• No results found

ALS ZZP ER PENSIOEN OPBOUWEN ZÓ DOE JE DAT!

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ALS ZZP ER PENSIOEN OPBOUWEN ZÓ DOE JE DAT!"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ALS ZZP’ER PENSIOEN OPBOUWEN

ZÓ DOE JE DAT!

(2)

Inleiding 5

1. De pensioenpijlers 7

1e pijler 7

2e pijler 8

3e pijler 8

Uitleg bij de pijlers 8

2. Hoeveel geld heb je nodig? 9

3. Pensioen voor zzp’ers 13

AOW 13

4. Verschilende mogelijkheden

Sparen op een spaarrekening 15

Aflossen hypotheek 15

Voortzetten van je pensioen 15

Je bedrijf verkopen 16

Investeren in waardevolle zaken 16

Beleggen 16

Een lijfrente kopen 17

3 types lijfrente 19

Aankoop uitkering 19

Stakingslijfrente 20

FOR 21

Voorwaarden 22

Opbouw van de reserve 22

INHOUDSOPGAVE

(3)

Hoe kun je als zelfstandige (aanvullend) pensioen opbouwen? Als zelfstandige ben je namelijk zelf verantwoordelijk voor de opbouw van je pensioen.

Er is wel altijd de AOW als basis, maar die levert vaak onvoldoende pensioen op. De AOW wordt ook wel 1e pijler genoemd.

Wie in loondienst werkt, legt -samen met zijn/haar werkgever- zo’n 20% van het jaarsalaris in voor aanvullend pensioen. Dat is verplicht ! Hoewel je als zelfstandige geen pensioenverplichting hebt, is het wel verstandig iets opzij te zetten voor later. Je bouwt als werknemer pensioen op bij een pensioenfonds. Dat noemen we de 2e pijler.

Zelfstandigen bouwen in principe geen pensioen op, zoals een werknemer dat doet.

Behalve als dat toch verplicht is, zoals bij het schilderpensioenfonds. Deelname aan een pensioenfonds is voor zelfstandigen vaak niet eens mogelijk. Alleen

voortzetting voor een beperkte tijd is mogelijk als je aansluitend op je dienstverband, waar je wel pensioen spaarde, gaat werken als zelfstandige.

Binnen deze regeling kun je je eigen oudedagsinkomen bij elkaar sparen. Of je gaat zelf sparen bij een bank of verzekeraar. We noemen dit sparen in de 3e pijler en je doet dit bij een verzekeraar.

Er wordt al jaren gesproken over meer mogelijkheden en een betere

pensioenregeling voor zzp’ers, maar dit is vooral afhankelijk van politieke keuzes.

Wel wordt de noodzaak van een goede pensioenvoorziening voor zelfstandigen steeds meer onderkend. Het kan dus zijn dat er op termijn een betere

pensioenregeling voor zelfstandigen beschikbaar komt. Wellicht kunnen zelfstandigen dan kiezen om zich wel aan te sluiten bij een pensioenfonds.

DEZE BROCHURE GEEFT JE WAT HANDEN EN VOETEN. MAAR LET OP: HET IS NIET MEER DAN EEN RICHTLIJN OVER WAT JE NODIG HEBT NA JE PENSIOEN EN HOE JE DAT ZOU KUNNEN FINANCIEREN. NATUURLIJK KUN JE OOK MET EEN FINANCIEEL PLANNER OP ZOEK GAAN NAAR EEN SPECIFIEKER ANTWOORD.

FNV Zelfstandigen maakt zich hard voor een goed en betaalbaar pensioen voor zelfstandigen.

INLEIDING

(4)
(5)

3 PIJLERS

Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit 3 pijlers.

1E PIJLER: AOW

Iedereen die in Nederland woont bouwt AOW (Algemene Ouderdoms Wet) op. Heb je de 50 jaar voorafgaand aan je pensionering in Nederland gewoond? Dan heb je recht op volledige AOW. Niemand weet hoe de AOW er over 20, 30 of 40 jaar uit ziet, maar als je nu AOW zou krijgen is dat netto ongeveer € 850 per persoon per maand (als je een partner hebt) of € 1.244 als je alleenstaand bent.

1. DE PENSIOENPIJLERS

(6)

2E PIJLER: PENSIOEN

Bijna iedereen die in loondienst heeft gewerkt, heeft pensioen bij een pensioen- fonds opgebouwd. Op mijnpensioenoverzicht.nl staat hoeveel je hebt opgebouwd.

3E PIJLER: LIJFRENTE, BANKSPAREN

Omdat AOW en Pensioen in heel veel gevallen bij een pensioenfonds niet vol- doende opleveren om te genieten van de oude dag, is er nog een derde manier om te sparen voor later. De overkoepelende term is: Lijfrente.

UITLEG BIJ DE PIJLERS

Pijler 1 wijst voor zich: als je straks 67, 68 of 69 bent, krijg je sowieso ‘gewoon’ een AOW-uitkering. Echter, voor veel mensen is dat bedrag straks te laag om een leuk leven te hebben. Daarom is er pijler 2, maar daar kun je als zzp’er (met uitzondering van een paar beroepsgroepen als bouw, schilders, notarissen en huisartsen) niet aan meedoen (behalve bij een eventuele voortzetting van het werkgeverspensi- oen). Er zijn -pijler 3- voor zelfstandigen verschillende andere manieren om dat bedrag (straks) aan te vullen. Je leest er meer over in het volgende hoofdstuk.

(7)

Het antwoord op de vraag hoeveel geld je voor je pensioen nodig hebt, is voor iedereen verschillend. Het is afhankelijk van onder meer:

1. HOEVEEL JE AL GESPAARD HEBT VOOR JE OUDE DAG?

2. HOEVEEL JE STRAKS PER MAAND NODIG HEBT?

3. WANNEER JE STOPT MET WERKEN?

De antwoorden op deze 3 vragen heb je nodig om een eenvoudige optelsom te maken voor het bedrag waar je op je pensioenleeftijd op kunt rekenen. Let op: dit geeft je een grove indicatie, hang er niet teveel aan op!

1. HOEVEEL HEB JE AL OPZIJGEZET VOOR JE OUDE DAG?

Het uitgangspunt hierbij is: wat heb je al? Het antwoord hierop kan sommige mensen nogal rauw op het dak vallen, omdat het veel minder blijkt te zijn dan ze dachten. Leg dus goed je huidige situatie onder de loep, zodat je gerichte stappen kunt zetten naar de toekomst. Zie het als de stip op de horizon waar je naartoe wilt. Door volgend schema in te vullen krijg je wat meer inzicht

.

BRON JAARLIJKS INKOMEN

(NETTO) VANAF JE PENSIOENLEEFTIJD

TOELICHTING

Uit AOW € In 2022 +/- € 10.050 voor

gehuwden en +/-

€ 14.900 netto p.p. voor ongehuwden.

Uit pensioen (evt eerder

loondienstverband)

€ Check je pensioenbrieven

en/of kijk op www.

mijnpensioen.nl

2. HOEVEEL GELD HEB JE

NODIG?

(8)

Uit lijfrente € Dit is meestal een schatting, gebaseerd op het verwachte

rendement.

Uit … € Vul zelf aan, divers

Totaal € Totale jaarlijkse netto

inkomen vanaf de pensioenleeftijd.

Het bedrag dat bij ‘totaal’ staat, geeft je een idee van de globale inschatting van wat je jaarlijks netto te besteden hebt. Wanneer je dit bedrag door 12 deelt, krijg je je netto maandinkomen.

2. WELK BEDRAG HEB JE STRAKS PER JAAR/MAAND NODIG?

Ook de vraag hoeveel je straks nodig hebt, is voor veel zelfstandigen een lastige om te beantwoorden.

Een algemene ‘regel’ is dat je na je pensioen ongeveer 70% van je laatste inkomen nodig hebt. Hierbij spelen echter ook allerlei individuele omstandigheden een rol.

Hoe staat je partner er financieel voor (als je die hebt)? Zullen je woonlasten stijgen, of juist dalen? Heb je (al een deel van) je huis afgelost? Wat wil je gaan doen? Wil je gaan reizen of ga je de hele dag achter de geraniums zitten?

Probeer een zo goed en reëel mogelijk overzicht te maken van wat je ongeveer denkt nodig te hebben?

3. TOT WANNEER WIL JE BLIJVEN WERKEN?

Ten derde speelt een belangrijke rol tot welke leeftijd je door zou willen werken?

Hoe lang is je beroep houdbaar? Kun je fysiek je werk nog uitoefenen als je 67 jaar bent? Allerlei factoren wegen mee bij het antwoord op deze vraag.

De antwoorden op de drie vragen geven je heel veel informatie. Het is echter niet voldoende om met 100% zekerheid te kunnen zeggen wat je te doen staat en op welk bedrag je dan uitkomt. De uitkomst vertelt je echter wel welke kant het opgaat. Trek om te beginnen de antwoorden op vraag 1 en 2 eens van elkaar af.

(9)

VOORBEELD:

Stel je hebt al € 1.500; Je hebt € 2.500 per maand nodig.

Het verschil is € 1.000 per maand of € 12.000 per jaar. Dit bedrag X het aantal jaar wat je nog leeft na je 67e moet je dus bij elkaar sparen.

Bereken nu het aantal jaar dat je nog hebt tot pensioenleeftijd. Dat is het antwoord op vraag 3 minus je huidige leeftijd.

Let wel op of dit een bruto (er gaat nog belasting van af) of netto bedrag (wat je na belastingen overhoudt) is.

Vervolg voorbeeld:

Je wilt met 67 met pensioen en je bent nu 35. Je hebt nog 32 jaar de tijd.

Nu kun je al snel moedeloos worden wanneer je probeert om erachter te komen hoeveel je dan nu bij elkaar moet sparen. Dat heeft namelijk alles te maken met rendement, maar ook met de vraag hoelang je eigenlijk leeft. Beide vragen zijn onmogelijk te beantwoorden. Maar laat je daardoor niet tegenhouden. Het gaat er nu niet om dat we een wiskundig perfecte berekening maken, het gaat erom dat je ongeveer weet wat je te doen staat.

Een mooie vuistregel die je kunt hanteren om uit te rekenen hoeveel je nog moet sparen is de volgende:

Bedrag wat je per jaar nodig hebt x 20.

(Heel kort door de bocht gaan we er dan vanuit dat je na je 67e nog 20 jaar leeft en dat we niet te maken hebben met rendement of inflatie = vuistregel.)

Vanaf je pensionering kwam je € 1.000 per maand tekort.

€ 1.000 X 12 + € 12.000 per jaar

€ 12.000 x 20 jaar (zie vuistregel) = € 240.000

Je moet in dit voorbeeld dus nog € 240.000 in totaal bij elkaar sparen. Het maakt dus ook veel uit of dit een netto bedrag moet zijn of bruto.

Stel dat je 35 jaar oud bent, dan heb je nog 32 jaar om te sparen. € 240.000 gedeeld door 32 = € 7.500 per jaar. € 7.500 gedeeld door 12 maanden = € 625 per maand.

In dit geval moet je vanaf vandaag iedere maand € 625 opzij leggen.

(10)
(11)

Als je als zelfstandige gaat werken, denk dan goed na over je pensioen. Ga na of je naar verwachting van je (eventueel al) opgebouwde pensioen kunt rondkomen, of dat er extra opbouw nodig is. Een belangrijke vraag is hoeveel je later verwacht nodig te hebben om je huishouden draaiend te kunnen houden. Woonlasten zijn van grote invloed op de uitgaven. Als je een eigen huis hebt en de hypotheek is afbetaald, heb je minder pensioen nodig dan wanneer dat niet het geval is, of dan wanneer je de woonruimte huurt. Een buffer voor onverwachte uitgaven kan ook heel handig zijn.

Verder moet je er ook rekening mee houden dat op termijn alles duurder wordt.

Houd verder bijvoorbeeld ook rekening met een eventuele verdeling van pensioen bij scheiding. Voor zzp’ers in de bouw geldt mogelijk een verplichte deelname aan een aantal pensioenregelingen in de bouwsector. Dit geldt voor het Schilders- Afwerk en Glaszetbedrijf en de Afbouw (stukadoors). Heb je vragen over je pensioen, neem dan contact op met het pensioenfonds.

Meestal is het mogelijk om de pensioenregeling bij je voormalige pensioenfonds voort te zetten als je zelfstandig ondernemer wordt. Dit kan alleen wanneer je nog moet starten met je eigen onderneming en nog niet gestopt bent bij je huidige werkgever én als je pensioenfonds deze mogelijkheid biedt. De pensioenpremie voor deze vrijwillige voortzetting is maximaal 10 jaar na ontslag aftrekbaar. Eerder was dit maximaal 3 jaar. Maar in de praktijk staan pensioenfondsen vaak maar een aanvulling voor een kortere periode dan 10 jaar toe. Informeer hier naar bij je pensioenfonds.

AOW

Het kabinet heeft besloten de AOW-gerechtigde leeftijd te verhogen. In eerste instantie met één à twee maanden per 11 maanden, maar sinds 2015 wordt de AOW- leeftijd versneld verhoogd. Zo ligt in 2019 de AOW-leeftijd op 66 jaar en vier maanden en in 2022 al op 67 jaar en 3 maanden. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Vanwege het pensioenakkoord gaat de pensioenleeftijd nu langzamer omhoog dan eerder de bedoeling was.

De AOW-leeftijd is belangrijk, omdat pas vanaf dat moment een groot deel van je

3. PENSIOEN VOOR ZZP’ERS

(12)

pensioeninkomen tot uitbetaling komt. AOW alleen is echter geen vetpot. Daarom is het belangrijk om een aanvullend pensioen op te bouwen. Iedereen die in

Nederland heeft gewoond ontvangt AOW. Je bouwt jaarlijks een percentage op in de vijftig jaar voorafgaand aan de AOW-datum. Verblijf je lang in het buitenland, dan heb je minder opbouw in Nederland, maar misschien wel opbouw in het buitenland.

De AOW bedraagt ongeveer € 851 netto per maand voor een gehuwde. Voor een alleenstaande is dat netto € 1.244 bruto (in 2022). De netto bedragen zijn inclusief de loonheffingskorting.

Deze bedragen maken op zich al duidelijk waarom een aanvullend pensioen noodzakelijk is.

Als zzp’er met een BV kon je in het verleden wel pensioen opbouwen, maar die mogelijkheid is afgeschaft.

(13)

Een kort overzicht van de verschillende manieren om als zzp’er in je pensioen te voorzien.

SPAREN OP EEN SPAARREKENING

Wie de huidige rentetarieven erop naslaat, weet dat de rente op dit moment enorm laag staat (0,0%). Dat maakt dat geld sparen op een spaarrekening niet veel opbrengt. Sterker nog: als je boven het belastingvrije spaarbedrag (het

‘heffingsvrije’ vermogen in 2022 van € 50.650 per persoon en € 101.300 met partner) kost het je zelfs geld. Ook is het zo dat je je spaargeld moet ‘opeten’

wanneer je onverhoopt geen inkomen hebt. Houd ook rekening met de inflatie, waardoor je spaargeld minder wordt op een huidige spaarrekening.

AFLOSSING VAN JE HYPOTHEEK

Voor wie een eigen huis heeft, kan de aflossing van de hypotheek een goede manier zijn om een potje voor de oude dag op te bouwen. Houdt er rekening mee dat je, als je met pensioen gaat, advies vraagt over je eventuele hypotheek. Wanneer je tegen de tijd dat je met pensioen gaat geen of veel minder woonlasten hebt, heb je ook veel minder geld nodig om goed te kunnen leven. Het nadeel dat hier aan zit, is dat als je -om wat voor reden dan ook – geen inkomen meer verdient, je vermogen hebt.

In dat geval moet je dus eerst je huis (dat je als pensioen had gereserveerd) ‘opeten’

voordat je in aanmerking komt voor een uitkering.

Kies je dus voor aflossing van je hypotheek, spreid dan het risico en stop niet al je spaargeld in de aflossing van je hypotheek.

VOORTZETTEN PENSIOEN

Bij een aantal pensioenfondsen kun je (nadat je als werknemer in dienstverband pensioen hebt afgedragen) je pensioen vrijwillig voortzetten als zelfstandige. Dit kan echter maar voor een beperkte tijd en dien je binnen 9 maanden aan te vragen.

Geldt dit voor jou, dan kun je hiernaar informeren bij het pensioenfonds waarbij je aangesloten was. Je betaalt dan wel zowel werkgeversdeel als werknemersdeel.

4. VERSCHILLENDE

MOGELIJKHEDEN

(14)

JE BEDRIJF VERKOPEN

Als zelfstandige kun je je bedrijf als pensioen zien. Door je naam, je klantenbestand en je dienst of product te verkopen, kun je voorzien in je pensioen. Maar realiseer je goed hoeveel je bedrijf (tegen die tijd) waard is en bedenk of dat genoeg is. Spreid je kansen ook hierin!

INVESTEREN IN WAARDEVOLLE ZAKEN

Bezit is een vorm van rijkdom. Bezittingen zoals vastgoed, goud of diamant hebben waarde. Het idee is enerzijds dat je investeert in zaken waarvan je verwacht dat die in waarde toenemen, zodat je je bezit later met meer waarde kunt verkopen; en aan de andere kant kan bezit vaak rendement opleveren. Zoals bijvoorbeeld een pand dat huurinkomsten oplevert.

BELEGGEN

Ook beleggen is een vorm van investeren. Bij beleggen ben je voor een klein deel eigenaar van bijvoorbeeld een bedrijf. Je kunt ook beleggen in bijvoorbeeld indexfondsen, je wordt dan eigenaar van heel veel stukjes bedrijf tegelijkertijd. En natuurlijk wil je graag dat je beleggingen in waarde stijgen, zodat je ze later met meer waarde kunt verkopen. Ze kunnen echter ook in waarde dalen, dus wees je ook bewust van de risico’s.

(15)

EEN LIJFRENTE KOPEN

Lijfrente is een brede term waaronder banksparen en bankbeleggen vallen. Als je als zzp’er een goed pensioen wilt opbouwen, dan is dit een van de meest voor de hand liggende manieren. Vanwege de fiscale aftrekbaarheid van de inleg (je opgebouwde geld is nu niet belast, maar de uitkering is straks wel belast) en omdat je dit potje niet hoeft op te eten als je onverhoopt geen inkomen hebt.

Maar de opbrengst van een lijfrente is sterkt afhankelijk van de rentestand. Vraag daarom altijd advies. En houd er rekening mee dat je geld dat je fiscaal hebt afgetrokken voor je pensioen, niet voor je pensioenleeftijd kunt opnemen zonder grote fiscale gevolgen.

De lijfrente is een fiscaal gefaciliteerde mogelijkheid. Een lijfrente is een individueel aanvullend pensioen, het wordt ook wel de derde pijler pensioen genoemd. De lijfrente bestaat uit een opbouwfase en een uitkeringsfase. Tijdens de opbouwfase bouw je vermogen op, waarbij je periodiek een bedrag inlegt. Met dit geldbedrag dien je op een bepaald moment een uitkering aan te kopen. Dit noemen we de uitkeringsfase.

Als je zzp’er bent, kun je kiezen voor een lijfrente bij een verzekeraar, een beleggingsinstelling of een bank. De premie die je voor deze lijfrente betaalt, is fiscaal aftrekbaar van je inkomen in box 1. Er gelden voor deze aftrek bepaalde voorwaarden:

• Je betaalt zelf als zzp’er de premies

• Je moet jaarruimte en/of reserveringsruimte beschikbaar hebben. Op de website

(16)
(17)

van de Belastingdienst kun je berekenen wat je jaarruimte is.

DRIE TYPES LIJFRENTE:

1. Een spaarlijfrente bij een bank of andere financiële instelling (wordt ook wel banksparen genoemd);

2. Een beleggingslijfrente bij een beleggingsinstelling.

3. Een lijfrente verzekering bij een verzekeringsmaatschappij (dit was voorheen vaak een woekerpolis);

Mogelijkheden 1 en 2 zijn relatief populair onder zzp’ers. Bij een spaarlijfrente staat je geld vast tegen een bepaalde rente. Bij een beleggingslijfrente loop je meer risico, maar ook een hoger verwacht rendement, want je geld wordt belegd.

Voor alle drie de spaarvormen dien je het opgebouwde tegoed van je

lijfrenterekening uiterlijk vijf jaar na de AOW-leeftijd te gebruiken om een uitkering te kopen. De premies voor de lijfrenteverzekering of de stortingen op een

lijfrentespaarrekening mag je aftrekken van je belastbare inkomen. Dat betekent dat je minder belasting betaalt.

Een voorbeeld: Stel dat je belastbare winst (nadat de ondernemersaftrekken er al af zijn) in een jaar € 40.000 is. Als je niets doet voor de oude dag, dan betaal je daar bijna € 14.000 inkomstenbelasting over. Stort je in dat jaar echter € 5.000 in een lijfrenteproduct, dan betaal je ongeveer € 11.700 belasting. Dat is een voordeel van ongeveer € 2.300 netto. De inleg van € 5.000 ‘kostte’ je dus uiteindelijk ‘maar’

€ 2.700.

AANKOOP UITKERING

Er zijn verschillende mogelijkheden voor de aankoop van een uitkering:

• Je kunt een levenslange uitkering kopen bij een levensverzekeringsmaatschappij.

Deze eindigt wanneer je overlijdt.

• Je kunt een recht op uitkering in termijnen kopen bij bijvoorbeeld een bank. Wel moet elke termijn even groot/hoog zijn, de tussenliggende periode tussen de termijnen even groot zijn en mag er tussen twee termijnen niet langer dan 1 jaar zitten.

De (vaak) maandelijkse uitkering die je koopt, is vervolgens belast. Maar over het algemeen tegen een lager bedrag dan waarvoor je het nu aftrekt.

(18)

LET OP

De betaalde premies mogen alleen worden afgetrokken van de belasting, als je een pensioentekort hebt. Een specialist kan aan de hand van jouw financiële gegevens het pensioentekort en/of de fiscale ruimte berekenen.

STAKINGSLIJFRENTE

Wanneer je (een deel van) je onderneming staakt, moet je de stakingswinst berekenen. Stakingswinst is het verschil tussen de boekwaarde van je onderneming en de werkelijke waarde op het moment van overdracht of bedrijfsbeëindiging. De stakingswinst maakt deel uit van je inkomen in het jaar van staking. Over de stakingswinst moet je inkomstenbelasting betalen.

Het berekenen van de stakingswinst is erg ingewikkeld. Daarom is het verstandig je hier goed over te laten adviseren.

Er gelden voor de stakingswinst enkele bijzondere aftrekposten. De aftrekposten gelden alleen bij stakingswinst die je hebt als ondernemer.

Om te voorkomen dat je inkomstenbelasting over je stakingswinst moet betalen, kun je (een deel van) de stakingswinst tegen gunstige belastingvoorwaarden

(19)

omzetten in een (stakings)lijfrente. Het berekenen van de stakingswinst is ingewikkeld en het is dan ook verstandig om je hier goed over te laten adviseren.

Op de site van de Belastingdienst vind je hier ook meer informatie over.

EEN FISCALE AFTREKPOST VOOR ALLE ONDERNEMERS (FISCALE OUDEDAGSRESERVE FOR)

Je kunt naast de eerdergenoemde mogelijkheden voor pensioenopbouw onder voorwaarden ook een deel van je winst reserveren voor je oude dag. Deze aftrekpost wordt de fiscale oudedagreserve (FOR) genoemd. Over dat deel hoef je dus (nog) geen belasting te betalen. Denk er echter aan dat je wél belasting moet betalen over het gereserveerde bedrag als je je onderneming staakt. Je mag 9,44%

van de jaarwinst sparen tot een maximumbedrag van € 9.632 (in 2022). Gebruik je de FOR alleen als aftrekpost en reserveer je het bedrag niet, bijvoorbeeld op een aparte rekening, dan kan de FOR een financiële strop worden. De FOR mag niet hoger zijn dan het ondernemingsvermogen. Is er weinig vermogen, dan mag je ook niet veel in mindering op de winst brengen.

Je kunt de FOR reservering dus ook niet gebruiken in geval je het geld in je bedrijf nodig hebt. Het vormen van een oudedagsreserve betekent niet dat je

daadwerkelijk geld opzij zet, het is een reservering van een deel van de winst. De

(20)

reservering zorgt voor uitstel van belastingheffing over dat deel van de winst. Dit levert je dus op de korte termijn belastingvoordeel op. Maar let wel op dat de uitkering die je opneemt als je met pensioen gaat, wel weer is belast.

Je kunt je oudedagsvoorziening regelen door bijvoorbeeld de aankoop van een lijfrente bij een verzekeraar. De oudedagsreserve neemt af als je voor (een deel van) de reserve een lijfrente aankoopt. Het bedrag waarmee de reserve afneemt, is belastbare winst. Daar staat tegenover dat je de premie voor de aangekochte lijfrente kunt aftrekken.

VOORWAARDEN OUDEDAGSRESERVE FOR

Om de oudedagsreserve te kunnen vormen, moet je ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting en moet je voldoen aan het urencriterium. Je mag aan het begin van het kalenderjaar de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt.

De eis van ondernemerschap voor de inkomstenbelasting betekent dat bijvoorbeeld commanditaire vennoten de reserve niet kunnen vormen. Zij hebben wel winst uit onderneming, maar zij zijn zelf geen ondernemer voor de inkomstenbelasting.

Ondernemers voor de vennootschapsbelasting, zoals bv’s, kunnen de reserve ook niet vormen.

(21)

OPBOUW VAN DE RESERVE

De oudedagsreserve wordt altijd voor jou persoonlijk opgebouwd. Dit betekent dat jij en je eventuele partner ieder afzonderlijk een oudedagsreserve kunnen

opbouwen. Je moet dan wel allebei door de Belastingdienst als ondernemer worden beschouwd en aan het urencriterium voldoen. Heb je meerdere ondernemingen?

Dan kun je de opgebouwde oudedagsreserve verdelen over de balansen van al je ondernemingen.

De toevoeging aan de reserve is een percentage van de winst die je als ondernemer in Nederland hebt behaald. Voor de toevoeging geldt ook een maximum, dat jaarlijks wordt vastgesteld. De toevoeging wordt verminderd met de

pensioenpremies die je als bedrijfskosten hebt geboekt. De oudedagsreserve mag door de toevoeging niet uitkomen boven het ondernemingsvermogen. De toevoeging aan de oudedagsreserve moet je zelf berekenen. Je kunt elk jaar een toevoeging doen, maar dit is niet verplicht.

MEER INFORMATIE VIND JE OP DE SITE VAN DE BELASTINGDIENST, OF VRAAG JE FINANCIEEL ADVISEUR NAAR JE MOGELIJKHEDEN.

(22)

Download en lees ook de Algemene Voorwaarden voor individuele rechtsbijstand van FNV. Bezoek de website van FNV Zelfstandigen en blijf goed geïnformeerd:

www.fnv.nl/zelfstandigen © FNV Zelfstandigen 2022

Aan de informatie uit deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend. FNV Zelfstandigen heeft bij de samenstelling van deze brochure de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht, maar is niet verantwoordelijk en kan niet aansprakelijk gehouden worden voor directe of indirecte schade ten gevolge van eventuele fouten, omissies, onvolledigheden, onduidelijkheden, innerlijke tegenstrijdigheden of het niet meer actueel zijn van de in deze brochure opgenomen informatie.

(23)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De professione- le bacheloropleidingen ‘leraar kleuter- en lager onderwijs’ van de Arteveldehogeschool en KAHO Sint-Lieven werkten, dankzij financiering door de Orde van den Prince

Een aanvullende vraag is: “Wat doet de voorganger tijdens de eucharistie met het brood en de wijn die hij aangereikt krijgt?” In het gesprek dat volgt kan de

1 Er drie natuurinspectieregio’s zijn in Vlaanderen: West (provincies West- en Oost- Vlaanderen), Midden (arrondissement Halle- Vilvoorde, provincie Antwerpen) en Oost

Dagvoorzitter en directeur van IPC Groene Ruimte Ruud Mantingh verwoordde het als volgt: “De ETT’er moet voor de klant symbool staan voor kwaliteit, maar weet de klant wel waar

In deze factsheet delen we praktische tips voor projecten voor en van ouderen: hoe bereik je ouderen, hoe motiveer je hen om naar je activiteit te komen en hoe stimuleer je hen om

Levenswensen bevat 37 kaarten met een keuzemogelijkheid over hoe je het einde van je leven te gemoet wil gaan, en twee jokers.. ©

Waar de verschillen voor huishoudens met alleen werknemers beperkt zijn, zien we bij zzp-huishoudens dat het gemiddelde bruto huishoudinkomen hoger is dan het inkomen in 2012,

Het onderzoek betreft de analyse van tekst en beeld in instructies voor eerstehulp bij het draaien van een slachtoffer in een eerstehulpsituatie door te kijken