in het protocol (zie bijlage).

10.5 Normering

Om te slagen moet de combinatie van praktijk en reflectie-interview voldoende zijn.

De praktijk is voldoende als alle beoordelingscriteria met ja/voldaan zijn gescoord.

10.6 Uitslag

De toetsingscommissie stelt de uitslag vast en bericht de kandidaat binnen vijftien werkdagen na de dag van afname.

10.7 Herkansing

U heeft recht op een onbeperkt aantal herkansingen.

Bovenstaande richtlijnen zijn ook van toepassing op een herkansing.

(7)

Protocollen bijlagen pagina VII 2008

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 3.5 Afnemen van Vaardigheidsproeven

1. Opdracht

Uw opdracht bestaat uit het vaststellen van het vaardigheidsniveau van CWO cursisten (theorie en praktijk).

2. Doelstellingen

U wordt beoordeeld op de beheersing van de volgende competenties:

• Stimuleren sportieve ontwikkeling van zeilers.

• Afnemen van toetsen.

• Leercompetentie.

• Burgerschapcompetentie.

(Een toelichting van de competenties is te vinden in het Toetsplan van de kwalificatie Zeilinstructeur 3) 3. Onderdelen PVB en tijdsduur

De PVB bestaat uit één onderdeel:

3.1 Praktijkbeoordeling

De praktijkbeoordeling bestaat uit een praktijk ‘afnemen van toetsen ’ en een reflectie-interview.

De praktijk dient ertoe u te observeren en te beoordelen ten aanzien van het afnemen van toetsen. De tijdsduur van de praktijk is afhankelijk van het aantal te toetsen vaardigheden, het vaarwater en de

(weers)omstandigheden. Indien deze PVB in combinatie plaatsvindt met PVB 3.1, zal de totale tijdsduur bij el- kaar opgeteld moeten worden.

Het reflectie-interview dient ertoe u te bevragen en te beoordelen ten aanzien van beoordelingscriteria waar nog onduidelijkheid over bestaat. Het reflectie-interview duurt 15 minuten.

(Voor criteria ten aanzien van de praktijkbeoordeling, zie het protocol in de bijlage) 4. Deelnamecondities

U dient te beschikken over een akkoordverklaring die door een CWO-gekwalificeerde leercoach is onderte-kend.

5. Afnamecondities

U neemt een toets af bij beginnende- of semi gevorderde zeilers. U bent ervoor verantwoordelijk dat de zeilers voldoen aan de bovenstaande criteria. De weersomstandigheden zijn geschikt om effectief en veilig te kunnen toetsen (dit mede ter beoordeling aan de PVB beoordelaar).

6. Locatie

De PVB wordt afgenomen bij een CWO opleidingslocatie (dit kan de eigen vaarschool of vereniging- of een door het Watersportverbond of de CWO gekozen centrale locatie zijn).

Het interview vindt plaats in een daarvoor geschikte ruimte.

7. Hulpmiddelen kandidaat

U maakt gebruik van de hulpmidden zoals vermeld in uw (toets)voorbereiding.

8. PVB-beoordelaar

8.1 Aantal PVB-beoordelaars per onderdeel

Alle onderdelen worden door één PVB-beoordelaar beoordeeld.

8.2 Taken PVB-beoordelaar Stelt zichzelf voor

Controleert deelname- en afnamecondities en locatie.

Beslist over doorgang.

Bepaalt wie verwijtbaar is in geval van geen doorgang.

Grijpt in als veiligheid in geding is.

Observeert en beoordeelt de praktijk.

Houdt een reflectie-interview.

Bepaalt het voorlopige resultaat en geeft, indien door u gewenst, feedback.

9. Taken overige betrokkenen

Overige aanwezige personen spelen geen rol bij het afnemen van de PVB.

10. Richtlijnen

10.1 Informatieverstrekking .

Op de website van het Watersportverbond (via rolmenu: watersportverbond > opleidingen >

trainersopleidingen > toetsing) en de CWO (via rolmenu: opleidingen) is alle informatie over de PVB te vinden en te downloaden (o.a. het formulier voor de akkoordverklaring door de leercoach).

10.2 Inschrijvingsprocedure

U meldt zich aan bij een PVB beoordelaar die uw beoordeling zal aanmelden bij het CWO secretariaat. Indien er geen PVB beoordelaar beschikbaar is moet u ten minste vier weken voor praktijkbeoordeling een aanvraag- formulier verzenden naar het CWO secretariaat. In het laatste geval bevestigt de Toetsingcommissie binnen twee weken schriftelijk de ontvangst van het verzoek en daarmee de inschrijving voor de PVB. In de bevesti- ging wordt de naam, telefoonnummer en e-mail adres van de PvB-beoordelaar opgenomen. De kandidaat en de PVB beoordelaar maken de afspraak voor de praktijkbeoordeling.

(8)

Protocollen bijlagen pagina VIII 2008 10.3 Voorbereiding kandidaat

Geen specifieke voorbereiding noodzakelijk.

10.4 Beoordelingen

Beoordeling geschiedt aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in de protocollen (zie bijla- ge).

10.5 Normering

Om te slagen moet de praktijkbeoordeling (combinatie van praktijk ‘afnemen toets’ en reflectie-interview) vol- doende zijn.

De praktijk is voldoende als alle beoordelingscriteria met ja/voldaan zijn gescoord.

10.6 Uitslag

De toetsingscommissie stelt de uitslag vast en bericht de kandidaat binnen vijftien werkdagen na de dag van afname.

10.7 Herkansing

U heeft recht op een onbeperkt aantal herkansingen.

Bovenstaande richtlijnen zijn ook van toepassing op een herkansing.

(9)

Protocollen bijlagen pagina IX 2008 Zeilinstructeur 3

PVB 3.1 Geven van zeillessen + PVB 3.5 Afnemen van vaardigheidstoetsen BEOORDELING Protocol Portfolio + praktijk beoordeling

Naam kandidaat: Naam PVB-beoordelaar:

Datum: Handtekening:

Locatie: Weer: Temperatuur: Wind:

 Lesvoorbereiding is op tijd ingeleverd

 Het materiaal is in orde (kandidaat neemt zo nodig maatregelen)

 Groep zeilers (aantal: ) is op tijd aanwezig

 Omstandigheden zijn veilig voor alle betrokkenen

Beoordelingscriteria (toelichting zie bijlagen)

Portfolio V /O Praktijk V/O

Bij onvoldoende, ontbrekende bewijzen waarop de score is gebaseerd

3.1 Begeleiding cursisten

a) Houdt rekening met de persoonlijke verwachtingen en motieven van de zeilers

3.1 + 3.5 Begeleiding cursisten (praktijk)

a) Motiveert, stimuleert en enthousiasmeert zeilers b) Informeert en betrekt zeilers bij verloop van de les c) Past de omgangsvormen en taalgebruik aan bij de

belevingswereld van de zeilers

d) Treedt op als een zeilers zich niet correct gedraagt e) Besteedt aandacht aan het voorkomen van blessures bij de

zeilers

f) Besteedt aandacht aan het tegengaan van onveilige of gevaarlijke situaties

g) Treedt op bij onveilige situaties

h) Adviseert zeilers over materiaal (keuze en gebruik) 3.1 Geven van zeillessen (portfolio beoordeling)

a) Stelt de lessenreeks op

b) Bouwt de lessenreeks (chrono)logisch op c) Formuleert doelstellingen concreet

d) Beschrijft evaluatiemethoden en –momenten

e) Heeft de lessenreeks afgestemd op het niveau van de zeilers f) Analyseert beginsituatie gericht op zeilers, omgeving en

eigen kwaliteiten als instructeur

3.1 Geven van zeillessen (praktijk beoordeling) a) Baseert de lesvoorbereiding op de lessenreeks b) Verwerkt eerdere lesevaluaties in de les c) Formuleert de lesdoelen concreet

d) Kiest organisatievormen die bijdragen aan het realiseren van het lesdoel

e) Stemt de lesinhoud af op de mogelijkheden van de zeilers f) Kiest voor een verantwoorde lesopbouw

g) Stemt de lesinhoud af op de omstandigheden

h) Doet oefeningen op correcte wijze voor of maakt gebruik van goed voorbeeld.

i) Geeft feedback en aanwijzingen aan zeilers op basis van analyse van de uitvoering

j) Leert en verbetert techniek van zeilers

k) Grijpt in indien het materiaal niet meer in orde is l) Maakt zichzelf verstaanbaar

m) Organiseert de les efficiënt

n) Houdt de aandacht van de zeilers vast o) Evalueert proces en resultaat van de les p) Legt uit en past relevante reglementen toe 1/2

(10)

Protocollen bijlagen pagina X 2008 Beoordelingscriteria

(toelichting zie bijlagen)

Portfolio V/O Praktijk V/O

Bij onvoldoende, ontbrekende bewijzen waarop de score is gebaseerd

3.5 Afnemen van toetsen (praktijk beoordeling) a) Beoordeelt of zeiler klaar is voor toetsing

b) Richt de situatie zo in dat beoordeling mogelijk is c) Legt vooraf de eisen en het verloop van de toets uit d) Beoordeelt aan de hand van de criteria van de toets e) Kent vaardigheidscertificaat terecht toe

f) Motiveert de uitslag van de toets aan de zeiler

g) Analyseert de toets en neemt op basis hiervan adequate maatregelen

3.1 + 3.5 Burgerschapscompetentie (portfolio en praktijk) a) Gaat correct om met alle betrokkenen

b) Bewaakt waarden en stelt normen c) Houdt zich aan beroepscode

d) Staat model voor correct gedrag op en rondom de vaarschool of vereniging

3.1 + 3.5 Leercompetentie (portfolio & praktijk) a) Reflecteert op eigen handelen

b) Vraagt feedback

c) Verwoordt eigen leerbehoefte 2/2

(11)

Protocollen bijlagen pagina XI 2008 BEHEERSINGSCRITEREA

3.1 Begeleiding cursisten (portfoliobeoordeling) a) Houdt rekening met de persoonlijke

verwachtingen en motieven van de zeilers

Bereid de lessen zo voor dat de cursisten zich kunnen conformeren aan het zeilen en de instructeur de cursisten enthousiasmeert voor het zeilen.

3.1 + 3.5 Begeleiding cursisten (praktijkbeoordeling)

a) Motiveert, stimuleert en enthousiasmeert zeilers

Stelt zich stimulerend, positief en open op tegenover de cursisten.

Houdt goed contact met alle cursisten, zowel individueel als groepsgewijs om zo zeilen toegankelijk te houden of maken voor iedereen.

b) Informeert en betrekt zeilers bij verloop van de les

Geeft aan wat er van de cursisten verwacht wordt. Kan daarbij uitleggen aan de cursisten wat het lesplan is. Geeft aan wanneer er van het lesplan afgeweken wordt, en vraagt feedback aan de cursisten over hoe de les ervaren wordt en past de les zonodig aan.

c) Past de omgangsvormen en taalgebruik aan bij de belevingswereld van de zeilers

Geeft cursisten de ruimte om vragen te stellen tijdens de les. Past zijn taalgebruik en omgangsvorm aan op het niveau (leeftijd) van de cursisten.

d) Treedt op als een zeiler zich niet correct gedraagt

Grijpt in als een cursist zich niet aan de afspraken houdt, het verloop van de les frustreert of zich anderszins asociaal gedraagt.

e) Besteedt aandacht aan het voorkomen van blessures bij de zeilers

Maakt de cursist bewust van de risico’s die kunnen ontstaan tijdens het zeilen en trainen. Wijst de cursisten op een correcte trim van de boot en zorgt voor een correcte technische uitvoering om blessures te voorkomen.

f) Besteedt aandacht aan het tegengaan van onveilige of gevaarlijke situaties

Maakt met de groep naar omstandigheden de benodigde afspraken en bespreekt veiligheidsmaatregelen. Kiest benodigde signalen juist en spreekt deze duidelijk af.

g) Treedt op bij onveilige situaties

Houdt goed rekening met de veiligheid tijdens de gehele les. Indien van toepassing: kiest steeds met de volgboot de meest optimale plaats, manoeuvreert op juiste wijze en op een veilige manier met de volgboot.

h) Adviseert zeilers over materiaal (keuze en gebruik)

Kan adviseren in onderhoud en aanschaf van een boot en in de verschillende materialen beschikbaar voor de boten.

3.1 Geven van zeillessen (portfoliobeoordeling)

a) Stelt lessenreeks op

Lessenreeks moet netjes (ingebonden zijn), goed leesbaar zijn en waar nodig onderbouwd zijn met schema’s. Rol en

verantwoordelijkheden van de instructeur en ander kader moeten duidelijk omschreven zijn. Onder wiens auspiciën vallen de lessen, aan wie moet gerapporteerd worden, wie zijn de overige

betrokkenen.

b) Bouwt de lessenreeks (chrono)logisch op

Hier moet aangeven en gemotiveerd zijn welke stappen en bijbehorende subdoelen er gepland waren en welke concrete lesonderwerpen en bijbehorende (globale) oefenstof aan de orde zouden komen. Structuur en opbouw moeten tenminste voldoen aan de richtlijnen die hiervoor beschikbaar zijn gesteld. Aanvullingen en verbeteringen zijn altijd welkom.

c) Formuleert doelstellingen concreet

Wat is het beoogde eindresultaat, -niveau of -doel van de lessencyclus dat de instructeur en de cursisten zouden willen bereiken.

d) Beschrijft evaluatiemethoden en – momenten

Hierin moet geanalyseerd en onderbouwd worden in hoeverre het vooraf gestelde eindresultaat, -niveau of -doel is bereikt door de lesgroep en de individuele deelnemers. In deze analyse moeten de oorzaken van het niet (geheel) halen van de doelstelling aan de orde komen en conclusies worden getrokken ter verbetering van deze lessenreeks.

e) Heeft de lessenreeks afgestemd op niveau van de zeilers

Hier moet duidelijk worden omschreven wat het vastgestelde beginniveau van de lesgroep en de individuele deelnemers was en hoe de planning daarop gebaseerd is.

f) Analyseert randvoorwaardengericht op sporters, omgeving en eigen kwaliteiten als instructeur

In de analyse moeten de volgende zaken duidelijk omschreven zijn:

lesperiode, vaarwater, accommodatie, eventueel beschikbare boot/boten, beschikbare boeiensets (diepte water), hulpmiddelen, groep (leeftijd, niveau). Het proces van lesgeven en de rol, taken, acties en resultaten van het handelen van de instructeur moeten duidelijk zijn.

(12)

Protocollen bijlagen pagina XII 2008 1/3

(13)

Protocollen bijlagen pagina XIII 2008 3.1 Geven van zeillessen (Praktijkbeoordeling)

a) Baseert de lesvoorbereiding op de lessenreeks

Heeft het voorbereidingsfomulier op juiste wijze en naar gebleken behoefte ingevuld en maakt daar efficiënt gebruik van. Zodat dit bijdraagt aan het overzichtelijk en duidelijk houden van lessen en doelen.

b) Verwerkt eerdere lesevaluaties in de les

Past de lesvoorbereiding aan indien eerdere lessen daar

aanleiding toe geven. Dit kan op basis van eigen waarneming en analyse, op aangeven van de cursisten of op aangeven van een begeleider.

c) Formuleert de lesdoelen concreet

Houdt de totaliteit van de voorbespreking helder, logisch, gestructureerd en overzichtelijk. Formuleert een duidelijke, concrete, afgebakende en meetbare doelstelling en controleert in hoeverre de doelstelling is gehaald en welke andere leereffecten er zijn opgetreden.

d) Kiest organisatievormen die bijdragen aan het realiseren van het lesdoel

Zet een oefengebied op dat goed van lengte is, met de juiste moeilijkheidsgraad, gericht op het onderwerp, juist t.o.v. wind, wal, scheepvaart, veiligheid en voldoende aan de mogelijkheid om les te geven.

e) Stemt de lesinhoud af op de mogelijkheden van de zeilers

Controleert hoe ver de cursisten werkelijk zijn en of de oefenstof op het juiste niveau wordt aangeboden. Geeft juiste oefenstof op het juiste moment. Brengt indien nodig niveauverschillen in oefenstof en oefeningen aan.

f) Kiest voor een verantwoorde lesopbouw

Houdt zich aan een logische structuur in de opbouw van lessen en creëert zo een setting waarin de zeiler de meeste kans heeft om stapsgewijs te leren zeilen en zich verder te ontwikkelen

g) Stemt de lesinhoud af op de omstandigheden Wijkt indien nodig af van voorgenomen oefenstof als de omstandigheden daar om vragen.

h) Legt de oefeningen op correcte wijze uit of maakt gebruik van goed voorbeeld.

Legt kort, duidelijk, inhoudelijk juist en op het juiste niveau de te oefenen techniek uit. Legt duidelijk, logische, overzichtelijk en in het juiste tempo de oefeningen uit. Tekent duidelijk, netjes, goede verhouding, vanuit het juiste perspectief en aangepast aan het niveau.

i) Geeft feedback en aanwijzingen aan zeilers op basis van analyse van de uitvoering

Geeft in de tussen- en/of nabespreking de juiste aanwijzingen die gelden voor de gehele groep en geeft iedere leerling een de juiste aanwijzingen en complimenten.

j) Leert en verbetert techniek van zeilers

Merkt de juiste oorzaak van fouten op en werkt deze weg d.m.v het geven van de juiste aanwijzingen op het goede moment, op de goede plaats en op de juiste wijze.

k) Grijpt in indien het materiaal niet meer in orde is

Houdt de staat van de boten, eventueel de eigen volgboot, boeien en andere hulpmiddelen goed in de gaten en onderneemt de benodigde actie indien er iets niet in orde is.

l) Maakt zichzelf verstaanbaar

Spreekt duidelijk en verstaanbaar in een tempo dat aansluit bij het niveau van de groep. Houdt op een goede en diverse wijze contact met de cursisten op het water.

m) Organiseert de les efficiënt

Zorgt dat boten, hulpmateriaal, leerlingen etc. op de afgesproken tijd op de juiste plaats zijn in een voor de voorbespreking handige en werkbare opstelling. Draagt zorg voor een duidelijke en vloeiende organisatie op het water zonder daar nog veel aan te hoeven bijsturen. Heeft zodoende de handen vrij voor analyses en feedback. Verdeelt de beschikbare tijd juist over de verschillende oefeningen en cursisten.

n) Houdt de aandacht van de zeilers vast Houdt goed contact met alle cursisten en merkt op hoe de groep reageert. Vat regelmatig de behandelde stof samen.

o) Evalueert proces en resultaat van de les

Is in staat om op zelfstandige wijze naar de les te kijken en zodoende gedurende de les zijn eigenles te evalueren en te verbeteren. Kan hierbij kiezen voor een andere methoden om doelen toch te halen.

p) Legt relevante reglementen uit en past gedurende de les de reglementen toe

Draagt zorg voor het feit dat de cursisten zich volgens de reglementen gedraagt en de reglementen toepast tijdens het zeilen.

2/3

(14)

Protocollen bijlagen pagina XIV 2008 3.5 Afnemen van toetsen

a) Beoordeelt of sporter klaar is voor toetsing Verzekert zich ervan dat de cursist een gerede kans heeft om aan de te toetsen diploma-eisen te voldoen.

b) Richt de situatie zodanig in dat beoordeling mogelijk is

Draagt zorg voor de (rand)voorwaarden die noodzakelijk zijn om de cursisten correct te kunnen beoordelen. De opdrachten moeten ondubbelzinnig en maar voor één interpretatie vatbaar zijn, zodanig dat het beoogde doel van de opdracht duidelijk, uitvoerbaar en haalbaar is.

c) Legt vooraf de eisen en het verloop van de toets uit

Houdt een voorbespreking waarin het aan de cursisten duidelijk wordt wat er van ze verwacht wordt, op welke manier het georganiseerd wordt en aan welke criteria ze moeten voldoen.

d) Beoordeelt aan de hand van de criteria van de toets

De cursist wordt uitsluitend beoordeeld op de door de CWO vastgestelde diploma-eisen zoals voorafgaand aan de toets besproken. De cursist krijgt voldoende mogelijkheden om de vaardigheden te laten zien.

e) Kent vaardigheidscertificaat terecht toe

Komt onbevooroordeeld en op basis van alle waargenomen vaardigheden en toetsing daarvan aan de diploma-eisen . Kan daarmee een eindoordeel geven welke de cursist al dan niet recht geeft op een diploma.

f) Motiveert de uitslag van de toets aan de sporter

De cursist krijgt na afloop zonder omzwervingen het eindoordeel en krijgt uitgelegd waarop dit eindoordeel is gebaseerd. De cursist krijgt tevens een toepasselijk advies voor het vervolgtraject.

g) Analyseert de toets en neemt op basis hiervan adequate maatregelen

Na afloop wordt de toets procesmatig en inhoudelijk geëvalueerd hetgeen resulteert in aandachtspunten voor een volgend

toetsmoment.

3.1 + 3.5 Burgerschapscompetentie

a) Gaat correct om met alle betrokkenen

Beschikt over sociaalcommunicatieve vaardigheden. Gebruikt omgangsvormen en gedragstandaarden die passen bij de betrokkenen. Toont begrip en betrokkenheid naar de betrokkenen.

b) Bewaakt waarden en stelt normen. Staat voor de normen en waarden die in de huidige Nederlandse maatschappij gebruikelijk zijn en handelt hier naar.

c) Houdt zich aan beroepscode.

Vertoont correct gedrag, is het voorbeeld voor de zeilers, gedraagt zich professioneel, houdt hierbij het verschil tussen persoonlijke en professionele belangen in het oog.

d) Staat model voor correct gedrag op en rondom de opleidingslocatie

Is zich ervan bewust vertegenwoordiger te zijn van de opleidingslocatie en de CWO en levert de daarbij behorende kwaliteit. Is zich tevens bewust van de voorbeeldfunctie en gedraagt zich daarnaar.

3.1 + 3.5 Leercompetentie

a) Reflecteert op eigen handelen

Merkt op en omschrijft gedurende en na afloop van de les wat de eigen sterke en zwakke punten zijn en koppelt daar aan een plan om hierin verbetering aan te brengen. Is hierbij kritisch en reflecterend ten aanzien van eigen handelen en les(geven). Is zodoende zelf in staat aan te geven waar progressie kan worden behaald in eigen handelen.

b) Vraagt feedback

Vraagt van cursisten, begeleiders, collegae, etc. feedback op het eigen handelen. De instructeur geeft aan waar het eigen

leerproces ondersteuning dient te krijgen. Waarbij ook zo duidelijk mogelijk aangegeven dient te worden waar eventuele knelpunten zitten.

c) Verwoordt eigen leerbehoeften

Omschrijft uit eigen reflectie en feedback leerdoelen voor zichzelf en past dit toe in een persoonlijk ontwikkelingsplan. De

instructeur geeft zelf aan waar hij/zij denkt het meeste te gaan leren en hoe de instructeur hier denkt het best invulling aan te kunnen geven. De instructeur kan hierbij aangeven wat het beoogde einddoel is ten aanzien van stage en eigen vaardigheid 3/3

(15)

Protocollen bijlagen pagina XV 2008 Zeilinstructeur 3

PVB 3.3 Organiseren van activiteiten BEOORDELING

Protocol Portfoliobeoordeling

Naam kandidaat: Naam PVB-beoordelaar:

Datum: Handtekening:

Beoordelingscriteria (toelichting zie bijlagen)

Portfolio V/O

Bij onvoldoende, ontbrekende bewijzen waarop de score is gebaseerd

3.3 Begeleiding cursisten (portfolio)

a) Stemt de activiteit af op de belevingswereld van de zeilers b) Treedt op bij onveilige situaties

3.3 Organiseren van activiteiten (portfolio) a) Maakt bij de organisatie gebruik van een draaiboek b) Draagt verantwoordelijkheid en neemt beslissingen c) Werkt samen met anderen

d) Houdt rekening met beschikbare middelen en materialen e) Zorgt dat iedereen weet wat er van hen wordt verwacht f) Handelt activiteit af

g) Rapporteert over de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de activiteit

3.3 Burgerschapscompetentie (portfolio) a) Gaat correct om met alle betrokkenen b) Bewaakt waarden en stelt normen c) Houdt zich aan beroepscode

d) Staat model voor correct gedrag op en rondom de vaarschool of vereniging

3.3 Leercompetentie (portfolio) a) Reflecteert op eigen handelen b) Vraag feedback

c) Verwoordt eigen leerbehoefte Zeilinstructeur 3

PVB 3.4 Aansturen van Kader BEOORDELING

Protocol Praktijkbeoordeling

 Kandidaat is tijdig aanwezig  Omstandigheden zijn veilig voor alle betrokkenen

Beoordelingscriteria (toelichting zie bijlagen)

Praktijk V/O

Bij onvoldoende, ontbrekende bewijzen waarop de score is gebaseerd

3.4 Aansturen van kader (praktijk)

a) Informeert assisterend kader over de inhoud van de training b) Geeft assisterend kader opdrachten die bij hun taak passen c) Bespreekt met het assisterende kader wat er goed ging en

wat de verbeterpunten zijn d) Motiveert assisterend kader

e) Analyseert het handelen van het assisterende kader en neemt op basis hiervan adequate maatregelen

f) Ziet toe op het assisterende kader bij het begeleiden van sporters

3.4 Burgerschapscompetentie (praktijk) a) Gaat correct om met alle betrokkenen b) Bewaakt waarden en stelt normen.

c) Houdt zich aan beroepscode

d) Staat model voor correct gedrag op en rond de vaarschool of vereniging

3.4 Leercompetentie (praktijk) a) Reflecteert op eigen handelen b) Vraagt feedback

c) Verwoordt eigen leerbehoeften

(16)

Protocollen bijlagen pagina 16 2008 BEHEERSINGSCRITEREA

3.3 Begeleiding cursisten (portfolio) a) Stemt de activiteit af op de

belevingswereld van de zeilers

Zorgt ervoor dat de cursist mee wil doen aan de activiteit. De activiteit mag zeilelementen bevatten

b) Treedt op bij onveilige situaties Grijpt in als een cursist zich niet aan de afspraken houdt, het verloop van de les frustreert of zich anderszins asociaal gedraagt.

3.3 Organiseren van activiteiten (portfolio) a) Maakt bij de organisatie gebruik van een

draaiboek

Maakt voor opbouw van een activiteit gebruik van een draaiboek of baseert zich op omschreven of gehanteerde standaarden van de vaarschool.

b) Draagt verantwoordelijkheid en neemt beslissingen

De aanwezigheid van de instructeur bevordert de veiligheid en de slagvaardigheid van een activiteit. Is in staat de activiteit

gestructureerd uit te voeren en de activiteit goed over te brengen en daarmee vloeiend te laten lopen

c) Werkt samen met anderen

Is gemakkelijk in omgang en is in staat verscheidende zaken omtrent de activiteit af te stemmen met anderen en daarbij een takenpakket en rolverdeling af te spreken met anderen

d) Houdt rekening met beschikbare middelen en materialen

Past het gebruik van middelen en materialen aan op de beschikbaarheid ervan.

e) Zorgt dat iedereen weet wat er van hen wordt verwacht

Heeft desbetreffende (sociale) vaardigheden om taken op een goede wijze uit te besteden en af te stemmen.

f) Handelt activiteit af

De activiteit kan puntsgewijs worden uitgevoerd zodat de voortgang bewaakt kan worden tot aan het einde van de activiteit en zorgt ook dat aan het einde van de activiteit alles weer in originele staat wordt teruggebracht

g) Rapporteert over de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de activiteit

Rapporteert zodanig over de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de activiteit dat inzicht gekregen wordt in de activiteit en het succes ervan.

3.3 Burgerschapscompetentie (portfolio)

a) Gaat correct om met alle betrokkenen Behandeld iedereen gelijk en trekt niemand voor. Zorgt voor eenheid binnen de groep zeilers

b) Bewaakt waarden en stelt normen

Stelt maatschappelijk geaccepteerde normen vast en bewaakt deze.

Zonodig worden deze normen gehandhaafd en worden overtreders aangesproken op hun gedrag.

c) Houdt zich aan beroepscode

Vertoont correct gedrag, is het voorbeeld voor de zeilers, gedraagt zich professioneel, houdt hierbij het verschil tussen persoonlijke en professionele belangen in het oog.

d) Staat model voor correct gedrag op en rondom de opleidingslocatie

Is zich ervan bewust vertegenwoordiger te zijn van de

opleidingslocatie en de CWO en levert de daarbij behorende kwaliteit.

Is zich tevens bewust van de voorbeeldfunctie en gedraagt zich daarnaar.

3.3 Leercompetentie (portfolio)

a) Reflecteert op eigen handelen

Merkt op en omschrijft gedurende en na afloop van de les wat de eigen sterke en zwakke punten zijn en koppelt daar aan een plan om hierin verbetering aan te brengen. Is hierbij kritisch en reflecterend ten aanzien van eigen handelen en les(geven). Is zodoende zelf in staat aan te geven waar progressie kan worden behaald in eigen handelen.

b) Vraag feedback

Vraagt van cursisten, begeleiders, collegae, etc. feedback op het eigen handelen. De instructeur geeft aan waar het eigen leerproces

ondersteuning dient te krijgen. Waarbij ook zo duidelijk mogelijk aangegeven dient te worden waar eventuele knelpunten zitten.

c) Verwoordt eigen leerbehoefte

Omschrijft uit eigen reflectie en feedback leerdoelen voor zichzelf en past dit toe in een persoonlijk ontwikkelingsplan. De instructeur kan hierbij aangeven wat het beoogde einddoel is ten aanzien van stage en eigen vaardigheid

(17)

Protocollen bijlagen pagina 17 2008 TOELICHTING PER CRITERIUM

3.4 Aansturen van kader (praktijk)

a) Informeert assisterend kader over de inhoud van de training/les

Bespreekt de onderlinge rol- en taakverdeling. Neemt een niveau 2 instructeur mee in hoe er op de opleidingslocatie training/les wordt gegeven.

b) Geeft assisterend kader opdrachten die bij hun taak passen

Geeft het assisterend kader opdrachten die gezien de kennis en ervaring en gezien de taak die deze heeft binnen de

opleidingslocatie passend zijn.

c) Bespreekt met het assisterende kader wat er goed ging en wat de verbeterpunten zijn

Bespreekt de dag met niveau 2 instructeur en kijkt daarbij wat de aandachtspunten zijn voor een volgende dag of lessenreeks.

d) Motiveert assisterend kader

Straalt enthousiasme uit ten aanzien van lesgeven. Creëert een omgeving waarin het veilig is voor een niveau 2 instructeur om fouten te maken en te kunnen leren

e) Analyseert het handelen van het assisterende kader en neemt op basis hiervan adequate maatregelen

Kijkt waar de behoefte aan assistentie het grootst is en probeert daar te helpen. Daarbij vult de instructeur eventuele gaten die ontstaan in het handelen van de niveau 2 instructeur.

f) Ziet toe op het assisterende kader bij het begeleiden van cursisten

Is betrokken en houdt zich op de hoogte van de activiteiten die de zeilinstructeur 2 ontplooid daar waar het gaat om het begeleiden van cursisten en ondersteund of stuurt bij daar waar dit noodzakelijk is.

3.4 Burgerschapscompetentie (praktijk)

a) Gaat correct om met alle betrokkenen

Beschikt over sociaalcommunicatieve vaardigheden. Gebruikt omgangsvormen en gedragstandaarden die passen bij de betrokkenen. Toont begrip en betrokkenheid naar de betrokkenen.

b) Bewaakt waarden en stelt normen. Staat voor de normen en waarden die in de huidige Nederlandse maatschappij gebruikelijk zijn en handelt hier naar.

c) Houdt zich aan beroepscode.

Vertoont correct gedrag, is het voorbeeld voor de zeilers, gedraagt zich professioneel, houdt hierbij het verschil tussen persoonlijke en professionele belangen in het oog.

d) Staat model voor correct gedrag op en rond de vaarschool of vereniging

Is zich ervan bewust vertegenwoordiger te zijn van de opleidingslocatie en de CWO en levert de daarbij behorende kwaliteit. Is zich tevens bewust van de voorbeeldfunctie en gedraagt zich daarnaar.

3.4 Leercompetentie (praktijk)

a) Reflecteert op eigen handelen

Merkt op en omschrijft gedurende en na afloop van de les wat de eigen sterke en zwakke punten zijn en koppelt daar aan een plan om hierin verbetering aan te brengen. Is hierbij kritisch en reflecterend ten aanzien van eigen handelen en les(geven). Is zodoende zelf in staat aan te geven waar progressie kan worden behaald in eigen handelen.

b) Vraagt feedback

Vraagt van cursisten, begeleiders, collegae, etc. feedback op het eigen handelen. De instructeur geeft aan waar het eigen

leerproces ondersteuning dient te krijgen. Waarbij ook zo duidelijk mogelijk aangegeven dient te worden waar eventuele knelpunten zitten.

c) Verwoordt eigen leerbehoeften

Omschrijft uit eigen reflectie en feedback leerdoelen voor zichzelf en past dit toe in een persoonlijk ontwikkelingsplan. De

instructeur kan hierbij aangeven wat het beoogde einddoel is ten aanzien van stage en eigen vaardigheid

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bijhouden van de basisregistratie personen voor het onderdeel waarvoor de gemeente Nijmegen verantwoordelijk is en de verstrekking van gegevens.. Ingeschrevenen Wet

Zo heeft hij steeds het recht om inzage te krijgen in de gegevens die over hem verwerkt worden, die gegevens te laten corrigeren, te laten verwijderen, het gebruik ervan te

De deelnemer krijgt een ‘voldoende’ voor een aspect, als hij het aspect zodanig heeft uitgevoerd dat het totale proces niet wordt verstoord en dat het proces wat betreft uitvoering

Normering Om te slagen moet zowel de portfoliobeoordeling als de praktijkbeoordeling (combinatie van planningsinterview, praktijk ‘geven van training’ en reflectie-

a) Motiveert, stimuleert en enthousiasmeert kader Stelt zich stimulerend, positief en open op tegenover de instructeurs. Houdt goed contact met alle instructeurs, zowel

De wens van de Tweede Kamer 1 en fabrikanten ziet erop dat alle fabrikanten van huisvestingssystemen bij de beoordeling van nieuwe systemen gelijk worden behandeld en dat door

Wat we graag nog willen is een keer iets organiseren voor de wijk, een leuke avond waarop mensen elkaar kunnen ontmoeten en samen iets kunnen doen.. Wat zou je nog

De psychiater of psycholoog heeft geen toestemming nodig voor onderzoek waarbij hij de medewerking van de verdachte niet nodig heeft?. Denk bijvoorbeeld aan het inzien van