Milieuvriendelijke oevers op de Leie
door
ing. F. ELSK ENS ir. R. GOETINCK ir. P. SPRUYTTE ir. P. VANDENABEELE
D ir e k te u r B I T U M A R N .V .
e .a . in g e n ie u r G e n ts e Z e e h a v e n d ie n s t
D ir e k lie K o r trijk
H o o f d in g e n ie u r- D ir e k te u r G e n ts e Z e e h a v e n d ie n s t
D ire c tie K o r tr ijk
e .a . in g e n ie u r h .v .d . D ie n s t W a te rs en B o sse n
1. IN LEID IN G
E en m ilieuvriendelijke oever is een constructie v o o r de bescherm ing v an oevers die zo is gebouw d d a t een interessante om geving o n ts ta a t v o o r m ens, dier en plant.
C e n traal in h et o n tw erp en het beheer ervan staat het p robleem h o e de som s tegenstrijdige w ensen op gebied van het in sta n d ho u d en van de oevers ku n n en w orden in overeenstem m ing geb rach t m et hoge n a tu u rw a a rd e n o f recreatieve bestem m ingen d aarb ij rekening h o u d e n d m et de verschillende ra n d v o o rw aard en ais besch ik b are ruim te, hydraulische belasting enz.
T o tn o g to e w as de aan leg van o ev erstru k tu ren langs b e v aarb are w aterlo p en h o ofdzakelijk bepaald d o o r de n o o d zaak to t het verdedigen v an de oevers tegen de w a te rstro m in g en tegen de re to u rstro m e n en de haalgolven van de gem otoriseerde scheep
vaart.
D e elem enten die d a a rb ij belangrijk w aren, zijn v oornam elijk de stab iliteit, de co n stru ctie, de k o st
prijs en de behoefte a a n zo gering m ogelijke o n d e r
h o u d sk o sten , o m d a t d e kredieten d a a rv o o r vaak m oeilijk ter b eschikking w ord en gesteld.
M ilieuvriendelijke o f n a tu u rte c h n isc h e o e v e rstru k turen passen in een heel an d ere gedachtensfeer b e h o rende to t de bredere g a m m a v an n atu u rv rien d elijk - heid en bescherm ing v an de ecologische om geving, w aarbij zowel de n a tu u rlijk e kw aliteit v an het w ater in v erb an d m et flora en fa u n a o n d e r en aa n het w ater, ais n atu u rlijk e k w aliteit van de oevers, m et hun specifieke flo ra en fa u n a , een rol spelen. D a a r
n aast blijven stab iliteit, co n stru ctie, kostprijs en o n d e rh o u d van de oevers even belangrijke elem enten
die echter a a n het criteriu m n atu u rv rien d elijk h eid o f n a tu u rb e h o u d m o eten w ord en on d erw o rp en . H et is een niet gem akkelijke opgave het technische aspect en het m ilieuvriendelijke aspect m et elk aar te verzoe
nen.
D aarb ij k o m t d a t de scheepvaart, hoew el de k a n a lisatie en het b evaren van de w aterlo p en in het algem een k u n n en bijd rag en to t het verbeteren v an de w aterkw aliteit, zeer specifieke nadelen b ijb ren g t die to t gevolg hebben d a t het begroenen o f het b e h o u d o f v o o rtzetten van h et leven in de zone die aa n golfslag onderhevig is, helem aal uitgesloten is.
Een en an d er heeft to t gevolg d a t m en, bij het aanleggen van m ilieuvriendelijke oevers in de aller
eerste p la a ts m oet tra c h te n de oever helem aal van golfslag en van stro m in g te vrijw aren. Pas d a n w o rd t m en in sta a t gesteld S tru k tu ren te ontw erpen die een co n tin u e overgang v an w ater n a a r land en v an de eigen vegetatie en fa u n a m ogelijk te m aken.
In o n d erh av ig o n tw erp heeft m en dit tra c h te n te bereiken d o o r het opw erpen van een k u n stm atig e v o o ro ev er die enerzijds ho o g en stabiel is om alle aanvallen v an w aterstro m in g en golfslag op te v an gen, en anderzijds vold o en d e d o o rla te n d om de co n tin u ïteit van het w ater en het erin eventueel v o o rk o m e n d e leven te w aarb o rg en .
2. P IL O O T PR O JE K T O P DE LEIE,
SITU ER IN G EN B E ST A A N D E T O E ST A N D D e hierboven uiteengezette filosofie w erd een eer
ste m aal m et goed gevolg toegepast in een p ilo o tp ro - je k t v o o r het herstellen van de beschadigde oevers o p de Leie. In een eerste fase w erd de schaal v an het p ro jek t b ep erk t, teneinde de oev ero p b o u w a a n een
AFWAARTS HARELBEKE to t DE1NZE
m
A i t ^ c s é a s a Æ o c s r z - A . S i
F ig. 1. — T y p e d o o rsn e d e van de b e s ta a n d e Leie-oevers.
grondige evaluatie te o n d erw erp en alvorens verdere initiatieven te o n d ern em en .
In het k ad er v an de rech ttrek k in g en en de k an ali
satie van de Leie w erden de nieuw e oevers tussen H arelb ek e en D einze in de periode van 1970 to t 1975 grotendeels uitg ev o erd volgens de in fig u u r 1 aan g e
geven typed o o rsn ed e.
De oever is o p g eb o u w d uit b eto n n e n talu d p la te n , gesteund o n d e ra a n d o o r een b e to n k esp tegen een h o u ten p lan k en rij, die op h a a r b eu rt steu n t op h o u ten palen, ingeheid op regelm atige afstan d en . T er h o o g te van deze teen steu n w erd een bescherm ende en stabiliserende p la tb e rm van ca. 1,5 m breedte gerealiseerd, alv o ren s de o n d e rw a te rtalu d s n a a r de bodem uit te voeren.
H et debiet, en d u s de w a te rsta n d , is sterk a fh a n k e lijk van de voeding in de b o v en lo o p en k an to t zeer grote w assen a a n le id in g geven, en d u s to t zeer hoge w aterstan d en , ( ± 1 , 2 m b oven n o rm a a l peil), g ep aard gaande m et hoge w atersnelheden. N a a st deze n atu u rlijk e h y d rau lisch e belastingen w orden de
oevers v o o ral gesolliciteerd d o o r scheepvaartbelas- tingen (golfaanval en strom ing).
G ed u ren d e de eerste ja re n n a de bouw gaven de gerealiseerde oevers volledige voldoening. Ingevolge de groeiende intensiteit van de sch eep v aart, en v o o ral het toenem end verm ogen en de toegenom en n a tte d o o rsn ed e v an de schepen, tra d e n evenwel p ro b lem en o p , o nder de vorm v an plaatselijke ver
zakkingen. D e beschadigingen zijn v o ornam elijk o n tsta a n sed ert de aan v a n g van de v a a rt m et sche
p en van 1350 to n (klasse IV). D e eerste syste
m atische en om vangrijke beschadigingen v an de oevers m et beto n n en talu d p laten (breken, verzakken en invallen v an de b eto n p laten , en dit over grote afstan d en ) w erden vastgesteld in 1987.
In het verleden w erden reeds m eerdere m alen lokale d rin g en d e herstellingen uitgevoerd die to t doei h a d d e n v o o ra l het oevergedeelte boven to t ju ist o n d e r de w aterlijn te herstellen d.m .v. aanvullingen en schan sk o rv en , steunend o n d er w ater tegen het resterende gedeelte v an de b eto n n en oeverplaten.
D eze herstellingsw ijze ging uit van de veronderstel-
6 92 I N F R A S T R U C T U U R I N H E T LEEFM IL IEU 377
ling d a t de uitspoelingen o n d e r de p laten v o o rn a m e lijk v e ro o rzaak t w erden d o o r o n dichtheid v an de voegen tussen de verschillende platen, en niet zozeer d o o r o nderspoeling v an de betonkesp.
In 1989 werd d o o r de beherende dienst (de D irec
tie K o rtrijk v an de G en tse Z eehavendienst), in sam enw erking m et B itu m ar N .V ., een voorstel uitge
w erkt om n aast de herstelling van de ingevallen oeverp laten o o k een g ro n d ig onderzo ek te d oen n a a r de to estan d van de oevers in hun geheel en prev en tieve m aatregelen te n em en om de oevers in hun geheel te stabiliseren om zo verdere schade (breken en invallen) te v o o rk o m en .
D e m et d at doei afgesloten overeenkom st om vatte o n d e r andere de geo-elektrische detectie van uitspoe- lingsholten o n d er de b eto n n en ta lu d p la te n m et beh u lp van n iet-destructieve m etingen, en een visuele inv en tarisatie der v erzak te talu d p la te n tussen H arel
beke (stuw sluis) en D einze (zw aaikom ), m et in v en ta
risatie der w aarn em in g en en bespreking i.v.m . injec
tie- en herstellingszones.
D a t onderzo ek w erd aan gevuld m et peilingen en d u ik erso n d erzo ek a a n de voet van de b eto n p laten (beto n k esp — h o u ten palen en p la n k en — onderw a- terb erm ). G egevens u it peilingen en d u ik e rso n d e r
zoek, uitgevoerd op verschillende lokaties in het tra je k t Sint-B aafs-V ijve — D einze (novem ber 1990
— feb ru ari 1991) gaven overal een gelijkaardige to e sta n d o n d er en v ó ó r de beschadigde oevers. De schade bleek niet v e ro o rz a a k t te zijn d o o r o n d ic h t
heid van de voegen tu ssen de verschillende b e to n p la ten, zoals eerst werd aan g en o m en . Integendeel, ten gevolge van de to en em en d e sch eep v aartin ten siteit en het toegenom en v erm o g en , bleek het o n d erw aterta- lud en de p latb erm , te r h o o g te van de teensteun vóór de oeverplaten, g eëro d eerd d o o r de golfslag, w ater- spiegeldaling en re to u rstro m in g e n v e ro o rz a ak t d o o r de schepen.
Bijgevolg kon b eslo ten w ord en d at de b eto n n en oeverp laten stilaan o n d ersp o eld g eraken d o o r het verdw ijnen van g ro n d sp ecie o n d e r de b eto n k esp en w a n d p lan k en , vanw ege het w egspoelen v a n het o n d e rw a te rtalu d en p latb erm . W an n eer de o n d er
spoeling zich v o ld o en d e k an d o o rzetten , breken de ta lu d p la te n , verzak k en ze en valt de oever in.
D a a ro m w erd een herstellingsw ijze ontw ikkeld, w aarbij in de eerste p la a ts a a n d a c h t w erd besteed a a n de voet van de oever, teneinde onderspoelingsge- v a a r te verm ijden. A n d e re ra n d v o o rw a a rd e n w aren voo rn am elijk een zek ere m ate v an v erv o rm b aarh eid (in tegenstelling to t de o o rsp ro n k elijk e stijve b eto n
platen) en een zo g ro o t m ogelijke w a te rd o o rla te n d - heid (u iteraard in co m b in atie m et de nodige g ro n d - dichtheid), teneinde geen o n d e rd ru k k e n te v e ro o rz a ken aa n het oeveroppervlak. O p een d ra in e re n d e o n d erlaag van za n d a sfa lt w erd gevezelde o p en steen- asfalt a a n g eb rach t :
— ais p refab -m at, afg etro k k en o nder w ater v a n o p het b o v en w atertalu d ;
— als in situ bekleding boven de w aterlijn.
D eze o ev e rstru c tu u r w erd in eerste in stan tie o n d ersteu n d d o o r een teen u it zandasfalt.
E en eerste vak v an ca. 400 m lengte w erd o p deze m anier gerealiseerd, w a a rn a een eerste tussen tijd se evaluatie w erd uitgevoerd. De aangelegde oever g a f op technisch vlak volledige voldoening. D e begroei- b aarh eid van de gevezelde o pen steenasfalt bleek mee te vallen (foto 2), behalve in de nabijheid v an de w aterlijn. D it fenom een w as trouw ens reeds langer gekend en het gevolg van de v o o rtd u re n d e aan v allen op de oever d o o r d e d o o r v o o rb ijv aren d e schepen v ero o rzaak te haalgolven. D eze haalgolven zo rg d en er tevens voor d a t de teelaarde, in de ho lten v an de open steenasfalt a a n g eb rach t ter verhoging van de initiële b eg ro eib aarh eid , in g rote m ate w erd u itg e
spoeld.
O verigens m oet w o rd en opgem erkt d a t de p la a tse lijke o m stan d ig h ed en voldoende ruim te bieden om de eigenlijke oeverconstructie enkele m eters a c h te ru it te trek k en in vergelijking m et de o o rsp ro n k elijk e oever u it beto n n en talu d p laten .
D e co m b in atie v an deze vaststellingen w erd a a n gevuld d o o r het groeiend besef d at oevers n a a st een zuiver technische fu n k tie o o k een lan d sch ap p elijk - ecologische w aard e kunnen hebben. D it leidde u it
eindelijk to t het inzicht d a t de oevers van b e v a a rb a re w aterlopen, w aar vold o en d e ruim te v o o rh a n d e n is, best bescherm d w orden d o o r een v ooroeververdedi- ging die ze zoveel m ogelijk afscherm t van stro m in gen en haalgolven. D a a rd o o r w orden aanvallen op de eigenlijke oeverconstructie afgew eerd, hetgeen de begro eib aarh eid in belangrijke m ate verhoogt.
Ais gevolg van hetgeen v o o ra fg a a t w erd beslist een eerste p ilo o tp ro je k t uit te voeren op b ep erk te schaal, w aarbij de ingevallen beto n n en oevers v er
vangen w orden d o o r een oevero p b o u w u it twee gedeelten (een h ard e v o o ro ev er m et d a a ra c h te r de eigenlijke oeverconstructie). D it p ilo o tp ro je k t strek t zich uit over een lengte v an circa 120 m, langsheen de rechteroever v a n de Leie tussen de bruggen van Olsene en M achelen (fig. 2). Bij de o p b o u w v an de eigenlijke o ev e rstru c tu u r w erd rekening g ehouden m et de erv arin g en o p g ed aan in het k ad er v an het
P R O V IN C IE W E S T - V L A A N O E R E N
MOLENHOEK
t f ' E S.
%r
W A K K E N ;
PILOOTPROJECT
M IL IE U V R IE N D E L IJK E OEVERS
P R O V IN C IE O O S T -V L A A N D E R E N
Fig. 2. — Situering v a n h e t p ilo o tp ro je k t o p d e Leie.
hogergenoem d p ro efv ak . T egelijkertijd w erden op de oever diverse beplan tin g sm o g elijk h ed en uitgetest en verschillende g ro n d so o rte n aangevoerd om sp o n tan e plan ten g ro ei te in itiëren enerzijds o f om de kansen op succes v an uitg ev o erd e b eplantingsw erken te ver
hogen anderzijds.
De u itv o erin g v a n d it p ilo o tp ro je k t, h ad p laats in het v o o rja a r 1992 en o m v a tte :
opruim en van de b estaan d e, beschadigde oever- verdediging (feb ru ari 1992);
realiseren van de nieuw e altern atiev e oeverbe
scherm ing (m a a rt-a p ril 1992);
plaatsen v an de diverse gro n d en , aanleggen van de beplantingen en inzaaien v an het b o v en talu d en de dijk (eind a p ril, begin mei 1992).
H a r d e v o o r o e v e r v e r d e d i g i n g N a t t e s t r o o k O n v e r h a r d t a l u d
O o r s p r o n k e l i j k p r o f i e l
B r e u k s t e e n P i a s b e r m
G i e t a s f a l t p e n e t r a t i e
G e o t e x t i e l
G e v e z e l d e o p e n s t e e n a s f a l t
T e e l - e n w o r t e l g r o n d m e t b e p l a n t i n g e n i nz a ai ing
A a n v u l l in g
5 m
O o r s p r o n k e l i j k e b e s c h o e i i n g L e i e b o de m
Fig. 3. — T ype d w a rsd o o rsn e d e v a n de m ilieuvriendelijke o ev ero p b o u w .
6/92 I N F R A S T R U C T U U R I N H E T L E E F M I L I E U 379
3. T E C H N ISC H O N T W E R P V A N DE M IL IE U V R IE N D E L IJK E OEVER
U itg a a n d e van de ra n d v o o rw a a rd e n w elke o n d e r
m eer rekening h o u d e n m et de b estaan d e to estan d , het toekom stige scheep v aartv erk eer, to n n e n m a a t, k a n a a lg a b a rit en de hydraulische en m echanische belastingen op de oever w erd o.l.v. het D e p a rte m e n t Leefm ilieu en In fra s tru k tu u r, G entse Z eeh av en dienst, D irektie K o rtrijk in sam enw erking m et Bitu- m a r N .V . een o n tw e rp gem aakt v o o r een m ilieu
vriendelijke o ev erk o n stru k tie, w aarbij m et volgende funkties w erd rekening geh o u d en :
— hoo fd fu n ctie : vastleggen van de o ev erzone (gefi
xeerde oever);
— ecologische fu n k tie : de n a tu u r;
— scheepvaart en w a terafv o er;
— toegevoegde funkties : landschap, w etenschap, e.a.
golf v o o r h a t schip = .
spieg eld alm g sg eb ied
sp ie g a ld a lin g incl.
sck. golven
h a a lg o l f h aalg o lf boven tolu
s e k u n d a ire golven
g o lfo p lo o p
t t 1 1 1 1 1 1 r 1 1 1
4 4 4 4
/ \ \J " h Ä ' N
p o s itie v e snelheid v o o r h e t schip
r e t o u r s t r o o m
s e k u n d a ire golven g re n s la a g r e t o u r - ___________ s tro o m g re n s la a g schip v o lg s tro o m boven ______________talu d v o lg s tr o o m
s c h r o e f s t r a a l
o n g e s t o o r d e v a te r spiegel
h a a lg o lf
s e k u n d a ir e
golven s p ie g e ld a lin g s g e b ie d
g re n s la a g w a n d (-
g o lf v ó ó r h e t sc h ip
g r e n s la a g sc h ip (♦) r e t o u r s t r o o m (-)
\ . 'o ' . - v \ ^ : \ \ \ ^ ; \ .\\W W W W W W W W 1'
in zin k in g sc h ip
o n g e s to o r d e w a te rs p ie g e l
g r e n s la a g w and t.g.v r e t o u r s t r o o m re to u r s tr o o m g e b ie d
,
W W V W W VDOORSNEDE HALVERWEGE HET SCHIP
Fig. 4. — E le m e n te n v a n w aterb ew eg in g t.g.v. sc h e e p v a a rt in een v aarw eg.
D e keuze is gevallen o p een o e v e rin frastru k tu u r m et een piasberm (n a tte strook) op de w aterlijn, bescherm d d o o r een h a rd e lage vooroeververdedi- ging (h ard e s tro o k ) in com binatie m et een v erh ard en o n v erh ard a c h te rta lu d to t op b estaan d e dijk- hoogte.
D eze geleidelijke o v erg an g tussen land en w ater m et de kreatie v a n een ondiepe stilw aterplas laat v o o r het b io to o p m eer m ogelijkheden toe to t o n t
w ikkeling van diverse levensvorm en.
D e h ard e vooroev erv erd ed ig in g heeft to t doei het achterliggend stilw atergebied en dus de b io to o p o n t- w ikkeling te b esch erm en tegen h ydraulische en m echanische invloeden. D e hoogte v an de vooroever (lage b reu k steen d am ) t.o .v . het n o rm aal kanaalpeil N .P . en de a a rd en dim ensies der bouw m aterialen zijn v o o ral gekozen in functie van te verw achten b elastingen, op g ew ek t d o o r de scheepvaart (golven en strom ingen).
Een c o m p u terb erek en in g , uitgevoerd n a a r de hydraulische b elastin g en o p de oevers, v ero o rz a ak t d o o r de sch eep v aart n a eventuele toekom stige n o r
m alisatie op 2 000 to n bij N .P ., leverde volgende resu ltaten op.
M aatg ev en d e w a a rd e n v o o r(* ):
- im pactzone boven N .P . : 0,36 m (d it is het geval van belasting d o o r in terferentiepieken — golfop- lo o p );
(*) M a a tg e v e n d u it v ersch illen d e o n d erzo ch te m o g elijk h ed en :
— ex cen triciteit sch ip in de vaarw eg en b e la d in g sto e sta n d ;
— a a rd v an de sc h e e p v a a rt (d u w v a a rt. schepen).
- im pactzone o n d er N .P. : 1,81 m (dit is het geval van belasting d o o r haalgolf);
- v o l g s t r o o m b oven talud t.o .v . o e v e r: 1,44 m /s (zonder de n a tu u rlijk e stro m in g );
- extrem e w aterspiegeldaling t.o.v. N .P . : 0,52 m ; - extrem e re to u rstro o m t.o.v. oev er: 1,43 m /s (zo n
d er de n atu u rlijk e strom ing).
Deze hydraulische belastingen laten to e zowel de h o o g te tegen g o lfo v erto p p in g ais de a a rd en dim en sie van de v o o ro e v e rk o n stru k tie vast te leggen.
In ond erh av ig geval w erd gekozen v o o r b itu m i
neuze m aterialen en technieken zoals h ie rn a u iteen gezet.
A sfaltp ro d u k ten ku n n en perfect en z o n d e r h inder v o o r het m ilieu w o rd en to eg ep ast in de oeverbouw ais n atu u rv rien d elijk e m aterialen en technieken.
O nderzoek heeft a a n g e to o n d d a t b elastin g van het o p p erv lak tew ater d o o r P A K (Polycyclische a ro m a ti
sche k o o lw atersto ffen ) niet w aarschijnlijk is gezien de geb ru ik te a sfa ltp ro d u k te n (m engsels v a n petro - leu m b itu m en m et n a tu u rlijk e g ra n u laten ) geen a a n to o n b a re hoeveelheden PA K ( < 0,5 m g /k g d.s. v o o r open steenasfalt), w elke zo u d en k u n n en uitlogen, bevatten.
B itum ineuze m engsels w orden zelfs v a a k toegepast v o o r allerh an d e k o n stru k tie s in k o n ta k t m et d rin k w ater (bitum ineuze m em b ran en , a sfa ltb e to n ed.), en d it na gro n d ig o n d erzo ek d.m .v. chem ische, o rg a n o leptische en bacteriologische m eth o d en en eisen v o o r
g e s t o r t m a t e r i a a l ( g r o f ) in te r f e re n tie p ie k e n
st il w a t e r lijn S.W.L
g e o t e x t i e l i n t e r f e r e n t i e p i e k e n
haalgolf ( s c h r o e f s t r a a l )
o n d e r g r o n d
r e t o u r s t r o o m
( s c h r o e f s t r a a l ) g e s t o r t m a t e r i a a l (fijn )
g e d e e l t e
o n der s.w.L Doven S.W.L
o n d e r s t e deel I v e rd ed ig in g
►ft- H t
bove nste d e e l v e r d e d i g i n g o n v e r d e d ig d t a l u d ♦ bodem
Fig. 5. — P rin c ip e v a n zo n erin g v an b reu k steen o ev erverdediging.
6/92 I N F R A S T R U C T U U R I N H E T L E E F M IL IE U 381
organische n iet-k u n ststo fm aterialen in co ntact m et d rin k w a te r (N B N S29-002).
D e volgende flexibele bouw stoffen op basis van b itu m en w erden to eg ep ast in d it p ilo o tp ro jek t :
• Zandasfalt: een m engsel v an ca. 96 m assap ro cen t zan d , geb o n d en m et ca. 4 % bitum en.
H et zan d asfalt w o rd t aangew end ais w a te rd o o rla- tende, m a a r g ro n d d ich te filter- en funderingslaag en ais k o n stru k tie f k e rn m a te riaa l voor d am m en - en d ijkenbouw . H e t k a n eveneens w arm verw erkt w o r
den o n d er de w aterlijn. H et zan d asfalt w o rd t g eb ru ik t ais funderings- en filterk o n stru k tie en ais steun van de o o rsp ro n k elijk gebouw de o n d erw ater- beschoeiing (zie fig. 3).
• Gietasfalt: een v lo eib aar overvuld mengsel van asfaltm astiek (bitum en, z a n d en vulstof) en fijne steenslag in een m assav erh o u d in g van ca.
80/2 0 % .
H et gietasfalt w o rd t o.a. g eb ru ik t ais penetratie- m ateriaal v o o r b reu k sten en w aarbij drie m ethoden onderscheiden w o rd e n :
1. H e t „v astleg g en s te e n ” . H ierbij w o rd t over het hele o p p erv lak gelijkm atig een bep aald e hoeveel
heid p e n e tratiem o rtel a a n g eb rach t (fig. a). D o o r h et vastleggen o n ts ta a t een niet geheel gesloten constructie. H et gietasfalt is d an alleen in het bovenste deel van d e b reu k steen laag d o o rg e d ro n gen.
2. P atro o n p en etratie/g ed eeltelijk e p e n e tra tie . V ol
gens een v o o ra f vastgesteld stram ien w o rd t de b reu k steen over de gehele laag d ik te g epenetreerd w a a rd o o r die ais het w are to t g ro tere ste e n h o m pen w ordt sam engevoegd (fig. b).
3. „ V o l en z a t ” p en etratie. N u w orden d e holle ruim ten in de b reu k steen volledig gevuld m et gietasfalt z o d at ais het w are een p laatv o rm ig e gesloten bekleding o n ts ta a t (fig. e).
G ietasfalt k an eveneens w arm o n d er w ater w orden g e sto rt m its toepassing v an speciale u itv o erin g stech nieken, een ju iste m engselkeuze en een gro n d ig e k w aliteitskontrole.
D e p en etratie op de Leie is van het type „ vastleg
gen steen ” en la a t toe in de gegeven o m stan d ig h ed en (haalgolven to t ca. 0,80 m, strom ingen to t ca.
1,5 m /s) :
h et b reu k steen k alib er te verkleinen to t 5/25 kg;
— de to tale laag d ik te to t 0,30 m te reduceren.
D e p en etratie is enkel uitg ev o erd aan de voorzijde van de vooroever, to t a a n de k ru in van d e lage b reu k steen d am .
D e h o o g te van de b re u k steen k ap w erd gesteld op 0,75 m boven N .P .
• Gevezelde open steenasfalt: een m engsel v a n geve
zelde asfaltm astiek (b itu m en , zan d , v u lsto f en inerte vezels) m et een b ep aald kalksteenslagkali-
p e n e tra tie ''vastleg gen steen
b patroonpenetratie
c "v o l en z a t " p e n e tra tie
F ig . 6. — V erschillende p e n e tra tie m e th o d e n m et g ietasfalt.
F o to 1. — A an leg v an de v o o ro e v e r m et z a n d a sfa lt, b reu k steen en g ietasfaltp en etratie.
b er (16/22 m m , 20/32 m m o f 40/56 m m ed.) in een m assav erh o u d in g v an ca. 2 0 /8 0 % .
G evezelde open steen asfalt v o rm t na afkoeling een zeer flexibele, w a te rd o o rla ten d e , p laatv o rm ig e d u u r
zam e bekleding m et een hoge w eerstand tegen w ater
strom ingen, g o lfw erking en andere hydraulische en m echanische b elastin g en . D o o r h et zeer open k a ra k ter v an het m engsel (holle ruim te — percentage 25 to t 30 v o lu m ep ro cen t) b ied t dit a sfa ltp ro d u k t, een ontw ikkeling v an B itu m a r N .Y ., enkele belangrijke
v o ordelen bij het gebruik in de n atu u rv rien d elijk e oeverbouw , m et n a m e :
- de zeer grote w a te rd o o rla ten d h e id (D arcycoëffi- ciënt k ca. 5.10 ~2 m /s) w a a rd o o r de o p b o u w van h y d ro statisch e o f dynam ische w ate ro v e rd ru k k en o n d e r de bekleding w o rd t v erm eden;
— de relatief g rote openingen in de asfaltlaag , w a a r
d o o r teelaarde en nadien de w o rtels van de vegetatie to t ca. 5 à 6 cm in het a sfalt ku n n en d rin g en en a.h.w . een v eran k erd erosiebestendig
F o to 2. — K lassieke L eie-o ev e rp ro fiel, h ersteld m et gevezelde o p e n ste en asfalt o p geotextiel in situ en ais p r e fa b m a tte n o n d e r d e w aterlijn, n a d ie n b e d e k t m et teelaard e
en ingezaaid.
F o to 3. — D o o rsn ed e v a n d e c o m b in a tie geotextiel/gevezelde o p en ste en asfalt/tee-
la a rd e /b e g ro e n in g .
6/92 I N F R A S T R U C T U U R IN H E T L E E F M I L I E U 383
geheel vorm en v an bekleding en begroeiing.
M erk op, d a t in h e t o n d erste gedeelte van het gevezelde open steen asfaltlaag de d rain eren d e fu n k tie blijft b eh o u d en (zie fo to 's 2 en 3).
G evezelde o pen steenasfalt k a n d o o r de zeer open s tru k tu u r enkel boven w ater rech tstreek s w orden verw erkt. P laatsing o n d er w ater gebeurt ais gepre
fabriceerde m atten d o o r to ep assin g van speciale technieken.
V o o r de verdediging van h et a c h te rta lu d (over- gang tussen de p iasb erm en de k ru in v an de dijk) is geopteerd voor een d u u rzam e, flexibele ingroeikon- stru k tie b estaan d e uit gevezelde open steenasfalt op een synthetisch filter o m d a t :
— in de gegeven o m stan d ig h ed en zich hoge w asw a
ters (plotse steigingen en dalingen van het k an aalp eil t.g.v. de afvoer v an het o p p e rv la k te w ater) kun n en v o o rd o e n (N .P . + 1,20 m );
— de overgang p la sb e rm /d ijk k ru in m et relatief steile g ro n d ta lu d dient gerealiseerd te w o rd en wegens bep erk te d ijkbreedte.
In en ro n d de p iasb erm k u n n en zich n u allerlei levensvorm en ontw ikkelen. H et is dus noodzakelijk d a t d it bescherm de deel van de oeverzone in co n tact sta a t m et het „ v r ije ” w ater. H ierto e ku n n en een a a n ta l m ogelijkheden in g eb o u w d w orden :
— sporadische w atero v erslag ;
— d o o rd rin g in g v an de breu k steen b erm (d o o rla tende k o n stru k tie) ;
— openingen in de v o o ro ev er d.m .v. b u isd o o rg a n - gen o f plaatselijk verlaagde berm en.
N a de afw erking v an d e „tech n isch e o e v e r ” w er
den de diverse w o rtelh o u d en d e en te elg ro n d en a a n geb rach t in het oeverprofiel en de b e p lan tin g en en h et inzaaien uitgevoerd.
4. T E C H N ISC H E EN B IO L O G ISC H E (EC O L O G ISC H E ) M O N IT O R IN G VAN HET P IL O O T P R O JE C T
H et is de bedoeling d it p ro jek t op term ijn te blijven opvolgen, v o o ral gedurende de eerstk o m en d e ja re n om een zo volledig m ogelijk beeld te krijgen
o ver:
— het gedrag v an de k o n stru k tie in de gegeven hydraulische o m stan d ig h ed en ;
— de w isselw erking tussen de b o u w m aterialen voor de in fra stru c tu u rw e rk e n en het leefm ilieu (b io to o p );
— de geschiktheid v an de gebruikte m aterialen en technieken in de m ilieuvriendelijke o everbouw (resu ltaat, ervaring).
H ierto e w erd het p ilo o tp ro je k t o pgesplitst in 3 zones, om zoveel m ogelijk p aram eters te k u n n en onderzoeken.
V olgende p a ram eters w erden ingebouw d :
— gebruik v an w o rtelg ro n d en teelaarde v a n ver
schillende a a rd en h e rk o m st;
F o to 4. — B e scherm ing v a n het v e rh a rd e a c h te rta lu d d.m .v. gevezelde o p e n ste en asfalt o p geotextiel.
F o to 5. — A fw erk in g v a n d e p ia sb e rm en a c h te rta lu d m et w o rte lg ro n d e n .
6/92 IN F R A S T R U C T U U R IN H E T L E E F M I L I E U 385
O orspronkelijk p ro fie l PILOOTPROJEKT ca 120 m O orsp ron kelijk p ro fie l
ZONE 1 L ZONE 2 ZONE 3
1
'TT '
Grondtalud
B e tonp laten ■
Kruinlijn
7 1 j ' T Tj
Î tG rondtalud' I 'h m I ï ' 1’ T 1' T - y
1 Gevezelde open s te e n a s fa lt op s y n th e tisch f ilt e r
en w o rtelg ron den
Beplanting
1 v . l : / : j
Piasberm
IV
T f 7 f T "T f
1 T T
G ron dtalud
¡B e to n p la te n I
o 1 b ü-rr-ty- o' o' o o- Zan dasfa ltberm 0 0 6 0 0 0 o o ~0“
ZONE TEELGROND BEPLANTING SYNTHETISCH FILTER GEVEZELDE OPEN STEENASFALT
1
W o rte lg ro n d van zeebies Scheldeschorren Doei
Inzaaien van a c h te rta lu d en kru in
Geweven g e o te x tie l van polypropyleen
Kaliber 16/22 mm
2
W o rte lg ro n d van zeggen Oude Leiearm
Inzaaien van a c h te rta lu d en kruin
Geweven g e o te x tie l high flow met een niet geweven p o ly - propyleenvlies ( composiet )
K aliber 4 0 /5 6 mm
3
V e tte grond s to rtz o n e t.h.v. de Leie
B eplanting met rie t, lisdodde, gele lis, m attenbies
Zeer open geweven g e o te x tie l van p o ly e s te r met een niet geweven vlies ( com posiet )
K aliber 16/22 mm
Fig. 7. — Schem a v an d e v erd elin g v a n h e t p ilo o tp ro je k t in verschillende zones v o o r het vergelijken v an d iverse b o u w m aterialen , g ro n d e n en b ep lan tin g en .
— gebruik van diverse types geotextiel ais synthe
tisch fïlterm ateriaal, nl. geweven geotextielen en com p o sietd o ek en v an zeer open geweven m et niet geweven doeken, o n i de in terak tie m et de ver
schillende w o rte lstru k tu re n (d o o rg ro eib aarh eid , bestendigheid, e.a.) te o n d erzo ek en ;
— gebruik van diverse types gevezelde o pen steenas
falt (andere steen slag m aat) i.v.m. volum e en g ro o tte d er holle ru im te n in het m engsel;
- gebruik van verscheidene types b eplantingen in en nabij de p la sb e rm stro o k ;
— gebruik van g raszaad v o o r uitdrogingsgevoelige dunne g rondlagen.
D eze in fo rm atie zal to e laten een grondige o p vol
ging te k u n n en v errich ten van het p ilo o tp ro je k t op technisch en ecologisch vlak en een gedegen ev alu a
tie van het b eoogde re su lta a t o p te stellen.
H opelijk zullen de e rv arin g en o p g ed aan tijdens het o n tw erp , de bouw , de o p v o lg in g en het m ilieu effec- ten o n d erzo ek een n u ttig e b ijd rag e ku n n en leveren to t deze nieuw e m an ier v a n m ilieuvriendelijk o n tw er
pen en uitvoeren v an oeververdedigingen.
5. BEG RO ENING V A N DE M IL IE U V R IE N D E LIJKE OEVER
5.1. Belang van oeverzones voor het natuurbehoud Een oever v o rm t een geleidelijke o f steile overgang van een droge n a a r een n a tte zone e n /o f v an hoger n a a r lager gelegen gebieden. O vergangszones vorm en de basis v o o r n atu u rlijk e diversiteit. Z o v o rm t de overgang w ater-lan d de basis v o o r de ontw ikkeling van w aardevolle k arak teristiek e oeverlevensgem een- schappen. D ergelijke oevers vorm en relatief sm alle stro k en m in o f m eer aaneen g eslo ten n atu u rg eb ied , d at ais leefgebied (b io to o p ) o f v erb in d in g sb aan (eco
logische in fra stru c tu u r) k a n dienen v o o r p lan ten en dieren. O ok k an de oeverzone een to ev lu ch tso o rd zijn v o o r p lan ten en dieren die elders geen levens
kansen m eer h ebben (refugium funktie).
O evers vorm en het leefgebied v an m eer o f m inder a a n het w ater gebonden p la n te n en dieren en zijn de sta n d p la a ts van veel oeverplanten. V o o r een deel zijn dit w a terp lan ten , zoals verschillende fo n tein k ru id en , de w a te rra n o n k el en de w aterlelie, v o o r een deel zijn het lan d p lan ten zoals w ilgen, elzen en grassen. M a a r er zijn ook p la n te n so o rte n die prak tisch uitsluitend aa n het oeverm ilieu zelf zijn g ebonden, bijvoorbeeld
F o to 6. 7 en 8. — R e su lta a t v a n de b eg ro en in g (a u g u stu s 1992).
riet, g rote en kleine lisdodde, m attenbies, kalm oes en verschillende zeggesoorten.
V oor dieren zoals vogels, vissen, am fibieën, reptie
len, zoogdieren k u n n e n oevers een v o o rtp lan tin g - sp laats zijn e n /o f b esch u ttin g o f foerageerm ogelijk- heden bieden. D e oever is bovendien de p la a ts voor hen om van het la n d in het w a te r te ko m en en om gekeerd.
5.2. Het ideaal beeld (fig. 8)
Een ideale z o n erin g v o o r de oevervegetatie in het dw arsprofiel van een w aterlo o p b estaat uit een w aterp lan tzo n e, een rietzone, een zach th o u tzo n e, eventueel grasvegetatie en een h ard h o u tz o n e .
V an bijzo n d er b elan g hierbij is de rietzone die zich situeert in de om geving v an de w aterlijn. H o e b red er deze overgangszone, h oe in teressan ter v o o r de o n t
w ikkeling van typ isch e oevervegetatie, die o p h a a r b e u rt van g ro o t b elan g is v o o r de fau n a in h et w ater en in de om geving erv an . Deze oevergangszone is in
de kan alen en g ekanaliseerde rivieren niet o f n au w e
lijks aanw ezig en o o k niet over g rote a fstan d en aan te leggen. In dergelijke gevallen v erdient het a a n b e veling op enkele geïsoleerde p laatsen w a a r m ogelijk deze oevergangszone te realiseren. D eze zone kan dienst d o en ais p a a ip la a ts v o o r vissen m a a r tevens ais u itsta p p la a ts v o o r zoogdieren die in het w ater terechtgekom en zijn en ais schuiloord en voedsel
b ro n v o o r allerlei levende organism en.
5.3. Uitgangssituatie
H et uitgevoerde o n tw erp van m ilieuvriendelijke oevers langs de Leie te Olsene laat toe op d w ars
d o o rsn ed e schem atisch drie zones te onderscheiden, nl. de zone van de piasberm . bescherm d d o o r een b reukstenen v o oroever, de zone v an het v erharde talud en d a arb o v en een zone v an o n v e rh a rd talu d (zie fig. 3 en 7).
U itg a a n d e van d it con cep t is het de bedoeling om, rekening houd en d m et het ideaal beeld, een begroe-
6/92 I N F R A S T R U C T U U R I N H E T L E E F M IL IE U 387
z e g g e l i e s g r a s g e l e Lis k a l m o e s
m a t t e n b i e s r i e t g r a s
w i l g
Fig. 8. — Z o n e rin g v a n de oevervegetatie.
ning a a n te brengen en sp o n ta a n te laten evolue
ren.
D e piasberm die steeds w a te r bevat k o m t overeen m et de n atte oever (m oeraszone). D irect hierbij aan slu iten d v o rm t het v e rh ard e talud de overgang van w ater n a a r land. E en rietbegroeiing is hier doelstelling. H et b ovenste deel van de oever, het o n v erh ard e talu d , k o m t eventueel in aan m erk in g v o o r een b ep lan tin g m et els, wilg, h azelaar, m ei
d o o rn , veldesdoorn, ...
D e piasb erm en het v erh ard e ta lu d kregen na de u itv o erin g van de herstellingsw erken (mei 1992) een g ro n d b ed ek k in g . Beide delen w erden tevens gedeelte
lijk b e p lan t o f ingezaaid m et k ru id ach tig e gew assen.
H et o n v e rh a rd bovenste oeverdeel, de p otentiële z a c h th o u tz o n e w erd ingezaaid, m a a r w o rd t v erd er in d it artik el b u iten beschouw ing gelaten.
In de p iasb erm w erden op onderscheiden p laatsen diverse g ro n d so o rte n aa n g e b ra ch t. Twee p laatsen kregen g ro n d m et enerzijds w o rtelsto k k en v an H een
G ele Lis
Lislodde M attenbies
F ig. 9. — G e b ru ik te o e v e rp la n te n .
o f zeebies (Scirpus m aritim u s L.) afkom stig v an de Scheldeschorren te D o ei en anderzijds m et zeggen afkom stig v an een nabijgelegen m ean d er v an de Leie.
D e b reu k steen d am fungeert ais golfbreker en kreeg alleen langs de landzijde een bedekking m et vaste grond. H ier en d a a r w erden boven de w aterlijn groepjes m atte n b ie s (Scirpus lacustris), lisdodde (T ypha latifolia L .) en gele lis (Iris P seu d aco ru s L.) geplant.
H et verharde deel v a n de oever, de toekom stige rietzone, kreeg dezelfde g ro n d b ed ek k in g ais in de piasberm , m a a r w el in verschillende dikten. H et gedeelte w aar vette g ro n d werd a a n g eb rach t, kreeg bovendien een b e p la n tin g m et riet (stekken en kluit- p lan ten ). lisdodde (c o n ta in e rp lan te n en k lu itp lan - ten), gele lis (co n ta in e rp lan te n en k lu itp lan ten ) en m attenbies (c o n ta in e rp lan te n ) (fig. 8).
H et tijdstip v a n u itv o erin g v an deze w erken gebeurde vrij laat in h et groeiseizoen (na 18 niei 1992). De k lim ato lo g isch e o m stan d ig h ed en in de ero p volgende m a a n d e n w aren bijzo n d er ongunstig v o o r het experim ent, v o o rn am elijk v o o r de b e p la n ting.
5.4. Begroening van de piasberm
D e w aterk w aliteit in de piasb erm is p rak tisch vergelijkbaar m et d a t v an de Leie d.w .z. m eestal biologisch dood. In p erio d en d a t de Leie w einig w ater over de p iasb erm sto rtte, w as er een m e rk w aardige verbetering van de w aterk w aliteit. H e r
haaldelijk w erden scholen v an w aterv lo o ien o pge
m erkt. H e t n atu u rzu iv eren d verm ogen in de p ia s
berm zelfs op m o m en ten v an w einig p lan ten g ro ei is opm erkelijk.
D e zone m et w o rte lsto k h o u d en d e g ro n d van zeebies, h erk o m st D oei, kende een o n a fg e b ro k e n groei, eerst in de overgangszone v an la n d en w ater.
R o n d eind o k to b e r w as de b ed ek k in g sg raad v an de H een in de piasberm 8 0 % . H etgeen, zow el la n d schappelijk ais ecologisch, een zeer p o sitie f resu ltaat is (fig. 9 en 10).
D e w o rtelsto k h o u d en d e g ro n d m et zeggen uit een nabijgelegen L eie-m eander kw am niet to t o n tw ik k e
ling. V erm oedelijk b ev atte deze g ro n d w einig levens
krachtige w ortels. D e overgang van w a te r n a a r land werd in deze zone volledig g ekoloniseerd m et een stro o k knopige d u iz e n d k n o o p (zie verder).
F o to 9 en 10. — B e g ro e n in g sre su lta a t n a en k ele m a a n d e n u itg a a n d e v a n w o rte lsto k h o u d e n d e g ro n d v an zeebies.
6 /9 2 IN F R A S T R U C T U U R IN TIET L E E F M I L I E U 389
D e groei v an m atten b ies op de vooro ev er w as vrij spectacu lair, v an 30 cm lengte n a a r 180 cm in 5 m aan d en . D e gele lis en de lisdodde deden het eveneens vrij goed (fig. 11 en 12). D o o r het w egspoe
len v an de o p g eb rach te g ro n d op de breukstenen v o o ro ev er w erden vele plan ten losgerukt en kw am en in h e t w ater van de piasberm terecht. G edeeltelijk w erk te dit een lokale vernietiging van deze p la n te n in de h an d .
D e g ro n d o p de v o o ro ev er was tevens een ideale kiem bodem v o o r k rach tig e p io n ierp lan ten die sterk de b e staan d e b e p lan tin g oeverw oekerden.
H et begroenen v an de piasberm langs de Leie laat toe volgende conclusies te trek k en :
— E en piasberm , w anneer voldoende breed, z o rg t in de oeverzone v o o r een v erhoogd n a tu u rlijk zuive
ren d verm ogen van het w ater.
— D e lage b reuksteen kap d o et voortreffelijk dienst ais golfbreker z o d a t in de piasb erm een rustig w aterv lak blijft b estaan die w einig hinder o n d e r
v in d t van de d y n am iek en de peilschom m elingen v a n de Leie.
— H e t aanbrengen v an g ro n d op de landzijde van de vooroever is niet n o dig en d ien t b e p e rk t te w orden to t p laatsen w aar b ep lan tin g is voorzien.
D e begroening zal d a a rd o o r trag er verlopen, m a a r de o verw oekerende pioniervegetatie blijft d a a rd o o r achterw ege en zal de jo n g e aan p la n tin g niet hinderen.
— D e afgespoelde g ro n d doet de piasberm snel verlanden hetgeen n eg atief te beoordelen is t.o.v.
h et behoud van v o ld o en d e w ater.
- H et succesvol gebruik van w o rte lsto k k e n is afhankelijk van de vitaliteit en de c o n c e n tra tie ervan. De grond m oet g ep laatst w o rd e n op sei- zoenale geschikte m o m en ten (m a a rt-a p ril) en k li
m atologische gunstige o m stan d ig h ed en . W o rte l
sto k k en van zeebies, riet en zeggen k o m e n h ier
v o o r in aanm erking.
— Een geslaagde b ep lan tin g ligt aan de b asis van de toekom stige ontw ikkeling en u itzicht. H et gebruik van levenskrachtige m ateriaal is nodig.
D e aa n p la n tin g gebeurt steeds boven de h oogw a- terlijn en de om geving ervan.
— Een piasb erm is een goed a lte rn a tie f in g e k a n a li
seerde rivieren om een p erm an en t n a tte zone te creëren.
— Een piasberm la a t toe een rustige o v erg an g te creëren van h et n atte n a a r het d roge oeverdeel d o o r h e t w egnem en van de dynam iek v an het w ater. D it k o m t de vestiging van oev erg eb o n d en p lan ten en dieren ten goede.
5.5. Begroening van het landtalud
In eerste in stan tie w as het de bedoeling n a te gaan w at het effect w as van een g ro n d b ed ek k in g op de gevezelde open steenasfalt. A anvullend w erd de evo
lutie nag eg aan v an de begroening u itg a a n d e van de w o rte lsto k h o u d en d e g ro n d v an zeebies en zeggen.
Tevens w erden stro k en van een b ep lan tin g m et riet, lisdodde, gele lis en m atten b ies voorzien.
D e g ro n d b ed ek k in g op de gevezelde o p en steenas
falt sto n d d irek t na de b ep lan tin g en b lo o t a a n vrij extrem e tem p eratu u rsch o m m elin g en en h a rd e neer-
F o to 11 en 12. — D e snelle o n tw ik k elin g van de lisdodde.
slagbuien. H et gevolg hiervan w as enerzijds tijdelijke u itd ro g in g van d e g ro n d en d e w o rtelsto k k en . A nderzijds spoelde de regen gedeeltelijk de opge
b rach te g ro n d weg. Bij te geringe d ik te van de b o d em b ed ek k in g kw am de gevezelde open steenas
falt p laatselijk b lo o t te liggen. D it verschijnsel was ook m e rk b a a r op h e t b reu k steen v lak a a n de andere zijde v an de piasb erm .
In dergelijke o n g u n stig e g ro eio m stan d ig h ed en bleek het m oeilijk v o o r de w o rtelsto k k en om zich te ontw ikkelen. D e beg ro eiin g u itg aan d e van w ortel
sto k k en bleef d a n o o k b ep erk t to t h et laagste gedeelte van het v e rh a rd e talud.
S p ectaculair w as d aarte g e n o v er wel de m assale ontw ikkeling v a n a f ju li, over de volledige herstelde oeverlengte en b reed te, v an een typische p io n ierp lan t van de rivieren, nl. de k n opige d u iz e n d k n o o p (Poly
gonum lap a th ifo liu m subs, lap ath ifo liu m ) (fig. 13).
D e b ed ek k in g sg raad ging van 100 % op p laatsen m et een dik g ro n d p a k k e t to t 50 % op p laatsen m et w o rtelh o u d en d e g ro n d . W aar de gevezelde open steenasfalt p laatselijk aa n de o p p erv lak te kw am was de b ed ek k in g sg raad d o o r deze p io n ie rp la n t max.
1 0 %.
H et begroeningseffect van de herstelde oever werd op g ro te gedeeltes v an de herstelde oever d o o r deze p la n t g ed o m in eerd ; v o o ral in zo n e 3.
Een gedeelte van de m et grond bedekte gevezelde open steenasfalt werd vrij laat b ep lan t m e t oever
p lan ten . Deze p lan ten blijken vooral g oed a a n te slaan onm iddellijk boven de w aterlijn. D o o r de dynam iek in de overgang v an land n a a r d ro o g is er zelfs reeds sp rak e van uitb reid in g van enkele indivi
duen lislodde en m attenbies.
H et effect van de aan p la n tin g op hogere gedeeltes van de oever m et rietstekken, van eerder lage kw ali
teit kan niet geslaagd genoem d w orden. D e overw el
digende groei van het knopige d u iz e n d k n o o p (lengte to t 1,5 m eter) co n cu rreerd e deze rie tp la n te n weg.
H et gebruik van ruim e k lu itp lan ten van riet (20 X 20 X 20 cm) gaf d aaren teg en wel een bevredi
gend resu ltaat.
H et beperkte experim ent i.v.m . beg ro en in g van gevezelde open steenasfalt laat toe volgende co n clu sies te trekken :
— gevezelde o pen steenasfalt is b ru ik b a a r ais u it
gangsbasis v o o r begroening van rivieroevers;
- het is nodig de gevezelde open steenasfalt m et een voldoende vette g ro n d laag te b ed ek k en wil m en de begroening onm iddellijk laten starten , hetzij sp o n ta a n (pioniersvegetatie) hetzij gewild (aa n p la n tin g );
F o to 13. — P io n iersb eg ro eiin g v a n kn o p ig e d u iz e n d k n o o p .
6/92 I N F R A S T R U C T U U R IN H E T L E E F M IL IE U 391
— een dik p a k k e t v an levenskrachtige w o rte lsto k h o u d en d e g ro n d van riet, zeebies, zeggen en an d ere o ev erp lan ten in en ro n d de piasberm geeft goede resu ltaten w anneer deze op het goede tijd stip a a n g e b ra ch t w orden en o n d er gepaste klim atologische o m stan d ig h ed en ku n n en kie
m en ;
— d e plantenkeuze m o et zorgvuldig gebeuren in fu n k tie v an de sta n d p laats. V an n a t n a a r dro g er m ilieu kom en in aan m erk in g m atten b ies, lis
d o d d e, gele lis, riet, zeggen, rietgras, zowel o nder v o rm v an co n ta in e rp la n ten ais van forse kluit- p la n te n ;
- een gedeelte v an de m et g ro n d bedekte oever sp o n ta a n laten koloniseren en ontw ikkelen met p io n ierp lan ten is a a n te bevelen;
— reeds na 4 m a a n d e n is een volledige begroening v an bedekte gevezelde open steenasfalt m ogelijk ais deze in o p tim ale o m stan d ig h ed en kan o n tw ik kelen v a n a f ap ril;
— v o o r het in zaaien v o lstaat een bedekking m et goede teelaarde v an ca. 10 cm.
5.6. Aanbevelingen voor milieuvriendelijke oeverbouw T en slo tte zijn enkele aanbevelingen te d oen om het m ilieu te diversiviëren en de b ep lan tin g b eter te laten aan slaan :
— een ruw e afw erk in g v an de gevezelde o pen steen
asfalt m et g rote ste e n m a a t en het gebruik van diverse kalibers in de steen b esto rtin g v erh o o g t de
variatie in ecologische uitgangsposities en zal de ero p aan g eb rach te g ro n d beter v a sth o u d e n . Z o zal de b ep lan tin g betere kansen krijgen om te overleven ;
— een p a tro o n p e n e tratie van gietasfalt is b e te r v o o r de begroening d a n alle an d ere p en e tra tie v o rm e n ; - o m afspoeling o p het ta lu d to t een m in im u m te bep erk en is een zw ak hellend talud w enselijk o f het gebruik v an vette g ro n d aan te ra d e n ; - een m inim ale d ik te v an g ro n d laag v an 20 cm en
eerd er vettig m ate ria a l is nodig om een goede bew orteling te b ekom en van de w a te rp la n te n in en ro n d de p iasb erm ;
het gebruik v an n atu u rtech n isch e m aterialen zoals rietrollen, veg etatiem atten , b e sta a n d e u it oeverplanten kunnen begroening bespoedigen.
H et gebruik in m oeilijke o m stan d ig h ed en van deze m aterialen u it de ingenieurs-biologie is aan te bevelen.
R E F E R E N T IE S
M ilieuvriendelijke oevers. C U R R a p p o rt 90-4 1991. V o o rlo p ig e le id ra a d v o o r een in teg rale b e n a d e rin g van o n tw e rp , a a n le g en b eh eer van oevers.
O n tw e rp p ro g ra m m a v o o r o eververdedigingen in v aa rw e e e n (D l P R O C C U R R a p p o rt 89-8 1990.
L eid ra a d v o o r de to ep assin g v a n a sfa lt in de w a te rb o u w , T A W 1984.
D e to e p a ssin g van b itu m in eu ze m a terialen in de w a te rb o u w — R ecente o n tw ik k elin g en en to ep assin g en , B itu m a r N .V . (B itu- m in fo 58/1990).
B ro ch u re B itu m a r N .V . : w a te rb o u w k u n d ig e w erken 1991.
R E S U M E :
Des berges écologiques le long de La Lys
1. Introduction
Une berge devient écologique à partir du m om ent où elle est aménagée de m anière ci fa ir e naître un environ
nem ent intéressant po u r l ’hom m e, les anim aux et les plantes.
L a stabilité, la construction, le p rix de revient et l ’entretien des berges resten t des élém ents égalem ent im portants m ais ils doivent cependant être soumis aux critères du respect et de la conservation de Ici nature.
L e présent projet tente de répondre ci ces besoins grâce ci l ’am énagem ent d ’une avant-berge artificielle,
assez haute et assez stable d ’une part pour résister a ux courants et a ux vagues, assez perm éable d ’autre part pour garantir Ici continuité de la qualité de l ’eau et de la vie qui pourrait y exister éventuellem ent.
2. Projet-pilote sur la Lys, site et état des lieux Dans le cadre des corrections de tracé et de Ia canalisation de Ui L ys, effectuées au cours de la période de 1970 à 1975 entre H arelbeke et Deinze, les nouvelles berges avaient été réalisées en grande partie avec plaques de talus en béton.
A u cours de prem ières années qui suivirent leur construction ¡es berges ainsi réalisées donnèrent entiè
rem ent satisfaction. Cependant, l ’intensification inces
sante de la navigation et principalem ent / ’agrandisse
m ent et l ’élargissem ent des bateaux causèrent des pro
blèmes, notam m ent des affaissem ents locaux.
En 1989, le service concerné (la D irection C ourtrai du Service P ortuaire G antois) réalisa, en collabora
tion avec la S .A . B itum ar, un projet prévoyant, outre la réparation des plaques de talus affaissées, un exam en approfondi de l ’é ta t de l ’ensemble des berges afin d ’éviter tous dégâts ultérieurs (cassures et affaissem ents) et des m éthodes de préservation ( injec
tions ) .
On décida égalem ent d ’exécuter un prem ier projet- pilote à échelle réduite, s ’étendant sur une longueur d ’environ 120 m ètres, sur la rive droite de la Lys, entre les p onts de O lsene et de M achelen.
Ce projet-pilote f u t exécuté au printem ps de 1992.
3. Projet technique de la berge «écologique »
L a solution retenue consiste en une infrastructure de berge com prenant un accotem ent de retenue (partie m ouillée) ci hauteur du niveau de l ’eau, accotem ent protégé par une digue solidifiée et basse en guise d ’avant-berge (p a rtie solidifiée) combinée avec un arrière-talus solidifié et non solidifié ju s q u ’à la hauteur de la digue existante.
C om m e il est expliqué, on choisit des m atériaux et des techniques com prenant des bitum es. D ans le projet- pilote les m a téria u x souples suivants, à base de bitum e fu r e n t appliqués:
S A B L E - B I T U M E : un m élange d ’environ 9 6 % de masse de sable et d ’environ 4 % de bitum e. L e sable- bitum e est utilisé com m e m atériau pour la fo n d a tio n et le filtra g e et com m e m atériau de renforcem ent du soutènem ent sous-m arin originel.
A S P H A L T E C O U L É : L ’asphalte coulé est em ployé e.a. com m e m atériau de pénétration dans les moellons. Sur la L y s, la pénétration est du type
«pierres en tassées» qui, dans les circonstances don
nées, p erm et de dim inuer le calibre des m oellons et de réduire l ’épaisseur totale de la couche ju s q u ’à 0,30 m.
A S P H A L T E E M P IE R R É O U V E R T R E N F O R C É D E F IB R E S : P our la protection de l ’arrière-talus (passage entre l ’accotem ent de retenue et la crête de
la digue) une construction durable souple f u t réalisée en asphalte ouvert empierré armé de fib res, déposé sur un filtr e synthétique, p erm etta n t l ’enracinem ent de la végétation.
Après la fin itio n de la «berge technique » et avant de réaliser les plantations et les serins, du terreau et de la terre contenant des racines fu r e n t répandus sur la berge.
4. Surveillance technique et biologique (écologique) du projet-pilote
On décida de poursuivre la surveillance du projet à long terme afin d ’obtenir une image aussi complète que possible de l ’état de la construction et de l ’interac
tion entre les m atéria u x de construction e t le milieu ( biotope ) .
Pour ce fa ire , le projet-pilote fu t partagé en trois zones p erm etta n t d ’étudier le pius grand nom bre p o s
sible de param ètres.
Ces inform ations p erm ettront d ’effectuer un suivi approfondi du projet-pilote dans le dom aine technique et écologique et d ’établir une évaluation correcte du résultat souhaité.
5. Espaces verts de la berge écologique
Vu en coupe, le zoning idéal de la végétation de la berge d ’un cours d ’eau com prend: une zone de plantes aquatiques, une zone d ’osiers, une zone de bois ten
dres, une éventuelle végétation herbacée et une zone de bois durs.
Dans l ’accotem ent de retenue, divers types de terres fu r e n t déposées à des endroits bien précis. A deux endroits, on répandit de ta terre contenant des pieds d'osier m aritim e (Scirpus m aritim u s L.) provenant en p a rtie des alluvions de l ’Escaut et en p a rtie cl’un
méandre de la L y s proche.
L a digue en m oellons fa isa n t office de brise-lames fu t recouverte de terre du côte de la rive. Au-dessus du niveau de l'eau on p lanta de-ci de-là des groupes de roseaux (Scirpus lacustris), de m assette (T y p h a lati
folia L.) et de lis ja u n e (Iris P seu d aco ru s L.).
L a partie solidifiée de la berge, la fu tu r e zone d ’osiers, fu t recouverte des m êm es terres de revête
m ent que l ’accotem ent de retenue m ais en couches d ’épaisseurs différentes.