• No results found

Vraag nr.9van 9 oktober 1998van mevrouw RIA VAN DEN HEUVEL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.9van 9 oktober 1998van mevrouw RIA VAN DEN HEUVEL"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 9

van 9 oktober 1998

van mevrouw RIA VAN DEN HEUVEL

Samenwerkingsakkoord reisbureaus – Kinderrech-ten

Tijdens de bespreking van het opvolgingsrapport betreffende een beleid ten aanzien van kinderen, kindermishandeling, kinderrechten en slachtoffer-en daderhulp in Vlaanderslachtoffer-en, gaf coördinerslachtoffer-end minister Luc Martens aan dat er wordt gewerkt aan een samenwerkingsakkoord tussen gemeen-schappen en gewesten over het statuut van reisbu-reaus waarin een deontologische code wordt uitge-werkt, onder meer met betrekking tot het sekstoe-risme. Over dit thema zijn er onderhandelingen gevoerd met de andere gemeenschappen en gewes-ten.

Graag vernam ik de stand van zaken in dit dossier. 1. Wanneer wordt dit samenwerkingsakkoord

ondertekend ?

2. Hoe is de deontologische code in verband met sekstoerisme uitgewerkt ?

3. In welke sancties is er voorzien ? Antwoord

1. Op dit ogenblik worden de besprekingen tussen de gemeenschappen en gewesten betreffende het voorontwerp van samenwerkingsakkoord houdende statuut van de reisbureaus afgerond. In een volgende fase is de ondertekening van het voorontwerp van samenwerkingsakkoord voorzien. De datum van ondertekening kan ech-ter niet samenvallen met de datum van inwer-kingtreding, aangezien de wet voor een derge-lijk samenwerkingsakkoord bepaalt dat het slechts gevolg kan hebben nadat het de instem-ming heeft gekregen bij decreet. Hiervoor dient de tekst eerst voor principiële goedkeuring te worden voorgelegd aan de betrokken regerin-gen, met het oog op de wettelijk verplichte adviesvraag aan de Raad van State.

Afhankelijk van het advies van de Raad van State zal er al dan niet opnieuw overleg worden gepleegd tussen de diverse betrokken regerin-gen. Daaropvolgend zal de tekst ter definitieve goedkeuring worden voorgelegd aan de betrok-ken regeringen, om dan te worden overgezon-den aan de respectieve parlementen voor instemming bij decreet. In een laatste fase volgt dan de bekrachtiging door de diverse regerin-gen en de uitvoering ervan door de verschillen-de betrokken administraties.

2. In het voorontwerp van samenwerkingsakkoord is een afdeling opgenomen, gewijd aan de beroepsdeontologie. Hierin is opgenomen dat al het personeel dat bij de activiteiten van een ver-gunninghouder (reisbureau of touroperator) is betrokken, ten aanzien van de consument een aantal verplichtingen dient na te leven.

Eén van deze punten behelst het feit dat geen contracten tot reisorganisatie of reisbemidde-ling mogen worden afgesloten die verband hou-den met de seksuele uitbuiting van kinderen, of met enig ander doeleinde dat indruist tegen de openbare orde of de goede zeden.

3. Als sanctie is bepaald dat de vergunning voor het uitbaten van een reisbureau kan worden geschorst of ingetrokken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het besluit van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemidde- ling in de Vlaamse

In het decreet tot regeling van het recht op mini- mumlevering van elektriciteit, gas en water van 20 februari 1996 (Belgisch Staatsblad van 8 februari 1997) wordt vermeld dat in

– in de helft van de gevallen heeft de klasleer- kracht van het zieke kind het onderwijs aan huis gegeven, in de andere helft heeft de school hier- voor iemand anders

van mevrouw RIA VAN DEN HEUVEL Kind en Gezin – Samenstelling raad van beheer Artikel 9 van het decreet houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin van 29 mei 1984 (Bel-

Zoals bepaald door de Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid zal een nieuwe uitrit worden gebouwd voor het verkeer van de auto- snelweg E19 komende vanuit Antwerpen,

Indien voor de uitbouw van de nieuwe uitrit onteigeningen zullen plaatsvinden, zal er wor- den getracht gebruik te maken van de percelen die eigendom zijn van het Vlaams

De eerste fase is reeds in uitvoering en de tweede fase (tot aan het kruispunt R11-N1) wordt gepland voor het

N i e t t e m i n wordt de programmatie inzake de op basis van ar- tikel 6 erkende centra voor algemeen welzijnswerk in het kader van de ziekenfondsen gebaseerd op objectieve