• No results found

Opgave 4 De opmars van de robot

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Opgave 4 De opmars van de robot"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

www.examenstick.nl www.havovwo.nl

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2018-I

Opgave 4 De opmars van de robot

Bij deze opgave horen de teksten 4 tot en met 6 en figuur 2.

Inleiding

Deze opgave gaat over de gevolgen van het gebruik van robots en andere machines in de samenleving.

Gebruik tekst 4.

In tekst 4 beschrijft de econoom Richard Freeman een gedachte-experiment over robotisering. In de opzet van dit

gedachte-experiment is een sociaalwetenschappelijk paradigma te herkennen.

2p 21 Leg uit welk sociaalwetenschappelijk paradigma in het

gedachte-experiment te herkennen is. Gebruik in je antwoord:  twee kenmerken van het gekozen paradigma;

 informatie uit tekst 4 over ieder kenmerk.

Noem in je antwoord de naam van het gekozen paradigma.

Gebruik figuur 2.

In figuur 2 is een verschil in de ontwikkeling van het werkgelegenheidsaandeel van routinematige en dat van non-routinematige taken af te lezen.

3p 22 a Geef voor dit verschil in ontwikkeling uit figuur 2 een mogelijk gevolg voor verhoudingen tussen werknemers op de arbeidsmarkt.

b Leg het gevolg uit met gebruik van:

 de toelichting bij figuur 2;  het begrip cultureel kapitaal;

 het kernconcept sociale ongelijkheid.

De mate waarin een nieuwe technologie maatschappelijk zal worden geaccepteerd is van verschillende factoren afhankelijk. Volgens het sociaalconstructivisme-paradigma is dit van andere factoren afhankelijk dan volgens het rationele actor-paradigma.

2p 23 Geef voor elk van de twee paradigma’s een factor die de mate van acceptatie van nieuwe technologie kan beïnvloeden. Gebruik in je antwoord voor elk paradigma een kenmerk van dat paradigma.

(2)

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2018-I

Gebruik tekst 5.

Tekst 5 is een fragment uit het onderzoeksrapport naar robotisering van het Rathenau Instituut. De wijze waarop een samenleving omgaat met robotisering kan per cultuur verschillen. Hofstede onderscheidt

verschillende culturele dimensies, zoals onzekerheidsmijding.

2p 24 Leg uit dat de dimensie onzekerheidsmijding herkenbaar is in tekst 5.

Gebruik in je uitleg:

 lage of hoge onzekerheidsmijding;  een voorbeeld uit tekst 5.

Gebruik tekst 5.

Het Rathenau Instituut heeft in opdracht van de Tweede Kamer onderzoek gedaan naar robotisering. In tekst 5 staat een aantal aanbevelingen van het Rathenau Instituut aan de Tweede Kamer voor beleid rondom

robotisering.

2p 25 Leg uit welke politieke stroming het meest te herkennen is in de

aanbevelingen in tekst 5. Gebruik in je uitleg:  een uitgangspunt van de gekozen stroming;  een voorbeeld uit tekst 5.

Noem in je antwoord de naam van de gekozen stroming.

Gebruik tekst 6.

Het proces van politieke besluitvorming in bijvoorbeeld de Tweede Kamer kan beschreven worden met verschillende modellen. Het systeemmodel onderscheidt verschillende fasen en subfasen in het proces van politieke besluitvorming.

2p 26  Welke fase uit het systeemmodel is te herkennen bij de politieke besluitvorming in tekst 6?

(3)

www.examenstick.nl www.havovwo.nl

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2018-I

Opgave 4 De opmars van de robot

tekst 4

Econoom Richard Freeman over het robottijdperk

Mijn stelling is eenvoudig: ongeacht of de technologische vooruitgang arbeidsbesparend,

kapitaal-besparend, skill-biased1) is of niet, en

5 ongeacht hoe snel robots of andere

machines de menselijke kennis en kunde evenaren of overtreffen, het effect van de nieuwe technologieën op het welzijn van mensen in de hele

10 wereld wordt bepaald door de vraag

wie de eigenaar is van de nieuwe technologieën.

Een gedachte-experiment laat zien waarom de eigendomsvraag zo

15 belangrijk is.

Stel je voor dat we robots/machines creëren die onze werkzaamheden zo goed kunnen nabootsen dat ze ons geheel zouden kunnen vervangen en

20 dat ze zouden verdienen wat wij nu

verdienen. Zouden we dan beter of slechter af zijn? Als we zelf eigenaar zouden zijn van onze

plaats-vervangers, zouden we onze huidige

25 inkomsten hebben, plus de

vrijgekomen tijd die we naar believen kunnen besteden.

We zouden ook een andere

productieve activiteit kunnen zoeken,

30 eventueel tegen een lager loon. Dus

zouden we beter af zijn. Echter, als anderen de robots zouden bezitten, zouden wij werkloos zijn en op zoek moeten naar ander werk tegen

35 minder betaling. De eigenaars van de

robots zouden de beloning opstrijken van de machines waaraan we onze baan zijn kwijtgeraakt. (…) Zij zouden beter af zijn, wij slechter.

bron: www.wrr.nl, 2015

noot 1 skill-biased = technologische vooruitgang die bepaalde vaardigheden bevoordeelt

(4)

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2018-I

figuur 2

Ontwikkelingen in werkgelegenheidsaandeel van volledig routinematige en niet-routinematige taken, 1996-2012 4% %-puntverandering t.o.v. 1996 0% -2% -4% 2% jaartal 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 Legenda: non-routine analytisch routine handvaardig non-routine interactief routine cognitief naar: www.wrr.nl, 2015 Toelichting

Routinematige taken worden op een standaardwijze uitgevoerd, terwijl niet-routinematige taken aanpassingsvermogen van de werknemer vergen. Niet-routinematige taken vragen om creativiteit, probleemoplossend vermogen, flexibiliteit en andere vaardigheden, waarbij de gewenste acties van de

werknemer niet vooraf te bepalen zijn.

(5)

www.examenstick.nl www.havovwo.nl

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2018-I

tekst 5

Maatschappelijk verantwoorde innovatie

De overheid kan (…) kansen creëren door te stimuleren dat veel meer mensen hun brood kunnen verdienen in de digitale economie. Toegang tot

5 internet is niet voldoende voor

effectief gebruik van ICT-diensten, of voor het kunnen produceren van digitale goederen en diensten om daarmee de kost te kunnen

ver-10 dienen. Dat betekent investeren in

digitale vaardigheden. Ook het ontwikkelen van inclusive

technology1) speelt hierbij een rol. Het gaat dan onder andere om

15 technologie voor mensen met een

(lichte) beperking en om inclusive innovation: innovatie ten behoeve van vooral arme bevolkingsgroepen en het centraal stellen van de

20 gebruiker en gebruikersgemak.

bron: Rathenau Instituut, 2015

tekst 6

Werken aan de robotsamenleving

In de Tweede Kamer, specifiek in de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, werd de nood-zaak gevoeld om meer inzicht te

5 krijgen in de gevolgen van de

techno-logische ontwikkelingen voor de arbeidsmarkt. Men wilde proactief met dit belangrijke onderwerp aan de slag gaan. De Tweede Kamer heeft

10 zodoende het Rathenau Instituut

gevraagd een rapportage op te

stellen waaruit duidelijk wordt, wat er

vanuit de wetenschap bekend is over de invloed van technologische

15 ontwikkelingen op de arbeidsmarkt,

en op de welvaart in de loop der tijd. Een dergelijke studie is belangrijk om de inzichten uit de wetenschap en de lessen uit de geschiedenis te

20 gebruiken als basis voor het politieke

debat. Zo kunnen bepaalde ‘mythes’ ontkracht, en blinde vlekken

ingekleurd worden.

bron: Rathenau Instituut, 2015

noot 1 inclusive technology = gebruiksvriendelijke technologie, waarmee meer mensen gebruik kunnen maken van de beschikbare technologie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Sinds vorig jaar zijn er in het noorden van Vlaanderen een opmerkelijk aantal waarnemingen van het Twaalfvleklieveheersbeestje Vibidia duodecimguttata als bijvangst in de

Wanneer er gecorrigeerd werd voor vetgehalte, lagen de concentraties in het spierweefsel van baars hoger dan in het spierweefsel van paling (Bijlage 6; Figuur 4).. In de IJzer werd

Dit oplopend verschil in werkgelegenheidsaandeel kan zorgen voor een ongelijke verdeling van kansen op de arbeidsmarkt tussen huidige werknemers en toekomstige werknemers /

Bij het wetenschappelijk onderzoek naar het energieverbruik bij vliegen, zowel bij vogels als bij vliegtuigen, wordt onderzocht in hoeverre alle vogels=. schaalmodellen van

4° in voorkomend geval, een kopie van het verslag van de deskundige, vermeld in § 2, laatste lid; 5° in voorkomend geval, een kopie van de kwalificatie van het betreffende

Ondanks het feit dat daarmee geen sprake is van een verboden samenloop (ne bis in idem) van twee bestraffende sancties omdat de intrekking niet als zodanig wordt aangemerkt, komt de

Tabel 8: Territoria van broedvogels van de Bijlage I in de compensatiegebieden en in het Vogelrichtlijngebied 3.6 (2005).. De totale doelstelling werd verdeeld over de

- Het is onduidelijk welke inventarisatiemethode gevolgd wordt: op welke manier de trajecten afgebakend worden en welke kensoorten (gebruikte typologie) specifiek worden