Vraag nr. 14
van 29 augustus 1995
van mevrouw R. VAN CLEUVENBERGEN Begeleidingsplan werklozen – Positieve maatregelen In het kader van het samenwerkingsakkoord tussen de staat, de gemeenschappen en de gewesten betreffende het begeleidingsplan voor werklozen, verbindt de fede-rale overheid zich ertoe om werklozen die dit begelei-dingsplan op een positieve manier aanvaarden en uit-voeren, een langere termijn toe te staan vooraleer de artikelen 80 tot 88 van de werkloosheidsreglementering toe te passen.
De Vlaamse minister van Tewerkstelling is bevoegd om het positief ingaan op het begeleidsplan op te volgen. Kan de minister mij meedelen welke positieve sanctie er volgt in verband met artikel 80, na een positief rap-port aangaande het individueel begeleidingsplan ? Antwoord
Zoals bepaald in artikel 5 van het samenwerkingsak-koord tussen de staat, de gemeenschappen en de gewesten betreffende het begeleidingsplan der werklo-zen, dat verscheen in het Belgisch Staatsblad van 4 juli 1995 en dat in werking trad op 1 april 1995 en van kracht blijft tot 31 december 1995, verbindt de nationa-le overheid zich ertoe om voor de werklozen die het begeleidingsplan te goeder trouw uitvoeren, de termijn van de toepassing van artikel 80 tot en met 88 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, te verlengen.
Artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 mei 1994 tot uitvoering van artikel 73 van de wet van 30 maart 1994, houdende sociale bepalingen en tot wijziging van de artikelen 79 en 83 van het koninklijk besluit van 25 november 1991, houdende de werkloosheidsreglemen-tering, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 1 juni 1994, bepaalt de duur van deze verlenging : "De beslis-sing tot schorbeslis-sing heeft uitwerking op :
...
3° de eerste dag van de zesde maand volgend op de ver-valdag van de overschrijding indien de werkloze deel nam aan een begeleidingsplan bedoeld in artikel 51, § 1, tweede lid, 5°, voor zover het begeleidingsplan niet werd stopgezet of niet mislukt is ten gevolge van een foutieve houding van de werkloze".