• No results found

EN PIJ ERS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "EN PIJ ERS "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

en

DOORNEN

EN PIJ ERS

Z

o heeft dan, ten slotte, dr. de Kort zijn keuze gemaakt en geopteerd voor een samenwerking met de VVD in het te vormen Ka- binet. Dit heeft verontwaardiging gewekt, rûert alleen bij de PvdA, maar ook in één bepaalde - linkse hoek van het Katholieke kamp. Die verontwaarèliging is, menselijk, wel te begrijpen. Wanneer men weken lang alles gedaan heeft om de Hbe- ralen buiten het regeringskasteel te houden, is het falen van dat pogen een bittere pil.

Op het ogenblik, waarop wij dit schrijven, zijn dr. de Kort's motie- ven voor het terzijde stellen van so- cialistische medewerking niet be- kend. Zijn aanvankelijke gedrags- lijn behoeft verduidelijking. Wat hiervan ook moge zijn, men kan in de linkse Katholieke vleu- gel, tezamen met de PvdA, de verontwaardiging overdrijven. Ze- ker, er zijn zes weken gebruikt om tot een conclusie te komen, die bij objectieve waarnemers voor de hand lag. Maar het hoofdmotief voor de formatie welke dr. de Kort thans voor ogen staat, is de uitslag der verkiezingen. Uit deze stembus- uitslag sprak met onmiskenbare duidelijkheid de wens der kiezers:

voortzetting in grote lijnen van het beleid; gevoerd door het Kabinet-de Quay. Hieraan te tornen, schijnt ons een wellicht aangename, maar volmaakt nutteloze sport. De kie- zers hebben, door de PvdA vijf ze- tels te onthouden, zonneklaar gema- nifesteerd vóór het beileid-de Quay.

Het was immers de PvdA die vier jaar lang tegen dit beleid een fu- rieuse oppositie heeft gevoerd.

Wanneer men daar tegenover stelt, dat de VVD toch ook drie ze- tels verloren heeft, vergeet men één ding. Vergeleken bij de Staten-

~erkiezingen 1962 vertoont - in te- genstelling tot de PvdA - de VVD

weer het begin van een opgaande lijn.

* * *

I

ntussen ligt hier voor de late- re geschiedsohrijver stof voor een episch verhaal. Dat ver- haal zou, kort samengevat, als volgt moeten luiden.

Er was eens een formateur. Zijn naam was dr. W. L. P. M. de Kort.

Hij vond vóór zich een "bouwste- nen"-program. Dat was gemaakt door zijn in ieder opzicht grote voorganger prof. mr. C. P. M.

Romme. Uit de bouwstenen ontwik- kelde de formateur een basis. Op

sommige punten was zijn basis-pro- gram exact. Op andere zeer vaag.

Drie fracties waren er - en wel KVP, ARP en CRU- welke dr. de Kort in ieder geval bij zijn forma- tie wilde betrekken. Van de andere twee - VVD en PvdA - moest in de loop der onderhandelingen blij- ken, of zij "erbij" zouden horen. Of ook - veel groter kans - wie van

Donderdag 27 juni 1963 - No. 736

IE 8

Gesprek met een _jong Kamerlid

beide zich door niet-aanvaarden zou laten uitrangeren.

De heer de Kort, zo heette het, bevond zich "op rozen". Geheel los van de vraag, of dit een soliede of prettige zitplaats is, gaf dit hem het tactisch voordeel, liberalen en so- cialisten tegen elkaar te kunnen uitspelen. Daar geen van beiden er kennelijk voor voelde in een vroeg stadium aan de kant te worden ge- zet, zouden zij zich, zo dacht blijk- baal' dr. de Kort, toegevender to- nen, dan oorspronkelijk hun bedoe- ling was.

* * *

E

en tijd lang speelden alle be- trokkenen het spel zeer braaf eQ vlijtig mee. Zij stemden in met grote lijnen. Maakten aanmer- kingen op onderdelen. Maar zulks - in dàt stadium - niet zo heftig, dat er een einde aan het ge- sprek gekomen zou zijn. Zij wisten immers opperbest, dat dit alles nog geen definitief regeringsprogram betekende. Da.t zou eerst moeten worden goedgekeurd, wanneer een werkelijke formatie aan de gang was. En niet een voortgezette in- formatie-periode, die overigens de werkelijke oplossing heeft ver- traagd.

Dr. de Kort heeft toen gepoogd met name de VVD tot een exact antwoord op vraagpunten te dwin- gen. Dit pogen vormde echter een nieuw onderdeel van een, althans voor de buitenwereld, ietwat schim- mig formatie-spel. Wat de formà- teur zeer lang én hardnekkig ont- weken heeft, is zelf een keuze te doen tussen VVD en PvdA.

Toen kwam er een moment, waar- op mr. Toxopeus terecht meende, dat het schimmenspel lang genoeg had geduurd. In een verkla- ring waar geen woord Frans bij was sprak de VVD-fractieleider zich' kort en goed uit tegen een vijf partij en-Kabinet.

Mr. Toxopeus gaf het juiste mot- woord op het juiste ogenblik. Vol- komen terecht gaf hij te kennen, dat hij slechts dan over het program

(Zi~ pag. 8.l

wilde praten, wanneer hij wist, wie hij tegenover zich kreeg. De forma- teur zou eerst zijn keuze moeten doen. Zonder dat dit het hoofddoel van de démarche van mr. Toxopeus was, werden met één slag dr. de Kort's rozen in doornen getransfor- meerd. Aan hem was toen de keu- ze, welke hij voordien, tenminste publiekelijk, ontweken had.

Zijn handelwijze was overigens niet onbegrijpelijk. Hij had en heeft te maken met een actieve linker- vleugel van de KVP. Aan die vleugel moest duidelijk gemaakt worden, dat de PvdA bij deze Ka- binetsformatie niet a priori was buitengesloten. Toch had een keuze op een vroeger tijdstip, en dan door de formateur, de oplossing van de crisis kunnen bespoedigen.

* * *

H

et is overigens merkwaardig, hoe het dagblad, dat als spreektrompet van deze linkervleu- gel kan gelden, nl. De Volkskrant, in deze weken een soort heilige kou- de oorlog tegen de liberalen heeft gevoerd. Het blad sprak van een ultimatum" van dr. de Kort en

~an een mogelijke "capitulatie" van mr. Toxopeus. Termen, die in nauw verband staan met de krijgsweten- schap. Alle politieke partijen heb- en er echter belang bij, dat nie- mand in een toestand van politieke oorlogspsychose geraakt.

* * *

I

n het midden van de week scheen het moment gekomen, waarop men werkelijk aan het for- meren kon gaan. Of dit in feite ge- beuren zal is geenszins zeker. Want in Den H~ag houdt men rekening met de mogelijkheid, dat dr. De Kort, gezien de oppositie in een deel der KVP-fractie, de opdracht zou terug- geven.

De Kabinetscrisis duurt zes weken.

Voor Nederlandse begrippen geens- zins buitensporig lang. Toch is er veel tijd verloren. Thans behoorde men spijkers met koppen te kunnen

slaan. L. M.

(2)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Voorzitter K.N. M. B. sprak

VERSTANDIGE TAAL

(I)

Het is een goede gewoonte, dat de voorzitters van de centrale organisaties van ondernemers en werknemers ter gelegenheid van de jaarvergadering een rede uitspreken, waarin niet alleen een terugblik wordt geworpen op de voorbije periode~ maar ook een beschouwing wordt gegeven over de actuele vraagstukken van de naaste toekomst.

Voor het verkrijgen van een inzicht in de onderscheidene gezichtspunten van de sociaal-economische ontwikkeling zijn deze redevoeringen meer dan een traditie, al krijgt de buitenstaander wel eens de indruk, dat de omvang - uit prestige-overwegingen? - met het jaar toeneemt.

Hoe het ook zij, de jaarrede, wel- ke de voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond, de heer P. G. van der Weele, bij de opening van het jaarlijkse Nationale Middenstandscongres pleegt te hou- den, is steeds belangwekkend en doet kwalitatief niet onder voor die van zijn collega-voorzitters van andere centrale organisaties. En het is eigen werk van .deze economisch uitstekend onderlegde middenstan- der!

Ook de onlangs te Utrecht uitge- sproken jaarrede hebben wij met stijgende belangstelling en groten- deels met instemming beluisterd.

Met verzorgde woordkeuze, beza- digd, maar waar nodig kernachtig van formulering, heeft de heer v. d.

Weele,. die ook een gezaghebbend lid van de Sociaal-Economische Raad is, zijn mening over de onder- werpen van de dag gezegd.

Wij laten een bloemlezing van zijn toespraak volgen, .. Na een schets te hebben gegeven van de interna- tionale conjuncturele situatie, wel- ke de duidelijke achtergrond van de nationale economie vormt, merk- te de heer v.d. Weele op, dat de aanhoudende spanning op de ar- beidsmarkt, gepaard aan sterke loonkostenstij gingen, tot het toe- passen van arbeidsbesparende pro- duktiemethoden moet leiden.

Daarmee neemt ook de produktie- capaciteit toe en deze vraagt weer uitbreiding _ _van afzetmogelijkheden.

Evenals eerder in de Verenigde Sta- ten is het Europse produktieve ver- mogen aan de rand van overcapaci- teit beland. In samenwerking met . de lastenstij ging, waaronder vooral de arbeidskosten, wordt de druk op de winstmarges steeds groter. Daar- onder lijdt reeds het agrarische be- drijfsleven, doch men zal er ook in andere sectoren goed van doordron- gen moeten zijn, dat het moeilijkste hoofdstuk van onze na-oorlogse eco- nomie nog moet worden geschreven.

Stijgende omzetten, maar da- lende winsten, dat is ook het al- gemene beeld van ons bedrijfs- leven. De president van de Ne- derlandse Bank constateerde in zijn verslag over 1962, dat voor het tweede achtereenvolgende jaar de gehele stijging van het nationale inkomen ten goede kwam aan de loon- en salaris- trekkenden. Dat betekent, dat o.m. de winsten van de onderne- mingen en het inkomen van de zelfstandigen in ons land in 1961 en 1962 daarin geen aan- deel hebben verkregen. De gro- tere prestatie van deze groep is aldus onbeloond gebleven.

Problemen van

midden- en kleinbedrijf

In vrijwel alle middenstandonder- aemingen voltrekken zich op dit

terrein grote structurele verande- ringen. Tracht men in het industri- ele en agrarische produktie-appa- raat door mechanisering en automa- tlsering arbeidskrachten af te stoten in de dienstverlenende sector wordt men steeds dringender gesteld te- genover het vraagstuk van arbeids- besparende methoden aan de ene kant, met aan de andere kant de noodzaak, uitbreiding van werk- zaamheden op te vangen door toe- voeging aan het bedrijf van meer personeel.

Kapitaal-intensiteit en arbeids- intensiteit zijn factoren, die het midden- en kleinbedrijf in steeds sterkere mate gaan beheersen. Toe- neming van het kapitaal per onder- neming vraagt om uitzicht op een gunstige rentabiliteit op langere termijn. Arbeidskrachten kan men·

al naar gelang de conjuncturele si- tuatie zich wijzigt, aantrekken of afstoten; dat geldt zeer beslist niet voor het aan de onderneming toege- voegde geldelijke vermogen.

Het aanpass·ingsvermogen aan de economische omstandigheden wordt kleiner en een evenwichtige ont- wikkeling van onze economie wordt een zaak, waarbij elke midden- standsonderneming ten nauwste be- trokken raakt. Daarnaast gaat de re- serveringspolitiek per onderneming een zeer belangrijke rol vervullen.

Het opvangen van huidige en toe- komstige kapitaaltoeneming, . ook door vreemd geld - b.v. door kre- dietaantrekking - zal slechts ver- antwoord kunnen geschieden, wan- neer een gedeelte van de huidige winst voor toekomstige investerin- gèn terzijde kan worden gelegd.

Bovendien kan deze reserve die- nen voor het bestrijden van korte conjunctuurgolven of het tijdelijk wegebben van comsumptieve vraag.

In de afgelopen strenge winter b.v. heeft zich een belangrijke tijde- lijke verschuiving voorgedaan in het bestedingspatroon van de con- sument. De terugloop van de omzet- ten in de eerste drie maanden van dit jaar in verschillende branches leert dat duidelijk. Als direct ge- volg hiervan constateert men finan- ciële en betalingsmoeilijkheden in verschillende ondernemingen in de- ze branches, terwijl ook in andere bedrijfstakken, die hun omzetten in deze maanden zagen stijgen, even- eens liquiditeitsspanningen optra- den.

V oor een zeer belangrijk deel ligt de huidige belastingdruk op het inkomen - in het mid- den - en kleinbedrijf is het be- drijfsinkomen veelal tegelijker- tijd privé-inkomen - besloten in het feit, dat een behoorlijke reservevorming tot de onmoge- lijkheden behoort. De oorzaak daarvan ligt tevens in ons fis- caal systeem.

Middenstandsonderwijs

Ook het onderwijs van de onder- nemer in het midden- en kleinbe- drijf zal zich moeten richten op de structurele wijzigingen in de mid- denstandsonderneming. Dit onderwijs zal naast een gedegen algemene ont- wikkeling een aantal bedrijfsecono- mische aspecten moeten bevatten.

Het huidige zgn. middenstandsdi- ploma biedt volstrekt onvoldoende mogelijkheden, de ondernemer van morgen theoretisch op zijn taak voor te bereiden.

De middenstand van morgen zal grote behoefte hebben aan mensen, die begiftigd zijn met het zo moei- lijk te omschrijven zakelijke in- stinct en zijn toegerust met een flin- ke dosis algemene, bedrijfseconomi- sche en commerciële kennis.

Naast dit facet blijven de vakbe- kwaamheid en de daaraan te stellen eisen een actueel vraagstuk, dat enerzijds in het bijzonder het am- bacht regardeert, anderzijds in het kader van de dynamiek. van de dis- tributie voor de detailhandel weer geheel andere aspecten biedt. Een en ander staat onder belangrijke in- vloed van de internationale ontwik- keling ·in EEG-verband. Mede via de Ambachtsfederatie, onderdeel van de Internationale Midden- standsunie, gaat een sterke stimu- lans uit tot het behoud van de waar- de, gehecht aan de diverse ves- tigingsregelingen, een stimulans, die ons in Nederland steunt in ons streven de positieve zijden van deze regelingen niet alleen voor het am- bacht, doch ook voor de detailhan- del te blijven handhaven.

Ook de speciale opleidingen, die zich tot taak stellen de huidige on- dernemer bedrijfseconomisch en commercieel bij te scholen, zijn uitermate waardevol. Van de oplei- ding naar de individuele bedrijfs- economische voorlichting is maar een stap, waaraan eveneens een sterke behoefte bestaat en waardoor de micro-economische horizon van de individuele ondernemer sterk wordt verruimd.

Sociaal aspect

Het toenemende aantal werkne- mers in onze bedrijven vraagt, naast de financiële problemen, in ver- sterkte mate onze aandacht. Deze krachtiger wordende positie van het midden- en kleinbedrijf op de arbeidsmarkt laat zich wel het best illustreren aan de hand van een en- kel cijfer.

In 1950 bedroeg het aantal zelf- standigen in de middenstand 472.000 tegenover 465.000 werknemers in de- ze sector van het bedrijfsleven. Van de 937.000 werkzame personen was de ene helft dus als zelfstandige werkzaam, de andere helft als werk- nemer. In 1963 heeft deze situatie zich reeds drastisch gewijzigd.

Zonder over de gedetailleerde cij- fers te beschikken, mogen wij wel aannemen, dat het aantal zelfstandi- gen is afgenomen tot plm. 450.000, terwijl het aantal werknemers is aangegroeid tot plm. 570.000.

Van de nu ruim 1 miljoen personen, die tot de sector van het midden- en kleinbedrijf

%1 JUNI 1~63 - PAGINA Z

worden gerekend, is het klein- ste gedeelte als zelfstandige of werkgever en het grootste ge- deelte als werknemer werk- zaam.

De structuurveranderingen in het midden- en kleinbedrijf vertonen zich ook hier duidelijk. Bij het han- teren van deze cijfers dient men wel te bedenken, dat slechts onderne- mingen met 25 personeelsleden of minder door het Centraal Bureau v.d.

Statistiek tot het midden- en klein- bedrijf worden gerekend. Noch voor het ambacht, noch voor detailhandel, vervoer en hore<;a, zijn dat momen-

teel nog juiste normen.

Tot het midden- en kleinbedrijf moeten zeker worden gerekend a1le ondernemingen met 50 personeels- leden of minder en zulks houdt dan tevens in, dat dè markering van de arbeidsintensiteit en de daannee sa- menhangende positie van het mid- den- en kleinbedrijf op de arbeids- markt zich nog veel duidelijker gaat aftekenen. Het is begrijpelijk, dat het constateren van deze feiten bete- kent, dat het midden- en klein- bedrijf een zeer belangrijke partner - na de industriële sector de be- langrijkste - wordt in de samen- werking tussen werkgever en werk- nemer m.b.t. het loonbeleid.

(Wordt vervolgd)..

UW HAAR ZIT ONIERISPELIJI(

van vroeg tot laat in weer en wind

me/dnt

fl · Haarcreme

Forse tube f 1,7 5.

Uitsluitend bij de kapper verkrijgbaar!

Chbro lt 1 ~ V• tt..k M.V.

lucbede

Spedalisten in

Manchester Gentleroy

en

Ladyroy

o.a. bijzonder geschikt voor sport· en tuinkleding

STALEN MEUBELEN

GISPEN

CULEMBORG

(3)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Zijn verpozing is de fluit

D

e Tweede Kamerlid, is (nog heer Theo Joekes, pril slechts enige maanden) 39 jaar; een broodmagere man, kandidaat in de rechten, hoogte: om en nabij 1 me- ter 70, Nederlands correspondent van de (Londense) Financial Times, gehuwd met een Engelse, die in Lei- den medicijnen studeert. Studeert zelf dóór om de meestertitel te be- halen. Hobbies: fluitspelen en Sha- kespeare. In zijn serene kamer in de Teldersstichting aan 's Gravenbage's Koninginnegracht - in de schaduw van het hoofdkwartier der Partij - waar hij deze Razende Reporter van "Vrijheid en Democratie" ont- vangt, hangt het ingelijst portret van Sir Lawrence Olivier, in de rol - van Macbeth, boven de kale schoor- steenmantel. De andere hobby is:

toneel. De grote litteraire liefde:

Shakespeare: "ik kan grote stukken urenlang opspuiten". De eerbied' van de Razende Reporter groeit met de minuut.

Alle ge-interviewden komen altijd als smetteloze engeltjes op brede wiekslag uit het gesprek met de re- porter omhoog gefladderd. Deze re- porter wil zich hoeden voor het schilderen van zulk een zoet-rose ta- fereel, ook al geeft hij als zijn hoofd- indruk na het prettige praatje, dat de fractie er een veelzijdig, ambiti- eus en scherpzinnig lid. heeft bij ge- kregen; een aanwinst waarvan veel verwacht mag worden. Moge deze verwachting in vervulling gaan.

De dagen van deze man zijn druk bezet: naast het nu ingezette Twee- de Kamerlidmaatschap het secreta- riaat van de Teldersstichting en het redigeren van Liberaal Reveü. "Ik doe ook zelf de opmaak; nóg een hobby van me, en het maken van rapporten. Op het ogenblik een groot rapport over het vakvereni- gingswezen: Collega Godefroi is be- zig aan het schrijven van een weder- woord op de reacties die ons rap- port over het ziekenfondswezen kreeg."

* * *

I

k ben geboren in Den Haag aan de Carel van Bylandt- laan. Maar de familie verhuisde al spoedig na deze blijde gebeurtenis naar het huis waaraan ik de beste herinnering _bewaar: Declelstraat 25.

Dáárheen reiken mijn verste herin- neringen."

De jonge Theo ging tien jaar naar de Vrije School, een anthroposofi- sche instelling. "Moeder (Van Wulf- ten Palthe, van de Twentse industri- ele famil'ie) was overtuigd anthro-·

posofe. U begrijpt dat ik de politiek met de paplepel kreeg ingegoten. U weet dat wijlen mijn vader voorman van de Vrijzinnig Democratische Bond is gewee::;t. In zijn jeugd was hij al zeer actief in de jongerenorga- nisatie van die Bond. Later Kamer- lid Minister Staatsraad. Die poli- tieke pap kr~eg ik niet als bewuste maaltijd voorgezet, maar de alge- mene sfeer in ons huis was natuur- lijk van die papgeur doordrongen.

Net als het zoontje van de timmer- man is opgevoed bij de zwaluw- staart, werd het zoontje van de po- liticus bij de politiek grootgebracht.

En net als het jongetje van de tim- merman vaders voetspoor wil drukken, wilde ik dat óók. Ik hoop dat het niet al te ambitieus klinkt

als ik eerlijk beken altijd verlangd te hebben naar een plaats in de po- litiek."

- Die hebt u nu dus gekregen en ik begrijp dat u daar gelukkig mee bent.

- Ik zou jokken als ik dit ont- kende.

Papa Joekes vond het gewenst dat Theo eindexamen gymnasium deed.

Daarom stapte deze over van de 10- de klas Vrije School naar de 5de van het Vrijzinnig Christelijk Lyceum.

Het eindexamen alpha deed hij in 1942, de dag nadat vader door de Duitsers was gearresteerd.

Men is toen verhuisd naar een huisje op de Veluwe. De jongen werd .... leerling-zetter op de druk- kerij van uitgever Tjeenk Willink in Zwolle. Daar ging hij iedere dag op de fiets heen. Hij is er niet lang ge- weest. "Maar ik ben dankbaar voor die episode. Ik heb er iets van de grafische vakken geleerd, temeer omdat ik ook leerling was op de ty- pografencursus van de avondam- bachtschool. Ik voelde al intuïtief dat ik met drukwerk te maken zou krijgen. Dat komt mij nu nog te pas bij het opmaken van Liberaal Re- veil. Maar ook in andere zin was die tijd belangrijk: ik kreeg er begrip voor de levensomstandigheden van de arbeidersklasse".

De "episode werd afgebroken toen men - na de geweldaàige dood van de landsverraderlijke generaal Seyf- fardt - de IJsel niet meer over kon.

was, wat dit betreft erfelijk belast".

- Uw vader brak dóór naar de P.v.d.A. Hoe ging het met dàt breek- punt?

"Vergeet niet dat ik niet uit een socialistisch, doch ongetwijfeld wèl uit een radikaal milieu kom. Toen vader doorbrak had ik mijn eigen, liberale, milieu - éven links van het midden, zou ik zeggen - gevonden.

- .Ontstonden, in de politieke ver- houding vader-zoon, conflicten?

Gesprek met een joliJl Kamerlid

Voorjaar 1943 ondergedoken.

Eind 1944 toch nog opgepikt en in een werkkamp in Zwolle geplaatst.

De bevrijding.

En een half jaar tolk bij de Irish Guards in Duitsland.

A

ls uitvloeisel daarvan kwam de aanbieding om bij de BBC in Londen te komen als mede- werker bij de achthoofdige Neder- landse sectie.

"Ik heb daar veel geleerd, natuur- lijk. Ik deed alles wat met het ge- :::proken (radio) woord te ma- ken had: nieuwsgaring, lezen, com- mentariëren. Eind 1953 werd ik Londens correspondent van de Nieu- we Rotterdamse Courant. Ik heb in die functie zes jaar met mr. J. (Jim- my) Huizinga gewerkt. Toen hij reiscorrespondent van de krant werd, werd ik alléén correspondent.

Op een gegeven ogenblik werd ik mij ervan bewust dat ik mijn leven, als ik dat zo noemen mag "een scheur" moest geven, omdat ~k an- ders op die plaats zou vergrijzen.

Ergens is in ieders leven een breek- punt. Ik ben toen als correspondent van de Financial Times naar Neder- land verhuisd."

(De secrateresse brengt het, iedere interviewer weLbe- kende, niet zó geurige kopje

"geurige thee").

"Ik zei u reeds dat ik van jongsaf het gevoel had, dat ik ooit wel eens in de politiek zou terecht komen. Ik

"Helemaal niet. Er werden wel eens grapjes mee gemaakt, maar van botsing was geen sprake. Gezien de algemene ontwikkeling-der-din- gen was de doorbraak voor vader alleen maar logisch. Hij heeft er nooit spijt van gehad en er ook r.ooit zelfs maar een vraagteken bij geplaatst."

"Maar nu zijn er geheeL an- dere probLemen aan de orde.

Het huidige socialisme van de P.v.cl.A. is toegespitst op proble- men, die niet meer problemen van het ogenbLik z~jn. Daardoor mist de P.v.d.A. nu de boot. De oude garde was terecht en be- grijpehjk socialist. In haar tijcl leefde de arbeidersbevolking in wee1·zinwekkende omstandighe- den. Voor haar was cle alLesover- heeTSende vraag: hoe heft men de arbeider naar een menswaar- dig bestaan. God zij dank heeft het socialisme dit bereikt. Het is nog geen afgedane zaak, doch niettemin is het geen kernvraag meer van nu".

* * *

D

e heer Joekes is zéér jong Ka- merlid. Hij is verheugd met dit lidmaatschap, doch staat er (vooralsnog) met schroom en be- duchtheid tegenover. Zijn journalis- tieke functies in Londen hebben hem in nauwe aanraking gebracht met het Britse parlement, zijn zeden, ge- woonten, totems en taboe's. Hij zal

ZT JUNI :1003 - PAGINA. I

- zegt hij - moeite hebben zich aan die be-ïnvloeding te onttrekken. Zo vindt hij het bepaald verwondedijk dat nieuwe Kamerleden reeds vóór het houden van hun maidenspeech, de vrijmoedigheid hebben schrifte- lijke vragen te stellen. "Dat is in het Britse parlement eenvoudig onbe- hoorlijk." Andere Britse parlemen- taire gewoonten lijken hem voor Ne- derland navolgenswaard. Zo zou het instituut der mondelinge vragen hier danig kunnen worden uitgebreid.

Dat vindt hij een nuttige uitlaatklep voor punten van conflict tussen Re- gering en gemeenschap. "De monde- linge vraag is niet zo'n voorhamer als een interpellatie en flexibeler dan een schriftelijke vraag; zij kan een kwestie wellicht tijdig en snel tot oplossing brengen."

* * *

D

e heer Joekes is ook nog een ' tijd (tot eind 1960) medewer- ker bij het Centraal Sociaal Werk- gevers Verbond geweest. Daar heeft hij, zegt hij, veel geleerd en daar- van heeft hij zijn belangstelling voor alles wat de industrie betreft behou- den. Daarom vindt hij het prettig lid van de vaste Commissie voor Econo- mische Zaken en plaatsvervangend lid van de vaste commissie voor fi- nanciën van de Tweede Kamer te zijn.

Vrijheid en Demoeraties razende reporter zegt dat hij reeds al te veel tijd gevraagd en gekregen heeft van de druk-bezette man. "Hoe laat is het nu met al dit prettige praten ge- worden?"

De druk-bezette man kijkt op zijn horloge: "half vijf; u bent om drie uur gekomen; dit horloge is nog van grootvader A. M. J. (die Indisch be- stuursambtenaar was); de ketting is van vader A. M. J. - Het is bij voor- hand toegezegd aan neefje A. M. J., want k.inderen hebben wij niet".

Half vijf.

Een laatste blik op Macbeth en op de fluit die in haar open étui ligi te pronken.

"Zijn verpozing was de fluit", schreef Van Vollenhoven in zijn Tho rbecke- biografie.

ELIAS

(4)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

I_jloyd George' s

Er zou veel onvriendelijks over David Lloyd George te vertd!en z.ijn, ofschoon hij desondanks tot de grotè Britse liberale staatslieden uit het recente verleden kan worden gerekend, de man, die in de eerste wereld- oorlog de onverschrokken nationale leider is geweest.

Zijn verbeeldingskracht en vastberadenheid stelden het Engelse volk in staat te volharden in de strijd en op de eindoverwinning te vertrouwen.

Hij bereikte wat Clemenceau in Frankrijk bereikte en wat Winston Churchill in de tweede wereldoor- log tot stand zou brengen. Zijn roem werd helaas ontijdig ontluis- terd, en toen hij in 1945 - 82 jaar oud - overleed, was hij we]liswaar geenszins vergeten, maar hij kon zich nauwelijks meer koesteren in de algemene waardering. Weinig was er meer over van de eens zo facinerende "tovenaar uit Wales", de zoon van een onderwijzer, opge- voed door een oom, die zich in zijn vrije tijd bezighield met evangelisa-

tie-werk onder de Baptisten.

Toen Lloyd George in 1890 als af- gevaardigde van de redicale vleugel der Liberalen zijn intrede in het La- gerhuis deed, had hij reeds een ad- vocatenpraktijk in Carnavon achter de rug. Hij stak onmiddellijk van wal met een scherpe . aanval op de imperialistische en projectionis- ti5che politiek van de beruchte Joe Chamberlain. Als minister van han- del in 1905 en daarna als Kanselier va:n de Schatkist in het kabinet-As- quith (1908) bracht hij zijn voort- strevende denkbeelden in toepassing in zijn belastingvoorstellen, die te-

gen het grootgrondbezit waren ge- richt. Met de invoering van de ziek- te-, invaliditeits- en werkeloosheids- verzekeringen voor de arbeidersklas- se joeg hij de Conservatieven tegen zich in het harnas.

.. Prime Minister of Europe"

Ofschoon de persoonlijkheid van Lloyds George eigenlijk de beli- chaming is van een begrensd tijd- perk in de geschiedenis van het En- gelse liberalisme, is zijn staatsman- schap gedurende de oorlog van 1914- 1918 zó alles-overheersend geweest, dat hij de "Prime Minister of Euro- pe" werd genoemd.

Bij het uitbreken van de oorlog was hij minister van munitie, na de dood van Lord Kitchener werd hij minister van oorlog, totdat hij op 7 december 1916, in een der donkerste jaren van de worsteling, een natio- naal kabinet vormde, waarin hij het premierschap op zich nam.

Men heeft Lloyd George meerma- len met Churchill vergeleken, en hoe sterk beider persoonLijkheid ook verschilde, toch gaat de verge- lijking in enkele opzichten op.

Is het niet alsof ge naar Churchill luistert toen deze in mei 1940 aan het hoofd zijner coalitieregering was opgetreden, wanneer ge leest wat Lloyd George op 19 december 1916 in een rede in 't Lagerhuis ver- klaarde: "Ik verschijn heden voor het Huis met de verschrikkelijkste verantwoordelijkheid, welke op de schouders is gelegd van enig levend mens, als de voornaamste adviseur van de Kroon in de reusachtigste oor- log waarin het land ooit werd ge-

wikke1d, een oorlog waarvan zijn lotsbestemming afhangt".

Churchill zou 24 jaar later onge- veer hetze[:fide zeggen. Onuitwisbaar is de roem, die Lloyd Geroge zich in die oorlogsjaren, in samenwer- king met Clemenceau, heeft ver- worven. Zij waren naar aard en wezen antagonisten, maar ze vulden el:kaar aan. "I am making war, not peace", verklaarde Lloyd Geroge op 5 januari 1918 in het parlement, en Clemenceau van zijn kant riep -in de Franse Kamer, waar hem naar een uiteenzetting van zijn politieke ge- dragslijn werd gevraagd, verbolgen uit: "Je n'en ai pas, je fais la guer-

re!"

Bij de vredesonderhandelingen,

Grote liberalen uit het verleden

waaruit het onbevredigende Ver- drag van Versames te voorschijn zou komen, lieten de Grote Drie (Lloyd George, Clemenceau en President Wilson) zich niet van hun intelli- gentste zijde zien! Zij knipten de kaart van Europa in stukken zonder rekening te houden met de Europese tradities, de Europese historie en de verscheidenheid van het economische leven. Er is later vaak gespot met de onkunde van verscheidene leden van de toenmalige Opperste Raad met betrekking tot de geografische lig- ging der in het geding zijnde gebie- den en volksgroepen, die er woon- den. Toen de Roemeense gedelegeer- de Bra tiano iets in het midden bracht aangaande Transylvanië zei- de Lloyd Geroge: "U sprak zojuist over Transylvanië, misschien wilt u het mij even op de' kaart aanwij- zen". En een ogenblik later lagen Lloyd George, Wilson en nog enke- le vredestichters gebogen over een op de grond uitgespreide kaart, op zoek naar Transylvanië.

Moeilijkheden in Ierland

Tot 1922 handhaafde Lloyd Geor- ge zich als hoofd der regering. Hij had toen weerstand te bieden aan de moeilijkheden in Ierland, die reeds tal van kabinetten het leven hadden gekost. De drang naar Home Rule bracht de Ieren tot fanatiek verzet, hetwelk Lloyd George aan- vankelijk met geweld trachtte te on- derdrukken. Zijn eigen parbij keerde zich tegen· zijn politiek en hij ge- raakte steeds afhankelijker van de conservatieven die het grootste deel van zijn meerderheid vormden,

opkomst en val

maar die hem eigenlijk niet ver- trouwden.

Het in 1921 door hem met de Ieren gesloten compromis voldeed hem geenszins, daar hij in zijn hart anti-katholiek was en de Ierse eisen nooit ten volle onderschreef.

Hij was niet zozeer een voorstander van Home Rule maar veeleer van een federatie van het Britse Rijk, Spoedig werd hij er zich van be- wust, dat de politiek, waar.in de Tories hem hadden gemanoeuvreerd de zijne niet was. Toen hij in ok- tober 1922 door de Conservatieven ten val was gebracht en Bonar Law zijn plaats had ingenomen, schreef Koning George V, die een zwak had voor de briljante en originele per- soÓnlijkheid van zijn eerste-mi- nister, in zijn Dagboek na de af-- soheidsaudientie op Buckingham Pa- lace: "Ik betreur het dat hij weg- gaat, maar op een of andere dag zal hij wel weer Prime Minister wor- den".

De Koning vergiste zich. Lloyd George keerde niet meer terug. Hij nam zijn plaats in de oppositie in en werd leider der liberale Lager- huisfractie. Van dat tijdstip af zwalkte hij min of meer tussen de verschillende radicale stromingen in en er bleek weinig meer te zijn overgebleven van de liberale denk- beelden der Fabiaru;, waarop hij zich in de aanvang van zijn carrière had geïnspireerd.

Een kapitale fout maakte hij door in de jaren vóór de tweede wereld- oorlog een ongerechtvaardigd ver- trouwen te stellen in de voze vredes- betuigingen van Hitler; in 1936 ging hij zover de Führer in Berlijn te bezoeken.

Toen de oorlog was uitgebroken maakte Churchill een groots gebaar door Lloyd George uit te nodigen tot zijn ministede toe te treden.

Tweemaal weigerde hij. Het was bijna een postume hulde toen hij in 1944, een jaar voor zijn dood, in de àdelstand werd verheven met de ti- tel Earl Lloyd George of Dwyfor.

Pijnlijke biografie

Vijftien jaar na zijn overlijden publiceerde Lloyd George's oudste zoon Riohard een pijnlijke biogra- fie van zijn vader, die misschien nog meer tot diens ontluistering bij- droeg dan de vele levengeschiedenis- sen welke voordien over hem waren verschenen. In dit boek werd heel sterk de nadruk gelegd op de gezins- moeilijkheden in den huize Lloyd George en op de vrijmoedige gedra- gingen van de staatsman tegenover de vrouwen, die zijn weg kruisten.

De titel van een onlangs versche- nen werk van Lord Beaverbrook, The Decline and Fall of Lloyd Geor- ge, accentueert nog eens weer de af- wijzende houding, welke men thans aanneemt ten opzichte van de staats- man, die "een episode in de En- gelse politiek" is genoemd, alleen reeds omdat zijn levendige geest, zijn nonconformisme, humor en verbluffende redenaarsgaven als

"on-Engels" werden beschouwd.

L. ALETRINO

Z7 JUNI 1963 - PAGINA ~

SCHILDERIJ VAN PROFESSOR OUD

I n woord en geschrift zijn de

· laatste jaren vele portretten geschilderd van de man, die na de Tweede Wereldoorlog het voorzit- terschap van de liberale Tweede Ka·

merfractie heeilt bekleed. · Een van de beste portretten is .van de hand v-an wijlen de voorzWter van de Tweede Kamer dr. L. G.

Kortenhorst. Men kan het .vinden in het boek van 1961: "Mr. P. J. Oud, gezien door zijn tijdgenoten."

De schrijver schetst hem daar als voorzitter van zijn hecht aaneenge- sloten homogene fractie in een van de moeilijkste perioden van het zeer recente parlementaire verleden.

Hij ziet hem vooral ros een man

van soepelheid van geest en met het grote verantwoordelijkheidsbesef, dat de staatsman kenmerkt.

"Geen gemakkelijk heer, integen- deel, iemand met wie onder alle om- standigheden rekening moest wor- den gehouden".

* * *

Gemakkelijk" moet men in de politiek, dunkt mij, ook be- slist n.iet zijn en behalve de voorzit- ter waren en zijn gelukkig een groot aantal liberale Kamerleden niet ge- makkelijk.

Tenslotte gaat het er in de volks- vertegenwoordiging om de politieke overtuiging, di~ men voorstaat en de geestelij·ke stroming, die men repre- senteert, gestalte te geven. Da·t lukt alleen werkelijk als men zich zelf daardoor voelt gedragen, als men zich, het hoge woord moet er maar eens uit, geroeper voelt tot d·eze taak.

Mr. Oud is er zo een geweest. llij heeft de vrijzinnig politieke geestés:.

houding ten opzichte van de vrij- heid, de verantwoordelijkheid en de sociale rèchtvaardigheid inhoud ge:..

geven voor de ogen van het volk.

* * *

Geloofd of fel bestreden is hij.

Maar om zijn figuur bruisten altijd de golven van het politieke le- ven hoog op. Dat is in politicis een grote verdienste. V oor hem was dat vanzelfsprekend: het was voor hem het leven zelf.

In het gebouw van de Tweede Ka- mer, waar hij strijd heeft geleverd en zo veel c&nstructief werk heeft verricht, is de laatste jaren een schilderijengalerij tot stand geko- men met portretten van vooraan- staande parlementsleden.

Geestverwant zowel als politieke tegenstander zullen zeggen da,t Ouds portret. daar thuishoort.

Het zou, dacht ik, bijzonder re- lief krijgen, als wij allen bereid zouden zijn door een bijdrage, klein of groot, aan de totstandkoming me;_

de te werken.

Een portret van Oud is tevens een symbool ·van het na-aorlogs staat;_

kundig liberalisme, dat voor de jon- geren van onze tijd weer grote be- · tekenis krijgt.

A. FORTANIER-DE WIT.

·v§ Ó -

BRANDBLUSAPPARATEN

Officiëel goedgekeurd Talrijke attesten.

SIMPLUS N.V. DORDRECHT

VISSTRAAT 6-8 -TEL. 3344* (01850)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Blik terug naar de aanleiding, zoek naar gezamenlijk belang, en heb het over vervolgafspraken en ieders verantwoordelijkheid

Waarom Jeugdwet Kinderen zo thuis mogelijk laten opgroeien.. Kinderrechtenverdrag Elk kind heeft het recht om in een gezin

Pleegouders kunnen hier terecht voor kleding, een Maxi-Cosi, kinderwagen of andere spullen die nodig zijn bij het opvangen van kinderen. Het magazijn heeft ook de functie

En andersom, welke kansen zou NOREA hebben gepakt wanneer het ook met een verhuizing op eigen benen zou zijn gaan staan, zich losrukkend van de perikelen die accoun- tancy eigen is

Ik ben er zeker van dat deze verhalen – ik ken er veel andere – herkenbaar zijn: velen hebben het in hun eigen omgeving?. meegemaakt, met de eigen ouders

 Mensen met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm hebben weinig tot geen bestedingsruimte voor maatschappelijke participatie en sport; Mede hierdoor wordt voorgesteld

In de herfst bereiden veel dieren zich voor op de winter. Ze proppen zich vol en leggen wintervoorraden met noten en

jeugdhulpsector is dat jeugdigen kunnen opgroeien in hun eigen gezin, maar als dat om wat voor reden dan ook niet lukt, dan zijn de huidige gezinshuizen, en in de toekomst nieuwe