Vraag nr. 65
van 14 december 2004
van de heer JAN ROEGIERS
Beroepsbrandweerlieden – Anciënniteit als vrij- williger
Deze vraag handelt over de vaststelling van de al- gemene bepalingen betreffende het geldelijk in aanmerking nemen van de diensten verricht door vrijwilligers van openbare brandweerdiensten aangeworven als beroepsbrandweerlieden.
Het betrokken koninklijk besluit (KB) van 20 maart 2002, bij de opstelling waarvan de gewest- regeringen werden betrokken, stelt onder meer:
"Onverminderd het koninklijk besluit van 20 juni 1994 (…) wordt hun, voor de berekening van de bezoldiging een anciënniteit toegekend die gelijk is aan alle dienstjaren die zij gepresteerd hebben als vrijwilliger bij een openbare brandweerdienst".
Door de afkondiging van dit KB is op het terrein een ongelijkheid ontstaan. Iemand die bijvoor- beeld vrijwilliger was sedert 1988 en in 1997 de mogelijkheid kreeg om over te stappen naar het beroepskader, nam geen enkele geldelijke anciën- niteit mee, terwijl een collega die eveneens sedert 1988 vrijwilliger was en de overstap naar het be- roepskader maakte na het KB in 2002, veertien jaar geldelijke anciënniteit meeneemt. Dat maakt een aanzienlijk verschil in brutoloon.
Ondanks het feit dat financiële beloning voor brandweerlieden zelden de belangrijkste motive- rende factor is bij de beroepskeuze, kunnen derge- lijke situaties tot wrevel leiden binnen de korpsen.
1. Kan de minister de ongelijkheid die voort- vloeit uit het voormelde, met betrokkenheid van de gewestregeringen opgestelde KB beve- stigen ?
2. Welke initiatieven neemt hij om deze situatie recht te trekken ? Welke timing stelt hij daarbij voorop ? Gaat hij op korte termijn aandringen bij de federale regering om dit KB te wijzigen ? 3. Gaat de minister ervan uit dat er in een com-
pensatie moet worden voorzien voor de be- trokken brandweerlieden, bijvoorbeeld door de toekenning van hun anciënniteit met terugwer- kende kracht ?
Antwoord
Het antwoord op deze vraag behoort tot de be- voegdheid van de federale regering, in casu die van de federale minister van Binnenlandse Zaken.