• No results found

De periodieke tarieven voor huisvesting co-locatie zijn langdurig onderwerp van gerechtelijke

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De periodieke tarieven voor huisvesting co-locatie zijn langdurig onderwerp van gerechtelijke "

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Marktpartijen

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer

drs. E. IJskes RC OPTA/BO/2006/202781 (070) 315 91 58

Datum Onderwerp Bijlage(n)

29 september 2006 periodieke tarieven huisvesting co-locatie Geachte heer/mevrouw,

De periodieke tarieven voor huisvesting co-locatie zijn langdurig onderwerp van gerechtelijke

procedures geweest. In afwachting van de uitkomst van deze procedures heeft KPN tot op heden de tarieven gehanteerd die door het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna het college) in het geschilbesluit BaByXL-KPN van 15 oktober 2002 (OPTA/IBT/ 203280) heeft vastgesteld.

Op 13 juli 2006 heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (hierna CBb) uitspraak (LJN AY3821) gedaan en het college opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen over de periodieke huisvestingskosten voor co-locatie. De uitspraak van het CBb betreft een procedure over de periode 2001-2003. In aansluiting hierop dient tevens besluitvorming over de periode vanaf 2003 plaats te vinden.

Het college is een onderzoek gestart en heeft KPN verzocht tariefvoorstellen te doen. Waar opportuun zal het college relevante marktpartijen in dit proces betrekken. Als het college de beoordeling heeft afgerond, zal hij hierover besluiten nemen, die tot aanpassing van de tarieven zullen leiden. Deze besluiten zullen op de website van OPTA gepubliceerd worden.

Hoogachtend,

H

ET COLLEGE VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT

, namens het college,

Sectorleider Breedband en Huurlijnen

mw. drs. C.M.I. Cramer

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De twee belangrijke gronden waarop het besluit is gebaseerd zijn: (1) blijk van onvoldoende zelfreflecterend vermogen en wel in zodanige mate dat de toelatingscommissie twijfelt

Bij brief van 18 oktober 2006 heeft verzoekster zich tot de voorzieningenrechter van het College gewend, met het verzoek om bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat het

Verweerder stelt zich op het standpunt dat het appellante op grond van de haar tijdens het

4.7 Het College stelt vast dat appellante vanwege bijzondere omstandigheden niet heeft kunnen deelnemen aan de reguliere eerste tentamengelegenheid op 9 april 2021. Het voorgaande

3.4 Op de vraag van het College wat een gewenste uitkomst van deze procedure voor appellante zou zijn, nu de reguliere tentamens in deze vakken in december weer

4.9 Verweerster heeft in de motivering van haar besluit en ook in de toelichting ter zitting naar het oordeel van het college dan ook niet, althans onvoldoende inzichtelijk

In de periode daarvoor waren deze kosten namelijk niet kenbaar bij marktpartijen en daarom kunnen deze kosten, met het oog op het rechtszeker- heidsbeginsel, niet alsnog

Het college kan verweerster volgen in haar standpunt dat nu appellant tijdens het tentamen zonder toezicht van een surveillant gebruik heeft gemaakt van het toilet, een juist