Opvolging aanbevelingen (peilmoment augustus 2017)
Opgave Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Basispakket zorgverzekeringen (28 april 2015)
Aanbeveling uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer
Toezegging van bewindspersoon Nawoord van Algemene Rekenkamer
Stand van zaken op aanbeveling
Aan de minister van VWS Laat de financiële gevolgen van de uit- stroommaatregelen systematisch door het Zorginstituut monitoren. Evalueer met name de uitstroommaatregelen met een (potentieel) groot financieel belang.
De minister zegt dat het Zorginstituut de rapporten uit Zinnige Zorg zal monitoren. Of dit ook nuttig en nodig is voor andere rapporten zal de minis- ter overleggen met het Zorginstituut.
VWS - Actie is afgerond1
Aan de minister van VWS Verwerk de verwachte en de gereali- seerde financiële gevolgen van de uit- stroommaatregelen in het Financieel Beeld Zorg. Deel de beleidsmatige les- sen met de Tweede Kamer.
De minister doet geen toezegging.
De minister zegt dat het budgettaire effect van de pakketmaatregelen in het jaarverslag kwalitatief beschreven wordt omdat het niet altijd mogelijk is om een exacte realisatie te bepalen.
Wij constateren dat de minister van VWS onderschrijft dat pakketbeheer als instrument voor de beheersing van de zorguitgaven tot dusverre minder effectief is gebleven, maar ook dat zij verwacht dat pakketbeheer in de toe- komst fors bijdraagt aan de realisatie van besparingen. Wij zien hierin een reden temeer voor de minister om de informatievoorziening over pakketbe- heer in het Financieel Beeld Zorg te verbeteren. Daarin moet niet alleen een beeld worden gegeven van de beleidsmatige lessen, maar moeten ook de financiële effecten van de pak- ketmaatregelen worden gerappor- teerd.
VWS - Geen actie2
Aanbeveling uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer
Toezegging van bewindspersoon Nawoord van Algemene Rekenkamer
Stand van zaken op aanbeveling
Aan de minister van VWS Verwerk de verwachte en de gereali- seerde financiële gevolgen van de standpunten in het Financieel Beeld Zorg. Deel de beleidsmatige lessen met de Tweede Kamer.
De minister doet geen toezegging.
De minister zegt dat de standpunten van het Zorginstituut geen beleidsma- tige keuzes zijn en daarom niet als beleidsmaatregelen kunnen worden opgevoerd in de begroting.
Budgettaire effecten laten zich moei- lijk ramen, maar komen tot uiting in de actualisering van de zorguitgaven.
Wij constateren dat de minister van VWS onderschrijft dat pakketbeheer als instrument voor de beheersing van de zorguitgaven tot dusverre minder effectief is gebleven, maar ook dat zij verwacht dat pakketbeheer in de toe- komst fors bijdraagt aan de realisatie van besparingen. Wij zien hierin een reden temeer voor de minister om de informatievoorziening over pakketbe- heer in het Financieel Beeld Zorg te verbeteren. Daarin moet niet alleen een beeld worden gegeven van de beleidsmatige lessen, maar moeten ook de consequenties van de stand- punten van het Zorginstituut worden gerapporteerd. Het Zorginstituut schrijft dat zij de financiële gevolgen van standpunten sinds 2014 in beeld brengt en dit in de toekomst systema- tischer zal doen. Wij raden de minister aan het Zorginstituut duidelijk te maken hoe zij deze financiële gevolgen in het Financieel Beeld Zorg wil ver- werken.
VWS - Geen actie3
Aan de minister van VWS Geef aan of de verantwoordelijkheid en de bevoegdheid voor de standpun- ten bij de minister of het Zorginstituut ligt.
De minister doet geen toezegging.
De minister zegt dat de verantwoorde- lijkheid en de bevoegdheid voor het uitbrengen van standpunten berust bij het Zorginstituut en niet bij de minis- ter van VWS.
Wij vinden het helder dat de verant- woordelijkheid en bevoegdheid voor de totstandkoming van standpunten geheel bij het Zorginstituut berust.
Wij menen dat dan nog wel de vraag beantwoord moet worden in hoeverre het Zorginstituut rechtstreeks op de totstandkoming van standpunten kan worden aangesproken door bijvoor- beeld verzekerden of patiëntenvereni- gingen.
VWS - Actie is afgerond4
Aan de minister van VWS Zie toe op de terugdringing van de belemmeringen voor de naleving van de standpunten.
De minister geeft aan dat het Zorginstituut steeds meer oog heeft voor de toepasbaarheid van de stand- punten in de praktijk. De minister denkt dat dit de sleutel is voor een betere naleving.
VWS - Actie is afgerond5
Aanbeveling uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer
Toezegging van bewindspersoon Nawoord van Algemene Rekenkamer
Stand van zaken op aanbeveling
Aan de minister van VWS Geef een visie op de implementatie van de verbetervoorstellen van het programma Zinnige Zorg.
De minister doet geen toezegging.
De minister zegt dat de medewerking van de betrokken beroepsgroep essen- tieel is voor het uitvoeren van de ver- beteragenda.
Omdat het programma Zinnige Zorg goede aanknopingspunten biedt voor effectiever pakketbeheer op de lange- re termijn, verdient de aanpak van het programma een grondige evaluatie.
Mede op basis daarvan kunnen de minister en het Zorginstituut de ont- wikkeling van het pakketbeheer verder vormgeven en het parlement hierover adequaat informeren.
VWS - Actie is afgerond6
1 Het programma Zinnige Zorg bevat in de werkwijze diverse stappen (de zogenaamde kwaliteits- en verbetercirkel), waarvan de laatste de monitoringsfase is. In deze fase wordt jaarlijks gerapporteerd over de voortgang van de uitvoering van de verbeteracties. Daarnaast faciliteert het Zorginstituut de vormgeving van landelijke afspraken rondom de organisatie van zorg en schrijft het Zorginstituut na drie jaar een evaluatierapport. Deze werkwijze is recentelijk nog beschreven in de Kamerbrief ‘Zinnige Zorg naar de praktijk’ van 30 maart 2017 (Kamerstuk 29689 nr. 813). Reguliere standpunten worden in diverse gevallen ook gemonitord. Voorbeelden zijn monitoring om de kostenontwikkeling te volgen, om de naleving van bepaalde voorwaarden te volgen of om - indien een interventie (nog) niet effectief is gebleken, nieuwe wetenschappelijke publicaties te volgen t.b.v. een mogelijke herbeoordeling in de toekomst.
2 De bewindspersoon heeft geen toezegging gedaan.
3 De bewindspersoon heeft geen toezegging gedaan.
4 De minister heeft in de reactie op het rapport aan de Tweede Kamer dd. 15 juni 2015 antwoord gegeven op de vraag van de Algemene Rekenkamer.
5 Tot 2015 werd in standpunten aandacht gegeven aan de gevolgen van het standpunt voor de budgetimpact en de aanspraakcodes. Het Zorginstituut is vanaf 2015 uitgebreider aan- dacht gaan besteden aan de toepasbaarheid van standpunten in de praktijk. Zo wordt sindsdien in standpunten (indien alle informatie voorhanden is) uitleg gegeven of en waarom een standpunt wel of niet wordt gevolgd, hoe de overgangssituatie kan worden vormgegeven, welke aanpassingen nodig zijn in de polisvoorwaarden, hoe de patiëntenvoorlichting kan wor- den aangepast, welke kwaliteitseisen het standpunt vereist voor de uitvoerende organisaties en welke nadere onderzoeksactiviteiten nodig zijn.
6 De minister heeft op 30 maart 2017 de brief van het Zorginstituut “Zinnige Zorg naar de praktijk” naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin geeft het Zorginstituut aan dat er steeds meer onderwerpen van Zinnnige Zorg in de implementatiefase komen. Om de zorg in de spreekkamer daar ook daadwerkelijk op te laten aansluiten gaat het Zorginstituut zich samen met patiënten en aanbieders de komende tijd toenemend richten op het implementatieproces.
