Linear algebra 2: exercises for Section 8 (part 2)
Ex. 8.8. Let V be the 3-dimensional vector space of polynomials of degree at most 2 with coefficients in R. For f, g ∈ V define the bilinear form φ: V × V → R by
φ(f, g) = Z
1−1
Hele tekst
−1
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Show that ||f || as defined above is equal to the largest absolute value of an eigenvalue of
The notation hx, yi denotes the subspace spanned by x and y, and of course has nothing to do with an inner
[Note: for any function f the inner products with this list of functions is the sequence of Fourier coefficients of f
This is an alternative proof of Theorem 3.3 in Michael Stoll’s “Linear Algebra II” (2007).
Linear algebra 2: exercises for Section
Ant- woorden , met bewijzen en getuigschriften, intezenden vóór of op den laatsten September 184(5. Daar men als brandstof, voor technisch gebruik, in vele gevallen , waar
In class we calculated the relationship between the radius of gyration, R g , and the root-mean square (RMS) end-to-end vector R for a Gaussian polymer coil. a) What three
Toon dan aan dat de som van de kwadraten van de oppervlaktes van de drie driehoeken die O als een van de hoekpunten hebben gelijk is aan het kwadraat van de oppervlakte van de