Historische canon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene
KFOR (Kosovo)
Voormalig Joegoslavië bleef, ondanks de inspanningen van de internationale gemeenschap, een zorgenkindje. Was het ergens eindelijk rustig, laaide elders de strijd weer op. In Kosovo, eens een autonome republiek binnen Joegoslavië, werden de etnische Albanezen jarenlang onderdrukt door de Servische machthebbers. In 1998 escaleerde de situatie en de NAVO besloot in te grijpen. Vanaf 24 maart 1999 voerde de NAVO op grote schaal luchtaanvallen uit op Servische doelen. Servië ging door de knieën. Servische milities en het Joegoslavische leger trokken zich terug uit Kosovo. De NAVO ontplooide de Kosovo Force (KFOR) om het staakt- het-vuren te handhaven.
De eerste KFOR-eenheden trokken op 12 juni 1999 vanuit Macedonië Kosovo binnen. De Nederlandse bijdrage bestond in hoofdzaak uit een mortieropsporingsradarbatterij, een artillerie-
afdeling, een helikopterdetachement en ondersteunende eenheden.
Daarnaast werd vanaf 6 juli 1999 een genietaakgroep ingezet. Aan de tweede rotatie van deze samengestelde eenheid werd de A-compagnie van 17 Pantserinfanteriebataljon GFPI toegevoegd. De Fuseliers zorgden voor de beveiliging van de uitgezonden eenheid die de omvang had van een bataljon. Eén peloton werd tijdelijk ‘uitgeleend’
aan een Duitse compagnie. Ten slotte werd de gehele compagnie enkele weken toegevoegd aan een Amerikaanse eenheid.
Begin mei 2000 zit het er op. De compagnie keert terug naar
Nederland. Het was een kleine missie, maar wel één vol uitdagingen en afwisseling.