• No results found

Weergave van Gedragen door water. Drijvende kelders in Amsterdam en omstreken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weergave van Gedragen door water. Drijvende kelders in Amsterdam en omstreken"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gedragen door water

Drijvende kelders in Amsterdam en omstreken

Dik de Roon

1

Er moet o n d a n k s de wet van A r c h i m e d e s (287-212 v.C.) lan- ge tijd een barrière zijn geweest om grote drijvende construc- ties te m a k e n van materialen die z w a a r d e r zijn dan water, want dit gebeurde in de L a g e Landen voor zover bekend niet e e r d e r dan de z e v e n t i e n d e e e u w .2 H o e w e l men a n d e r s zou verwachten van een z e e v a r e n d volk als de H o l l a n d e r s , w a s niet de scheepvaart de eerste sector voor experimenten op dit gebied, maar uitgerekend het woonhuis. Dezelfde o p w a a r t s e waterdruk - die menig keldervloer deed barsten - werd benut o m problemen met een fluctuerend huiselijk grondwaterpeil o p te lossen. Het besluit om g e m e t s e l d e , drijvende kelders van enkele tonnen zwaar in de ruimten o n d e r w o o n h u i z e n te maken werd min of m e e r uit nood geboren.

M a a r wat is nu precies een drijvende kelder? Een drijvende kelder is een met het grondwaterpeil op en neer b e w e e g b a r e , g e m e t s e l d e bak (afb. 1). Het is een relatief o n b e k e n d ver- schijnsel met e e n g e s c h i e d e n i s , w a a r i n allerlei b o e i e n d e kwesties zich met elkaar v e r m e n g e n . Naast de A m s t e r d a m s e p r o b l e m a t i e k van de w a t e r h u i s h o u d i n g raakt de d r i j v e n d e kelder aan andere technische zaken, zoals de productie van h o o g w a a r d i g e mortel, metseltechniek en hydraulica. Deze en enkele andere aspecten w o r d e n in dit artikel o n d e r de loep g e n o m e n .

Water in huis

In de zestiende en zeventiende eeuw k e n d e A m s t e r d a m e n k e - le i n d r u k w e k k e n d e groeistuipen, die o n d e r andere leidden tot het streven o m de beschikbare ruimte in de koopmanshuizen in de stad m a x i m a a l te b e n u t t e n . De v e r d i c h t i n g d i e het gevolg was van de grote b e v o l k i n g s t o e n a m e leverde een zeer c o m p a c t e stadsbebouwing o p en iedereen die goederen wilde opslaan, had buiten zijn b e b o u w d e perceel doorgaans n a u w e - lijks ruimte. D a a r o m werd iedere vierkante meter binnen het perceel a a n g e w e n d voor b e w o n i n g en o p s l a g .3 De w e i n i g e b e s c h i k b a r e grond w a s duur en de v e r h o g i n g van de r e e d s bestaande b e b o u w i n g met een extra verdieping bood een g o e - de oplossing. Behalve van verhogingen met één of meer ver- d i e p i n g e n , w e r d e n vele huizen voorzien van souterrains en kelders. O n d a n k s ongunstige o m s t a n d i g h e d e n , zoals de lage ligging van de stad, de drassige ondergrond en de constante dreiging van wateroverlast, bleven de A m s t e r d a m m e r s e e u -

wenlang hardnekkig kelders onder het heersende stadswater- peil b o u w e n . Een steeds terugkerend probleem was dat kel- dervloeren telkens weer openbarstten door te sterke opwaart- se w a t e r d r u k . M a a r in p l a a t s van het b o u w e n van d i e p e kelders te staken, werd enerzijds gezocht naar een oplossing om het stadswaterpeil te stabiliseren en zeeweringen te verbe- teren, terwijl men anderzijds probeerde een constructie te ont- wikkelen om de waterproblematiek het hoofd te bieden.

W a n n e e r de eerste gemetselde drijvende kelder in A m s t e r d a m werd toegepast is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk was dit rond of kort na het midden van de zeventiende eeuw, maar al in het begin van de zeventiende e e u w lijkt m e n pogingen te hebben o n d e r n o m e n om het waterprobleem in kelders op te lossen. In zijn onvoltooide tractaat De Huysbou. noemt Simon Stevin (1548-1620) drie manieren om kelders te bouwen. Ten eerste " d a t m e n s e maeckt van clynckaert en trast, doch heeft dit sijn ongeval, dattet splytende of eenige ondichticheyt cry- g e n d e , 't water daer deur comt en somvvylen quaet o m stop- pen is. v o o r n a m e l i c k als den vloer d i e p int water licht met stercke p e r s s i n g h : 't G e b e u r t wel alsmen sulcken leek niet stoppen en c a n , d a t m e n d e r e e n traste buyse rontsom metselt, soo hooch als genouch is, om het hoochste water te vervan- gen, maer 't is al o n b e q u a e m w e r c k " .4 Slechts in zijn tweede punt rept Stevin o v e r iets wat op een drijvende kelder lijkt:

"is onlancx t ' A m s t e r d a m int gebruyek gerocht a l w a e r seer leech lant zijnde, maken het deel onder water c o m m e n d e , van hout stoppen dat met mos en teer. en onderhoudent gelijck- men de S c h e p e n d o e t " .5 Er w e r d d u s v o l g e n s Stevin niets a n d e r s dan e e n grote h o u t e n t o b b e o n d e r het huis a a n g e - bracht, die werd onderhouden als een schip. De derde manier die Stevin voorstelt is ophogingen uit te voeren en de kelder stomweg boven de waterlijn te b o u w e n .

De vroegste historische bron waarin een drijvende kelder is te vinden, stamt van na Stevins bevindingen. In deel twee van Philips V i n g b o o n s ' Afbeeldsels der voornaemste gebouwen, uit 1674 (afb. 2). is op de g r a v u r e van de plattegrond van H e r e n g r a c h t 3 8 6 aan de achterzijde een d r i j v e n d e k e l d e r i n g e t e k e n d .6 Het is de e n i g e d r i j v e n d e k e l d e r die in beide delen van V i n g b o o n s ' boeken v o o r k o m t . Of V i n g b o o n s de eerste was die de drijvende kelder toepaste, kan niet worden vastgesteld. Wel dat hij naast esthetische belangstelling ook

P A G I N A ' S 162-178

(2)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7- 4 / 5

Afb. 1. Schematische doorsnede van een vastgezette (l) en een nog drijvende kelder (r). 1 en 2 klamplagen binnenzijde kelderbak. 3 halfsteens buitenwand kelderbak, 4 bouwmmtr van het huis. 5 later aangebrachte betonmantel. 6 piunvulling. 7 afdekphivuizen. 8 stijl waarmee de kelderbak is vastgezet.

9 kelderbalklaag. 10 grondwater, 11 basisrooster. 12 paal fundering.

(3)

1 6 4 B L ' L I . K T I N K N O B 2 0 0 7 - 4 / 5

Afb. 2. Plattegrond Herengracht 386, circa 1674 (Philips Vingboons)

geïnteresseerd was in technische innovaties. Z o paste hij bij- voorbeeld al de s p o u w m u u r t o e .7

Dat de afbeelding van V i n g b o o n s tot nog toe de enige beken- de z e v e n t i e n d e - e e u w s e tekening van een drijvende kelder is, kan e r o p wijzen dat in die p e r i o d e d e drijvende kelder n o g geen brede toepassing k e n d e . Toch moet kort hierna v e r a n d e - ring in d e z e situatie zijn g e k o m e n , o m d a t het met n a m e in A m s t e r d a m een o p l o s s i n g bood v o o r een veel v o o r k o m e n d p r o b l e e m . O p e n g e b a r s t e n k e l d e r v l o e r e n leidden tot s c h a d e aan o p g e s l a g e n g o e d e r e n , die weer tot conflicten en c l a i m s leidden. In 1701 besloot het stadsbestuur " f o r d o n n e r e n en te statueren dat [...] geen kelders binnen den omtrek van de Y- sluysen lager zullen m o g e n w e r d e n gelegt als uyterlijk tot op een d u y m boven de Stads peil; en buyten g e m e l d e Sluysen d o g binnen de Waterkeeringen niet lager dan tot op twee v o e - ten boven de zelve Stadspeyl". B o v e n d i e n moesten bestaande huizen, waarin zich al een diepere kelder bevond, na een ver- b o u w i n g ook aan deze norm v o l d o e n . Er w e r d e n flinke boetes gezet op overtredingen en het niet melden van zulke verbou-

w i n g e n . Uit d e t o e v o e g i n g , " . . . v v a a r s c h o u w e n d e d a a r en boven dat zo omtrent het intappen van 't Water als andre gele- g e n h e d e n geen regard altoos o p Kelders contrarie desen aan- gelegt of gelaten zal werden g e n o m e n . . . " lijkt af te leiden dat er voordien onduidelijkheid had bestaan omtrent de eisen die een diepe kelder aan het waterpeil s t e l d e .8

Vanaf 1701 w a s duidelijk dat de verantwoordelijkheid in het vervolg bij de burgers lag. De drijvende kelder ontsnapte aan de nieuwe regelgeving. Deze bood de mogelijkheid om toch ruim o n d e r het stadspeil een o p s l a g v l o e r te realiseren z o n d e r constructief verband met het o n r o e r e n d e goed. Het is dan ook goed mogelijk dat pas vanaf d e z e v e r o r d e n i n g de drijvende kelder een bredere toepassing vond.

Drijvende kelders in Amsterdam

T e g e n w o o r d i g zijn drijvende kelders in de A m s t e r d a m s e bin- n e n s t a d m e t e n i g e m o e i t e a l s z o d a n i g te h e r k e n n e n , als g e v o l g van ingrepen sinds ze werden vastgezet. N a de b o u w volgden door de jaren heen ingrepen o m lekken te dichten en funderingen te repareren. De v e r o r d e n i n g van 1701 speelde

Ajb. 3. Tekening drijvende kelder, 1768 (C. Hoeneker/SAA)

(4)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5

Afb. 4. Lengtedoorsnede Keizersgracht 576 Amsterdam tlek. Dik de Roon 2000)

geen directe rol in het ontstaan van de drijvende kelder, maar s t i m u l e e r d e vermoedelijk wel de keuze voor e e n drijvende kelder in plaats van de ondiepere, vaste kelder. Een inventari­

satie van g e d r u k t e b r o n n e n en a r c h i e f i n v e n t a r i s s e n heeft vooralsnog geen uitgebreide bestekken of werkbeschrijvingen van drijvende kelders opgeleverd. Ook de tot nog toe enige a c h t t i e n d e - e e u w s e b o u w t e k e n i n g van een dergelijke kelder gaat niet v e r g e z e l d van een b e s c h r i j v i n g . De t e k e n i n g uit 1768 (afb. 3), gemaakt d o o r de bekende metselaarsbaas C o e n - raad H o e n e k e r (f 1769), was bestemd voor een pakhuis aan

Afb. 5. Doorsneden van Herengracht 580 Amsterdam (naar H.J. Zantkuijl)

1*5

de t o e n m a l i g e A m s t e l s t r a a t ( t h a n s N i e u w e A m s t e l s t r a a t ) .9 H o e n e k e r s d o o r s n e d e geeft n a u w k e u r i g de o p b o u w van het metselwerk weer.

Behalve voor de opslag van goederen - vooral levensmidde­

len - w e r d e n d r i j v e n d e kelders v o o r de o p s l a g van w a t e r g e m a a k t .1 0 In A m s t e r d a m werden van de zeventiende tot in negentiende eeuw veel waterkelders g e b o u w d voor de opslag van d r i n k w a t e r dat bestond uit opgevangen hemelwater, later ook uit met schuiten vanaf de Vecht a a n g e v o e r d water. In K e i z e r s g r a c h t 5 7 6 w e r d o n d e r het a c h t e r h u i s z o w e l e e n ' g e w o n e ' drijvende kelder als een (deels gesloopte, of ooit uit elkaar gespatte) drijvende waterkelder aangetroffen (afb. 4).

Vier c o m p a r t i m e n t e n , afgesloten d o o r zijdelings a a n e e n g e ­ s c h a k e l d e t o n g e w e l v e n , s t o n d e n met e l k a a r in v e r b i n d i n g door openingen in de t u s s e n w a n d e n . De wanden en de g e w e l ­ ven bestonden slechts uit twee klamplagen. Een reconstruc­

tietekening van Zantkuijl suggereert dat in Herengracht 580 restanten zijn aangetroffen van een soortgelijke d r i j v e n d e waterkelder (afb. 5 ) . " De meeste exemplaren in woonhuizen waren vaste kelders, maar sporadisch wordt nog een drijven­

de waterkelder in woonhuizen aangetroffen.

Plattegrond en t o e g a n g

De toegang tot de bak die op het g r o n d w a t e r drijft kon uiter­

aard niet worden gerealiseerd met een keldertrap die verbon­

den was met de b o u w m u r e n van het huis. Fluctuatie van het g r o n d w a t e r p e i l m a a k t e dat o n m o g e l i j k . D a a r o m hadden de drijvende k e l d e r s d o o r g a a n s e e n trap die geheel in de b a k werd geplaatst. De rand van de bak fungeerde vaak als eerste trede. Meestal bestond het grondvlak van een drijvende kel­

der uit een rechthoek, m a a r er zijn meerdere e x e m p l a r e n aan­

getroffen waarbij een g e m e t s e l d e t r a p als uitstulping in de plattegrond van de kelderbak lijkt te zijn o p g e n o m e n . Een voorbeeld hiervan bevindt zich in het huis Herengracht 3 5 4 (afb. 6 ) .1 2 D o o r de trap buiten de r e c h t h o e k van d e bak te plaatsen kon o p s l a g r u i m t e worden g e w o n n e n . Wellicht speel­

de de indeling van een huis een rol bij de keuze voor een der­

gelijke kelderplattegrond.

Het al g e n o e m d e , d o o r V i n g b o o n s o n t w o r p e n H e r e n g r a c h t 3 8 6 lijkt ook een dergelijke constructie te hebben gehad. De gravure van Vingboons, w a a r o p de bak van de drijvende kel­

der zich goed laat onderscheiden is echter onduidelijk omtrent de aansluiting van de trap. Vingboons tekent geen ruimte tus­

sen de b o u w m u u r en de trap in zijn plattegrond. B o v e n d i e n doorsnijdt in de tekening de g e m e t s e l d e o m r a n d i n g van de trap een bouwmuur. Er bestaat geen d w a r s d o o r s n e d e van deze kelder en de vastgezette kelderbak is zodanig afgewerkt dat we slechts kunnen gissen naar de oorspronkelijke toestand. Er zijn in het zeventiende-eeuwse A m s t e r d a m vermoedelijk ook exemplaren geweest met een trap in meerdere delen, waarbij de kelderhoogte werd overbrugd met een inwendige trap en enkele treden direct buiten de kelderbak. De verticale marge die een kelder had om te b e w e g e n w a s vaak m e e r dan een h a l v e meter. Het huis H e r e n g r a c h t 4 7 6 , o p t w e e percelen g e b o u w d v o o r de m e d i c u s F r a n c o i s de Vicq in 1670, lijkt

(5)

( 6 6 B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5

Ajb. 7. Tot op beden aangetroffen drijvende kelders en enkele voormalige drijvende kelders in de Amsterdamse binnenstad (tek. Dik de Roon 2006)

Afb. 8a. Doorsneden drijvende kelders Herengracht 60 en Beulingstraat 19 Amsterdam (tek. Dik de Roon 2006)

(6)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5 1Φ7

Aft). 8b. Drijvende kelder Herengracht 60 Amsterdam (foto Dik de Roon 2006)

hiervan een v o o r b e e l d te zijn ( g e w e e s t ) .1 3 Dit huis b e v a t t e zelfs twee drijvende kelders.

D r i j v e n d e k e l d e r s w e r d e n in de A m s t e r d a m s e b i n n e n s t a d voornamelijk gerealiseerd in grote huizen. De ruime meerder­

heid van de tot nu toe aangetroffen drijvende kelders bevindt zich in de z e v e n t i e n d e - e e u w s e grachtengordel (afb. 7). E r zijn echter ook enkele e x e m p l a r e n in wat kleinere huizen gevon­

den, m a a r ook die huizen vertonen kenmerken van een zekere w e l s t a n d van de t o e n m a l i g e e i g e n a r e n of b e w o n e r s , z o d a t voorzichtig kan worden g e c o n c l u d e e r d dat drijvende kelders in de z e v e n t i e n d e en achttiende e e u w een luxeartikel waren.

De inmetingstekeningen van Beulingstraat 19 en Herengracht 60 geven een indruk van de formaatverschillen (afb. 8a.b.c).

De drijvende kelders in beide huizen zijn excentrisch in de h u i s p l a t t e g r o n d g e p l a a t s t . D e r g e l i j k e e x e m p l a r e n w o r d e n vaak geflankeerd d o o r een afvoer naar een in de achtertuin gelegen beerput. In Beulingstraat 19 is dat niet de verklaring voor de kelderpositie uit de m i d d e n a s van het huis. Hier werd ter r e c h t e r z i j d e van het huis in de n e g e n t i e n d e e e u w e e n gedeelte van de t o e n m a l i g e steeg bij het huis getrokken.

Zowel in e n k e l v o u d i g e huizen als in huizen bestaande uit een voor- en een achterhuis werd de drijvende kelder op uiteenlo­

pende plaatsen in de plattegrond gesitueerd (afb. 9) Diverse drijvende kelders zijn aangebracht toen het betreffende huis

er al geruime tijd stond. In dergelijke gevallen moest de fun­

deringsbasis van de b o u w m u r e n diep genoeg liggen om een vrije b e w e g i n g van de kelderbak mogelijk te m a k e n . Als de paalkoppen van het heiwerk o n d e r de b o u w m u u r vochtig ble­

ven w a s de fundering in principe diep genoeg. In de stad was o p s l a g r u i m t e een b e l a n g r i j k a r g u m e n t om k e l d e r s zo d i e p

Afb. 8c. Drijvende kelder Beulingstraat 19 Amsterdam (foto Dik de Roon 2006)

(7)

i 6 8 B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5

9

Afb. 9. Schematische weergave van enkele plattegronden van Amsterdamse woonhuizen. Hoewel vooral in de grotere huizen drijvende kelders meestal in het achterhuis zijn gesitueerd, worden ze op veel uiteenlopende plaatsen in de plattegrond aangetroffen. 1 Bloemgracht 108. 2 Herengracht 387. 3 Herengracht 476. 4 Keizersgracht 743. 5 Oudezijds Achterburgwal 155, 6 Keizersgracht 576. 7 Herengracht 354. 8 Herengracht 386. 9 Beulingstraat 19 (tek. Dik de Roon 2006/

mogelijk te maken. Bij de aanleg van een drijvende kelder in een al bestaand huis met een funderingsvoet die niet zo diep lag als de b e o o g d e d r i j v e n d e keldervloer, w a s het passeren van de enigszins uitstekende funderingsvoet ongetwijfeld een aspect om o p te letten.

Een voordeel van de A m s t e r d a m s e paalfunderingen was dat de funderingsvoet vaak bijzonder smal werd uitgevoerd. Enkele aangetroffen drijvende kelders hebben een relatief grote afstand tussen de rand van de kelderbak en de b o u w m u u r . die waar­

schijnlijk verband houdt met de breedte van de fundering.

Aanleg en bouw

De aanleg van een d r i j v e n d e k e l d e r w a s geen s i n e c u r e . E r moest een b o u w p u t tot ruim o n d e r het grondwaterpeil worden gegraven o m de drijvende bak v o l d o e n d e b e w e g i n g s r u i m t e te verschaffen en daadwerkelijk ruimtewinst te boeken. O m d a t het relatief g r o t e g e w i c h t van de d i k k e b o d e m al snel het drijfvermogen van het houten basisrooster zou overschrijden ging de b o u w van de kelderbak gepaard met pompen.

E e n v o u d i g e houten z u i g e r p o m p e n w e r d e n al in de m i d d e l e e u -

(8)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5 169

Afb. 10. Nog functionerende drijvende kelder Dorpsstraat 116 te Nieuwkoop (foto Dik de Roon 2005)

wen in de L a g e Landen gebruikt, maar waren t r a a g .1 4 De uit­

vinding van S i m o n Stevin in 1584 van een i n s t r u m e n t o m

"Water te verheffen ende o p te trekken door andere middelen als tot ter tydt gebruykt werden'', vormt de opmaat voor een reeks verbeteringen in de z e v e n t i e n d e eeuw. Dit was v e r m o e ­ delijk een p o m p met zuiger zonder k l e p . w a a r o n d e r zich een z u i g - en persruimte bevond, voorzien van een zijdelingse in- en u i t l a a t .1 5 In de z e v e n t i e n d e e e u w verwierf een aantal uit­

vinders o c t r o o i e n op ( v e r b e t e r i n g e n van) p o m p e n . In 1605 b e d a c h t de D e l f t s h a v e n a a r J a c o b B a s t i a e n s s . " e e n p o m p- w e r c k " w a a r m e e een m a n " s o o veel waters c o n d e op werpen ende loosen, ende soo langdurich wercken als vier ofte sess man met twee andere p o m p e n " .1 6 In 1633 k w a m Jan David uit Leiden met een " p o m p w e r c k waervan de herten oft sluyt- leeren [...] connen afslaen ende haer selven verbreeden soo dat sy d o o r t versleyten hoe langer hoe dichter w o r d e n " .17 In 1674 bedacht Nicolaes D r o m e r s een p o m p die niet alleen met m i n d e r m o e i t e m e e r w a t e r kon v e r z e t t e n , m a a r b o v e n d i e n

" z y n d e dese pompen oock seeckerder. dan alle andere P o m ­ pen, die tot noch toe in gebruyk syn geweest". Kapitein T h o ­ mas Togoodt k w a m in 1675 met een " I n v e n t i e die met cleyne costen in t werck gesteld c o n d e werden, o m m e met de Arbeyt van twee man, en den tyt van en uyr uyt te halen veertigh ton

w a t e r " !1 8 Ondertussen ( 1 6 7 1 - 1 6 7 7 ) sleutelden de gebroeders Van der Heyden aan een verbeterde p o m p ten b e h o e v e van de brandspuit en introduceerden zij de leren w a t e r s l a n g .1 4 M e n was d u s goed in staat o m met d o o r m e n s k r a c h t a a n g e d r e v e n p o m p e n g e d u r e n d e langere tijd een b o u w p u t zodanig droog te houden dat graven en b o u w e n o n d e r de grondwaterlijn m o g e ­ lijk waren. Houten b e s c h o e i i n g e n , bekleed met leer, werden gebruik als r e m m i n g van in de b o u w p u t terugstromend grond­

w a t e r .2 0 A a n g e z i e n er werd g e w e r k t met h y d r a u l i s c h e t r a s ­ mortel kon m e n in geval van nood het w e r k o n d e r b r e k e n , omdat uitharding in water geen probleem was.

In N i e u w k o o p circuleert een verhaal over een drijvende kel­

der die buiten zijn uiteindelijke b e s t e m m i n g , het huis D o r p s ­ straat 116 (afb. 10), zou zijn g e m a a k t .2 1 De overlevering wil dat de kelderbak in de Voorwetering werd gemetseld en ver­

v o l g e n s via de o p e n g e l e g d e kade (!) het huis zou zijn binnen­

g e v a r e n . M e t s e l e n o p het w a t e r is vrijwel o n m o g e l i j k . Een pakket van m a a r drie lagen massief m e t s e l w e r k (niet genoeg v o o r een drijvende keldervloer) overschrijdt al r u i m s c h o o t s het drijfvermogen van de houten b a s i s v l o e r van de kelder­

b a k .2 2 De g e m e t s e l d e vloer zinkt dus al lang voor b e g o n n e n kan worden met het optrekken van de zijwanden.

De basis van de bak zelf bestond d o o r g a a n s uit een rooster-

(9)

1 7 0 B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5

Afb. II. Basisrooster voormalige Lange Houtstraat 28 Amsterdam (foto ca. 1982. Wiard Krook. Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam)

(10)

B U L L E T I N KNOB 2 O O 7 - 4 / 5 171

Afb. 12. Varianten van klamplaagmetselverbanden (tek. Dik de Roon 2004)

werk (dergelijke roosters werden ook voor vaste keldervloeren gebruikt). Twee lagen stevige houten balken werden kruislings met een overkeping op elkaar bevestigd. Soms werd er ook een plankenlaag tussen de twee balklagen a a n g e b r a c h t .2 3 O p die constructie werd een dikke planken vloer gelegd die als basis diende voor de gemetselde bak en zo stijf mogelijk was, zodat eventueel ongelijk verdeelde druk niet tot vervorming en dus scheurvorming in het metselwerk zou leiden (afb. 11).

De g e m e t s e l d e bak k r e e g een z e e r d i k k e b o d e m van s o m s wel acht lagen van b a k s t e n e n .2 4 De zijwanden waren s o m s tot a n d e r h a l v e meter hoog. De tekening van C o e n r a a d H o e n e k e r uit 1768 toont z i j w a n d e n van m a a r zestig c e n t i m e t e r h o o g , zodat de waterlijn maar tien centimeter onder de rand van de bak zou staan! De d r i j v e n d e k e l d e r in het huis O u d e z i j d s A c h t e r b u r g w a l 155, g e b o u w d in 1644 (kelder mogelijk later) in o p d r a c h t van de k e r k m e e s t e r s van d e Waals H e r v o r m d e G e m e e n t e suggereert dat dergelijke lage zijwanden d a a d w e r ­ kelijk w e r d e n u i t g e v o e r d .2 5 De z i j w a n d e n waren d o o r g a a n s uit drie lagen m e t s e l w e r k o p g e b o u w d : aan de buitenzijde een m u u r van een halve steen dik in halfsteens verband, waarte­

gen aan de b i n n e n z i j d e t w e e z o g e n a a m d e k l a m p l a g e n van stenen op-hun-plat werden a a n g e b r a c h t . Om s c h e u r v o r m i n g d w a r s d o o r de dikte van het m e t s e l w e r k te v o o r k o m e n , werd het patroon van het metsel verband per laag z o d a n i g g e w i j ­ zigd of verschoven dat voegen in verschillende lagen metsel­

werk niet met elkaar samenvielen. De toepassing van speci­

fieke m e t s e l v e r b a n d e n in de op e l k a a r a a n g e b r a c h t e platte lagen van de zijwanden vormt een karakteristiek k e n m e r k van drijvende kelders (afb. 1 2 ) .2 6 Veel vloeren van vaste kelders, waarin men g r o n d w a t e r p r o b l e m a t i e k kon v o o r z i e n , w e r d e n met een dergelijk dik pakket van g e m e t s e l d e lagen aangelegd.

D e a a n s l u i t i n g van de b o d e m en het o p g a a n d e m e t s e l w e r k , die de kim wordt g e n o e m d , v o r m d e een k w e t s b a a r punt. In m e e r d e r e k e l d e r s is de k i m later opgedikt met een gemetseld trasraam of - nog later - een betonnen p l i n t .2 7 Met de t o e p a s ­ s i n g van veel lagen m e t s e l w e r k in d e b o d e m ontstond e e n d i k k e v l o e r m e t v o l d o e n d e g e w i c h t t e g e n het drijf vermogen, zodat de bak diep genoeg in het water kwam te liggen.

Van achttiende- en n e g e n t i e n d e - e e u w s e kelders is bekend dat men in het metsel verband van d e k e l d e r b o d e m een gat uit­

spaarde w a a r d o o r men het g r o n d w a t e r in de kelder liet o p k o ­ m e n , zodra het m e t s e l w e r k w a s voltooid. D a t deed men ten b e h o e v e van een goede uitharding van de toegepaste h y d r a u ­ lische mortel. Daarna werd dit z o g e n a a m d e lokgat w e e r met een houten stop gedicht en p o m p t e m e n de kelderbak l e e g .2 8

Die stop hoefde niet boven de onderste laag m e t s e l w e r k uit te k o m e n en v o r m d e d u s nauwelijks een v e r z w a k k i n g van de b o d e m , omdat er zoveel lagen m e s t e l w e r k o p k o n d e n worden aangebracht als de bodem dik w a s . Z e werden zo keurig in

1 6 5 1

Afb. 13. Impressie wateroverlast eerste helft zeventiende eeuw (naar Buisman 2000)

(11)

112

B U L L E T I N K N O B 2 0 0 7 - 4 / 5

Ajb. 14. Dijkdoorbraak St. Anthonisdijk bij Houtwael in 1651. Schilderij Willem Schellinks lAmsterdams Historisch Museum!

het b e s t a a n d e verband van de vloer dicht gemetseld. Mogelijk pasten ook de z e v e n t i e n d e - e e u w e r s het lokgat al toe. Veel drijvende kelders werden bekleed met transparant geglazuurde rode plavuizen van ongeveer 21 x 21 c m of wit geglazuurde tegels van ongeveer 13 x 13 cm. Een aantal werd slechts voor­

zien van een laag stucwerk of bleven onafgewerkt. O p de rand werd doorgaans een vlakke afdekking tot bijna aan de bouw­

muur aangebracht, vermoedelijk om te voorkomen dat kleine spullen tussen de b o u w m u u r en de rand van de bak k o n d e n vallen of o m waterdamp uit de tussenruimte te remmen.

Watervast metselwerk

D e aanleg van drijvende k e l d e r s stelde de n o d i g e t e c h n i s c h e e i s e n a a n het m e t s e l w e r k . O n g e v e e r a c h t e e u w e n na de aftocht van de R o m e i n e n rond 4 0 0 na Chr. uit de N e d e r l a n ­ den beleefde de kunst van uit klei g e b a k k e n steen hier een w e d e r g e b o o r t e . De voordelen van trastoeslag in de k a l k m o r - tel waren (al) aan het eind van de vijftiende e e u w b e k e n d .2 9

Aan het werk van de m e t s e l a a r werden in die p e r i o d e , toen de ' h o u t e n s t a d ' geleidelijk ' v e r s t e e n d e ' , steeds h o g e r e eisen g e s t e l d , net als aan de s a m e n s t e l l i n g van m e t s e l m o r t e l s . W a a r de R o m e i n e n p u z z o l a a n - a a r d e v a n v u l k a n i s c h e o o r ­ s p o n g in hun mortel t o e p a s t e n , voegden de H o l l a n d s e metse­

laars tras toe om hun mortel in water te k u n n e n laten uithar­

d e n . T r a s is niets a n d e r s dan fijngemalen tufsteen (van v u l ­ kanische o o r s p r o n g ) , die o n d e r m e e r in het B r o h l - en Nettedal in de Eifel werd a a n g e t r o f f e n .3 0 De h y d r a u l i s c h e e i g e n s c h a p - u i t h a r d i n g in w a t e r - die d e mortel d o o r de t r a s t o e s l a g k r e e g , m a a k t e m e t s e l w e r k van h o g e kwaliteit o n d e r de water­

lijn mogelijk.

Trasmortel bestond uit een mengsel van g e b r a n d e en gebluste s c h e l p - of steenkalk en tras. Tegen het einde van de z e v e n ­ tiende e e u w werd D o r d r e c h t het middelpunt van de interna­

tionale trashandel. D o r d t s C e m e n t werd een k w a l i t e i t s s t a n ­ daard en zou dat blijven tot men in de laatste decennia van de achttiende e e u w begon te e x p e r i m e n t e r e n met i n h e e m s e toe­

slagen. Het d o o r Adriaan de B o o y s ( 1 7 2 1 - 1 8 0 4 ) in 1783 uit­

g e v o n d e n A m s t e r d a m s C e m e n t met g e m a l e n r o o d g e b r a n d e zeeklei als toeslag, later voortgezet als U t r e c h t s C e m e n t of C a z i u s - c e m e n t , v o r m d e de e e r s t e i n h e e m s e c o n c u r r e n t i e .3 1

M e t de uitvinding van P o r t l a n d c e m e n t d o o r de E n g e l s e m e t ­ selaar Joseph Aspdin ( 1 7 8 8 - 1 8 5 5 ) in 1824 werd de basis voor het m o d e r n e portlandcement gelegd en v e r d w e n e n de vroege hydraulische mortels naar de a c h t e r g r o n d .3 2

N a a s t een g o e d e mortel w a s een g o e d e steen en een u i t g e ­ kiend m e t s e l v e r b a n d n o d i g om de b o u w van een d r i j v e n d e kelder tot een goed einde te brengen. Een op regelmaat gesor­

teerde harde steen, ook wel trasklinker g e n o e m d , w a s vereist voor de bak van een drijvende kelder.

(12)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7- 4 / 5 173

Drijvende kelders vormen niet de eerste g e m e t s e l d e construc­

ties w a a r andere dan de bekende gestrekte patronen van met- selverbanden werden toegepast. Er werd al ver voor de zeven­

tiende e e u w gemetseld in gekruist op elkaar geplaatste lagen.

Voorbeelden hiervan gaan terug tot vroeg in de veertiende e e u w . De k r u i s l a g e n werden t o e g e p a s t in b o u w w e r k e n als s t a d s m u r e n , kastelen, kloosters en kerken: z o n d e r uitzonde­

ring zeer dikke m u r e n .3 3

Mogelijk werd met de toepassing van kruislagen beoogd een constructieve versterking te realiseren. Er lijkt een verband te bestaan tussen het verschijnen van v u u r w a p e n s in deze stre­

ken in de tweede helft van de veertiende e e u w en de t o e n a m e van de toepassing van kruislagen. Verdere o v e r w e g i n g e n kun­

nen zijn geweest: optimaal hergebruik van restanten baksteen en versnellen van het drogen van de mortel d o o r voegen niet boven elkaar te p l a a t s e n .3 4 Hoe het ook zij, duidelijk is dat er al in de m i d d e l e e u w e n ook in Hollandse steden werd g e λ x p e ­ rimenteerd met elkaar k r u i s e n d e metsellagen en dat hierbij vrijwel zeker de o v e r w e g i n g van c o n s t r u c t i e v e versterking een rol speelde.

Die o v e r w e g i n g werd ongetwijfeld ook bij de o n t w i k k e l i n g van drijvende kelders g e m a a k t , want behalve waterdichtheid waren s a m e n h a n g en sterkte van de gemetselde kelderbakken zeker van belang. Vooral wanneer de kelderbak o n e v e n w i c h ­ tig werd belast (door bijvoorbeeld in een van de hoeken m e e r goederen o p te slaan) moesten de s c h r a n k e n d e krachten (of torsie) worden o p g e v a n g e n . Door het aanbrengen van d i a g o ­ n a l e , e l k a a r k r u i s e n d e m e t s e l l a g e n w o r d e n de lijnen w a a r ­ langs lastafdracht plaatsvindt in de zijwanden aanzienlijk ver­

l e n g d .3 5 Gezien dit verband tussen kruislagen in dikke m u r e n en de kruisende lagen in drijvende kelders is het mogelijk dat de ervaringen met kruislagen hebben bijgedragen tot het ont­

staan van het metselprincipe van drijvende kelderbakken.

Fluctuerend grondwaterpeil

A m s t e r d a m lag laag in een waterrijke o m g e v i n g en stond in open v e r b i n d i n g met de z e e . D e stad had e e u w e n l a n g te maken met een continu fluctuerend stadswaterpeil als gevolg van eb en vloed. Te laag water veroorzaakte het rotten van p a a l k o p p e n d i e b o v e n d e g r o n d w a t e r s p i e g e l k w a m e n . Te h o o g water v o r m d e een b e d r e i g i n g v o o r de k e l d e r v l o e r e n . B o v e n d i e n v e r o o r z a a k t e n s t o r m r a m p e n r e g e l m a t i g e x t r a wateroverlast. Vooral wanneer a a n h o u d e n d e storm leidde tot langere periodes van extreem hoog water, w a s het stadspeil niet te handhaven en steeg het grondwaterpeil zodanig dat te diep gelegen keldervloeren d o o r de o p w a a r t s e waterdruk, ook wel A r c h i m e d e s k r a c h t g e n o e m d , open spatten en lekgedrukt werden. Het w a s een moeilijke o p g a v e o m de marges waar­

binnen de grondwaterspiegel fluctueerde te minimaliseren.

S t o r m r a m p e n teisterden A m s t e r d a m al in het prilste begin van de stad. In 1170 rukte de Zuiderzee als gevolg van een s t o r m ­ vloed zover in zuidwestelijke richting o p , dat de open verbin­

ding met de zee een heel directe en permanente dreiging voor o v e r s t r o m i n g e n van de Amstel en de Vecht via het IJ ging vormen.3*' E n k e l e decennia later werd de Amstel afgedamd.

Daarna o n t v o u w d e zich een lange ontwikkelingsgeschiedenis van dijken, d a m m e n , sluizen en a n d e r e w a t e r b o u w k u n d i g e w e r k e n , zoals w i n d g e m a l e n .3 7

Als een van de h o o g t e p u n t e n in de A m s t e r d a m s e w a t e r g e ­ schiedenis staat de aanleg van de Amstelsluizen te boek. D e z e w e r d e n g e b o u w d o p initiatief van b u r g e m e e s t e r J o h a n n e s Hudde (1628-1704) en k w a m e n gereed in 1674. De stadsboe- z e m s werden van de A m s t e l b o e z e m g e s c h e i d e n . Het steeds c o m p l e x e r g e w o r d e n stelsel van b o e z e m s met verschillende waterpeilen binnen d e stadsmuren was nauwelijks o n d e r c o n ­ trole te houden. Voordien had H u d d e , die w i s - en natuurkun­

d i g e w a s , zich als s c h e p e n van A m s t e r d a m al ingezet o m w a t e r b o u w k u n d i g e aanpassingen ter beheersing van het stads­

peil te r e a l i s e r e n .3 8 Vaak wordt a a n g e n o m e n dat de A m s t e l ­ sluizen een s u c c e s v o l l e a a n w i n s t in de b e h e e r s i n g van dat peil v o r m d e n , m a a r dat moet worden gerelativeerd. De ambi­

tie o m de functies van schutten bij hoog water, doorspoelen van vervuild g r a c h t e n w a t e r en v l o e d k e r i n g te c o m b i n e r e n bleek hoog gegrepen.3'' Bovendien: al wist men een deel van het niveauverschil als gevolg van eb en vloed in de stad terug te b r e n g e n , incidenteel n a t u u r g e w e l d bleef een factor van belang.

Vele verslagen van dergelijke rampen zijn bewaard gebleven.

Een g r e e p van vier d e c e n n i a uit e e u w e n wateroverlast (afb.

13). In 1610 teisterde een zware noordwesterstorm de N o o r d ­ zeekust van V l a a n d e r e n , Zeeland en Holland g e d u r e n d e drie weken, die de z o g e n a a m d e Emerentiavloed tot gevolg had. In A m s t e r d a m sloeg het d o o r de s t o r m v l o e d o p g e s t u w d e IJ- water een gat in de t o e n m a l i g e Sint Anthonisdijk. Het water stroomde nabij de Stormsteeg, die toen zijn naam kreeg, de stad in. Het feit dat het welwater een directe bedreiging voor het huis van b u r g e m e e s t e r B o o m v o r m d e , zal ertoe hebben bijgedragen dat na de vloed de straten met dijkfunctie op last van de magistraat werden o p g e h o o g d . Zelfs de relatief hoog gelegen Warmoesstraat stond o n d e r w a t e r .4 0

In 1624 kwam het gevaar uit een andere hoek. Nadat in j a n u ­ ari de Lekdijk bij Vreeswijk bezweek o n d e r de druk van krui­

end ijs en een groot deel van het land o v e r s t r o o m d e , volgde in maart een doorbraak van de Maasdijk. Een e n o r m e water­

m a s s a b e w o o g zich naar het noorden. Bij Woerden wierp men een dam o p om het water naar het Amstelland en de v e e n g e ­ bieden te leiden. D e e x t r e e m h o g e w a t e r s t a n d die dit tot gevolg had, maakte zelfs de stadssluizen onbruikbaar, zodat in A m s t e r d a m de straten overstroomden en het water de hui­

zen i n l i e p .4 1 In 1625 berichtte een ooggetuige: "dat het water in de Z u y d e r z e e . en binnen A m s t e r d a m so hoogh liep, als o p Alderheylighen vloet in den Jare 1570 tot op anderhalf d u y m getekent aen den D a m s l u y s . . . 's N a c h t s te een twee ueren [...] stont het water bynaest o p het m i d d e n van den D a m . "

Onder andere aan het Rokin stroomden de kelders v o l .4 2

In 1627 o v e r s t r o o m d e alweer een groot deel van A m s t e r d a m als gevolg van een s t o r m v l o e d .4 3 In 1637 werd de Zuiderzee h o o g o p g e s t u w d d o o r n o o r d w e s t e r s t o r m . Een p l a a t s e l i j k e vloed o v e r s t r o o m d e A m s t e r d a m zodanig dat men met schuit­

j e s d o o r de straten voer, aldus T o b i a s van D o m s e l a e r .4 4 In 1651 stelde dezelfde Van D o m s e l a e r een b e e l d e n d verslag

(13)

' 7 4 B U L L E T I N KNOB 2 O O 7 - 4 / 5

van de v l o e d als g e v o l g van een n o o r d w e s t e r s t o r m o p :

" O m t r e n t den middagh was het water op zijn hooghst, en wel drie d u y m e n hooger, als d' Allerheyligen Vloedt geweest w a s . 't w e l c k o o c k aan d ' A c h t b : M a g i s t r a a t wiert a a n g e d i e n t . Z u l k s d a t m e n het Water o v e r den N i e u w e n Dijk en War- m o e s t r a a t zagh heen v l o e y e n , en de K a p e l s t e e g h en veel andere met schuytjens bevaren wierden. Dies al wat in Kel- d e r s , P a c k h u y z e n . en Loysen etc. op geslooten stondt, van 't water overvallen wierdt: veel K o o p m a n s c h a p p e n b e d o r v e n , g o e d e r e n , half v e r d r o n k e n , w i e r d e n met yver. o p w a a r d t s g e h a a l d t " .4 5 O o k d e Sint A n t h o n i s d i j k (afb. 14) b e z w e e k , waardoor de hele lage binnenstad o v e r s t r o o m d e , inclusief de Anthonismarkt (de huidige N i e u w m a r k t ) . Die doorbraak van de stadsdijken waren het directe g e v o l g van een d o o r b r a a k van de D i e m e r z e e d i j k .4 6

Het minimaliseren van niveauverschillen d o o r eb en vloed in het stadspeil vormde geen permanente oplossing. Incidenteel natuurgeweld bleef een niet in te d a m m e n risico. In 1675, een j a a r na de a a n l e g van de A m s t e l s l u i z e n , j o e g een z w a r e n o v e m b e r s t o r m het water alweer over de Nieuwendijk en de Warmoesstraat. Zelfs de daarna d o o r H u d d e geïnitieerde aan- leg van een stelsel van hoogwaterkeringen bleek niet afdoen- d e .4 7 Weliswaar kon met succes de watervloed als gevolg van storm en o p s t u w i n g van het zeewater worden gekeerd, m a a r de keldervloeren vrijwaren van te hoog stijgende o p w a a r t s e waterdruk w a s er nog steeds niet bij. T u s s e n 1682 en 1691 w e r d e n de k e r i n g e n 194 (!) keer g e s l o t e n . D a a r t o e w e r d besloten w a n n e e r het z e e w a t e r m i n s t e n s 18 d u i m (ruim 4 6 c m ) steeg boven het nagestreefde s t a d s p e i l .4 8 Die h o o g t e kon oplopen tot meer dan anderhalve m e t e r en hield s o m s meer dan e e n w e e k a a n , zodat het n a g e s t r e e f d e s t a d s p e i l . het grondwaterpeil d u s . o n d e r grote druk k w a m .

Tot hier en niet verder

D o o r de verordening uit 1701 had het stadbestuur zich in een lastige positie g e m a n o e u v r e e r d . Het naar de burgers verplaat- sen van de verantwoordelijkheid om keldervloeren minimaal een d u i m boven het grondwaterpeil aan te leggen schiep de verplichting om dat peil op een veilige hoogte te handhaven.

De natuur bleek A m s t e r d a m na 1701 even ongustig gunstig gezind als daarvoor en voor degenen die geen drijvende kel- der aanlegden was het leed nog lang niet geleden. De acht- tiende eeuw o n t v o u w d e zich met stormen, a a r d b e v i n g e n en watervloeden als een ware teistering voor de s t a d .4 9 Het stabi- liseren en handhaven van het stadspeil w a s een te hoog gegre- pen doel.

In de achttiende eeuw liep de "Generale Opsigter van Stads Wateren en S l u y s e n ' ongetwijfeld n o g menig conflict tegen het lijf. Men bleef verwoed pogen doeltreffende maatregelen te vinden. De blik raakte steeds m e e r gefixeerd o p de nog altijd nog niet afgesloten verbinding met zee. Pas in de t w e e - de helft van de negentiende eeuw werd met de aanleg van de Oranjesluizen in 1871 de Z u i d e r z e e , nog steeds in open ver- binding met de N o o r d z e e , afgesloten van het IJ. Deze sluizen leverden in combinatie met s t o o m b e m a l i n g en een voldoende

Afb. 15. Drijvende kelder Herengracht 354 Amsterdam, vastgezet met gedraaide stijlen (foto Dik de Roon 2004)

h o g e z e e w e r i n g uiteindelijk het v u r i g g e w e n s t e s t a b i e l e waterpeil in de stad o p .5 0 De Zuiderzee werd nu definitief uit de stad gekeerd. Z o w e l het neutraliseren van de marge tussen e b en vloed, als het elimineren van de extra overlast van inci- denteel extreem hoge waterstanden waren nu een feit. Daar- mee w a s de rol van de drijvende kelder in de stad uitgespeeld.

M e n begon de drijvende kelders te k o p p e l e n aan de vaste b o u w m a s s a van het huis.

Drijvende kelders na 1871

Als gevolg van het vastzetten van de kelderbak ondergingen de drijvende kelders in Amsterdam na 1871 ingrijpende bouwkun- dige veranderingen. Hoezeer de drijvende kelder zijn nut in de bestrijding van huiselijke wateroverlast ook had bewezen, de variabele toegankelijkheid en de beperking van noodzakelijke e v e n w i c h t i g e opslag werden na 1871 ervaren als o n n o d i g e nadelen. O p de rand van de kelderbak werden stijlen aange- bracht die onder de balklaag erboven werden klemgezet. Die stijlen bestonden uit eenvoudige houten balken, ze konden ook worden opgetrokken uit metselwerk en in een aantal gevallen werden er zelfs fraai geprofileerde in hout gedraaide stijlen gebruikt, zoals in Herengracht 354 (afb. 15). Het stabiele stads- peil dat na de aanleg van de Oranjesluizen werd vastgesteld was zodanig laag dat de meeste kelders onderin de kelderput konden worden vastgezet zonder een grote opwaartse water- druk te hoeven weerstaan. De ondergrens vormden uiteraard de paalkoppen van funderingen. Horizontale stabilisering van de kelderbakken werd verkregen door de ruimte tussen de bouw- muren en het o p g a a n d e metselwerk van de kelderbak vol te storten met puin en zand. De rand werd vervolgens (opnieuw) afgedekt met plavuizen die nu tegen de b o u w m u u r werden geschoven en daarop aansloten met een voeg. Er werd vaak

(14)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7- 4 / 5 175

Afb. 16. Fragment zijwand drijvende kelder Herengracht 269 Amsterdam. I en 2 klamplagen, 3 halfsteens buitenwand. 4 bouwmuur van het huis, 5 later aangebrachte betomnantel (tek. Dik de Roon 2004)

een vaste trap aangebracht als vervanger voor de los in de bak aangebrachte trap o m de aansluiting op de kelderentree een gestabiliseerde positie te geven.

Tijdens en na het vastzetten bleef niet elke kelderbak water­

dicht. Niet in elk huis was de ondergrond waarop de bak werd vastgezet even vlak. Vaak vertonen drijvende kelders daarom tekenen van maatregelen tegen lekkage, waardoor ze steeds moeilijker als drijvende kelders herkenbaar zijn. S o m m i g e kre­

gen alleen een extra dikke bodem, maar andere een lage gemet­

selde of betonnen bak onder in de kelderbak of zelfs een volle­

dig bewapende, dikke betonnen binnenmantel die ook de rand van de bak bedekte, zoals in Herengracht 269 (afb. 16). In een aantal gevallen verschillen ze uiterlijk nauwelijks nog van vas­

te kelders die een zware funderingsverbetering ondergingen.

Buiten A m s t e r d a m

Het verschijnsel drijvende kelder blijkt zich vooral te hebben beperkt tot H o l l a n d s e steden en d o r p e n , hetgeen gezien de frequent lage l i g g i n g van de b e b o u w i n g ten o p z i c h t e van plaatselijke g r o n d w a t e r p e i l e n niet verwonderlijk is. Vooral s t r o o m g e b i e d e n b e h o r e n d e tot g e t i j d e n r i v i e r e n . o n t g o n n e n veengebieden in verbinding met polders die een functie in het o p v a n g e n van overtollig a a n g e v o e r d r e g e n w a t e r hebben en laaggelegen land achter een kustlijn, vormen steeds terugke­

rende ' b i o t o p e n ' v o o r drijvende kelders. D e z e geografische

k e n m e r k e n karakteriseren het H o l l a n d s e landschap. Hier is.

zoals lange tijd in A m s t e r d a m het geval w a s , het stabiliseren van het grondwaterpeil een heikele o p g a v e , zodat opwaartse w a t e r d r u k als b e d r e i g i n g v o o r k e l d e r v l o e r e n een g e d u c h t e factor vormt.

De b e k e n d s t e d r i j v e n d e k e l d e r buiten A m s t e r d a m bevindt zich in E d a m , dat e v e n a l s A m s t e r d a m o n d e r i n v l o e d stond van de grillen van de Zuiderzee. Deze kelder bevindt zich in het E d a m s M u s e u m , op D a m p l e i n 8. een v o o r m a l i g k o o p ­ manshuis uit o m s t r e e k s 1540. De kelder stamt vermoedelijk uit de z e v e n t i e n d e of achttiende e e u w en g e n o o t enige tijd bekendheid als e n i g e nog werkelijk drijvende kelder in Hol­

land, m a a r i n m i d d e l s is duidelijk dat o o k N i e u w k o o p n o g steeds functionerende exemplaren bezit.5 1 De bekendste daar­

van bevindt zich in het huis Dorpsstraat 116 waar de Archi- medeskracbt zich in 2 0 0 4 op bijzondere wijze manifesteerde.

Het grondwaterpeil w a s zodanig gestegen dat een fles bekneld raakte tussen de rand van de kelderbak en de balklaag. Nadat de flessenhals een centimeter in de balk was g e d r u k t en de fles nota bene heel bleef, liep de kelderbak vol en zonk. De bak werd vervolgens leeggepompt en drijft inmiddels w e e r .5 2 N i e u w k o o p ligt in het noordelijke stroomgebied van de O u d e Rijn. Het waterrijke veengebied rondom de plaats heeft een belangrijke verdeelfunctie in de afwatering, wat een stabiel grondwaterpeil in de w e g staat.

Ook Reeuwijk ligt in dit veengebied, maar dan ten zuiden van

(15)

' 7 6 B U L L E T I N K N O B 2 O O 7- 4 / 5

Afb. 17. Drijvende kelder in de Zeehoeve aan de Diemerzeedijk (foto Dik de Roon 2004)

de O u d e Rijn. Behalve die rivier speelde hier o o k de Hol­

landse IJssel een rol. De relatief j o n g e Reeuwijkse drijvende kelder in de m u s e u m b o e r d e r i j van S t r e e k m u s e u m O u d h e i d k a ­ m e r ( O u d e w e g 3) stamt uit 1 9 0 7 . " Blijkbaar was er zelfs na a a n v a n g van de twintigste e e u w nog steeds a a n l e i d i n g om drijvende kelders aan te leggen. De stad Leiden o n d e r v o n d e v e n e e n s invloed van de O u d e Rijn. Samen met de N i e u w e Rijn en de M a r e h a d d e z e een z o d a n i g d e s t a b i l i s e r e n d e invloed o p het grondwaterpeil dat ook Leidenaren overgingen tot de aanleg van drijvende kelders. In het Leidsch Jaarboekje uit 1945 w e r d een e x e m p l a a r o p g e t e k e n d . Deze heeft zich b e v o n d e n in een a m b t s w o n i n g op het terrein van sanatorium Rhijngeest in Oegstgeest, achter het paviljoen d e r eerste klas­

s e .5 4 In de Vechtstreek k w a m e n d r i j v e n d e k e l d e r s met e e n zekere r e g e l m a a t v o o r .5 5 In de b u i t e n p l a a t s Vrede en Rust S t r a a t w e g 30 in de g e m e e n t e Breukelen bleef de drijvende kelder b e w a a r d . Het huis stamt v e r m o e d e l i j k uit het begin van de achttiende eeuw. Vooralsnog is niet duidelijk of ook d e drijvende kelder die o u d e r d o m heeft.

De d r i j v e n d e kelders in de g e n o e m d e kleinere plaatsen in Holland zijn d o o r g a a n s n e g e n t i e n d e - e e u w s of jonger. Deze kelders zijn over het algemeen wat kleiner van stuk. Z e kon­

den met het voortschrijden van de techniek makkelijker wor­

den gerealiseerd, waardoor ze minder als luxeartikel golden dan in het z e v e n t i e n d e - en a c h t t i e n d e - e e u w s e A m s t e r d a m . Het enige b e k e n d e A m s t e r d a m s e n e g e n t i e n d e - e e u w s e e x e m ­

plaar dateert van na 1871 e n bevindt zich in de Z e e h o e v e aan de D i e m e r z e e d i j k . Dit perceel ligt buiten het w a t e r b e h e e r - singsgebied dat werd afgesloten door de Oranjesluizen waar­

toe de binnenstad b e h o o r t .5 6 Deze drijvende kelder, die rond 1880 moet zijn aangelegd, werd nooit vastgezet, o m d a t de e b - en v l o e d v e r s c h i l l e n en de invloed van s t u w i n g d o o r h a r d e wind van de tot IJsselmeer getransformeerde Z u i d e r z e e een minder stabiel grondwaterpeil bleven veroorzaken. Ook hier liet de A r c h i m e d e s k r a c h t zich van zijn g r i m m i g e kant zien.

De kelder bevindt zich o n d e r het gehele houten w o o n h u i s aan de voorzijde van de hoeve (afb 17). Toen verzetstrijders de Diemerpolder, die bijna t w e e meter onder N A P ligt. in 1945 onder water zetten, k w a m de drijvende kelder ver o m h o o g en begon tegen de kelderbalklaag te drukken. Het houten voor­

huis dreigde d o o r de e n o r m e opwaartse kracht uit zijn positie gelicht te worden. De boer, die zich dit niet liet welgevallen, sloeg vervolgens de keldervloer lek w a a r d o o r de kelderbak zonk en het huis o p zijn grondvesten behouden bleef.5 7 Of in andere H o l l a n d s e steden, waar drijvende kelders zijn aangetroffen, zoals Leiden en E d a m , ooit verordeningen van gelijke strekking als de A m s t e r d a m s e uit 1701 zijn uitgevaar­

digd, is vooralsnog niet d u i d e l i j k .5 8 Niet overal heeft water- problematiek tot dezelfde ontwikkeling geleid. Dordrecht lijkt o p het eerste o o g typisch een stad waar de drijvende kelder zich had kunnen bewijzen, maar ze zijn er tot op heden niet aangetroffen. Een deel van de binnenstad ligt buitendijks en

(16)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5 177

h o o g r i v i e r w a t e r heeft e r r e g e l m a t i g vrijspel in d e s t r a t e n . -9

D e verschillen zijn hier mogelijk te e x t r e e m o m een d r i j v e n d e k e l d e r goed te laten functioneren. Wellicht d a a r o m kozen de D o r d t e n a r e n veelal v o o r een o p s t r a a t n i v e a u g e l e g e n ' k e l d e r ' of ' o n d e r v e r d i e p i n g ' en niet v o o r d e veel d i e p e r l i g g e n d e d r i j ­ v e n d e k e l d e r s .

J a a r r i n g e n

Of d e d r i j v e n d e k e l d e r d a a d w e r k e l i j k e e n A m s t e r d a m s e uit­

vinding is. blijft v o o r a l s n o g onduidelijk. Het vroegst g e d o c u ­ m e n t e e r d e v o o r b e e l d in A m s t e r d a m is tot nu toe het g e n o e m ­ d e H e r e n g r a c h t 3 8 6 d o o r P h i l i p s V i n g b o o n s , d a t e r e n d uit 1663. M a n i e r e n o m d e o u d e r d o m van e e n d r i j v e n d e k e l d e r te a c h t e r h a l e n zijn a r c h i e f o n d e r z o e k ( m e t n a m e g e d a t e e r d e b e s t e k k e n ) en d a t e r e n d j a a r r i n g e n o n d e r z o e k van de h o u t e n b a s i s r o o s t e r s w a a r o p d e k e l d e r b a k k e n w e r d e n g e m e t s e l d .6 0 Veel k a n s e n o m d a t z o g e n o e m d e d e n d r o c h r o n o l o g i s c h e o n d e r z o e k te verrichten d o e n zich e c h t e r niet voor. De d r i j ­ v e n d e k e l d e r s die nog w o r d e n a a n g e t r o f f e n wil m e n g r a a g b e h o u d e n en b e s c h e r m e n als cultureel erfgoed; ook w a n n e e r ze geen deel u i t m a k e n van b e s c h e r m d e m o n u m e n t e n . Alleen v e r n i e t i g i n g m a a k t o n d e r z o e k van het hout van d e b a s i s r o o s ­ ters m o g e l i j k . Een e n k e l e keer n o o d z a a k t f u n d e r i n g s h e r s t e l tot het (gedeeltelijk) verwijderen van een k e l d e r b a k . V a n w e g e d e m e e s t a l b e p e r k t e t e c h n i s c h e m o g e l i j k h e d e n is s l e c h t s in u i t z o n d e r i n g s g e v a l l e n o n d e r z o e k mogelijk, m a a r die g e l e g e n ­ heid zal het Bureau M o n u m e n t e n & A r c h e o l o g i e met beide h a n d e n aangrijpen o m het b i j z o n d e r e f e n o m e e n d r i j v e n d e k e l ­ d e r verder te k u n n e n o n t s l u i e r e n .

N o ten

1 Dit artikel is een herziene en uitgebreide versie van het eerder ver­

schenen artikel D. De Roon. 'Metselen in verband met natte voeten.

Gemetselde drijvende kelders in Amsterdam' In: J. Gawronski. F.

Schmidt en M.-Th. van Thoor (red.). Amsterdam Monumenten &

Archeologie 4. Amsterdam 2005. 68-79. Dank aan G. van Tussen­

broek voor zijn suggesties o p het gebied van geschreven bronnen.

: Een lichaam geheel of gedeeltelijk ondergedompeld in vloeistof ondervindt een opwaartse kracht gelijk aan het gewicht van de ver­

plaatste vloeistof. Hierdoor vermindert het gewicht van de verplaatste vloeistof. H. van Maanen. Archimedes Newton Murphy, Amsterdam 2004. 9.

v D. de Roon. ' D a n maar de lucht in. Verhoging van Amsterdamse woonhuizen', in: J. Gawronski. F. Schmidt. M.-Th. van Thoor (red.).

Amsterdam Monumenten & Archeologie 3. Amsterdam 2004. 34-43.

35.

4 Het bouwen van kelders in laaggelegen, leemachtige ondergrond ver­

onderstelt waterdicht metselwerk. Om het binnenpersen van lekwater tegen te gaan werd een rechthoek van metselwerk met (waterdichte) trasmortel en trasklinkers toegepast, het z.g. trasraam.

5 Ch. van den Heuvel. 'De Huyshou'. A reconstruction of an iinfinished treatise on architecture, town planning and civil engineering by Simon Stevin, Amsterdam 2005. 252-256.

6 Het huis werd in 1663 gebouwd in opdracht van Karei Gerards. K.

Ottenheym. Philips Vingboons (1607-1678) architect. Zutphen 1989.

250 en Tweede deel van de Afbeeldsels der voornaemste gebouwen uyt alle die Philips Vingboons geordineert heeft. Amsterdam 1674. 4 en plaat 3 1 .

7 Bijvoorbeeld spouwmuren in het ontwerp van Vredenburg in de Beemster tussen 1639 en 1642 (niet uitgevoerd). Ottenheym 1989, 210. Zie ook Ben Kooij. 'De Spouwmuur in oude Nederlandse bui­

tenhuizen: Een eerste verkenning van de oudste voorbeelden', in:

Monumenten en bouwhistorie. Jaarboek Monumentenzorg 1996.

Zwolle/Zeist 1996. 80-85.

s Handvesten; ofte privilegiλn ende octroyen; mitsgaders willekeuren.

costuimen, ordonnantiλn en handelingen der stad Amstelredam etc.

Amsterdam. II dln. 1748. Dl 2. 726. 727.

" De Lutherse metselaarsbaas en makelaar te Amsterdam Coenraad Hoeneker. wiens eerste bekende werk een tekening van de kap van het Amsterdamse Herenlogement in Den Haag was (1736). Hij was de metselaar van het Burgerweeshuis (1746-1756) en maakte tekenin­

gen en bestek van de Evangelisch Lutherse Kerk in Den Haag (1757).

In 1768 ontwierp hij het Evangelisch Lutherse Diaconiehuis aan de Nieuwe Keizersgracht, waarvan hij de bouw in 1769 niet meer beleef­

de. R. Meischke e.a.. Huizen in Nederland; Amsterdam. Architectuur­

historische verkenningen aan de hand van het bezit van de Vereniging Hendrhk de Kexser. Zwolle 1995. 76. 92. 98, 113 (met dank aan G.

van Nieuwstadt).

'" Stevin schreef over de functie het volgende: 'Kelders syn tot ver- scheyden saken der huyshouding seer dienstelick. want die svvinters warm wesende. sonder vorst, soo syn Bier. Wijn. Broot, Asyn. en ander vochticheden die deur den vorst verderven, daer in versekert: ' t Somers wort de spijs daer lange in verwaert sonder styncken. den dranck coel sonder versuyren: Voort sijnt bequame plaetsen. om daer in te leggen coomschappen of goeden die vochticheyt lyden mogen of vereyschen. oock branding als turf en hout. wastobben, leedige vaten, en ander noodigen huysraet die haer bedeckte plaets behouven. Droo- ge diepe kelders, connen oock dienen om t'somers eenige uyren sdaechs daer in te vertrecken. geduerende de groote bange hitte: De vloeren der camers commende op de overwelfs syn drooch en gesont.

daerse anders sonder kelders gemeenlick vochtich zijn.' Van den Heu­

vel 2005.252-256.

1 1 Meischke e.a. 1995. 326-329. Een reconstructietekening van H.J.

Zantkuijl vormt een hypothese omtrent de achttiende-eeuwse toestand van Herengracht 580 dat in 1672 werd gebouwd in opdracht van stadssecretaris Dirck Schaep. De atypische vorm van de gecomparti- menteerde kelder aan de straatzijde lijkt niet zonder concrete restan­

ten tot stand te kunnen zijn gekomen.

1 2 De drijvende kelder in Herengracht 354 zal sneuvelen, omdat een ingrijpend funderingsherstel handhaving onmogelijk maakt. Bureau Monumenten & Archeologie probeert om dendrochronologisch en ander onderzoek te verrichten tijdens de ontmanteling van de kelder, die helaas niet o p tijd plaatsvindt om nog in dit artikel te kunnen beschrijven.

1 3 Een tekening van H.J. Zantkuijl geeft deze situatie weer. Meischke e.a. 1995.314.

1 4 In de vroege vijftiende eeuw trad - voornamelijk in Italiλ - een aan­

merkelijke verfijning van de z u i g e r p o m p op. H. Straub, Die Geschichte der Bauingenieurskunst. Ein Oberblick von der Antike bis

(17)

178 B U L L E T I N K N O B 2 O O 7- 4 / 5

in die Neuzelt. Basel 1949. 104. 105.

1 5 G. Doorman. Octrooien voor uitvindingen in de Nederlanden uit de 1&-18' eeuw met bespreking van enkele onderwerpen uit de geschie­

denis der techniek, 's-Gravenhage 1940, 274.

"• Doorman 1940. 114.

1 7 Doorman 1940. 193.

I S Doorman 1940. 243.

''' Doorman 1940. 38. 39.

:" J.G. van Dillen, Bronnen tot de geschiedenis van het bedrijfsleven en het gildewezen van Amsterdam, derde deel 1633-1672. 's-Gravenhage 1974.586.

: i Vriendelijke mededeling Hans Vrij moed Leiden.

2 2 Het soortelijk gewicht van Noors grenen is 0.7 kilogram per d m ' ; het soortelijk gewicht metselwerk is 2 kilogram per dm3; de combinatie van 1 m-! metselwerk - 2 ton - geplaatst op 3 m ' Noors grenen - 2.1 - ton zinkt al in water. S.I. Wiselius. Houtvademecum. Almere 2005.

2 ! Vriendelijke mededeling A. Lagerweij. voormalig medewerker afde­

ling Archeologie BMA.

2 4 Als in de aanzichtzijde van metselwerk, zijmuur of vloer, het grootste vlak van de metselsteen zichtbaar is. is deze op-zijn-plat gebruikt.

2 3 Meischke e.a. 1995. 184.

2 6 De Roon 2004. 74-75.

2 7 De Roon 2004. 7 1 .

2 8 Vijf delen waterdicht metselwerk wegen evenveel als negen delen water. J.C. Wattjes. Constructies van gebouwen. Deel I. Muren, schoorsteenen. kelders, funderingen en rioleeringen. Amsterdam 1922.418.

2'' 1525. platte dak Markiezenhof in Bergen op Zoom belegd met "thy- ras' (tras) en 'tegelse stenen*. A. Heerding. Cement in Nederland.

IJmuiden 1971, 20.

3 0 In de zeventiende eeuw namen de Hollanders zelf initiatieven om de trasproductie te verzekeren en trokken de internationale trashandel geheel naar zich toe. In 1682 bouwde de Hollander Bernhard van Santen zelfs een trasmolen in Brohl aan de Rijn om de tufsteen ter plaatse tot tras te vermalen. Heerding 1971. 17-24.

3 1 Heerding 1971. 29-49 en RW. Scharroo. Cement en beton oud en nieuw. Geschiedkundig overzicht van de ontwikkeling van de beton- techniek van de oudste tijden tot heden. Amsterdam 1946. 59-61.

3 2 Heerding 1971. 54-55.

3 3 Veertiende-eeuwse voorbeelden zijn onder andere aangetroffen in 's- Hertogenbosch. Leiden. Dordrecht. Heemstede. Lisse en ook in Amsterdam. Ook in de eeuwen daarna werden de kruislagen veelvul­

dig toegepast. R.J.W.M. Gruben. "Metselen in baksteen, de vroegste toepassingen van kruislagen: een aanzet tot inventarisatie", in: Res­

tauratievademecum RDMZ. RV. 3 7 . Zeist 1995.75-81.

3 4 Gruben 1995. 75-81.

i ? Gruben 1995. 75-81.

3 6 A. van Maaren. Sluizen en gemalen in Amsterdam. Onderzoek naai­

de functie, geschiedenis, ontwikkeling en waardering van monumen­

tale sluizen en gemalen 1850 - 1940. Doctoraalscriptie Erasmus Uni­

versiteit Rotterdam. Rotterdam z.j.. 20.

5 7 Windbemaling kwam in de vijftiende eeuw tot ontwikkeling. G.R van de Ven (red.). Leefbaar laagland. Geschiedenis van de waterbeheer­

sing en landaanwinning in Nederland. Utrecht 1993. 104.

'8 Van Maaren z.j.. 30. 3 1 .

» De Roon 2004. 78.

4 0 J. Buisman. Duizend jaar weer. wind en water in de lage landen. Deel 4: 1575-1675, Franeker 2000. 267.

J Buisman 2000. 355-358.

4 2 Buisman 2000. 375. 376.

j ; Buisman 2000. 393.

4 4 Buisman 2 0 0 0 . 4 4 4 .

4 ? Buisman 2000. 513.

1 6 Buisman 2 0 0 0 . 5 1 3 .

4 7 Van Maaren z.j.. 27.

4 8 J. Buisman. Duizend jaar weer. wind en water in de lage landen. Deel 5: 1675-1750, Franeker 2006. 879

4 9 Van Maaren z . j . . 28 en K. Hogenes. Costelijck Stadswater. De geschiedenis van de waterhuishouding in vogelvlucht. Amsterdam

1997,57.

5» Hogenes 1997, 67.

5 1 Onder de aandacht gebracht door K. Vork.

5 2 Vriendelijke mededeling K. Vork en J. van der Lippe.

! http:/7wvvw.struinenenvorsen.nl/site/mc/l/12/1874/200/over+ons/

deelnemers/deelnemerslijst/streekmuseum+reeuwijk.html

? J H. C. Jelgersma, 'Een drijvende kelder', in: Leidsch Jaarboekje.

Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en Rijn­

land 37(1945). 166, met dank aan T. Hermans en E. Orsel.

5 3 http://www.breukelen.nl/index.php7simaction.

5 6 Met dank aan S. van Heezik.

^ Vriendelijke mededeling mevr. C. Bakker-Hennipman. dochter van Cornelis Hennipman. de boer die de Zeehoeve in 1945 met zijn gezin bewoonde: met dank aan S. van Heezik.

5 8 Ze worden niet genoemd in Meischke 1995. Wat Leiden betreft, is niet uit te sluiten dat er in latere aanvullingen op het laatste keurboek van 1658 verordeningen over de maximale diepte van keldervloeren voorkomen, maar dit specifieke thema is in het Leids archief, zover bekend, niet systematisch onderzocht. (Dank aan J. Droge). Ook in Edam is dit onderwerp, zover bekend, niet systematisch onderzocht.

(Dank aan H. Boonstra en C. Boschma).

5 9 Vriendelijke mededeling A. van Engelenhoven.

4 0 Bureau Monumenten & Archeologie is in 2006 gestart met het nemen van houtmonsters t.b.v. datering en vastelling van de herkomst van het bemonsterde hout. Geschikte gelegenheden voor het nemen van monsters van funderingshout onder drijvende kelderbakken hebben zich nog niet voorgedaan (en komen sowieso weinig voor). In de toe­

komst hoopt BMA de kansen die zich aandienen te kunnen benutten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een complete routine samengesteld met 98% natuurlijke ingrediënten, veganistisch en siliconenvrij voor diep gevoed, zacht en gezond uitziend haar..

 Zorg dat het kind genoeg te doen heeft, dat het zich niet verveelt.  Wees alert op vervagende grenzen in wat acceptabel is en wat niet (denk aan taalgebruik, erdoorheen

De steun, onze steun (ja, we zijn met veel meer) is er voor jou. Die steun is er altijd geweest. Alleen door alle ruis of programma’s, zoals jullie het nu noemen, is dit lange

De projectmanager van het project Zeeweringen van de Dienst Zeeland van het Directoraat- generaal Rijkswaterstaat draagt hierbij over aan waterschap Scheldestromen de

persconferentie afwachten, dan volgt daarna bericht van de bisschop waarin zij de vertaalslag maken naar de kerken en vervolgens moeten wij dat weer vertalen naar onze kerk, die

Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten van de gemeente, die worden

Vervolgens heeft deze zomer het college samen met de ambtelijke organisatie gekeken welke taken onze gemeente uitvoert en of sommige taken misschien gestopt kunnen worden.. Door

Weest blij en kroon de ware Koningszoon, Hij is de Heer.. Weest blij en kroon de ware Koningszoon, Hij is