Voor ieder kind een thuis!
Handleiding gesprek ‘Ruimte voor jeugdhulp in
gezinsvormen creëren’
Inhoudsopgave
1 Inleiding ... 4
2 Voorbereiding ... 5
3 Het gesprek ... 5
4 Het vervolg ... 6
Bijlage Helpende vragen en praktijkvoorbeelden ... 7
© 2020 Nederlands Jeugdinstituut, Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Jeugdzorg Nederland
Alle informatie uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden. Graag de bron vermelden.
Ga voor meer informatie naar https://www.nji.nl/nl/Kennis/Dossier/Pleegzorg/Jeugdhulp-in- gezinsvormen
Nederlands Jeugdinstituut
1 Inleiding
In Nederland wonen nog steeds veel kinderen in leefgroepen. Deze kinderen zeggen hierover dat ze het liefst zo normaal mogelijk willen opgroeien, met een vaste opvoeder, die om hen geeft. Gezinnen bieden een voedingsbodem, zodat kinderen kunnen uitgroeien tot gezonde, evenwichtige volwassenen (het ‘waarom’).
Werkelijke transformatie van de jeugdhulp waarbij elk kind een thuis heeft, betekent meer
gebruikmaken van het potentieel van de lokale gemeenschap en de daarin aanwezige sociale steun.
Om gemeenten te ondersteunen in het realiseren van deze transformatie is in 2017 de handreiking
‘Jeugdhulp in gezinsvormen’ geschreven. Hierin worden vijf ontwikkelpunten beschreven die samen met gemeenten zijn gemaakt.
De vijf ontwikkelpunten moeten lokaal en regionaal ingevuld en uitgewerkt worden (het ‘wat’).
Hiervoor is het cruciaal het gesprek te voeren met relevante partijen (de ‘wie’) en gezamenlijke acties te formuleren en uit te voeren (het ‘hoe’). De toolbox ‘Voor ieder kind een thuis!’ helpt hierbij. Het is een praktische vertaling van de kennis en informatie uit de handreiking ‘Ruimte voor jeugdhulp in gezinsvormen’ en bestaat uit:
- De handreiking ‘Ruimte voor jeugdhulp in gezinsvormen’
- Deze handleiding
- Een voorbeeldpresentatie - De praatplaat
- De themapagina ‘Zo thuis mogelijk opgroeien’ op www.nji.nl
Deze handleiding is voor beleidsmedewerkers van gemeenten om het gesprek met relevante partijen procesmatig in goede banen te leiden. De onderdelen van de toolbox hoeven niet allemaal gebruikt te worden en kunnen naar eigen inzicht worden benut. Het belangrijkste hierbij is dat het niet perfect hoeft: begin, evalueer en leer samen.
2 Voorbereiding
Het doel
Verwoord, eventueel met anderen, een concreet doel voor de bijeenkomst. Zoek hierbij naar een gezamenlijk belang. Een helder doel geeft richting aan het gesprek. Ook is het voor deelnemers prettig om te weten waarom zij worden uitgenodigd en wat van hen wordt verwacht.
De deelnemers
Bepaal aan de hand van het doel de deelnemers. Met meer partijen aan tafel krijg je meer
perspectieven. Dat geeft een rijkere opbrengst. Op het eerste deel van de praatplaat vind je ‘Wie’, deze mensen kun je bijvoorbeeld uitnodigen. Ook kun je mensen uitnodigen die verstand hebben van financiën over dit onderwerp. Het is goed om iemand te betrekken die beslissingsbevoegd is, zodat je direct weet of vervolgafspraken ook uitgevoerd kunnen worden. Zorg dat het perspectief van
pleegouders, pleegkinderen en biologische ouders wordt meegenomen. Hun ervaringen zijn van essentieel belang.
Praktische zaken
Bepaal de duur van de bijeenkomst. Houd rekening met voldoende pauzes en neem voldoende tijd om iedereen aan het woord te laten. Kies een datum en tijdstip dat zo veel mogelijk voor de deelnemers uitkomt. Zorg voor een ruimte die groot genoeg is voor het aantal deelnemers en denk aan drinken en eventueel eten. Bepaal of je ouders en kinderen een vergoeding wilt geven, bijvoorbeeld in de vorm van een cadeaubon of reiskostenvergoeding. Wanneer je de bijeenkomst digitaal organiseert, zorg dan dat je de techniek test en iedereen van tevoren een heldere uitleg stuurt. Benoem in de
uitnodiging het doel, welke andere deelnemers er zijn en de praktische zaken. Leg ook uit waarom je juist deze persoon of organisatie uitnodigt.
3 Het gesprek
Het gesprek kun je voeren met behulp van onderstaande onderdelen. De voorbeeldpresentatie kun je gebruiken om de deelnemers hier stap voor stap mee doorheen te nemen. Je kunt de presentatie in de huisstijl van je eigen organisatie zetten en naar eigen inzicht aanvullen en aanpassen.
Agenda
Tip: je kunt pleegouders, pleegkinderen en biologische ouders voor de gehele bijeenkomst of voor een gedeelte hiervan uitnodigen. Je kunt ook voorafgaand een gesprek met ze voeren. Als dit niet lukt, kun je een belangen- of cliëntenvereniging uitnodigen of evaluaties en cliëntenonderzoeken gebruiken.
Voorstelronde
Laat alle deelnemers zich voorstellen. Zorg dat iedereen van elkaar weet wie ze zijn en ook waarom ze hier zijn. Als deelnemers elkaars achtergrond kennen, zorgt dit vaak voor meer begrip en
inlevingsvermogen. Zet eventueel naambordjes neer.
Doel
Leg uit welk doel je voor ogen hebt met de bijeenkomst en wat het moet opleveren. Het kan bijvoorbeeld een brainstormsessie zijn over nieuwe tussenvormen. Een manier om gezamenlijk een ambitie vast te stellen. Of om knelpunten op te halen en actiepunten te bepalen om deze op te lossen.
Zoek naar het gezamenlijk belang en benoem eventuele vervolgafspraken en ieders verantwoordelijkheid daarin.
Achtergrondinformatie
Gebruik het eerste deel van de praatplaat. Het is goed om deze informatie met elkaar te delen. Zo weet je dat je over hetzelfde spreekt als je een begrip gebruikt. Benoem bij gezinsvormen of je nog tussenvormen kent. En of er nog betrokkenen zijn die hier niet staan genoemd.
Het gesprek
Gebruik hier het tweede deel van de praatplaat. Het gesprek voer je aan de hand van de vijf ontwikkelpunten uit de handreiking. In de bijlage vind je per ontwikkelpunt helpende vragen. Ook vind je goede praktijkvoorbeelden. Je kunt deze bekijken en bespreken of deze bij jullie kunnen werken en wat ervoor nodig is om dit te realiseren.
Het gesprek hoeft niet in een vaste volgorde te verlopen. Het kan zijn dat er een natuurlijke overgang tussen onderwerpen is. Laat de volgorde los als dat nodig is. Probeer er wel voor te zorgen dat je alle onderwerpen behandelt.
Afronding
Neem de tijd voor een afronding van het gesprek. Vat de bijeenkomst samen. Benoem de eventuele vervolgafspraken en ieders verantwoordelijk hierin. Deelnemers kunnen dan vragen stellen en aangeven wat voor hen nog onbesproken is. Evalueer tot slot de bijeenkomst en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid.
4 Het vervolg
Zorg dat je eventuele vervolgafspraken opvolgt. Dit zorgt ervoor dat het niet alleen bij praten blijft, maar dat er ook echt iets verandert. Geef de deelnemers terugkoppeling over wat er is gedaan, zodat zij zich betrokken voelen en indien afgesproken medeverantwoordelijk voelen. Ook zijn deelnemers zo geneigd vaker mee te doen.
Tip: vraag de aanwezigen hier naar hun ervaringen met gezinsvormen en betrokkenen. Dat geeft betekenis aan de begrippen.
Bijlage Helpende vragen en praktijkvoorbeelden
Deze helpende vragen en praktijkvoorbeelden horen bij het onderdeel ‘Het gesprek’.
In de bijlage van de handreiking Ruimte voor Jeugdhulp in Gezinsvormen vind je meer praktijkvoorbeelden.
1. Wij nemen met elkaar verantwoordelijkheid en bepalen het parcours
Helpende vragen verantwoordelijkheid:
• Welke rol nemen partijen?
• Wat is ervoor nodig om proactief en constructief samen te werken?
• Welke knelpunten en dilemma’s spelen er?
• Delen we onze kennis met elkaar?
Helpende vragen parcours:
• Hebben we zicht op de behoeften en wensen hebben kinderen, jongeren, ouders, pleegouders, gezinshuisouders?
• Hebben we een startfoto?
• Hebben we de sterke en zwakke punten in beeld?
• Wat zijn onze ambities en doelen?
• Op welke manier gaan we deze doelen verwezenlijken?
Praktijkvoorbeelden:
• Actieplan en Ontwikkelagenda pleegzorg regio Haaglanden: Jeugdhulp in Gezinsvormen is een initiatief van de gemeenten in de regio Haaglanden. Ze hebben na een uitvoerige analyse van het huidige aanbod en een inventarisatie van de knelpunten, een actieplan opgesteld dat de basis vormt voor de meest optimale jeugdhulp.
• JongWijs: JongWijs is een netwerk van jongeren en jongvolwassenen met ervaring in een
• Hoe kunnen we met elkaar bijdragen aan het werven van pleeggezinnen en gezinshuizen?
• Hoe investeren we in gespecialiseerde pleeggezinnen en gezinshuizen?
• Kunnen we nieuwe gezinsvormen ontwikkelen?
Praktijkvoorbeelden:
• Gezinshuis-Plus: een Gezinshuis-Plus is een kleinschalige vorm van residentiële zorg voor kinderen met (basaal) sterk ontregeld gedrag, veelal veroorzaakt door complex trauma. Het biedt een alternatief voor Jeugdzorg-Plus voor jonge kinderen.
• Forensische pleegzorg: Forensische pleegzorg is ontwikkeld door Spirit, waar kennis over pleegzorg is gecombineerd met forensische expertise van de inmiddels gesloten justitiële jeugdinrichting Amsterbaken. Forensische pleegzorg is een alternatief voor voorlopige hechtenis. De jongeren worden voor de duur van drie maanden onder strikte voorwaarden opgevangen in een speciaal opgeleid en begeleid pleeggezin.
3. We verbinden informele hulp met jeugdhulp in gezinsvormen
Helpende vragen informele hulp:
• Op welke manier kunnen we informele steunbronnen rondom gezinnen creëren en versterken?
• Hoe gaan we om met informele pleegzorg?
• Hoe maken we de beweging van jeugdhulp via de professional naar hulp vanuit de gemeenschap?
Praktijkvoorbeelden:
• #opladers: een gezamenlijk project van gemeenten Heerde, Lochem en Zutphen om ondersteuning vanuit het lokale netwerk te stimuleren.
• Inhuis Apeldoorn: InHuis verbindt gezinnen in Apeldoorn met elkaar.
4. We zorgen voor een sterke ondersteuningsstructuur en we doen wat werkt
Helpende vragen sterke ondersteuningsstructuur:
• Bieden we de juiste ondersteuning en passende hulp aan gezinnen?
• Hebben we voldoende zicht op werkzame factoren bij pleegzorg en gezinshuizen?
• Passen we bestaande kennis voldoende toe?
• Hoe investeren we in de kundigheid van onze steungezinnen, pleeggezinnen en gezinshuizen?
• Op welke manier kan ambulante hulp de gezinnen ondersteunen en versterken?
• Welke aanvullende, specialistische hulp hebben pleeggezinnen en gezinshuisouders nodig?
• Welke ondersteuning en begeleiding hebben biologische ouders nodig?
Praktijkvoorbeelden:
• Richtlijnen Jeugdhulp: het ontwikkelen van beleid rondom ondersteuning en hulp aan gezinnen zijn richtlijnen een goed hulpmiddel. Kennis over wat werkt bij jeugdhulp in gezinsvormen is voornamelijk te vinden in de richtlijn pleegzorg en de richtlijn uithuisplaatsing.
• MDFC-P: het programma richt zich op kinderen van 2 tot 7 jaar die vanwege
gedragsproblemen of een hechtingsstoornis al meerdere malen uit huis zijn geplaatst. De kinderen worden negen maanden tot een jaar opgenomen in een pleeggezin met pleegouders die getraind zijn in het opvoeden en begeleiden van deze kinderen. Op die manier wordt voor
• PPI: de Pleegouder-Pleegkind Interventie is bedoeld om de relatie van pleegouders met hun jonge pleegkind (0-4 jaar) te verbeteren door ze te ondersteunen in het opbouwen van een relatie met dat kind. In zes tweewekelijkse sessies leren de pleegouders met behulp van psycho-educatie en video-opnamen hoe zij het beste met hun pleegkind kunnen omgaan, zodat de kans op voortijdig afbreken van de pleegzorgplaatsing afneemt.
• Ouderbegeleiding na een opvoedingsbesluit: de module is bedoeld voor ouders van wie een kind langdurig uit huis geplaatst is bij een pleeggezin. Doel is dat de ouders het verlies van hun kind kunnen accepteren en dat zij een nieuwe positie in kunnen nemen ten opzichte van hun kind (roldifferentiatie). Gedurende een jaar ondersteunen pleegzorgbegeleiders de ouders en de pleegouders met het kind bij deze roldifferentiatie via huisbezoeken en telefonische contacten.
5. We zorgen voor eenvoud en duidelijkheid in regels en financiën
Helpende vragen:
• Op welke manier kunnen we praktische obstakels in regels en financiën voor gezinnen zoveel mogelijk wegnemen?
• Is de informatie over financiële regelingen, ouderkortingen, gemeentelijke tegemoetkomingsregelingen etc. duidelijk voor gezinnen?
• Kunnen we vrije ruimte creëren voor extra financiële steun voor bijzondere situaties?
Praktijkvoorbeelden:
• De VNG heeft alle onderwerpen over pleegzorg op de website staan. Ook de financiële en wettelijke regelingen van pleegzorg zijn hier te vinden.
• Website Ondersteuning voor pleegzorg: de gemeente Medemblik biedt op haar website informatie over pleegzorg.
• Het Loket: Het Loket is een samenwerkingsverband van alle pleegzorginstellingen in
Groningen en is tot stand gekomen mede op initiatief van Stichting Pleegwijzer. Dit loket biedt pleegouders duidelijkheid over welke kosten zij kunnen declareren als deze niet uit de
pleegvergoeding kunnen worden betaald.
• Je mag er zijn: met hulp van Stichting Kinderpostzegels is er op verschillende plekken in Nederland een magazijn voor kleding en spullen geopend. Pleegouders kunnen hier terecht voor kleding, een Maxi-Cosi, kinderwagen of andere spullen die nodig zijn bij het opvangen van kinderen. Het magazijn heeft ook de functie van ontmoetingsplek voor pleegouders.