Opvolging aanbevelingen (peilmoment augustus 2017)
Opgave Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Regionale verschillen in de langdurige zorg (9 juni 2015)
Aanbeveling uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer
Toezegging van bewindspersoon Nawoord van Algemene Rekenkamer
Stand van zaken op aanbeveling
Aan de minister van VWS Ga op zoek naar andere factoren dan de door ons onderzochte varia- belen voor aanvullende verklaringen voor de regionale verschillen in het zorggebruik. De minister wil struc- tureel A 500 miljoen besparen op de Wlz vanaf 2017, maar de door ons gevonden meest verklarende varia- belen voor regionale verschillen in zorggebruik (leeftijd, gezondheids- toestand en inkomen), bieden wei- nig mogelijkheden voor de minister om te sturen op doelmatiger zorg- gebruik.
De staatssecretaris is van mening dat onze conclusie dat de meest ver- klarende variabelen weinig mogelijk- heden bieden om te sturen op doelmatig zorggebruik weliswaar kan gelden voor de ontwikkeling van de zorgbehoeften, maar niet hoeft te gelden voor de zorgverlening en de organisatie daarvan. Hij geeft aan dat de doelstelling van de hervor- ming van de langdurige zorg is om een kanteling te bewerkstelligen zodat, afhankelijk van de resterende mogelijkheden van de cliënt, de inzet passend is: geen over- en geen onderbehandeling. Hij verwacht dat, ook in regio’s met een hoog zorgge- bruik (door een hoge leeftijd), de doelmatigheid kan worden verbe- terd. De staatssecretaris deelt onze mening dat nader onderzoek nodig is om ook zicht te krijgen op de niet objectieve factoren die van invloed zijn op het zorggebruik.
De staatssecretaris herkent onze conclusie dat de meest verklarende variabelen van zorggebruik weinig mogelijkheden bieden om te sturen op doelmatig zorggebruik. Wij begrijpen dat de staatssecretaris daaraan toevoegt dat er wel moge- lijkheden zijn om de zorgverlening zelf en de organisatie daarvan doel- matiger in te richten. Dat moge zo zijn, onze boodschap blijft dat de ingeboekte besparing van A 500 mil- joen onvoldoende onderbouwd is.
Wij zullen nader onderzoek met belangstelling volgen en zijn gaarne bereid onze expertise te delen.
VWS - Geen actie1
Aan de minister van VWS Zet het vervolgonderzoek naar regi- onale verschillen vooral in kwalita- tieve zin voort: vergelijk regio’s met elkaar en laat verantwoordelijke par- tijen in de regio’s met elkaar in gesprek gaan over onze (kwantita- tieve) resultaten. Met dit inzicht kan de minister vervolgens bepalen of en waar ze op moet sturen om even- tuele ongewenste regionale ver- schillen terug te dringen.
De staatssecretaris deelt onze mening dat nader onderzoek nodig is om ook zicht te krijgen op de niet objectieve factoren die van invloed zijn op het zorggebruik. Hij geeft aan dat onze kwalitatieve analyse op basis van gesprekken met de sector daarbij behulpzaam kan zijn.
Wij zullen nader onderzoek met belangstelling volgen en zijn gaarne bereid onze expertise te delen.
VWS - Geen actie2
Aanbeveling uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer
Toezegging van bewindspersoon Nawoord van Algemene Rekenkamer
Stand van zaken op aanbeveling
Aan de minister van VWS Als de minister de structurele besparing van A 500 miljoen op de Wlz vanaf 2017 wil realiseren met het terugdringen van de regionale verschillen in het zorggebruik, doe dan eerst aanvullend (kwalitatief) onderzoek of oorzaken van de niet-verklaarde verschillen wel door beleid beïnvloedbaar zijn. Met dit inzicht kan de minister vervolgens bepalen of en waar ze op moet stu- ren om eventuele ongewenste regi- onale verschillen terug te dringen.
De staatssecretaris merkt op dat de taakstelling van A 500 miljoen betrekking heeft op de Wlz. In ons rapport wordt er ook ingegaan op de andere domeinen (Wmo en Zvw) waarin geen relatie met voor- ziene taakstellingen is en ook de invloed van regionale verschillen anders is dan in de Wlz. De staatsse- cretaris geeft aan dat er in het rap- port niet aangesloten is op de verdeling van de langdurige zorg over domeinen die vanaf 2015 van kracht zijn geworden, waardoor het niet goed mogelijk is om de analyse te vertalen naar de beleidslijnen die binnen de verschillende domeinen ontwikkeld gaan worden. De staats- secretaris deelt onze mening dat nader onderzoek nodig is om ook zicht te krijgen op de niet objectieve factoren die van invloed zijn op het zorggebruik. Hij geeft aan dat onze kwalitatieve analyse op basis van gesprekken met de sector daarbij behulpzaam kan zijn.
De door ons gehanteerde indeling voor de analyses is voortgekomen uit de beschikbaarheid en kwaliteit van data. Uiteraard hebben deze data hun beperkingen. Het belang van de beschikbaarheid van actuele kwalitatief goede (open) data wordt hiermee, naar onze mening, onder- streept. Desondanks zijn wij van mening dat onze bevindingen voor zorg met verblijf vooral relevant blij- ven voor de Wlz en onze bevindin- gen over zorg zonder verblijf vooral relevant kunnen zijn voor de wijk- verpleging in de Zvw. Wij zullen nader onderzoek met belangstelling volgen en zijn gaarne bereid onze expertise te delen.
VWS - Geen actie3
Aan de minister van VWS Bezie in hoeverre de wijze van bekostiging van de Wlz een rol kan spelen bij het terugdringen van de regionale verschillen. Overweeg hierbij om in de (nabije) toekomst bij de bekostiging het (op basis van objectieve variabelen berekende) verwachte zorggebruik als uitgangs- punt te nemen waarbij Wlz- uitvoerders voor extra budget een inhoudelijke motivering moeten geven.
De minister doet geen toezegging op deze aanbeveling.
VWS - Geen actie4
Aan de minister van VWS Betrek het vraagstuk van de wense- lijkheid van de regionale verschillen bij de evaluatie van de hervorming langdurige zorg.
De staatssecretaris deelt onze con- clusie dat regionale verschillen ook van belang zijn na de hervorming van de langdurige zorg. De staatsse- cretaris bevestigt onze aanbeveling dat dit onderwerp ook een rol kan spelen bij de evaluatie van de her- vorming van de langdurige zorg.
VWS - Actie is gepland op basis van besluit5
Aanbeveling uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer
Toezegging van bewindspersoon Nawoord van Algemene Rekenkamer
Stand van zaken op aanbeveling
Aan de minister van VWS Wees ervan verzekerd dat de uitge- werkte standaarden van het Zorginstituut zorgen voor een gemeenschappelijke taal in de zorg- keten, een goede en volledige vast- legging en een goede aansluiting tussen de gegevens die elke partij verzamelt.
De minister doet geen toezegging op deze aanbeveling.
VWS - Geen actie6
Aan de minister van VWS Ontsluit de verbeterde data als open data en bij voorkeur ook op de kaart via data.overheid.nl. Houd daarbij rekening met de privacyregelgeving.
De minister doet geen toezegging op deze aanbeveling.
De door ons gehanteerde indeling voor de analyses is voortgekomen uit de beschikbaarheid en kwaliteit van data. Uiteraard hebben deze data hun beperkingen. Het belang van de beschikbaarheid van actuele kwalitatief goede (open) data wordt hiermee, naar onze mening, onder- streept.
VWS - Geen actie7
1 De bewindspersoon heeft geen toezegging gedaan .Daarbij is de ombuiging van 500 mln. ingetrokken.
2 De bewindspersoon heeft geen toezegging gedaan.
3 De bewindspersoon heeft geen toezegging gedaan. Daarbij is de ombuiging van 500 mln ingetrokken
4 De bewindspersoon heeft geen toezegging gedaan. Ter info de NZa doet momenteel aanvullend onderzoek naar de bekostiging van de wlz. Resultaten worden begin 2018 verwacht.
5 Er is een plan van aanpak gemaakt voor de evaluatie van de hervorming van de langdurige zorg. Het SCP zal een belangrijke rol spelen bij de uitvoering van de evaluatie. Regionale ver- schillen kunnen hierbij een rol spelen.
6 De bewindspersoon heeft geen toezegging gedaan.
7 De bewindspersoon heeft geen toezegging gedaan. Ter info kan worden gemeld dat het zorginstituut het gegevensverkeer in de wlz coördineert. Open data is daarbij een van de uit- gangspunten.
