OMGEVINGSVERGUNNING
verleend aan
Nedmag Industries, Mining & Manufacturing by
ten behoeve van de activiteit het bouwen van een bouwwerk:
"Bemonsterings bordes laboratorium"
(locatie: Billitonweg 1, 9641 KZ te Veendam)
Groningen, 31 januari 2014 Zaaknummer: 501976 Procedure nr. 1101489
Inhoudsopgave
1. OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 3
1.1 Onderwerp 3
1.2 Besluit 3
1.3 Rechtsmiddeten 3
1.4 Ondertekening en verzending 4
2. OMGEVINGSVERGUNNING PROCEDUREEL 5
2.1 Bevoegd gezag 5
2.2 Volledigheid aanvraag 5
2.3 Procedure (regulier) 5
3. OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN 5
3.1 Het bouwen van een bouwwerk 5
VOORSCHRIFTEN 11
GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINC1E GRONINGEN
Groningen, 31 januari 2014 Procedure nr. 1101489 Verzonden: 31 januari 2014
Beschikken hierbij op de aanvraag van Nedmag Industries, Mining & Manufacturing by om een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna Wabo). Het project is te omschrijven als het bouwen van een bemonsteringsbordes voor vrachtauto's. Een omschrijving van de activiteit is opgenomen in de aanvraag om vergunning.
De aanvraag heeft betrekking op de locatie Billitonweg 1, te Veendam, kadastraal bekend gemeente Veendam, sectie M, nr. 1396.
1. OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT
1.1 Onderwerp
Gedeputeerde Staten hebben op 9 december 2013 een aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen van Nedmag Industries, Mining & Manufacturing b y, geregistreerd onder nummer 1101489. Er wordt vergunning gevraagd voor de volgende activiteit:
- het bouwen van een bouwwerk ingevolge artikel 2.1, eerste lid, sub a, Wabo.
1.2 Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. aan Nedmag Industries, Mining & Manufacturing by, gelet op artikel 2.1 van de Wabo, de
omgevingsvergunning te verlenen overeenkomstig de aanvraag en de daarbij behorende bescheiden;
2. dat de vergunning wordt verleend voor de volgende acti yiteit en werkzaamheden:
- bouwen van een bouwwerk;
3. dat de aanvraag met bijbehorende stukken dee! uitmaakt van de vergunning;
4. dat de vergunning wordt verleend voor onbepaaide tijd.
1.3 Rechtsmiddelen
Binnen zes weken, na de dag van bekendmaking van dit besluit, kunt u bezwaar aantekenen.
Voor nadere informatie wordt u verwezen naar de bijsluiter.
3
4 1.4 Ondertekening en verzending
Gedeputeerde Staten van Groningen,
Deze beslissing is namens Gedeputeerde Staten genomen door de directeur van de Omgevingsdienst Groningen.
Verzonden op: 31 januari 2014
De volgende gewaarmerkte docurnenten worden meegezonden met het besluit:
aanvraagformulier d.d. 9-12-2013;
situatietekening locatie bemonsteringsbordes laboratorium;
- aanzichten en doorsnedes "configuration tekening, S136525A09, sheet 1 en 2", d.d. 2-12-2013;
tekening van de fundering voor staalconstructie monstername, nr. 1300_2909_F-01d.d. 6-12-2013;
- berekening betonfundering bemonsteringsbordes, HADO BV, d.d. 6-12-13.
Een exempiaar van dit besluit is dezonden aan:
- Nedmag Industries,Mining & Manufacturing by, t.a.v. de heer A.J. van Maanen, BiHitonweg 1, 9641 KZ te Veendam;
- Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam, Postbus 20.004, 9640 PA te Veendam.
pagina 4 van 8
2. OMGEVINGSVERGUNNING PROCEDUREEL 2.1 Bevoegd gezag
Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Bor en de daarbij horende bijlage, zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen of te weigeren. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd.
2.2 Volledigheid aanvraag
Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden overlegd om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor).
Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordefing van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan oak volledig en in behandeling genomen.
2.3 Procedure (regulier) en zienswijzen
Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop is de ontvangst van de aanvraag bevestigd op 11 december 2013. Voorts is op 21 december 2013, conform artikel 3.8 Wabo, van de aanvraag kennis gegeven in het Dagblad van het Noorden, editie Oost alsmede op de website van de provincie Groningen.
Het besluit is bekend gemaakt aan de aanvrager en de betrokken adviseurs. Tevens is het besluit gepubliceerd in het Dagblad van het Noorden, editie oost, van 8 februari 2014 en op de website van de provincie Groningen.
3. OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN 3.1 Het (ver)bouwen van een bouwwerk
De omgevingsvergunning moet warden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden.
Activiteit bouwen
De activiteit betreft het bouwen van een bemonsteringsbordes voor vrachtauto's op het perceel plaatselijk bekend, Billitonweg 1 te Veendam, kadastraal bekend, gemeente Veendam, sectie M, nummer 1396.
Beoordeling activiteit bouwen:
• Bouwbesluit 2012
Op basis van artikel 2.10 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het bouwplan getoetst aan het Bouwbesluit. Uit de beoordeling blijkt dat het voldoende aannemelijk is dat het bouwplan in overeenstemming is met het gestelde in het Bouwbesluit.
pagina 5 van 8
• Bouwverordening
Op basis van artikel 2.10 lid 1 onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het bouwplan getoetst aan de gemeentelijke bouwverordening. Uit de beoordeling blijkt het voldoende aannemelijk is dat het bouwplan in
overeenstemming is met het gestelde in de bouwverordening.
• Bestemmingsplan
Op basis van artikel 2.10 lid 1 onder c van de Wet afgemene bepalingen omgevingsrecht is het bouwplan getoetst aan het bestemmingspfan "Bedrijventerreinen". De activiteit is niet in strijd met het bestemmingsplan.
• Welstand
Op basis van artikel 2.10 lid d van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het bouwplan getoetst aan
redelijke eisen van welstand. Het bouwplan is getoetst aan de gemeentefijke welstandnota, vastgesteld door raad op 7 juni 2004. De Welstands- en Monumentenzorg Groningen heeft op 30 januari 2014, geadviseerd dat het bouwpfan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Dit advies nemen wij over.
Conclusie activiteit bouwen:
De gevraagde omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen kan worden verleend. Voor de activiteit bouwen zijn geen voorschriften opgenomen. Voor de verplichtingen die gelden tijdens de bouw verwijzen wij naar de bijiage
"verpfichtingen tijdens de bouwwerkzaamheden".
pagina 6 van 8
BIJLAGE VERLICHTINGEN TIJDENS DE BOUWWERKZAAMHEDEN
Plichten tijdens en bij voltooiing van de bouw en bij ingebruikneming van een bouwwerk (Hoofdstuk 4,
14e
serie Bouwverordening)Op het bouwterrein verplicht aanwezige bescheiden
Tijdens het bouwen zijn, voor zover van toepassing, de volgende bescheiden of een afschrift daarvan op het terrein aanwezig:
a. vergunning voor het bouwen;
b. bouwveiligheidsplan als bedoeld in artikel 8.3 van het Bouwbesluit 2012;
c. afschrift van een besluit ingevolge artikel 13, 13a, of 14 van het Bouwbesluit 2012, dan wel een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang dan wel last onder dwangsom, en
d. overige voor het bouwen van belang zijnde vergunningen en documenten met nadere voorwaarden en ontheffingen.
Het uitzetten van de bouw
Met het bouwen van een bouwwerk waarvoor vergunning is verleend wordt, onverminderd de
voorwaarden bij de vergunning, niet begonnen voordat voor zover nodig door of namens het bevoegd gezag:
a. de rooilijnen of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet, en b. het straatpeil is uitgezet
Kennisgeving aan het bouwtoezicht van start van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden Het bevoegd gezag wordt ten minste twee werkdagen voor de feitelijke aanvang van
bouwwerkzaamheden waarvoor een vergunning voor het bouwen is verleend door de houder van die vergunning schriftelijk van de aanvang van die werkzaamheden, met inbegrip van
ontgravingswerkzaamheden, in kennis gesteld.
Bemalen van bouwputten
Het bemalen van bouwputten, leidingsleuven en andere tijdelijke ontgravingen ten behoeve van bouwwerkzaamheden leidt niet tot een zodanige wijziging van de grondwaterstand dat gevaar kan ontstaan voor de veiligheid van belendingen.
Veiligheid op het bouwterrein en de afscheiding van het bouwterrein
Bij het uitvoeren van bouwwerkzaamheden worden maatregelen getroffen ter voorkoming van:
a. lets& van personen op een aangrenzend perceel of een aan het bouwterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen;
b. letsel van personen die het bouw- of sloopterrein onbevoegd betreden, en
c. beschadiging van wegen, van in de weg gelegen werken en van andere al dan niet roerende zaken op een aangrenzend perceel of op een aan het bouw- of sloopterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen
Veiligheid van hulpmiddelen en het voorkomen van hinder
1. Bouwwerkzaamheden die een geluidniveau veroorzaken van ten minste 60 dB(A) op de gevel van een aangrenzende woonfunctie of van een aangrenzende gebruiksfunctie op een ander perceel, worden op werkdagen tussen 7:00 uur en 19:00 uur uitgevoerd. Bij het uitvoeren van die
werkzaamheden worden de in tabel 8.4 aangegeven dagwaarden en de bij die dagwaarden aangegeven maximale blootstellingsduur in dagen dat de dagwaarde is bereikt niet overschreden.
label 8.4
dagwaarde s 60 dB(A) > 60 dB(A) I> 65 dB(A) > 70 dB(A) > 75 — s 80 dB(A) maximale blootstellingsduurl onbeperkt 50 dagen 30 dagen 15 dagen 5 dagen
2. TriHingen veroorzaakt door het uitvoeren van bouwwerkzaamheden bedragen in geluidsgevoelige
pagina 7 van 8
ruimten, ruirnte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-, of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van ten minste 11 m 2, en in verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel d, van het Besluit geluidhinder niet meer dan de trillingsterkte, genoemd in tabel 4 van de Meet- en beoordelingsrichtlijn deer B ,<Hinder voor personen in gebouwerm 2006.
3. Tijdens het uitvoeren van bouwwerkzaamheden worden maatregelen getroffen om visueel waarneembare stofverspreiding buiten het bouwterrein te voorkomen.
4. Bij het uitvoeren van bouwwerkzaamheden warden maatregelen getroffen ter voorkoming van belemmering van wegen, van in de weg gelegen werken en van andere al dan niet roerende zaken op een aangrenzend perceel of op een aan het bouwterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen
Bouwafval
1. Bouwwerkzaamheden warden zodanig uitgevoerd dat tijdens de uitvoering vrijkomend bouwafval deugdelijk wordt gescheiden.
2. Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan als de categorieen bouwafval ten minste worden gescheiden in de volgende fracties:
a. als gevaarlijk aangeduide afvalstoffen als bedoeld in hoofdstuk 17 van de afvalstoffeniijst bedoeld in de Regeling Europese afvalstoffenlijst;
b. steenachtig sloopafval;
c. gipsblokken en gipsplaatrnateriaal;
d. bitumineuze dakbedekking;
e. teerhoudende dakbedekking;
f. teerhoudend asfalt;
g. niet-teerhoudend asfalt;
h. dakgrind;
I. overig afval.
3. Gevaarlijke stoffen als bedoeld in het tweede lid, ander a, worden niet gemengd of gescheiden.
4. De fracties, bedoeld in het tweede lid, worden op het bouwterrein gescheiden gehouden en gescheiden afgevoerd.
5. Het tweede lid, onder b tot en met h, en het derde lid zijn niet van toepassing voor zover de hoeveelheid afval van de betreffende fractie minder dan 1 m 3 bedraagt.
6.1n afwijking van het vierde lid kunnen de fracties op een andere locatie worden gescheiden voor zover scheiding op het bouwterrein naar oordeel van het bevoegd gezag redelijkerwijs niet mogelijk is.
Gereedmelding van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden
Het bevoegd gezag wordt ten minste op de dag van beeindiging van de bouwwerkzaamheden waarvoor een vergunning voor het bouwen is verleend, door de houder van die vergunning schriftelijk van de beeindiging van die werkzaamheden in kennis gesteld.
Verbod tot ingebruikneming
Een bouwwerk voor het bouwen waarvan een vergunning voor het bouwen is verleend, wordt niet in gebruik gegeven of genomen indien het bevoegd gezag niet schriftelijk door de houder van de vergunning in kennis gesteld is van de beeindiging van de bouwwerkzaamheden waarvoor een vergunning voor het bouwen is verleend.
Wijze van indienen kennisgevingen en meldingen
Van de hierboven genoemde punten dient schriftelijk melding te warden gedaan bij de Omgevingsdienst Groningen via Werkvoorraad-T-H@od-droninden.nl .
pagina 8 van 8