Vraag nr. 60 van 21 januari 1998
van de heer DOMINIEK LOOTENS-STAEL S a m e n w e r k i n g s a k k o o rd kijk- en luistergeld Brussel – Tweetaligheid
Op 25 juli 1997 werd een samenwerkingsakkoord afgesloten met de Franse Gemeenschap over de inning van het kijk- en luistergeld in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Uit het verslag van de Commissie van Fi n a n c i ë n van de Franse Gemeenschap (Stuk 197 (1997-1998) – nr. 2) blijkt dat de dienst die met deze inning belast zal zijn, onder leiding zal komen te staan van een Franstalige ambtenaar, die blijkbaar niet ver-plicht zal zijn ook Nederlands te kennen. Te v e n s zou moeten blijken dat, juridisch en vanuit de fei-t e n , geen enkele ambfei-tenaar in deze diensfei-t fei-tweefei-ta- tweeta-lig hoeft te zijn. In principe kunnen dus zowel de Nederlandstalige als de Franstalige ambtenaren in deze dienst eentalig zijn, en is elke communicatie tussen hen onmogelijk. Anderzijds lijkt het voor de hand te liggen dat deze Franstalige leidend ambte-naar zeggenschap zal hebben over de Nederlands-talige ambtenaren die in deze dienst zullen worden tewerkgesteld.
1. Kan de minister bevestigen dat met de Fr a n s e Gemeenschap overeengekomen is dat deze dienst onder leiding komt te staan van een Franstalige ambtenaar ?
Zo ja, waarom werd niet bedongen dat deze dienst onder leiding van een Vlaams ambtenaar dient te staan ?
2. Welke zeggenschap zal deze Franstalige leidend ambtenaar hebben over de Vlaamse personeels-leden die onder hem staan ?
3. In welke taal zal de communicatie verlopen van deze leidend ambtenaar met de Vlaamse perso-neelsleden waarover hij zeggenschap heeft ?
Antwoord
1. Het samenwerkingsakkoord betreffende de inning van het kijk- en luistergeld in Brussel werd principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering op 9 september 1997, maar werd nog niet door het Vlaams Parlement bekrachtigd. In dit akkoord is in artikel 7 § 2 enkel vermeld dat de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend
ambtenaar van een verschillende taalrol moeten zijn. In artikel 7 § 3 is tevens opgenomen dat de gemeenschapsministers van Financiën in onder-linge overeenstemming de regels van het dage-lijks bestuur bepalen, alsmede de bevoegdheids-delegatie.
Tot op heden werden die nog niet vastgelegd, vermits het samenwerkingsakkoord nog niet goedgekeurd is. Ook werden nog geen onder-handelingen begonnen met betrekking tot de leiding van deze dienst.
2 en 3. De communicatie tussen de personeelsleden onderling en met de leidend ambtenaar en adjunct-leidend ambtenaar zal verlopen zoals wettelijk is bepaald voor tweetalige besturen.