Vraag nr. 25
van 21 oktober 1998
van de heer FRANCIS VERMEIREN
Noord-Amerikaanse studenten aan Vlaamse univer-siteiten – Financiering
In het antwoord op mijn schriftelijke parlementai-re vraag nr. 269 van 1 september 1998 met betparlementai-rek- betrek-king tot de Noord-Amerikaanse studenten die aan Vlaamse universiteiten studeren, wordt in fine aan-gestipt dat "al deze "vreemde" studenten in de 2 %-norm geraken, waardoor ook zij gefinancierd worden door de Vlaamse overheid" (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 2 van 23 oktober 1998, blz. 298 – red.).
Kan de minister inzake deze "2 %-norm" nadere gegevens verstrekken ?
Wat omvat onder meer de financiering van deze studenten door de Vlaamse overheid ? Hoeveel bedraagt deze financiering globaal en per student ? Geldt deze financiering door de Vlaamse overheid voor alle studenten van vreemde nationaliteit aan de Vlaamse universiteiten ?
Antwoord
Artikel 132 van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap bepaalt de criteria waaraan de stu-denten moeten voldoen om (binnen een bepaalde financieringsgroep) te worden beschouwd als een financierbare eenheid.
Naast het inschrijvingscriterium en de voorwaar-den inzake financieringsduur moet de stuvoorwaar-dent ook voldoen aan een nationaliteitscriterium om in aan-merking te komen voor de financiering door de Vlaamse Gemeenschap.
In principe komen enkel onderdanen van een lid-staat van de Europese Gemeenschap in aanmer-king (artikel 132, § 2, a). Buitenlandse studenten die geen Europees onderdaan zijn, komen wel in aanmerking wanneer ze aan één van de volgende criteria voldoen (artikel 132, § 2, van b tot d) : – ouders, echtgenoot of echtgenote of wettelijke
voogd zijn in België gevestigd of verblijven in België of oefenen sinds vijf jaar een beroepsac-tiviteit uit in België ;
– op het Belgisch grondgebied verblijven en het statuut genieten van "politiek vluchteling" ;
– onderdaan zijn van een land waarmee België of de Vlaamse Gemeenschap een cultureel akkoord heeft afgesloten ;
Artikel 132, § 2, e omschrijft verder een restcatego-rie waartoe de Noord-Amerikaanse studenten behoren. Het betreft alle buitenlandse studenten die niet vallen onder het artikel 132, § 2, a t/m d zoals hierboven weergegeven, en ook niet ten laste vallen van de nationale kredieten voor ontwikke-lingssamenwerking. Deze buitenlandse studenten worden eveneens gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap, voorzover hun aantal per financie-ringsgroep 2 % van het totaal aantal Belgische stu-denten die het vorige financieringsjaar regelmatig in de betrokken financieringsgroep zijn ingeschre-ven, niet overschrijdt.
In het verleden werden alle niet-Belgische studen-ten (met inbegrip van de studenstuden-ten uit de Europe-se Gemeenschap) meegerekend bij de bepaling van de 2 %-norm. Het betreft momenteel enkel nog een restcategorie van niet-Europese buitenlan-ders (zie hierboven).
Het decreet IX heeft bovendien een nieuwe finan-cieringswijze ingevoerd met betrekking tot de voortgezette academische opleidingen. Deze oplei-dingen worden niet langer gefinancierd op basis van het aantal studenten dat regelmatig ingeschre-ven is, maar op basis van het aantal diploma's dat wordt uitgereikt (artikel 130, § 5, 2 van het decreet van 12 juni 1991).
De bepaling van de 2 %-norm heeft dus enkel betrekking op de academische opleidingen. Dit feit, samen met het beperken van de categorie van bui-tenlandse studenten die vallen onder de 2 %-norm, heeft tot gevolg dat in de praktijk deze norm voor geen enkele financieringsgroep wordt bereikt. Men kan bijgevolg wel stellen dat binnen de huidi-ge situatie alle studenten van vreemde nationaliteit die voldoen aan de voorwaarden van artikel 132 en 133, worden gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap.
Het decreet van 12 juni 1991 bepaalt in het hoofd-stuk VIII, afdeling 1 (artikel 127 tot en met 136) de financiering van de werking van de universiteiten. Het financieringsmechanisme dat wordt gehan-teerd om ieder jaar de werkingsmiddelen die toe-komen aan de verschillende universiteiten te ver-delen, maakt geen onderscheid tussen buitenlandse studenten die als financierbare eenheid worden beschouwd en Belgische studenten.