Vraag nr. 79 van 3 maart 2000
van de heer DOMINIEK LOOTENS-STAEL Schoolverzuim – Islamitische feestdagen
In het tijdschrift Klasse van maart 2000 lees ik op pagina 19 een artikeltje met betrekking tot de isla-mitische feestdagen. Zo maakt het artikel melding van de islamitische feestdagen die niet waren opge-nomen in een kalender met de schoolvakantieda-gen die verscheen in het januarinummer. "Zo vie-ren de Turkse en Marokkaanse mensen in ons land traditioneel op andere dagen andere feesten dan wij hier in V l a a n d e r e n . Misschien leuk om weten voor die scholen en leerkrachten die die dagen eventueel met afwezige leerlingen rekening moe-ten houden", aldus het blad Klasse.
Het feit dat het tijdschrift Klasse dit met zoveel woorden schrijft, impliceert dat de scholen inder-daad op onder meer het Offerfeest (Marokko, A i d el Kebir op 15 maart ; Tu r k i j e, Kurban Bayrami op 16 maart) met heel wat schoolverzuim af te reke-nen zullen krijgen. Verder maakt het artikel nog gewag van een Turks Feest voor de Kinderen (Coçuk Bayrami op 23 april) en een Turkse Sport-en Jeugddag (GSport-enclik ve Sporbayrami op 19 mei). Wellicht bestaan er nog meer feesten, die niet in het artikel worden genoemd.
Kan de minister cijfergegevens meedelen met be-trekking tot schoolverzuim naar aanleiding van is-lamitische feestdagen ?
Welke maatregelen werden er preventief genomen naar aanleiding van de vermelde islamitische feest-dagen teneinde het onwettig afwezig blijven van is-lamitische kinderen te beperken of tegen te gaan ?
Antwoord
De regelgeving inzake afwezigheden van leerlingen in het secundair onderwijs voorziet in de mogelijk-heid tot van rechtswege gewettigde afwezigmogelijk-heid voor een beperkt aantal religieuze feestdagen die inherent zijn aan de door de Grondwet erkende le-vensbeschouwelijke overtuiging van de leerling. Concreet gaat het om de islam en de joodse religie. Voor de islam gaat het om het Suikerfeest en het O f f e r f e e s t . Voor deze twee feesten bestaat de mo-gelijkheid om telkens niet meer dan één dag ge-wettigde afwezigheid te krijgen. De voorwaarde is
dat de ouders vooraf melden dat hun zoon/dochter op die feestdag afwezig zal blijven.
Deze maatregel heeft vooral organisatorisch be-lang voor de school : zo verdwijnt de vaagheid op het terrein waar scholen in het verleden dikwijls werden geconfronteerd met weinig controleerbare en meestal niet vooraf afgesproken afwezigheden. Nu kunnen scholen duidelijkheid verschaffen aan de ouders omtrent hun rechten en bestaat meteen de mogelijkheid om de afwezigheden voor deze aangelegenheid te beperken tot de vooraf vastge-stelde – en dus bekende – dagen. Dat maakt het de school gemakkelijker om zich op de aangekon-digde afwezigheden te organiseren, zeker indien het om een grotere groep leerlingen gaat.
Wat cijfergegevens betreft, kan tentatief worden gebruikgemaakt van gegevens uit het experiment " l e e r p l i c h t c o n t r o l e " , waarbij de afwezigheden nauwgezet werden gevolgd ter voorbereiding van de nieuwe regelgeving.
Gemiddeld genomen waren er in de onderzochte groep per dag 1.500 leerlingen afwezig (op 21.213). Het aantal lag meestal gespreid tussen 1.250 en 1.800.
Op 29 januari (het Suikerfeest voor de Marok-kaanse gemeenschap) waren er in totaal 2.940 leer-lingen afwezig. Op 30.01.98 (het Suikerfeest voor de Turkse gemeenschap) ging het om 2.217 leerlin-g e n . 655 jonleerlin-geren waren op 29.01.98 én 30.01.98 af-w e z i g. 463 leerlingen af-waren gedurende een langere periode afwezig dan 29.01.98 en 30.01.98, en dus om een andere reden dan het suikerfeest. H e t offerfeest viel in 1999 op 7 en 8 april, in de paasva-kantie.