• No results found

CDA-Kamerlid: ‘Kwetsbare jongeren hebben onze hulp nodig’

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "CDA-Kamerlid: ‘Kwetsbare jongeren hebben onze hulp nodig’"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Zomerstage van Joba van den Berg (CDA) bij Maatschappelijk Werk Walcheren (MWW), 23 augustus 2017

Welkom op Walcheren

Tweede Kamerlid Joba van den Berg (CDA) koos voor een zomerstage bij het Maatschappelijk Werk Walcheren (MWW). Op 23 augustus wordt ze in Middelburg verwelkomd door Finus Kuijs (divisiemanager MWW). Finus heeft verschillende mensen uitgenodigd om te vertellen over hoe op Walcheren wordt omgegaan met kwetsbare jongeren (schoolmaatschappelijk werk en politie), thuisbegeleiding zonder indicatie en de aanpak van armoede en schulden.

‘Erg indrukwekkend om in mijn thuisprovincie te zien wat sociaal werk op dit gebied allemaal voor elkaar krijgt,’ aldus Joba. Haar eigen portefeuille bevat vooral economische zaken, maar ze neemt haar stage-ervaringen graag mee naar haar CDA-collega’s die zich met de drie genoemde thema’s bezighouden. ‘Tijdens mijn werk in het bedrijfsleven heb ik bovendien vaak te maken gehad met werknemers die schulden hadden.’

Kwetsbare jongeren

(door schoolmaatschappelijk werk (SMW) en Jeugdpolitie)

Op Walcheren is enige jaren geleden het Jeugd Interventieteam (JIT) ingesteld, een samenwerkingsverband tussen de jeugdpolitie en het schoolmaatschappelijk werk. Sjac van Eijzeren (politie) en Marianne van den Berge (SMW) vertellen wat ze allemaal tegenkomen en wat ze daaraan kunnen doen.

Jaarlijks bereiken ze zo’n 300 jongeren. Zij spreken wekelijks samen op en delen informatie over de zaken die zij tegen komen. Op basis van signalen bellen zij

onverwacht aan bij gezinnen en proberen een gesprek aan te gaan. Sjac: ‘Ik heb nog nooit meegemaakt dat mensen ons niet willen spreken. Meestal word je binnengelaten en vertellen zij alles wat ze op hun hart hebben.’

Marianne: ‘Ouders omarmen ons vaak, juist omdat ze geen raad meer weten met hun

(2)

2 kind(eren), vaak is er te veel ruzie. De ouders weten dat er iets mis is, maar ze komen er niet achter wát.’

Signalen komen vooral vanuit de politie, scholen en het maatschappelijk werk. De huidige problemen zijn vooral zijn: drugs, drank, sexting en sociale media, en dan met name bij jongeren met licht verstandelijke problematiek.

Meisjes van 12 jaar die aan sexting doen

Het JIT vindt het verontrustend dat kinderen steeds jonger het internet opgaan en pornosites vinden. Meisjes van 12 jaar doen aan sexting: ze doen stripshows voor hun camera, delen het filmpje met jongeren uit de klas, maar hebben geen idee wat daar

vervolgens mee gebeurt. Ze worden erg afhankelijk van hun mobiel, ze worden voortdurend gebeld, ge- sms’t of geappt door hun zogenaamde vriendje(s).

Zij lopen soms zomaar de klas uit, komen te laat of blijven weg. De leraar veroordeelt hun gedrag, maar weet eigenlijk niet wat er aan de hand is. En dit gebeurt in alle klassen en standen. ‘Jongeren verdrinken in de sociale media en hun ouders staan er onwetend naast.’

Hun gedrag heeft te maken met aandacht zoeken, veiligheid zoeken en zichzelf erg onzeker voelen, aldus Sjac en Marianne. De thuissituatie maakt het er vaak ook niet beter op, door (v)echtscheidingen, of omdat ouders overdag niet thuis zijn.

Door pornosites krijgen ze bovendien een verkeerd beeld van seksualiteit. Vrouwen als lustobject die de meeste rare dingen doen op het gebied van seks. ‘Het is zelf zo dat jongeren ”pijpen” al geen seks meer vinden, dat doe je gewoon na een avondje feesten.’

Tegelijkertijd zeggen deze meisjes vaak dat ze niet weten wie hun echte vrienden zijn.

Zij verliezen het vertrouwen in de ander en worden erg eenzaam. Een maatschappelijk werker is voor hen een verademing: iemand die hen aandacht geeft, luistert, kennis van zaken heeft en wil helpen. Ze proberen jongeren erbij te houden.

Joba vraagt wat drank en drugs doen met de jongeren. Sjac en Marianne: ‘Meisjes gaan vaak naar foute feestjes. Zij worden overgehaald veel te drinken en te blowen, worden dronken, worden verkracht, soms in groepsverband, maar kunnen zich daar de volgende dag nauwelijks iets van herinneren. En durven het zeker niet te melden aan ouders, school of politie, uit angst dat er foto’s worden verspreid via de media.’

Joba hoort het met ontzetting aan. Ze vraagt zich af wat deze jongens drijft. En worden ze ook geholpen of aangepakt?

Het probleem is dat ze moeilijk te traceren zijn, aldus Sjac en Marianne. ‘Op internet opereren ze meestal onder een andere naam. Ze doen het vaak om status te krijgen bij oudere jongens, bijvoorbeeld omdat ze meisjes kunnen aanleveren. Maar ook zij zijn vaak alleen thuis en worden niet gecontroleerd door ouders die grenzen stellen, bijvoorbeeld aan internetgebruik.’

Aandacht in het onderwijs

Joba vraagt zich af of er op school aandacht is voor sexting. Dat ligt moeilijk, aldus Sjac en Marianne. ‘Zij hebben liever niet dat zo’n geval bekend wordt omdat het de goede naam van de school schaadt.’

Bovendien vinden leraren het moeilijk om ermee om te gaan. Zij kennen de huidige seksuele moraal onder jongeren onvoldoende en hebben geen idee hoe de sociale media precies werken. Dat seksuele opvoeding niet meer moet gaan om bloemetjes en bijtjes is duidelijk, maar wat dan wel? Dat geldt ook voor veel hulpverleners en ouders.

De boodschap die Joba wat de gesprekspartners betreft mag ventileren in Den Haag is dat ouders meer tijd en vooral aandacht moeten geven aan hun kinderen. Zorg dat je Sexting is het verspreiden of

delen van seksueel getinte foto’s of berichten via mobiele

telefoons of andere mobiele media. De term is afgeleid van sex (verwijst naar de seksuele inhoud) en texting (sms-mms).

(3)

3 thuis bent als je kind thuiskomt, vang hem op, zorg voor veiligheid en bespreek hun gevoelens wat betreft seksualiteit. Ook het onderwijs moet meer aandacht geven aan deze seksuele ontwikkelingen en hoe je daarmee moet omgaan.

Thuisbegeleiding zonder indicatie

Op Walcheren is een pilot gestart om thuisbegeleiding te geven zonder zware indicaties.

Het gaat vooral om praktische hulp bij kinderen, gezinnen en alleenstaande volwassenen.

Via Porthos (de gemeentelijke toegang voor maatwerkvoorzieningen), de huisarts, of de ggd worden zij doorverwezen en gaan de begeleiders aan de slag. De financiering vindt plaats via de Wmo, de Jeugdwet, via Zorgverzekeraars (COA) en dus een subsidie voor de pilot. Soms met een eigen bijdrage en soms ook niet. Vaak gaat het om zaken weer op orde te krijgen, bijvoorbeeld bij iemand die uit de gevangenis komt en weer

zelfstandig gaat wonen. Met de zogenaamde “ReSet-methode” kun je dankzij kortdurende interventies (maximaal 40 uur) zorgen voor structuur: financieel, qua huishouden en qua leef- en werkritme.

Recidive

‘Is er veel recidive,’ wil Joba weten. Helaas wel, is de ervaring van de begeleiders.

‘Sommige ouders lijken zelfstandig, maar zodra er iets onverwachts gebeurt, vallen ze terug in oude patronen en komen ze weer bij ons. En doordat je hulp biedt komen vaak andere problemen naar boven, zodat er een nieuw hulptraject wordt gestart.’

Finus ziet dat van de ongeveer 200 casussen er zo’n 5% naar de zware jeugdzorg gaat.

En dat tussen 35 en 40% van de cliënten het weer zelf kan gaan doen. De rest gaat naar andere vormen van hulpverlening, of blijven in de reguliere begeleiding. Tegelijkertijd kunnen ze wel degelijk voorkomen dan mensen moeten worden opgenomen, juist door er op tijd bij te zijn. ‘Soms houdt dat in dat er meerdere hulpverleners in het gezin bezig zijn, dat kun je niet altijd voorkómen.’

‘Kun je dan wel met één digitaal informatiesysteem werken om gegevens te delen?’, aldus Joba. ‘Nee dat is zeker niet het geval,’ is het antwoord. ‘Enerzijds hoef je als hulpverlener ook niet alles te weten van een cliënt, anderzijds verhindert

privacywetgeving efficiënt werken met elkaar, juist omdat je alles weer opnieuw moet bevragen.’

Finus merkt op dat het idee van één-plan-één-gezin-één-regisseur veel tijd vraagt.

Bovendien vertonen sommige cliënten shopgedrag en proberen bij verschillende hulpverleners hun zin te krijgen.

Sociaal raadsman Niels Janssen geeft aan dat hij cliënten altijd overdraagt aan

maatschappelijk werk als zij bijvoorbeeld naar de voedselbank worden doorverwezen. Hij ziet dat in theorie niemand in Nederland honger hoeft te lijden, maar dat dit in de

praktijk wel degelijk gebeurt. Mensen weten vaak niet waar ze hun recht kunnen halen, raken verstrikt in de papiermolen of kunnen eenvoudigweg niet of nauwelijks lezen.

Joba ziet dat er ook een groep mensen is die permanent hulp nodig heeft. Vooral licht verstandelijk gehandicapte mensen hebben moeite met zelfstandig wonen en leven.

Maar, vindt Joba, er zijn ook mensen die geld uitgeven aan zaken die ze eigenlijk niet kunnen betalen: dure televisie, sigaretten, huisdieren.

Hulpverleners kunnen hen dat niet direct verbieden, stellen de professionals, maar hen er wel op wijzen wat de gevolgen ervan zijn. Bovendien zie je dat mensen in langdurige armoede bij de dag leven en geen beslissingen kunnen nemen voor de lange termijn. In het uiterste geval schakelen de hulpverleners bewindvoerders in om deze mensen permanent te begeleiden op financieel gebied.

Vooral mensen met een lichte verstandelijke beperking en mensen laaggeletterden hebben moeite met de bureaucratisering en technocratisering van de samenleving. Ook bij de politie zijn de fysieke spreekuren praktisch verdwenen, mensen moeten digitaal

(4)

4 aangifte doen, met digid en sms-bereik. ‘Als je daar moeite mee hebt, laat je het er al gauw bij zitten.’

Project Moedige Mensen

Arend Roos (kwartiermaker) vertelt in het kort aan Joba dat vanuit Sociaal Werk Nederland het initiatief is genomen om verschillende partijen uit het maatschappelijke veld bij elkaar te brengen om armoede en schulden samen aan te pakken. Dat is ook in Zeeland gebeurd en hier gaan ze verder met ambassadeurs om die samenwerking te versterken. Rabobank Nederland en Sociaal Werk Nederland hebben een convenant getekend om de samenwerking op lokaal niveau te versterken. De Rabobank zag dat

door betere samenwerking het aantal gedwongen executies bij bijzonder beheer van de bank al terugliep, bijvoorbeeld in Salland van 16 gedwongen executies naar minder dan 5 executies. Juist ook omdat er financiële problemen zijn onder werkende mensen is het zaak dit aan te pakken met het bedrijfsleven en het sociaal werk. Er is een duidelijk verband tussen loonbeslag en

ziekteverzuim, en dat is een groot kostenpost voor de werkgever.

Joba: ‘In hoeverre moet je je als werkgever bemoeien met het privéleven van je werknemer?’ Arend Roos: ‘Vanuit de

hulpverlening zie je dat mensen toch vaak blij zijn als ze worden geholpen, er is ook veel schaamte. En met een budgetcoach en een voorschot door de werkgever help je iemand weer op het goede pad.’

Tot slot hoopt Finus dat Joba in Den Haag ook de arbeidsmarktproblematiek in Zeeland onder de aandacht wil brengen. ‘Veel jonge mensen die gaan studeren komen niet terug, waardoor er een tekort ontstaat aan goed opgeleide medewerkers.’ Voor Joba is haar missie duidelijk. Zij wil Zeeland sterker maken. ‘Deze provincie heeft zo veel te bieden op het gebied van energie, zorg, agro-industrie en toerisme. Dat moeten ze in Den Haag ook gaan inzien en daar ga ik mij voor inzetten.’

Ernst Radius (Sociaal Werk Nedeland)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De overheid ziet een belangrijke rol weggelegd voor het informele en vanzelfsprekende formele netwerk rondom ouders: zij kunnen ouders helpen bij vragen, zorgen en problemen.. Het

Graag bieden we je namens een aantal partners in het sociaal werk bijgevoegd voorstel aan. Wij denken dat het sociaal werk van betekenis kan zijn bij de energietransitie en

belangrijke rol. Een van de belangrijkste en meest recente wijzigingen aan de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, is het mogelijk maken van bulkinterceptie op de kabel

SARIKE Ook al ben ik moeder van een gehandicapt kind, ik snap niet waarom iemand onder curatele of bewind zou moeten stemmen LEONY FOKKENS De nazorg/reva- lidatie voor mensen met

Dit gebeurde stap voor stap via afspraken met het kind en het belonen van het gewenste gedrag, namelijk meer eten.. Straffen is ook een manier om ongewenst gedrag af te

Zelf konden we wel een plannetje maken van wat we nodig hadden, maar we beschikten niet over het materiaal noch over vol- doende technische inzichten om het helemaal alleen te doen..

Hoeveel jongeren tussen de 15 en 27 jaar hebben geen werk, opleiding of uitkering.. Zijn dus

Zij hebben vanuit de Participatiewet, Jeugdwet en Wmo wettelijke verplichtingen (Nederlands Jeugdinstituut, 2017).. 7 soepele overgang van school naar werk is een samenwerking