• No results found

Vraag nr. 288 van 29 juni 1998 van mevrouw MARIJKE DILLEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 288 van 29 juni 1998 van mevrouw MARIJKE DILLEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 288 van 29 juni 1998

van mevrouw MARIJKE DILLEN KVS – Brusselse subsidieverplichtingen

Weerom staat vast dat de verplichte subsidie van de stad Brussel aan de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) voor het seizoen 1996-1997 onvoldoende was. Dit is reeds de derde maal op drie jaar tijd. Dergelijke houding van de stad Brus-sel is moeilijk aanvaardbaar.

1. Reeds drie jaar is de decretaal verplichte subsi-die onvoldoende.

Kan de minister mij per jaar een overzicht geven van de uitgekeerde subsidie door de stad Brussel enerzijds en de decretaal verplichte sub-sidie anderzijds ?

2. De Vlaamse regering heeft een afwijking toege-staan aan de KVS.

Wat is de juiste omvang van deze afwijking ? Wat waren de afwijkingen toegestaan voor de twee vorige jaren ?

3. Dergelijke houding van de stad Brussel is moei-lijk aanvaardbaar.

Welke stappen zijn ondertussen genomen naar het stadsbestuur toe, teneinde tot een oplossing te komen en de stad Brussel te verplichten haar decretaal opgelegde plichten na te leven ? Antwoord

1. Ook in het seizoen 1993-1994 was de decretaal gevraagd bijdrage van de stad Brussel onvol-doende, zodat dit probleem reeds rees sinds de inwerkingtreding van het podiumkunstende-creet. Hierna volgt het overzicht van de tijdens de voorbije vier speelseizoenen door de stad Brussel aan de Koninklijke Vlaamse Schouw-burg uitgekeerde subsidies enerzijds, en van de door het podiumkunstendecreet van 27 januari 1993 gevraagde financiële bijdragen anderzijds.

Speelseizoen Reële subsidie

Gevraagde subsidie Verschil

93-94 30.000.000 40.875.000 -10.875.000 94-95 36.901.500 41.799.000 - 4.897.500 95-96 41.802.998 42.752.146 -949.148 96-97 41.803.000 42.922.362 -1.119.362

2 en 3. De door de Vlaamse regering voor de voor-bije vier seizoenen toegestane afwijkingen bestonden hierin, dat de Koninklijke Vlaamse Schouwburg zijn erkenning en subsidiëring voor die vier seizoenen mocht behouden. Normaal gezien had de KVS die erkenning en subsidië-ring kwijtgespeeld, met terugbetaling van de reeds van de Vlaamse Gemeenschap ontvangen subsidies tot gevolg. De KVS kon immers niet het bewijs leveren dat aan de subsidiëringsvoor-waarde, bepaald in artikel 10 van het podium-kunstendecreet, werd voldaan. Tegelijkertijd was de KVS voor de naleving van de bepalingen in dat artikel 10 volledig afhankelijk van de stad Brussel. Het zou echter absurd zijn geweest de KVS voor de niet-naleving van artikel 10 te bestraffen, aangezien de KVS op het probleem van de te lage financiële bijdragen van de stad Brussel geen enkele greep heeft.

Aan heel deze kwestie ligt een dieper, tweevou-dig probleem ten grondslag.

In de eerste plaats verleent het podiumkunsten-decreet van 27 januari 1993 aan de Vlaamse minister bevoegd voor de Cultuur geen speciaal toezicht op lagere besturen (provincies of gemeenten), waardoor hij dan ook geen bevoegdheid bezit om tegen bepaalde lagere besturen sancties uit te spreken, wanneer die in gebreke zouden blijven artikel 10 van het podi-umkunstendecreet na te leven. De Vlaamse minister bevoegd voor Binnenlandse Aangele-genheden oefent wel het gewoon administratief toezicht uit op de lagere besturen, en via hem kan de Vlaamse minister bevoegd voor de Cul-tuur bijgevolg desnoods druk laten uitoefenen op die lagere besturen welke in gebreke blijven voormelde bepaling van het podiumkunstende-creet uit te voeren.

Dit gewoon administratief toezicht, een gewest-bevoegdheid, geldt krachtens de staatsrechtelij-ke bevoegdheidsverdeling echter niet ten aan-zien van de stad Brussel. De Vlaamse minister bevoegd voor de Cultuur, of zelfs de Vlaamse regering kan de stad Brussel dan ook niet ter verantwoording roepen of verplichten om het artikel 10 van het podiumkunstendecreet na te leven.

(2)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 (Belgisch Staats- blad 27 juni 1998) tot gelijkwaardigheid van de aanvraag tot afwijking voor de ontwikkelingsdoe- len

Bij besluit van 21 januari 1997 heeft de Vlaamse regering beslist de regeling voor de aanmoedi- gingspremies uit te breiden die voor de herverde- ling van de arbeid kunnen

a) Met de Universiteit Gent sluit de Vlaamse regering jaarlijks een overeenkomst af rond het Steunpunt Intercultureel Onderwijs (ICO). Het steunpunt werd opgericht in 1995.

In ruil voor dit sponsorschap geniet DIV de volgende exclusie- ve voordelen die moeten bijdragen tot de uitstr- aling en de promotie van Vlaanderen als inves- teringsplaats

In het kader van de beslissing van de Vlaamse regering om één groot en één klein bedrijf voor de productie van geïntegreerde circuits (chips) naar Vlaanderen te halen, heeft de

Wordt deze financiële tegemoetkoming jaarlijks verlengd, teneinde aan de respectievelijke uni- versiteiten de gelegenheid te geven aan plan- ning op langere termijn te

Zijn er in het kader van aanvragen voor de perioden aangeduid onder 1, problemen geweest vanwege de Europese Commissie.. Zo ja, voor

Wat is het bedrag dat jaarlijks door De Lijn op de begroting moet worden gereserveerd voor de herstelling en vervanging van beschadigde voor- werpen ten gevolge van vandalisme?.