• No results found

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet."

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nummer 4295 / 37

Betreft zaak: 4295/ Stichting Icare - Sensire - Thuiszorg Groningen

I. MELDING

1. Op 3 november 2004 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Stichting Icare, Stichting Sensire en Stichting Thuiszorg Groningen voornemens zijn te fuseren, in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 215 van 8 november 2004. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen.

II. PARTIJEN

2. Stichting Icare (hierna: Icare) is een stichting naar Nederlands recht. Icare verleent diensten op het gebied van thuiszorg in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ), intramurale AWBZ-zorg, kraamzorg, jeugdgezondheidszorg, alsmede een aantal aanpalende activiteiten.

3. Stichting Sensire (hierna: Sensire) is een stichting naar Nederlands recht. Sensire verleent diensten op het gebied van thuiszorg in het kader van de AWBZ, intramurale AWBZ-zorg, kraamzorg, jeugdgezondheidszorg, alsmede een aantal aanpalende activiteiten.

4. Stichting Thuiszorg Groningen (hierna: TZG) is een stichting naar Nederlands recht. TZG verleent diensten op het gebied van thuiszorg in het kader van de AWBZ, jeugdgezondheidszorg, alsmede een aantal aanpalende activiteiten.

III. DE GEMELDE OPERATIE EN HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

(2)

Een vierde stichting, Vitras, die onder gezamenlijke zeggenschap staat van Sensire en Icare, zal tevens als werkmaatschappij actief blijven in haar verzorgingsgebied. Het bestuur van Compane zal op permanente basis zeggenschap verkrijgen over het beleid en de activiteiten van de oprichtende stichtingen. De oprichtende stichtingen krijgen geen vetorechten met betrekking tot beslissingen over het strategische en commerciële beleid van Compane. Feitelijk leidt de operatie tot het samengaan van de oprichtende stichtingen in een gemeenschappelijke economische eenheid.

6. Nadat de betrokken partijen door de NMa op de hoogte waren gesteld van een mogelijk mededingingsprobleem op het gebied van thuiszorg als gevolg van de samenvoeging van de activiteiten van Icare en TZG, hebben partijen op 22 december 2004 een wijziging van de melding ingediend. Deze wijziging houdt in dat Icare buiten de voorgenomen bestuurlijke fusie zal blijven. Om tot de bestuurlijke fusie tussen Sensire en TZG te komen zal een nieuwe stichting (hierna: de Stichting) met een nieuwe naam worden opgericht. Sensire en TZG zullen blijven bestaan als geografische groepsmaatschappijen en zullen geen vetorechten verkrijgen ten aanzien van

strategische commerciële beslissingen van de Stichting. Icare zal op geen enkele wijze zeggenschap of anderszins invloed verkrijgen in de Stichting.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet, aangezien sprake is van een zodanige samenvoeging van activiteiten van voorheen onafhankelijke ondernemingen dat één economische eenheid ontstaat. De oorspronkelijk gemelde transactie, zoals beschreven onder punt 5, zou ertoe hebben geleid dat drie voorheen van elkaar onafhankelijke ondernemingen fuseren. Als gevolg van de in punt 6 genoemde wijziging van de melding blijft een concentratie in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet bestaan. De gewijzigde transactie leidt er echter toe dat slechts twee voorheen van elkaar onafhankelijke ondernemingen fuseren.

8. Betrokken ondernemingen bij de oorspronkelijk gemelde transactie zijn Icare, Sensire en TZG. De in punt 6 beschreven wijziging leidt ertoe dat alleen Sensire en TZG betrokken

ondernemingen zijn.

9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie, zowel voor als na de ingediende wijziging, binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING

(3)

jeugdgezondheidszorg (alle partijen), kraamzorg (Icare en Sensire), maatschappelijk werk (Icare en Sensire) en een aantal overige diensten.

11. In het navolgende zal eerst de oorspronkelijk gemelde operatie worden beoordeeld op de mededingingseffecten op het gebied van extramurale AWBZ-zorg. Uit deze analyse volgt dat de d-g NMa reden heeft om aan te nemen dat er als gevolg van de concentratie op grond van de

oorspronkelijk gemelde operatie een machtspositie kan ontstaan of worden versterkt (zie de punten 68 tot en met 73). Zoals reeds aangegeven in punt 6, hebben partijen, nadat zij hiervan op de hoogte waren gesteld, een wijziging van de melding ingediend. Vervolgens wordt de beoordeling gegeven van deze gewijzigde gemelde operatie.

12. Aangezien na de wijziging van de melding geen sprake meer is van overlap op het gebied van kraamzorg, maatschappelijk werk en intramurale AWBZ-zorg, zal in het navolgende niet nader op deze activiteiten worden ingegaan.

A. RELEVANTE MARKTEN

Rel evan t e pr o duct mar kt en

Extramurale AWBZ-zorg

13. Evenals in eerdere besluiten1 zal ook in onderhavige zaak worden uitgegaan van aparte markten voor intramurale AWBZ-zorg en extramurale AWBZ-zorg. Voor het onderhavige besluit is, zoals hiervoor al aangegeven, binnen de AWBZ-gefinancierde zorg, alleen de markt voor extramurale AWBZ-zorg van belang.

14. Evenals in recente besluiten2 zal de NMa de onderhavige concentratie beoordelen op mogelijke mededingingsbeperkende effecten op het gebied van extramurale zorg, aangezien concurrentie op dit gebied mogelijk is en er duidelijke aanwijzingen zijn dat concurrentie daadwerkelijk plaatsvindt.

15. Icare, Sensire en TZG zijn met name actief op het gebied van thuiszorg. Daarnaast is er sprake van overlap op een beperkt aantal overige activiteiten die vallen onder de definitie van extramurale zorgverlening.

1 Zie het besluit van 16 december 2004 in zaak 4120/ Verenigde Amstelhuizen – IJlanden, punt 12, het besluit van 15 november 2004 in zaak 4177/ Stichting Evean Zorg – De Weeren, punt 16 en het besluit van 31 december 2003 in zaak 3827/Icare – De Trans, punten 17 tot en met 19.

(4)

(i) Thuiszorg

16. Thuiszorg omvat de volgende in de AWBZ omschreven functies: verpleging thuis,

persoonlijke verzorging thuis, alsmede huishoudelijke verzorging thuis.3 Partijen hebben aangegeven dat de overgrote meerderheid van de thuiszorginstellingen in Nederland al deze drie functies aanbiedt.4 De drie genoemde functies kennen evenwel mogelijk enigszins afwijkende concurrentieverhoudingen. Er bestaan met name aanwijzingen dat toetreding tot de functie

huishoudelijke verzorging thuis makkelijker is dan toetreding tot de andere functies. Partijen wijzen er daarnaast op dat de huishoudelijke verzorging met de inwerkingtreding van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (hierna: WMO) uit de AWBZ zal verdwijnen. Als gevolg hiervan houden partijen rekening met een grootschalige toetreding van buiten de zorgwereld, zoals schoonmaakbedrijven en uitzendbureaus, die vanaf dat moment nog eenvoudiger de functie huishoudelijke verzorging kunnen aanbieden. Evenals in een recent besluit5 kan echter in onderhavige zaak in het midden worden gelaten of er sprake is van één markt voor AWBZ-thuiszorg, dan wel dat sprake is van meerdere markten voor thuiszorg, nader onderverdeeld naar functie, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 73, 77 en 79).

(ii) Overige diensten op het gebied van extramurale AWBZ-zorg

17. Icare, Sensire en TZG zijn in het kader van extramurale zorgverlening tevens actief op het gebied van uitleen van verpleegartikelen, advies, instructie en voorlichting (hierna: AIV) en voedingsvoorlichting en dieetadvisering.

18. Uitleen van verpleegartikelen betreft het “op indicatie gedurende een periode van maximaal 26 weken in bruikleen verstrekken aan cliënt/ mantelzorger van een uitleningartikel”.6 Aanbieders dienen een voorgeschreven pakket aan hulpmiddelen beschikbaar te hebben voor cliënten. Uitleen op basis van de AWBZ vindt slechts plaats op een tijdelijke basis; voor langdurig gebruik kan men via de Ziekenfondswet dan wel de particuliere ziektekostenverzekering de aanschaf of huur vergoed krijgen. Thuiszorgorganisaties of organisaties waaraan de uitleen is uitbesteed treden volgens partijen in de regel ook op als verkopers en verhuurders van hulpmiddelen die niet worden geleverd in het kader van de AWBZ. Daarnaast geven partijen aan dat het voor verhuurders en verkopers van hulpmiddelen relatief eenvoudig is om een AWBZ-erkenning te krijgen.

3 Zie beleidsregel II-624/III-803, Definities extramurale zorg, www.ctg-zaio.nl.

(5)

19. AIV is een vorm van kortdurende zorg, onder meer op het raakvlak van cure en care die wordt gekenmerkt door enkele consulten per cliënt. AIV wordt geleverd door wijkverpleegkundigen van thuiszorginstellingen.7

20. Voedingsvoorlichting en dieetadvisering hebben als doel gezondheidsproblemen te verminderen of op te heffen en/ of de cliënt beter te leren omgaan met de door hem ervaren klachten. De voedingsvoorlichting is preventief van aard, de dieetadvisering is met name curatief.

Voedingsvoorlichting en dieetadvisering wordt gegeven door een diëtist.8

21. Vergeleken met thuiszorg zijn de in de punten 18 tot en met 20 genoemde activiteiten beperkt in omvang.9 Voorts kan worden opgemerkt dat deze activiteiten alle sterk verbonden zijn met de activiteiten op thuiszorggebied. Voor elk van deze activiteiten geldt dat een groter aantal partijen actief is dan op het gebied van thuiszorg. In het geval van uitleen van verpleegartikelen betreft het met name niet-AWBZ-erkende instellingen die AWBZ-cliënten bedienen. Op het gebied van AIV betreft het bijvoorbeeld GGD’s, huisartsen en patiëntenverenigingen. In het geval van

voedingsvoorlichting en dieetadvies betreft het onder andere diëtisten en voorlichters in dienst van ziekenhuizen en particuliere aanbieders.

22. Gelet op de geringe omzetten van Icare, Sensire en TZG in vergelijking met de omzetten op het gebied van thuiszorg van deze partijen, de sterke verbondenheid met de thuiszorgactiviteiten en het feit dat er op elk van deze activiteiten meer concurrenten actief zijn dan op het gebied van thuiszorg, zal in het vervolg van dit besluit niet nader worden ingegaan op deze activiteiten.

Niet-AWBZ-gefinancierde zorg

(i) Jeugdgezondheidszorg

23. Jeugdgezondheidszorg (hierna: JGZ) betreft preventieve gezondheidsverlening aan kinderen en jeugdigen van 0 tot 19 jaar. De regie over de JGZ is per 1 januari 2003 overgedragen aan de lokale overheden. Gemeenten financieren op dit moment de volledige JGZ. Het Rijk heeft daartoe een gedeelte van het AWBZ-budget overgeheveld naar het gemeentefonds. De gemeenten krijgen voor het organiseren van de JGZ een doeluitkering die uitsluitend voor JGZ mag worden gebruikt.

7 Zie beleidsregel II-624/III-803, Definities extramurale zorg, www.ctg-zaio.nl. 8 Zie beleidsregel II-624/III-803, Definities extramurale zorg, www.ctg-zaio.nl.

9 Circa […]*% van de omzet van partijen op het gebied van extramurale zorgverlening kan worden toegerekend aan thuiszorgactiviteiten.

(6)

24. JGZ voor kinderen van 0 tot 4 jaar wordt op dit moment in de in onderhavige zaak onderzochte gebieden door de gemeenten uitbesteed aan de gevestigde thuiszorgaanbieder in die gemeente. JGZ voor jeugdigen van 4 tot 19 jaar wordt uitbesteed aan de GGD’s. Gemeenten wijzen hierbij de aanbieder aan. Hierdoor is op dit moment geen sprake van enige vorm van aanbesteding. Het is niet de verwachting dat deze situatie de komende jaren gaat veranderen. Op dit moment is er derhalve feitelijk geen concurrentie mogelijk op het gebied van de JGZ. Aangezien er geen

concurrentie mogelijk is, zal in het vervolg van dit besluit niet nader op deze activiteit worden ingegaan.

(ii) Overige diensten

25. Er is tevens sprake van overlap op het gebied van diverse diensten zoals ergotherapie, bemiddeling van diensten aan huis, gezondheidscursussen en personenalarmering. Aangezien de gezamenlijke omzet van Icare, Sensire en TZG op deze gebieden zeer beperkt is, zal in het vervolg van dit besluit niet nader op deze activiteiten worden ingegaan.

Rel evan t e geo gr af i sch e mar kt en

26. In een eerder besluit op het gebied van AWBZ-zorg, Icare – De Trans,10 werd de afbakening van de relevante geografische markt in het midden gelaten, waarbij werd opgemerkt dat de vraag naar AWBZ-zorg in beginsel een regionaal karakter heeft. In een tweetal recente besluiten11 van de NMa op het gebied van extramurale AWBZ-zorg, is uitgegaan van regionale geografische markten die

samenvielen met de zorgkantoorregio’s.12

27. In het kader van onderhavige zaak heeft de NMa nader onderzoek verricht naar de geografische markt. Kenmerk van de thuiszorg is dat deze vorm van zorg bij cliënten thuis wordt geleverd. Een zorgvrager is daarmee aangewezen op de thuiszorginstellingen die daadwerkelijk actief zijn in de gemeente waarin deze zorgvrager woonachtig is. Vanuit het perspectief van de cliënt geredeneerd zijn de markten derhalve lokaal. Grote gevestigde thuiszorgaanbieders zijn doorgaans actief in zogenaamde werkgebieden. Dit zijn aaneensluitende gebieden van gemeenten waarin zij thuiszorg aanbieden, waarbij deze werkgebieden niet of nauwelijks overlap vertonen met die van andere grote gevestigde spelers. Voor de mededingingsrechtelijke beoordeling is het in een dergelijk geval om het even of wordt uitgegaan van een lokale markt of dat wordt uitgegaan van werkgebieden.

10 Zie het besluit van 31 december 2003 in zaak 3827/ Icare – De Trans, reeds aangehaald, punten 23 tot en met 25.

11Zie het besluit in zaak 4120/ Verenigde Amstelhuizen – IJlanden, reeds aangehaald, punt 33 en het besluit in zaak

4177/ Stichting Evean Zorg – De Weeren, reeds aangehaald, punt 30.

(7)

28. De werkgebieden van de grote gevestigde thuiszorgaanbieders vallen soms samen met zorgkantoorregio’s en beslaan soms een gedeelte van een zorgkantoorregio.13 Met uitzondering van een aantal kleine nichespelers (zoals bijvoorbeeld Stichting Samenzorg), dat in beperkte mate zorg in werkgebieden van grote gevestigde regionale spelers aanbiedt, is niet of nauwelijks sprake van overlap op het niveau van werkgebieden in onderzochte zorgkantoorregio’s.14

29. Een belangrijke instantie in het aanbod van de thuiszorg is het zorgkantoor. Het zorgkantoor heeft als taak zorg voor iedere cliënt te garanderen in de regio waarvoor het zorgkantoor

verantwoordelijkheid draagt (de zorgkantoorregio). Het zorgkantoor maakt hiertoe afspraken met thuiszorgaanbieders.

30. Uit het marktonderzoek in het kader van deze zaak is voorts gebleken dat er drempels bestaan voor een speler om vanuit het werkgebied actief te worden in het werkgebied van een andere speler. De drempels om actief te worden in een andere zorgkantoorregio zijn hiermee in vergelijking nog hoger (zie ook de punten 48 tot en met 54). Vanuit het perspectief van de aanbodzijde van de markt bestaat hiermee in geen geval reden om uit te gaan van ruimere markten dan de

zorgkantoorregio.

Opvatting partijen

31. Partijen betogen in onderhavige zaak dat de markt voor thuiszorg nationaal van omvang is. Zij ondersteunen hun betoog met een rapport van onderzoeksbureau Oxera15 (hierna: het rapport) dat in opdracht van partijen ten behoeve van onderhavige zaak is gemaakt. In het Oxera-rapport wordt betoogd dat op basis van een analyse van de mogelijkheden tot vraag- en

aanbodsubstitutie de markt nationaal van omvang is.

Vraagsubstitutie

32. In het Oxera-rapport wordt vraagsubstitutie ingevuld aan de hand van het principe van ketensubstitutie. Aangezien er sprake is van overlap tussen de verschillende werkgebieden, leidt deze analyse in de ogen van partijen tot een ruim afgebakende geografische markt, die vrijwel geheel Nederland bestrijkt.

13 Door fusies in het verleden kan het voorkomen dat thuiszorgaanbieders werkgebieden hebben in meerdere zorgkantoorregio’s. Zo is Icare in 1996 ontstaan door de samenwerking tussen Thuiszorg Flevoland, Thuiszorg Drenthe, Thuiszorg IJssel-Zwartewater en Thuiszorg Veluwe. (bron: www.zorgenwerk.nl)

14 Zie hiervoor de punten 57 tot en met 66.

(8)

33. De d-g NMa is van mening dat deze redenering niet kan worden gevolgd. Uit het door Oxera aangehaalde besluit Schuitema - A&P16 komt naar voren dat een keteneffect aannemelijk is als werkgebieden overlappen, waardoor de concurrentieomstandigheden in een groter gebied homogeen zijn. Het bestaan van een keteneffect hangt derhalve in grote mate af van de daadwerkelijke overlap van werkgebieden.

34. Uit het marktonderzoek van de NMa in onderhavige zaak blijkt dat de daadwerkelijke overlap thans beperkt van omvang is. De analyse van partijen legt een groot gewicht op de kleine,

bovenregionaal opererende spelers terwijl in de hier van belang zijnde gebieden grotere regionale spelers niet of nauwelijks overlap vertonen in hun werkgebieden. Kleine, bovenregionale spelers geven aan nauwelijks zorg te leveren in sommige gedeelten van hun werkgebieden. Bovendien richten sommige kleine spelers zich op een specifieke doelgroep, bijvoorbeeld cliënten met een bepaalde religieuze achtergrond. Deze marktpartijen geven desgevraagd aan geen plannen te hebben zorg te leveren in gebieden waar geen cliënten met een dergelijke achtergrond wonen.

35. Daarnaast blijkt uit het marktonderzoek dat op het gebied van thuiszorg in Nederland niet gesproken kan worden van homogene concurrentieomstandigheden, aangezien de

concurrentieverhoudingen in deze regio’s in sommige gevallen sterk van elkaar afwijken. Zo kennen de regio’s Drenthe en Groningen één zeer grote thuiszorgaanbieder, terwijl in bijvoorbeeld Friesland drie spelers van vergelijkbare omvang actief zijn.17

Aanbodsubstitutie

36. In het Oxera-rapport worden drie vormen van aanbodsubstitutie genoemd. Ten eerste kunnen thuiszorginstellingen hun werkgebieden uitbreiden naar aanliggende regio’s door gebruik te maken van huidig personeel. Daarnaast kan ook nieuw personeel worden aangetrokken om zorg te gaan leveren in aanliggende en niet-aanliggende regio’s. Ten slotte kunnen thuiszorginstellingen die al actief zijn in bepaalde regio’s, maar niet beschikken over een AWBZ-toelating, deze toelating aanvragen.

37. In het Oxera-rapport wordt ten aanzien van de eerste en tweede vorm van aanbodsubstitutie aangegeven dat voor overlap van werkgebieden niet zozeer dient te worden gekeken naar de huidige maar naar potentiële werkgebieden. Deze worden volgens het Oxera-rapport bepaald door de bereidheid van thuiszorginstellingen om hun werknemers te laten reizen naar klanten buiten het

16 Zie het besluit van 24 juli 2000 in zaak 1710/ Schuitema – A&P , punt 77.

(9)

bestaande verzorgingsgebied.18 In punt 30 van onderhavig besluit is reeds aangegeven dat uit het marktonderzoek is gebleken dat er een aantal drempels bestaat voor thuiszorgaanbieders om actief te worden buiten het eigen werkgebied. Hierdoor is aanbodsubstitutie onaannemelijk. In het kader van de bespreking van de beoordeling van de potentiële concurrentie (punten 42 tot en met 81) wordt nader ingegaan op de mogelijkheden voor toetreding in andere werkgebieden. Ten aanzien van het derde door Oxera genoemde punt kan worden opgemerkt dat het marktonderzoek geen concrete aanwijzingen heeft opgeleverd dat er (potentiële) concurrentiekracht uitgaat van aanbieders zonder AWBZ-toelating zodat deze in het navolgende buiten beschouwing blijven.

Conclusie

38. Vanwege de in het marktonderzoek in onderhavige zaak vastgestelde drempels voor aanbieders van thuiszorg om thuiszorg te leveren in gebieden buiten het eigen werkgebied en het ontbreken van duidelijke aanwijzingen voor het bestaan van keteneffecten gaat de d-g NMa in onderhavige zaak uit van geografische markten die ten minste het werkgebied van gevestigde regionale thuiszorgaanbieders omvatten, maar niet groter zijn dan de zorgkantoorregio.

B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE

B.1. OORSPRONKELIJK GEMELDE OPERATIE

HORIZONTALE OVERLAP

39. TZG ontplooit vrijwel al haar thuiszorgactiviteiten in de zorgkantoorregio Groningen. Icare biedt op relatief grote schaal thuiszorg aan in de zorgkantoorregio’s Drenthe, Zwolle en Flevoland. Op beperktere schaal biedt Icare thuiszorg aan in de zorgkantoorregio’s Arnhem en Groningen. Sensire biedt op relatief grote schaal thuiszorg aan in de zorgkantoorregio’s Arnhem en Apeldoorn-Zutphen e.o. en is op beperktere schaal actief in de zorgkantoorregio Midden-IJssel.

40. Uit de beschrijving van de activiteiten van partijen blijkt dat alleen in de zorgkantoorregio’s Arnhem en Groningen sprake is van overlap tussen de activiteiten van partijen. De activiteiten van Icare in Groningen betreffen echter alleen de gemeente Haren. In deze gemeente is TZG niet actief. In de zorgkantoorregio Arnhem is Icare beperkt actief, te weten in het gebied Zuid-Veluwe (gemeenten Barneveld en Ede). Sensire biedt thuiszorg aan in het gebied Oost-Gelderland.

Tussenconclusie

(10)

41. Op het niveau van zorgkantoorregio’s bestaat een geringe overlap tussen TZG en Icare en tussen Icare en Sensire. Op het niveau van werkgebieden is er geen sprake van overlap. Partijen zijn derhalve niet of nauwelijks op elkaars markten actief. Echter, onder hieronder aangegeven

voorwaarden kan door een concentratie tevens de potentiële concurrentie worden beïnvloed. In onderhavige zaak is, net als in eerdere zaken,19 op het gebied van AWBZ-zorg nader onderzoek gedaan naar de gevolgen van het wegvallen van potentiële concurrentie als gevolg van de voorgenomen concentratie.

POTENTIËLE CONCURRENTIE

42. In het navolgende zullen eerst de richtsnoeren van de Europese Commissie aan de orde komen (punten 43 tot en met 47). In deze richtsnoeren komen twee basisvoorwaarden naar voren. Deze basisvoorwaarden worden vervolgens uitgewerkt voor de beoordeling in onderhavige zaak op het gebied van extramurale AWBZ-zorg (punten 48 tot en met 55). Hierna volgt een empirische beschrijving van mogelijke betekenisvolle potentiële concurrenten in relevante zorgkantoorregio’s (punten 56 tot en met 66), waarna de daadwerkelijke beoordeling van de voorgenomen concentratie in het licht van de potentiële concurrentie volgt (punten 67 tot en met 79). Tot slot volgt dan de beoordeling van de gewijzigde melding (punten 80 en 81).

(i) Richtsnoeren Europese Commissie

43. De Europese Commissie gaat in recent gepubliceerde richtsnoeren20 in op potentiële concurrentie. Uit deze richtsnoeren komt naar voren dat een fusie met een potentiële concurrent horizontale mededingingsbeperkende effecten kan hebben, met of zonder coördinatie van gedragingen, indien de potentiële concurrent de gedragingen van de op de markt actieve

onderneming in aanzienlijke mate intoomt. Dit is het geval wanneer de potentiële concurrent activa bezit die gemakkelijk kunnen worden gebruikt om de markt te betreden zonder daarvoor grote verzonken kosten te moeten maken. Concurrentiebeperkende effecten kunnen zich eveneens voordoen wanneer de kans groot is dat de fusiepartner de markt binnen een betrekkelijk korte periode zal betreden en dat die onderneming daarna de gedragingen van de op de markt reeds actieve ondernemingen zou intomen.

44. De Commissie geeft verder aan dat, wil een fusie met een potentiële concurrent belangrijke concurrentiebeperkende effecten hebben, voldaan moet zijn aan twee basisvoorwaarden. Ten eerste moet de potentiële concurrent reeds een sterke beperkende invloed uitoefenen of moet het erg waarschijnlijk zijn dat hij zou uitgroeien tot een daadwerkelijke concurrentiekracht. Ten tweede mag er

19 Zie het besluit in zaak 4177/ Stichting Evean Zorg – De Weeren, reeds aangehaald, punten 34 tot en met 41, en het besluit van 1 september 2004 in zaak 3865/Rijngeest – Robert Fleury, punten 56 tot en met 59.

(11)

geen voldoende aantal andere potentiële concurrenten zijn die voldoende concurrentiedruk kunnen handhaven.

45. In het kader van de beoordeling van onderhavige zaak heeft de NMa haar onderzoek naar potentiële concurrentie ingericht aan de hand van de hierboven aangegeven lijn. In onderhavige zaak, waarin oorspronkelijk drie partijen het voornemen hadden te fuseren, kon in beginsel op drie wijzen de potentiële mededinging beperkt worden. Zo kon de mededinging worden beperkt door het samengaan van TZG en Icare, van Icare en Sensire en van TZG en Sensire. Elk van deze situaties is beoordeeld op mededingingsbeperkende effecten.

46. Onderzocht is of voldaan is aan de hierboven in punt 44 genoemde basisvoorwaarden. Daartoe is voor elk van de hierboven beschreven situaties vastgesteld of partijen reeds nu potentiële concurrentiedruk uitoefenen op elkaar of in de toekomst zullen kunnen uitgroeien tot betekenisvolle potentiële concurrenten. Daarnaast is onderzocht of er naast partijen andere marktpartijen zijn die eveneens betekenisvolle potentiële concurrentiedruk kunnen uitoefenen.

47. Een belangrijk deel van het hierboven beschreven onderzoek heeft zich gericht op de vraag in hoeverre toetreding tot een werkgebied of zorgkantoorregio aannemelijk is. Naast een analyse van feitelijkheden als de afstand tot een bepaald werkgebied of bepaalde zorgkantoorregio en de grootte van de speler zijn als bron voor dit onderzoek gegevens van partijen, en indicaties uit interviews met marktpartijen en zorgkantoren gebruikt.

(ii) Toetreding en aangrenzendheid

48. Uit het marktonderzoek in onderhavige zaak is gebleken dat toetreding tot een ander gebied niet eenvoudig is. Om betekenisvol te concurreren is een bepaalde omvang van de activiteiten in de regio noodzakelijk vanwege bedrijfseconomische redenen. Het is aannemelijk dat deze

toetredingsdrempel hoger is in grote, relatief dunbevolkte regio's als Groningen, Drenthe, Flevoland en de Veluwe, dan in kleine, dichtbevolkte regio's als bijvoorbeeld Amsterdam. Dit omdat een zorgaanbieder doorgaans slechts de daadwerkelijk geleverde zorg krijgt vergoed en niet de eventuele reistijd.

49. Het zorgkantoor heeft de verantwoordelijkheid voor alle AWBZ-cliënten binnen de zorgkantoorregio. Indien in de regio een dominante speler aanwezig is betekent dit dat het

(12)

50. Voor een aanbieder uit een andere regio is het aanbieden van thuiszorg buiten de eigen regio niet eenvoudig. Om zorg te kunnen leveren in de hele regio dienen investeringen gedaan te worden. Naast het opzetten van een organisatie (inclusief een systeem waarin 24-uurs bereikbaarheid kan worden gegarandeerd), moeten contacten worden gelegd met doorverwijzende instanties, bijvoorbeeld huisartsen, Regionale Indicatieorganen en ziekenhuizen. Een grote, gevestigde speler beschikt van oudsher door de hele regio over dergelijke contacten. Vanwege de hierboven genoemde belemmeringen is het niet aannemelijk dat kleine aanbieders binnen afzienbare termijn hun

activiteiten in de onderzochte zorgkantoorregio’s substantieel zouden kunnen uitbreiden. Marktonderzoek onder een aantal kleine spelers heeft dit beeld bevestigd.

51. Om AWBZ-gefinancierde thuiszorg aan te kunnen bieden heeft elke aanbieder van thuiszorg een toelating nodig. De toelating moet worden verkregen in de regio waarin de aanbieder zijn

statutaire vestiging heeft. Hoewel met deze toelating ook in andere regio’s thuiszorg mag worden aangeboden, leidt de huidige financieringssystematiek van de AWBZ tot een drempel om dat daadwerkelijk te doen. Vanaf dit jaar is namelijk het totale AWBZ-budget gemaximeerd, hetgeen voor elke zorgkantoorregio tot gevolg heeft dat het desbetreffende zorgkantoor een min of meer vast budget ter beschikking heeft. Indien een zorginstelling buiten de regio van statutaire vestiging zorg verleent komt dit ten laste van het beschikbare budget van het zorgkantoor dat verantwoordelijk is voor de thuiszorg in de regio van statutaire vestiging. Een zorgkantoor heeft derhalve reden om het aanbieden van thuiszorg door een thuiszorgaanbieder buiten de regio van statutaire vestiging te ontmoedigen.

52. Gezien deze risico's is het waarschijnlijker dat een speler vanuit een aangrenzende regio, met een stevige basis in die regio zijn activiteiten 'uitrolt' dan dat aanbieders in een niet-aangrenzende regio zorg gaan leveren. Het is aannemelijk en desgevraagd ook bevestigd door marktpartijen dat ook het leggen van de hierboven genoemde contacten makkelijker gaat vanuit een aangrenzende regio dan vanuit een verder weggelegen regio. 21 Zo was voor het Academisch Ziekenhuis Groningen Icare de meest aangewezen kandidaat om afspraken mee te maken in het kader van de ketenzorg in Groningen nadat […] (zie verder punt 71).

53. Daarnaast is ook de grootte van de thuiszorginstellingen van belang, zoals bijvoorbeeld wordt aangeven (mede door vertegenwoordigers van partijen) in een recent gepubliceerd artikel.22 Ook marktpartijen en zorgkantoren geven aan dat een bepaalde grootte is vereist om betekenisvol te kunnen concurreren met grote aanbieders als Icare, Sensire en Thuiszorg Groningen. Het is

bedrijfseconomisch niet aantrekkelijk in geografisch grote en relatief dunbevolkte gebieden, zoals

21 In het Oxera-rapport wordt in het kader van de aanbodsubstitutie (zie ook de punten 36 en 37) voorts aangegeven dat met bestaand personeel uitbreiding mogelijk is naar aanliggende regio’s terwijl voor verder weggelegen regio’s nieuw personeel noodzakelijk is.

(13)

Drenthe, Friesland en Groningen, een beperkt aantal verspreide adressen te hebben, aangezien hierdoor de kosten per cliënt hoog zijn in vergelijking met de kosten van een reeds aanwezige grote speler. De toetreding van aanbieders van thuiszorg met een statutaire vestiging buiten de betreffende zorgkantoorregio die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden betrof dan ook voornamelijk kleinere spelers, die zich concentreerden op een beperkt deel van de mogelijke klanten. Zo richt de

bovenregionaal opererende thuiszorgaanbieder RST zich op cliënten van reformatorische huize.23

54. Binnen diverse zorgkantoorregio’s (zoals Twente, Utrecht en Friesland) wordt de AWBZ-zorg aangeboden door meerdere partijen, die zich concentreren op een gedeelte van de regio, waarbij er nauwelijks sprake is van overlap tussen de werkgebieden van deze partijen. Uitbreiding van de activiteiten op het gebied van thuiszorg is voor spelers van substantiële omvang die reeds beschikken over een werkgebied binnen een zorgkantoorregio in vergelijking met toetreding tot een andere zorgkantoorregio, gemakkelijker. Spelers die een werkgebied hebben binnen de regio, beschikken reeds over de noodzakelijke regionale contacten (zie ook punt 50). Zorgkantoren geven aan dat het bestaan van meerdere thuiszorgaanbieders van enige omvang de mogelijkheid biedt enige

verschuivingen in het zorgaanbod te bewerkstelligen, hetgeen met spelers van buiten de regio minder makkelijk het geval is.

55. Uit het voorgaande blijkt dat in onderzochte thuiszorgregio’s toetreding op betekenisvolle schaal tot een andere zorgkantoorregio op het gebied van thuiszorg wordt bemoeilijkt door een aantal drempels. Vervolgens kan een inschatting worden gemaakt van de grootste potentiële concurrenten van spelers van een substantiële omvang met een eigen werkgebied. Hierbij dient te worden aangetekend dat feitelijke omstandigheden, zoals concrete aanwijzingen dat een specifieke speler concrete plannen tot toetreding in een bepaald gebied heeft, deze inschatting kunnen bijstellen. In afwezigheid van dergelijke concrete aanwijzingen is op grond van bovenstaande analyse de meest waarschijnlijke potentiële concurrent een qua grootte vergelijkbare aanbieder24 uit dezelfde zorgkantoorregio. Indien een dergelijke speler ontbreekt is de meest waarschijnlijke potentiële concurrent een qua grootte vergelijkbare aanbieder uit een aangrenzende regio.

(iii) Concurrentie in de relevante zorgkantoorregio’s

56. Het onderzoek naar potentiële concurrentie heeft zich onder meer gericht op het vaststellen van aangrenzende regio’s waarin ten minste twee van de partijen actief waren. Zowel TZG en Icare als Icare en Sensire zijn actief in aangrenzende regio’s. In het geval van TZG en Icare gaat het om de regio’s Groningen en Drenthe, in het geval van Icare en Sensire om de regio’s Zwolle en

23 Zie ook punt 34. Zie daarnaast bijvoorbeeld het persbericht uitgegeven door RST op 1 oktober 2004: “RST-Zorgverleners breidt persoonlijke verzorging uit” .

(14)

Zutphen e.o. (in mindere mate ook Arnhem en Midden-IJssel). Voor de analyse van potentiële concurrentie volgt hieronder een korte beschrijving van de concurrentieverhoudingen van de hierboven genoemde regio’s en aangrenzende regio’s, te weten Friesland, Flevoland, Twente, en Utrecht.25

Groningen

57. De grenzen van de zorgkantoorregio Groningen vallen samen met de provinciegrenzen. In de zorgkantoorregio Groningen is in 2003 ongeveer […] miljoen uur aan thuiszorg26 afgenomen.27 Het marktaandeel van TZG op het gebied van thuiszorg bedraagt [60-70]%.28 Icare is slechts actief in de gemeente Haren (TZG is daar niet actief) en behaalt binnen de zorgkantoorregio Groningen een marktaandeel van [0-10]%.29 De overige spelers zijn klein en verlenen veelal thuiszorg op beperkte gebieden. Aanbieders van intramurale zorg die ook actief zijn op het gebied van thuiszorg richten zich op de onmiddellijke nabijheid van de intramurale instelling.30

Friesland

58. De grenzen van de zorgkantoorregio Friesland vallen samen met de provinciegrenzen. Ook in Friesland werd in 2003 ongeveer […] miljoen uur aan thuiszorg afgenomen. Partijen zijn niet of nauwelijks actief op het gebied van thuiszorg in deze regio. Thuiszorg wordt in Friesland met name aangeboden door drie grote spelers (Stichting Thuiszorg Zuid-West Friesland, Stichting Thuiszorg Het Friese Land en Stichting Thuiszorg de Friese Wouden), die elk een apart gebied, maar

gezamenlijk de gehele regio bestrijken en in beperkte mate door intramurale instellingen en kleinere

25 Op het niveau van zorgkantoorregio’s grenst de regio Nijmegen aan de regio Arnhem. Deze zorgkantoorregio bestaat uit gemeenten in de omgeving van de stad Nijmegen en in het Rivierenland. In Nijmegen en omgeving is Stichting Thuiszorg Zuid-Gelderland actief, in Rivierenland Stichting Thuiszorg & Mawe Rivierenland. Aan de zorgkantoorregio Nijmegen wordt in het navolgende verder geen aandacht besteed.

26 Berekend op basis van gegevens over verpleging thuis, persoonlijke verzorging thuis en huishoudelijke verzorging thuis.

27 Alle vermelde marktomvangen en marktaandelen zijn gebaseerd op gegevens van bureau Linkincare en zijn gebaseerd op volume (uren verleende zorg).

28 De marktaandelen voor verpleging thuis, persoonlijke verzorging thuis en huishoudelijke verzorging thuis bedragen respectievelijk: [80-90], [60-70] en [50-60]%.

29De marktaandelen voor verpleging thuis, persoonlijke verzorging thuis en huishoudelijke verzorging thuis

bedragen tevens [0-10]%.

30 Doordat intramurale instellingen thuiszorg zijn gaan aanbieden is sprake van enige ‘extramuralisering’ van de AWBZ-zorg. Uit het marktonderzoek in onderhavige zaak blijkt echter dat de extramurale activiteiten van intramurale instellingen zich doorgaans beperken tot het gebied in de onmiddellijke nabijheid van het verpleeg- of

(15)

spelers. Het zorgkantoor Friesland geeft desgevraagd aan het niet aannemelijk te achten dat een van de drie grotere spelers op betekenisvolle schaal toe zou treden tot een aangrenzende regio.

Drenthe

59. De grenzen van de zorgkantoorregio Drenthe vallen samen met de provinciegrenzen. In Drenthe werd in 2003 ongeveer […] miljoen uur aan thuiszorg afgenomen. Icare is veruit de grootste aanbieder binnen de regio met een marktaandeel op het gebied van thuiszorg van [90-100]%.31 Naast Icare zijn op beperkte schaal enkele intramurale instellingen en kleine aanbieders actief.

Zwolle

60. De zorgkantoorregio Zwolle bestaat uit gemeenten in de Kop van Overijssel/ Salland en Noord-Veluwe (provincie Gelderland).32 Icare is actief in de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Kampen, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Staphorst, Zwartewaterland en Zwolle. In Zwolle werd in 2003 ongeveer […] miljoen uur aan thuiszorg afgenomen. Het marktaandeel van Icare in deze

zorgkantoorregio bedraagt [60-70]%.33 Naast Icare zijn in beperkte gedeelten van de regio de aanbieders Regionale Thuiszorg Oude en Nieuwe Land en Carinova actief, alsmede een aantal kleinere aanbieders en intramurale instellingen.

Flevoland

61. De grenzen van de zorgkantoorregio Flevoland vallen samen met de provinciegrenzen, met uitzondering van de gemeente Almere, die een aparte zorgregio vormt. In Flevoland werd in 2003 ongeveer […] miljoen uur aan thuiszorg afgenomen. Icare is actief in de gemeenten Dronten, Lelystad en Zeewolde. Het marktaandeel van Icare bedraagt circa [40-50]%.34 Een andere speler die actief is in deze regio is Regionale Thuiszorg Oude en Nieuwe Land (in het gebied Noordoostpolder/ Urk).

Twente

31De marktaandelen voor verpleging thuis, persoonlijke verzorging thuis en huishoudelijke verzorging thuis

bedragen respectievelijk: [90-100], [90-100] en [90-100]%.

32 De gemeenten in Overijssel zijn de volgende: Dalfsen, Hardenberg, Kampen, Ommen, Staphorst, Steenwijk, Zwartewaterland en Zwolle. De gemeenten in Gelderland zijn de volgende: Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldenbroek en Putten. De gemeente Nijkerk behoort tot de regio Utrecht.

33De marktaandelen voor verpleging thuis, persoonlijke verzorging thuis en huishoudelijke verzorging thuis

bedragen respectievelijk: [50-60], [60-70] en [50-60]%.

34De marktaandelen voor verpleging thuis, persoonlijke verzorging thuis en huishoudelijke verzorging thuis

(16)

62. De zorgkantoorregio Twente valt samen met de geografische regio Twente.35 In Twente werd in 2003 ongeveer […] miljoen uur aan thuiszorg afgenomen. Partijen zijn niet actief in deze regio. In Twente zijn meerdere spelers van substantiële omvang actief, zoals Carint, Zorggroep Noord-West Twente en Thuiszorg Enschede-Haaksbergen. Gezamenlijk bestrijken zij de gehele regio, terwijl hun werkgebieden geen of een geringe overlap vertonen. Daarnaast zijn in Twente op beperkte schaal kleinere spelers en intramurale instellingen actief.

Midden-IJssel

63. De zorgkantoorregio Midden-IJssel bestaat uit de volgende Overijsselse gemeenten: Bathmen, Deventer, Olst-Wijhe en Raalte. Daarnaast maakt de Gelderse gemeente Gorssel deel uit van dit gebied. In Midden-IJssel werd in 2003 ongeveer […] miljoen uur aan thuiszorg afgenomen. Sensire is in Gorssel actief. Het marktaandeel van Sensire in deze regio bedraagt circa [0-10]%.36 Het grootste gedeelte van de zorg in de regio Midden-IJssel wordt aangeboden door Carinova, enkele kleine instellingen en enkele intramurale aanbieders.

Apeldoorn-Zutphen e.o.

64. De zorgkantoorregio Apeldoorn-Zutphen e.o. bestaat uit de volgende gemeenten: Apeldoorn, Brummen, Epe, Hattem, Heerde, Lochem, Voorst, Vorden, Warnsveld en Zutphen. In Apeldoorn-Zutphen e.o. werd in 2003 ongeveer […] miljoen uur aan thuiszorg afgenomen. Sensire is actief in de gemeenten Lochem, Voorst, Vorden, Warnsveld en Zutphen. In het gebied Oost-Veluwe (onder meer Apeldoorn) is de relatief grote speler Thuiszorg Oost-Veluwe actief. In het gebied is verder beperkt een aantal kleinere spelers en intramurale instellingen actief. Sensire behaalt in deze regio een marktaandeel van [20-30]%.

Utrecht

65. De grenzen van de regio Utrecht vallen grotendeels samen met de provinciegrenzen. Ook de gemeente Nijkerk behoort tot de regio. In Utrecht werd in 2003 ongeveer […] miljoen uur aan

thuiszorg afgenomen. Het zorgkantoor Utrecht geeft desgevraagd aan dat de regio Utrecht is opgedeeld in zeven subregio’s waarin vaak één speler het grootste deel van de zorg levert. Spelers in Utrecht zijn onder meer Thuiszorg Stad Utrecht, Amant en Vitras. Vitras, een recent verworven joint venture van Sensire en Icare, heeft een door het zorgkantoor geschat marktaandeel op het gebied van thuiszorg van [0-10]%.

35 De volgende gemeenten behoren tot de regio Twente: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen, Vriezenveen en Wierden.

36De marktaandelen voor verpleging thuis, persoonlijke verzorging thuis en huishoudelijke verzorging thuis

(17)

Arnhem

66. De regio Arnhem bevat de volgende gebieden: Zuid-Veluwe, Midden-Gelderland en Oost-Gelderland. In Arnhem werd in 2003 ongeveer […] miljoen uur aan thuiszorg afgenomen. Sensire is in Oost-Gelderland37 actief en heeft een marktaandeel in Arnhem van [30-40]%.38 Icare is beperkt actief in het gebied Zuid-Veluwe, te weten in de gemeenten Barneveld en Ede (marktaandeel in Arnhem van [0-10]%)39. In dit gebied is ook een aantal kleinere organisaties actief als RST, HdS - christelijke organisatie voor zorg en welzijn, Opella Thuiszorg, alsmede Kruiswerk West-Veluwe. In Midden-Gelderland is Stichting Thuiszorg Midden-Midden-Gelderland actief.

BEOORDELING OORSPRONKELIJK GEMELDE CONCENTRATIE

67. Zoals aangegeven in punt 45 kan in onderhavige zaak, op grond van de oorspronkelijke melding, de potentiële mededinging op drie wijzen worden beperkt. Zo kan de mededinging worden beperkt door het samengaan van TZG en Icare, van Icare en Sensire en van TZG en Sensire. In het navolgende wordt elk van deze situaties beoordeeld op mededingingsbeperkende effecten.

(i) TZG-Icare

68. Uit het marktonderzoek in het kader van onderhavige zaak is een aantal duidelijke aanwijzingen naar voren gekomen dat erop wijst dat TZG en Icare elkaars meest belangrijke potentiële concurrenten zijn (basisvoorwaarde 1, zie punt 44) en dat er onvoldoende andere potentiële concurrenten overblijven (basisvoorwaarde 2).

69. De concentratie van TZG en Icare behelst ten eerste het samengaan van twee spelers in aangrenzende gebieden, te weten de zorgkantoorregio’s Groningen en Drenthe. De enige zorgkantoorregio die grenst aan zowel Groningen als Drenthe is Friesland. Groningen kent naast Drenthe en Friesland geen andere aangrenzende regio’s. Drenthe grenst verder enkel aan de regio Zwolle, een regio waarin Icare de grootste speler is.

37 Het betreft de volgende gemeenten: Aalten, Bergh, Borculo, Dinxperlo, Doetinchem, Eibergen, Gendringen, Groenlo, Hengelo, Hummelo en Keppel, Lichtenvoorde, Neede, Ruurlo, Steenderen, Wehl, Winterswijk, Wisch, alsmede Zelhem.

38De marktaandelen voor verpleging thuis, persoonlijke verzorging thuis en huishoudelijke verzorging thuis

bedragen respectievelijk: [30-40], [30-40], [30-40]%.

(18)

70. Ten tweede zijn TZG en Icare de grootste spelers in het gebied dat voor de beoordeling van de potentiële concurrentie relevant is (zorgkantoorregio’s Groningen, Friesland en Drenthe en Zwolle), dit gemeten zowel naar volume als naar omzet.40 TZG en Icare beschikken over een zeer sterke positie in respectievelijk Groningen en Drenthe. Dit blijkt uit de marktaandelen (zie de punten 57 en 59), de positie van de overige spelers en de reacties van marktpartijen en zorgkantoren in het kader van het marktonderzoek in onderhavige zaak. In Friesland zijn, naast een aantal kleinere spelers, drie spelers actief die alledrie kleiner zijn dan TZG en Icare. Het zorgkantoor Friesland heeft

aangegeven het niet aannemelijk te achten dat een van deze drie spelers op betekenisvolle schaal zou toetreden tot een aangrenzende regio(zie ook punt 58).

71. Daarnaast heeft het marktonderzoek aanwijzingen opgeleverd dat zowel TZG als Icare interesse hebben getoond om in respectievelijk Drenthe en Groningen actief te worden. Ook heeft Icare met het Academisch Ziekenhuis Groningen gesprekken gevoerd in het kader van

patiëntenoverdracht in het kader van de ketenzorg (zie ook punt 52). Dit houdt in dat cliënten van het AZG voor eventueel noodzakelijke nazorg in het ziekenhuis terecht kunnen bij een verpleegkundige die mede in dienst is van Icare. In de beoogde overeenkomst tussen het AZG en Icare zou Icare vervolgens verantwoordelijk zijn voor het leveren van de thuiszorg. Zorgkantoren en marktpartijen gaven voorts aan geen aanwijzingen te hebben voor toetreding tot de zorgkantoorregio’s Drenthe of Groningen door thuiszorgaanbieders uit Friesland, Zwolle, Flevoland, Twente en Midden-IJssel.

Conclusie TZG-Icare

72. Gelet op het voorgaande kan worden geconcludeerd dat voldaan is aan beide door de Europese Commissie geformuleerde basisvoorwaarden. Door de concentratie tussen TZG en Icare gaan de twee meest waarschijnlijke potentiële concurrenten samen in het gebied Groningen, Drenthe, Friesland. Ten gevolge van de concentratie blijven onvoldoende potentiële concurrenten over.

73. Op grond van het voorgaande komt de d-g NMa tot de conclusie dat hij reden heeft om aan te nemen dat als gevolg van de voorgenomen concentratie tussen TZG en Icare op het gebied van thuiszorg, al dan niet nader onderverdeeld naar functie (zie punt 16), een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

(ii) Icare-Sensire

(19)

74. Op het niveau van de regio is er aangrenzendheid tussen gebieden waarin Icare en Sensire op betekenisvolle schaal actief zijn. De zorgkantoorregio Zwolle heeft een grens met zowel de zorgkantoorregio Arnhem als de zorgkantoorregio Apeldoorn-Zutphen e.o. De werkgebieden van Icare en Sensire zijn echter niet aangrenzend. Icare is actief in het gebied Noord-Veluwe. In de aangrenzende gebieden Oost-Veluwe (deel uitmakend van de zorgkantoorregio Apeldoorn-Zutphen e.o.), Midden-Gelderland (Arnhem) en Zuid-Veluwe (Arnhem) is niet Sensire actief maar zijn andere spelers actief (zie punten 64 en 66).

75. Onderzoek in het kader van onderhavige zaak heeft uitgewezen dat Icare en Sensire niet elkaars meest aannemelijke potentiële concurrenten zijn. Hierbij speelt de niet-aangrenzendheid van de werkgebieden een belangrijke rol. Daarnaast is Sensire in de zorgkantoorregio’s waarin zij actief is, minder groot ten opzichte van andere spelers, bijvoorbeeld in vergelijking met TZG in de

zorgkantoorregio Groningen.

76. Uit het onderzoek is voorts niet gebleken dat Sensire en Icare concrete plannen hadden toe te treden in elkaars gebied. Van de spelers die wel een werkgebied hebben dat grenst aan dat van Sensire en van Icare gaat ten minste een vergelijkbare potentiële concurrentiedruk uit. Dit leidt tot de conclusie dat niet is voldaan aan basisvoorwaarde 2 (zie punt 44), aangezien er een aantal andere potentiële concurrenten na een mogelijke concentratie overblijft dat voldoende concurrentiedruk kan handhaven.

Conclusie Icare-Sensire

77. Gelet op het voorgaande kan worden geconcludeerd dat, ook indien rekening wordt gehouden met potentiële concurrentie, het niet aannemelijk is dat de concentratie tussen Icare en Sensire leidt tot het ontstaan of versterken van een economische machtspositie op het gebied van thuiszorg, al dan niet nader onderverdeeld naar functie, die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

(iii) TZG-Sensire

78. De regio’s waarin TZG en Sensire actief zijn, zijn niet aangrenzend en zijn relatief ver van elkaar verwijderd. Tussen de werkgebieden van TZG en Sensire zijn verschillende andere spelers actief, waarvoor het meer aannemelijk is dat zij meer concurrentiedruk uitoefenen op hetzij TZG, hetzij Sensire, hetzij zowel TZG als Sensire, dan TZG en Sensire op elkaar.41 Uit het marktonderzoek is voorts niet gebleken dat TZG en Sensire concrete plannen hadden toe te treden in elkaars werkgebied.

(20)

Van de spelers die wel een werkgebied hebben dat grenst aan dat van Sensire en van TZG gaat ten minste een vergelijkbare potentiële concurrentiedruk uit. Dit leidt tot de conclusie dat niet is voldaan aan basisvoorwaarde 2 (zie punt 44), aangezien er een aantal andere potentiële concurrenten na een mogelijke concentratie overblijft dat voldoende concurrentiedruk kan handhaven.

Conclusie TZG-Sensire

79. Gelet op het voorgaande kan worden geconcludeerd dat, ook indien rekening wordt gehouden met potentiële concurrentie, het niet aannemelijk is dat de concentratie tussen TZG en Sensire leidt tot het ontstaan of versterken van een economische machtspositie op het gebied van thuiszorg, al dan niet nader onderverdeeld naar functie, die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

B.2. GEWIJZIGDE MELDING

80. Op 22 december 2004 hebben partijen een wijziging van de melding ingediend (zie ook punt 6). Deze wijziging houdt in dat Icare buiten de voorgenomen bestuurlijke fusie zal blijven.

81. Deze wijziging heeft tot gevolg dat enkel de hierboven genoemde concentratie (iii), tussen TZG en Sensire, dient te worden beoordeeld (zie punten 78 en 79). Zoals reeds weergegeven in punt 79, kan worden geconcludeerd dat, ook indien rekening wordt gehouden met potentiële concurrentie, deze concentratie op het gebied van thuiszorg niet leidt tot het ontstaan of versterken van een economische machtspositie.

VI. CONCLUSIE

82. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de operatie, zoals gemeld op 3 november 2004 en bij brief van 22 december 2004 gewijzigd, binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen redenom aan te nemen dat als gevolg van de concentratie op grond van de gewijzigde melding een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de

Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

83. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de bij brief van 22 december 2004 gewijzigde melding betrekking heeft, geenvergunning is vereist.

(21)

w.g. Mr. P. Kalbfleisch

Directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor zover een andere operator aangewezen is als aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt in de zin van artikel 6.4 Telecommunicatiewet en verplicht is interconnectie

Uit het voorgaande en hetgeen hierna wordt besproken met betrekking tot de markt voor de verkoop van dagelijkse consumptiegoederen via supermarkten vloeit voort dat de inkoopmarkt

mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd, aangezien op grond van de ter beschikking staande gegevens met voldoende zekerheid

Samenvattend kan worden gesteld dat de gezamenlijke marktaandelen van partijen een vertekend beeld geven van de concurrentieverhoudingen op de markt voor jeugdtijdschriften,

Gezien het gezamenlijke marktaandeel van partijen en het aantal concurrenten op de markt voor (groot)handel van papier is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de

Aangezien Fresh Del Monte niet actief is op dit gebied zal in onderhavig besluit niet nader op de mogelijke markt voor de productie en distributie van vruchtenconserven

Deze verplichtingen kunnen als rechtstreeks verbonden aan, en noodzakelijk voor de verwezenlijking van, de beoogde concentratie worden beschouwd, maar uitsluitend voor zover zij

Of ten aanzien van het produceren van noten, notenproducten en pindakaas sprake is van een aparte markt voor het ter beschikking stellen van productiecapaciteit aan de