Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie
Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie
Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en
Informatie voor betrokkenen
Psychologische en psychiatrische
rapportage in strafzaken
Inhoud
1 Wanneer wordt een psychiatrisch en/of psychologisch
onderzoek aangevraagd? 3
2 Wat is de rol van de onderzoeker(s)? 4
3 Hoe ziet het onderzoek er uit? 5
4 Welke rechten en plichten heeft de verdachte? 7 5 Wat is de rol van het Nederlands Instituut voor
Forensische 9 Klachten 10 Vragen? 10
2
Deze brochure bevat informatie voor personen die in het kader van een strafzaak worden onderzocht door een psychiater en/of een psycholoog. Wanneer minderjarigen worden onderzocht, is deze brochure (ook) voor hun ouder(s) of wettelijke vertegen- woordigers.
In deze brochure staat:
1. Wanneer een psychiatrisch en/of psychologisch onderzoek wordt aangevraagd.
2. Wat de rol is van de onderzoeker(s).
3. Hoe het onderzoek eruit ziet.
4. Welke rechten en plichten de onderzochte heeft.
5. Wat de rol is van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP).
Toelichting op deze brochure:
1. Waar in deze brochure wordt gesproken over hij wordt daarmee ook zij bedoeld.
2. Met onderzoeker wordt in deze brochure bedoeld de psychiater of de psycholoog die het onderzoek uitvoert.
3. Met opdrachtgever wordt bedoeld de officier van justitie of de rechter.
1 Wanneer wordt een psychiatrisch en/of psychologisch onderzoek aangevraagd?
Wanneer mensen worden verdacht van strafbare feiten, willen officieren van justitie en rechters soms dat zij psychiatrisch of psychologisch worden onderzocht. In dat geval kunnen de officieren en rechters een opdracht geven voor een onderzoek. Dat kan bijvoorbeeld in één van de volgende situaties:
• De verdachte werd mogelijk beïnvloed door een psychische ziekte toen het strafbare feit gepleegd werd. De opdrachtgever wil dan graag weten of er reden is om de feiten verminderd toe te rekenen aan de verdachte en hoe groot de kans is op herhaling.
• De kans bestaat dat de rechter in de zaak een strafrechtelijke maatregel oplegt. In dat geval zal de opdrachtgever opdracht geven voor twee rapportages, zowel psychiatrisch als psychologisch.
De rechter kan er op grond van het rapport voor kiezen om de verdachte een lagere straf of helemaal geen straf op te leggen. Als de kans bestaat dat de verdachte door psychische problemen weer de fout in gaat, kan het nodig zijn dat diegene daarvoor een behandeling krijgt. In sommige gevallen kan de rechter een verplichte behandeling opleggen.
Soms willen verdachten niet meewerken aan het onderzoek. Toch kan dan een maatregel worden opgelegd. Ook wanneer iemand niet meewerkt kan er voldoende (andere) informatie zijn om vast te stellen dat diegene aan een stoornis lijdt. Het is volgens de wet dan voldoende dat de psychiater en de psycholoog aan de rechter laten weten waarom diegene niet wilde meewerken.
In overleg met zijn advocaat kan een verdachte bij de rechter of de officier van justitie ook zelf om een onderzoek vragen.
4
2 Wat is de rol van de onderzoeker(s)?
De onderzoeker onderzoekt de verdachte niet als hulpverlener. Hij doet zijn onderzoek in opdracht van de opdrachtgever. De onderzoeker is onafhankelijk en werkt als adviseur voor de opdrachtgever.
Als de verdachte door zowel een psychiater als een psycholoog wordt onderzocht, worden twee aparte rapporten gemaakt.
De onderzoeker schrijft een rapport en geeft daarin een advies aan de opdrachtgever.
De opdrachtgever beslist daarna wat hij met het advies doet. De opdrachtgever heeft geen invloed op de inhoud van het onderzoek of op het advies van de onderzoeker. Maar ook de verdachte of zijn advocaat heeft geen invloed op de inhoud van het advies van de onderzoeker. Dat betekent dat de onderzoeker een advies kan geven waar de opdrachtgever het niet mee eens is, maar ook waar de verdachte het niet mee eens is.
De onderzoeker werkt met een vraagstelling die is vastgesteld in samenspraak met de opdrachtgever. De onderzoeker zal de verdachte hier over informeren.
3 Hoe ziet het onderzoek er uit?
1 De psychiater of psycholoog die het onderzoek doet, komt langs in het huis van bewaring of de jeugdinrichting. Als de verdachte niet (meer) vastzit, dan krijgt hij een uitnodiging voor een gesprek op het kantoor van het NIFP of op een andere locatie.
2 In het eerste gesprek bespreekt de onderzoeker welke vragen in het onderzoek aan de orde komen. Ook bespreekt de onderzoeker welke informatie hij heeft gekregen om zich voor te bereiden op het onderzoek. Daarnaast wordt uitgelegd hoe het onderzoek zal gaan. De onderzoeker zal de verdachte vertellen wat zijn rechten en plichten zijn (dit staat ook in deze brochure onder 4) en met wie de onderzoeker nog meer wil spreken voor het onderzoek. Denk bijvoorbeeld aan de huisarts, de werkgever of, bij jongeren, de ouders en leerkracht.
3 De onderzoeker stelt vragen over de verdachte, over zijn familie en gezin, over opleiding of werk, vrienden en wat hij in zijn vrije tijd doet.
4 Als de verdachte (ook) psychologisch wordt onderzocht, zal de onderzoeker de verdachte vragen om vragenlijsten in te vullen. Dit zijn vragenlijsten die horen bij psychologische testen, bijvoorbeeld een intelligentietest of een persoonlijkheidstest.
5 De onderzoeker zal uitgebreid met de verdachte praten over de tenlastelegging (de strafbare feiten waar hij van verdacht wordt). De bedoeling daarvan is niet om na te 8 gaan of iemand wel of niet schuldig is. Dat is de taak van de rechter. De onderzoeker wil vooral weten wat de visie van de verdachte is op het tenlastegelegde. Wat gebeurde er;
hoe voelde de verdachte zich; waar dacht hij aan? De onderzoeker wil nagaan of er een verband is tussen het tenlastegelegde en eventuele psychische problemen van de verdachte. Soms ontkent de verdachte het strafbare feit of vindt hij dat het anders is gelopen dan de officier van justitie beweert. Dan zal de onderzoeker vragen stellen over wat er volgens de verdachte dan wel gebeurd is en hoe hij zich daarbij gevoeld heeft.
6 Na deze gesprekken stelt de onderzoeker vast wat er wel of niet met de verdachte aan de hand is. Hij bekijkt of het iets te maken heeft of zou kunnen hebben met wat er is gebeurd. De onderzoeker adviseert ook of behandeling en/of reclasseringsbegeleiding nodig is.
7 Als de psychiater en psycholoog allebei een onderzoek doen, zullen ze tijdens en na het onderzoek met elkaar overleggen. Ze doen dat om hun onderzoeken met elkaar te vergelijken. Als er verschillen zijn, is het voor hen belangrijk te weten hoe dat komt. Het kan gebeuren dat de psycholoog en de psychiater verschillende adviezen geven. De één vindt bijvoorbeeld dat de verdachte in een kliniek moet worden opgenomen, terwijl de ander denkt dat een behandeling ook mogelijk is als hij thuis blijft wonen. De rechter beslist dan wat er gaat gebeuren.
6
8 Na afloop van het onderzoek leest een medewerker van het NIFP het conceptrapport.
Dit gebeurt door een psycholoog en/of psychiater en meestal een jurist. Zij geven feedback in de vorm van opmerkingen en adviezen aan de onderzoeker. De onderzoeker blijft zelf verantwoordelijk voor zijn rapport.
9 Voordat het rapport naar de opdrachtgever wordt verzonden vertelt de onderzoeker de verdachte wat de conclusies zijn en welk advies gegeven wordt. De verdachte kan een reactie geven op de conclusies en het advies. Deze reactie wordt weergegeven in het rapport. Tijdens een gesprek kan de verdachte het rapport inzien (inzagerecht) en wijzen op eventuele feitelijke onjuistheden in het rapport (correctierecht).
10 Na de bespreking van het rapport stuurt de onderzoeker het definitieve rapport (waarin de eventuele reactie van de verdachte is verwerkt) naar het NIFP. Het NIFP stuurt het rapport na registratie aan de opdrachtgever. De rechter beslist zelf wat hij met het advies uit het rapport doet. Tijdens de rechtszitting wordt het rapport met de verdachte besproken. De rechter kan de onderzoeker vragen tijdens de zitting een toelichting te geven op het rapport.
4 Welke rechten en plichten heeft de verdachte?
Medewerking
De verdachte is niet verplicht om aan het onderzoek mee te werken. De officier van justitie of de rechter vraagt de verdachte en zijn advocaat vooraf hoe zij denken over een onderzoek door een psychiater en/of psycholoog.
Soms heeft een verdachte eerst gezegd wel mee te zullen werken, maar verandert hij later van mening. Dan is het verstandig de onderzoeker uit te leggen waarom dit zo is. De onderzoeker zal dat aan de opdrachtgever laten weten.
Als een verdachte niet meewerkt kunnen bepaalde zaken toch worden uitgezocht.
De psychiater of psycholoog heeft geen toestemming nodig voor onderzoek waarbij hij de medewerking van de verdachte niet nodig heeft. Denk bijvoorbeeld aan het inzien van strafrechtelijke dossiers en het vragen van informatie bij school, werkgever, vrienden of familie. Deze personen kunnen natuurlijk wel besluiten niets te zeggen. Dat beslissen ze zelf. Verder heeft de onderzoeker geen toestemming nodig om dingen op te schrijven die hij van de verdachte hoort of ziet.
Toestemming
Soms wil de onderzoeker de huisarts van de verdachte of een andere hulpverlener waar hij onder behandeling is (of is geweest) spreken. Dan zal hij de verdachte om toestemming vragen. Zorgverleners mogen geen informatie geven aan de onderzoeker als de verdachte daar geen schriftelijke toestemming voor geeft. Dat komt omdat zij een geheimhoudings- plicht hebben. Vaak zal de onderzoeker de verdachte vragen hiervoor een verklaring te tekenen. Daarmee geeft de verdachte aan de hulpverlener toestemming de informatie te geven.
Geheimhouding
De onderzoeker moet zorgvuldig omgaan met de informatie die hij verzamelt. Hij mag alles wat belangrijk is voor het onderzoek rapporteren aan de officier van justitie en de rechter.
Ook mag hij overleggen met de medeonderzoeker, het NIFP en de reclassering.
Aan andere mensen, die niets met het onderzoek te maken hebben, mag de onderzoeker geen informatie over zijn onderzoek verstrekken. In die gevallen geldt voor de onderzoeker een geheimhoudingsplicht.
8
Inzage en correctie
Als het onderzoek klaar is, bespreekt de onderzoeker met de verdachte wat de conclusies zijn en welk advies aan de opdrachtgever wordt gegeven. De verdachte heeft het recht het rapport van te voren in te zien. Dat betekent dat hij het conceptrapport krijgt toegezonden of het in aanwezigheid van de onderzoeker kan lezen.
Als er volgens de verdachte feiten in het rapport staan die niet kloppen (bijvoorbeeld een onjuiste datum of een verkeerde naam), dan kan hij de onderzoeker vragen deze aan te passen. Als de verdachte het niet eens is met de conclusies van het onderzoek (bijvoorbeeld de diagnose of een behandeladvies) dan kan hij dat laten weten. De onderzoeker is niet verplicht het rapport aan te passen. Wel is hij verplicht de opmerkingen in het rapport te vermelden of als bijlage toe te voegen.
Afschrift van het rapport
Wanneer de opdrachtgever de definitieve versie van het rapport heeft gekregen, ontvangt de advocaat van de verdachte ook een exemplaar. De verdachte kan van zijn advocaat een eigen kopie krijgen.
Rapport kan niet tegengehouden worden
De onderzoeker is verplicht om zijn rapport naar de opdrachtgever te sturen. Ook als de verdachte het niet eens is met het rapport. De verdachte kan dit wel aan de onderzoeker laten weten. Ook kan hij dit, in overleg met zijn advocaat, op zitting kenbaar maken.
5 Wat is de rol van het Nederlands Instituut voor Forensische
Psychiatrie en Psychologie (NIFP)?
Het NIFP is een onafhankelijk instituut en zelf géén opdrachtgever of onderzoeker. Het NIFP wordt door de opdrachtgever benaderd met de vraag of een onderzoek kan worden uitgezet.
Wanneer dat nodig is, adviseert het NIFP aan de opdrachtgever hoe het onderzoek er uit zou kunnen zien. Vervolgens benadert het NIFP één of meer freelance onderzoekers die het onderzoek kunnen uitvoeren. Ook lezen een psycholoog en/of psychiater en meestal een jurist van het NIFP het conceptrapport en geven zij feedback aan de onderzoeker(s).
Het komt ook voor dat de opdrachtgever het NIFP vraagt zelf de verdachte te spreken. Een psychiater of psycholoog heeft dan een kort gesprek met de verdachte en geeft de opdracht- gever een advies over het laten uitvoeren van (nader) onderzoek. Ook wordt er soms advies gegeven over benodigde zorg en de plaatsing in detentie.
Het NIFP hoort bij het ministerie van Veiligheid en Justitie, maar staat los van de officier van justitie en de rechter. De onderzoeken worden uitgevoerd door onafhankelijke
deskundigen.
10
Klachten
Bent u niet tevreden over de onderzoeker of het onderzoek? U kunt dit het beste eerst met de onderzoeker bespreken. Wanneer u er met de onderzoeker niet uitkomt, kunt u het NIFP vragen om als onafhankelijke partij te bemiddelen tussen de onderzoeker en u. Op de website van het NIFP kunt u hierover meer informatie vinden. De advocaat van de verdachte kan de verdachte ook advies geven over de mogelijkheden om een klacht in te dienen bij de beroepsvereniging van de rapporteur of bij het regionaal tuchtcollege.
Vragen?
Heeft u nog vragen? U kunt contact opnemen met de psychiater of psycholoog die het onderzoek heeft uitgevoerd of met het NIFP. Bent u verdachte in een strafzaak?
Dan kunt u ook contact opnemen met uw advocaat.
De telefoonnummers van het NIFP kunt u vinden op www.nifpnet.nl
Aan de informatie die is opgenomen in deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.
Dit is een uitgave van:
NIFP/DJI
Postbus 13369 | 3500 lj Utrecht t 0800 646 39 51
e [email protected] Augustus 2016 | 94665