• No results found

EHBO doe je dat zo?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "EHBO doe je dat zo?"

Copied!
112
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EHBO

doe je dat zo?

Een onderzoek naar de wijze waarop tekst en beeld gebruikt worden in eerstehulp-

instructies bij het draaien van een slachtoffer.

Masterscriptie Alice Pomstra

Eerste begeleider: dr. Ielka van der Sluis s 478180

Tweede begeleider: Prof. dr. Gisela Redeker a.y.pomstra@rug.nl

Communicatie- en Informatiewetenschappen Communicatiekunde

(2)

Voorwoord

Zoals Herman Finkers in zijn EHBO-lied zingt:

EHBO is m'n lust en mijn leven

EHBO, mag ik de pleisters even

'T Is enig in zijn soort

Het heeft mij altijd al bekoord

EHB, o EHB, o daarvoor doe ik een moord

Zo begon ik vol enthousiasme dit onderzoek binnen de wondere wereld van

eerstehulpinstructies. Echter liep het niet helemaal conform de gezwinde pas die ik had

ingezet, of, zoals Herman in het derde couplet verder gaat:

Het leven valt soms zwaar. Het kan vaak moeilijk gaan

Door treurigheid en sleur kan ik het niet meer aan

Dan zit het mij niet mee. Ik denk aan scheermes en aan

Gif

Ik denk van tien hoog naar benee en dan lach ik al weer

Grif,

Echter, uiteindelijk lukte het me toch. Was het door het compleet veranderen van de

dagelijkse structuur door het Covid-019 virus? Of door hervonden inspiratie en kracht?

Of door het vangnet om me heen, dat me weer op het goede pad zette en me steeds

moed insprak? Uiteindelijk kan ik stellen dat:

EHBO is m'n lust en mijn leven

EHBO, mag ik de pleisters even

'T Is enig in zijn soort

Het heeft mij altijd al bekoord

Tekst: Herman Finkers

Zonder de steun van mijn broer Harry, mijn lief en mijn meiden, Nancy en Riva en hun

vader Merijn was deze scriptie er niet geweest. Dank jullie wel voor jullie onuitputtelijke

steun en het vertrouwen in het slagen van dit project.

Bedankt, Ielka en Gisela, voor het mogen deelnemen aan jullie PAT-project.

Augustus 2020

(3)

Samenvatting

Veel vrijwilligers maar ook professionals worden opgeleid om eerstehulp te kunnen geven in noodgevallen. Maar hoe leer je wat je precies moet doen en in welke situatie? Voor dit doel zijn EHBO-leerboeken geschreven om eerstehulpverleners, merendeels leken, uit te leggen hoe

eerstehulphandelingen uitgevoerd moeten worden. Door de jaren heen zijn

eerstehulpinstructieboeken veranderd van lange stukken tekst met veel anatomische informatie en weinig afbeeldingen, in, zoals de onderzochte EHBO-boeken anno nu aantonen, korte, bondige teksten die vaak als stappenplan zijn weergegeven met daarbij ter verduidelijking foto’s of afbeeldingen hoe de eerstehulphandeling uitgevoerd moet worden.

Binnen de afdeling Communicatie- en Informatiewetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen loopt onder leiding van Dr. Ielka van der Sluis en Prof. dr. Gisela Redeker het veelomvattend PAT-project (www.rug.nl/let/pat) dat het gebruik, de effecten en de optimalisatie van documenten die afbeeldingen en tekst bevatten behandelt. Zo zijn er binnen het project diverse onderzoeken gedaan naar Multimodale Instructies (MI’s) bij eerstehulphandelingen: een systematische analyse van tekst en beeld in EHBO-instructies (Falke, 2018); een onderzoek naar tekst en beeld in instructievideo’s voor zorgverleners (Meijer, 2019); de optimalisatie van de instructie door middel van de juiste combinatie van tekstlengte en tekstinhoud (Buisman, 2018). Het onderzoek in deze scriptie haakt hierop aan, immers zoals Falke (2018) terecht opmerkt bestaan er in de literatuur weinig richtlijnen voor het schrijven van EHBO-instructies: de schrijvers volgen veelal hun intuïtie. Voor dit onderzoek is de vraag gesteld hoe tekst en beeld gebruikt worden in eerstehulpinstructies waarin een slachtoffer gedraaid

wordt. Dit is tegelijkertijd de hoofdvraag van dit onderzoek.

Het onderzoek betreft de analyse van tekst en beeld in instructies voor eerstehulp bij het draaien van een slachtoffer in een eerstehulpsituatie door te kijken naar handelingen, controle-informatie en specificaties in de tekst en in de afbeelding. Daarbij is in het bijzonder gelet op de positie, richting, afstand, locatie en tijd binnen de draaihandeling. Deze specificaties geven extra informatie aan de zorgverlener hoe de taak uitgevoerd dient te worden. Om antwoord te kunnen geven op deze vraag zijn binnen dit onderzoek 12 MI’s geanalyseerd. Aan iedere MI is een nummer gegeven (bijv. MI1) en vervolgens een titel (bijv. MI1-RZ1) waarbij is aangegeven om welke draaihandeling het gaat: RZ staat voor Rug naar Zij draaihandeling, ZR staat voor Zij naar Rug draaihandeling en BR staat voor Buik naar Rug draaihandeling. Binnen deze 12 MI’s zijn 240 deelzinnen met draaihandelingen gedetermineerd waarbij is gelet op specificaties in tekst en beeld en hoe deze zijn weergegeven vanuit de positie van de hulpverlener, de handeling van de hulpverlener en de positie van het slachtoffer. Van de 12 MI’s waren er 10 voorzien van afbeeldingen, 39 in totaal, om de tekst per MI te ondersteunen. Deze afbeeldingen zijn per stuk geanalyseerd waarbij de afkorting AMI is gehanteerd (Afbeelding Multimodale Instructie, voor

(4)

in detail te treden, in een aantal gevallen juist specifieke handelingen niet werden genoemd die van cruciaal belang bleken te zijn om een eerstehulpinstructie goed uit te kunnen voeren. Opvallend vaak bleek de beschrijving van de positie van de hulpverlener en het slachtoffer bij de tekst van de eerstehulpinstructie te ontbreken, in tegenstelling tot datgene wat te zien is in de afbeelding. Ook viel op dat in sommige gevallen afbeeldingen ontbraken die als controle van de handeling, die in de tekst stond beschreven, had kunnen worden ingebouwd. Dergelijke afbeeldingen, van bijvoorbeeld de begin- en eindsituatie, ondersteunen de tekst. De lezer zou daardoor kunnen controleren of hij of zij de instructie goed heeft uitgevoerd. Dit is van groot belang. Het gaat hier immers om een eerstehulphandeling, soms een levensreddende handeling, waarbij geen fouten gemaakt moeten worden.

Op de onderzoekvraag kan als antwoord worden gegeven dat er onvoldoende gelet is op een juiste informatievoorziening in zowel tekst en beeld bij eerstehulpinstructies hoe een slachtoffer gedraaid moet worden. In sommige gevallen is de afbeelding niet duidelijk, zijn er te weinig afbeeldingen om de hulpverlener te laten controleren of hij of zij het de instructie goed uitvoert, of ontbreekt een afbeelding volledig. Daarnaast blijkt ten aanzien van tekst dat er vaak significante stappen worden overgeslagen, omdat men ervan uitgaat dat de lezer deze instructie vanuit een eerdere uitleg in het instructieboek al heeft begrepen. Hierdoor kunnen verkeerde interpretaties van de tekst ontstaan. Het advies is om een juiste balans te geven in zowel tekst als afbeelding bij een eerstehulpinstructie, met behulp van voldoende specificaties, waarbij de wijze waarop een slachtoffer gedraaid moet worden in een noodsituatie volkomen helder is. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen gebruikt worden om multimodale instructies te formuleren en richtlijnen te schrijven voor auteurs van gerichte multimodale instructies.

Het corpusonderzoek heeft veel interessante bevindingen en inzichten opgeleverd die suggesties kunnen geven voor drie mogelijke vervolgonderzoeken. De eerste is door middel van het maken van een proefopstelling de draaihandelingen die genoemd zijn in mijn corpus te laten uitvoeren door proefpersonen om de relevantie van tekst ten opzichte van de combinatie tekst en beeld aan te tonen. De tweede is om in detail het causaal verband tussen Control Information en de handelingen (Actions) nauwkeuriger in kaart te brengen. De derde is de specificaties, die door dit onderzoek zijn toegevoegd aan het annotatieschema, toe te passen op eerstehulp-instructievideo’s.

(5)

Inhoudsopgave

Voorwoord 2 Samenvatting 3 Inhoudsopgave 5 Hoofdstuk 1: Inleiding 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Onderzoek en vraagstelling 8 1.3 Opzet onderzoek 9 1.4 Leeswijzer 11

Hoofdstuk 2: Theoretisch kader 12

2.1 Multimodale Instructies 12

2.2 Tekst in Multimodale Instructies 13

2.3 Afbeeldingen in Multimodale Instructies 14

2.4 Tekst-beeldrelaties in Multimodale Instructies 14

Hoofdstuk 3: Methode 17 3.1 Onderzoeksvraag en operationalisatie 17 3.2. Het corpus 18 3.3 Analysemethode 19 3.3.1 Analyse draaihandelingen 20 3.3.1.1 Tekst 21 3.3.1.2 Afbeelding 22 3.3.2 Analyse specificaties 26

3.3.2.1 Analyse specificaties in tekst 30

3.3.2.2 Analyse specificaties in beeld 30

3.4 Tekst–beeldrelatie 31

Hoofdstuk 4: Analyse en resultaten 33

4.1 Het corpus 33

4.2 PAT-analyse en draaihandelingen in tekst 34

4.2.1 Specificaties in tekst 35

4.3 PAT-analyse en draaihandelingen in beeld 36

4.3.1 Specificaties in de afbeeldingen 37

4.4 PAT-analyse van de draaihandelingen: tekst-beeldrelatie 38

4.4.1 Specificaties in tekst en beeld 40

4.5 Totaaloverzicht specificaties 41

(6)

Literatuur 47

Bijlages

Bijlage A Het Corpus 1

Bijlage B Annotatieschema Falke (2018) 14

Bijlage C Annotatieschema Meijer (2019) 24

Bijlage D Vernieuwd annotatieschema 30

Bijlage E Subcategorieën en aantallen Specificaties met definities in Corpus

Bijlage F Kruistabel subcategorieën Specificaties 42 Bijlage G Corpus KAAL tekst en afbeeldingsannotaties in tabellen 45 Bijlage H Overzichtstabel Controle Informatie en Actions in de tekst in de MI’s 46 Bijlage I Overzichtstabel Controle Informatie en Actions in de afbeeldingen in de MI’s 55

(7)

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Multimodality of Multimodaliteit is een belangrijk begrip binnen de communicatie en staat voor een combinatie van communicatievormen die samen een versterkende werking hebben om de boodschap over te dragen (Renkema, 2004). In zijn Discourse studies noemt Renkema de functie “co-deployment of the visual element in written discourse”, ofwel het mede-inzetten van beeld bij discourse (lees: tekst). Volgens Renkema is de verbeelding van een stuk tekst niet alleen doeltreffender, maar soms zelfs onontbeerlijk. Het spreekwoord “een beeld zegt meer dan duizend woorden” kan geïllustreerd worden door de volgende tekst genaamd “Ballonnen”.

Ballonnen

“Als de ballonnen zouden knappen zou het geluid niet ver genoeg dragen omdat alles te ver weg zou zijn van de juiste verdieping. Een gesloten raam zou ook het geluid tegenhouden omdat de meeste gebouwen goed geïsoleerd zijn. Daarbij is de hele operatie afhankelijk van de toevoer van elektriciteit, een breuk in het midden van het snoer zou ook problemen geven. Natuurlijk zou de kerel kunnen schreeuwen, maar de menselijke stem is niet luid genoeg om zo ver te dragen. Een ander probleem is dat de snaar van het instrument zou kunnen breken. Dan zou er geen begeleiding zijn bij de boodschap. Het is duidelijk dat de beste optie het verminderen van afstand zou zijn. Dan zouden er minder eventuele problemen zich voor kunnen doen. Met face-to-face contact zou er nog minder fout kunnen gaan”. (vrij vertaald naar Bransford & Johnson, 1973).

Begrijpt u het nog? Na het lezen van deze tekst zal de lezer een groot vraagteken boven het hoofd hebben hangen en denken: “wat bedoelt de schrijver nu precies?” en vervolgens proberen te visualiseren wat de schrijver zou bedoelen met deze tekst. In plaats van de tekst zou ook de tekening in Figuur 1 gegeven kunnen worden en dan is alles plotsklaps duidelijk en zijn woorden eigenlijk overbodig.

Figuur 1: visualisatie van tekst “Ballonnen”

(8)

hebben, zoals in het geval van dit onderzoek: het uitvoeren van eerstehulphandelingen in noodsituaties.

Vanuit historisch perspectief is opgevallen dat de Oranje Kruis EHBO-boekjes door de tijd zijn veranderd. Het EHBO Boekje in 1939 toont een lees/leerboek met uitleg hoe het menselijk lichaam werkt (met afbeeldingen van het menselijk lichaam, skelet, spieren, zenuwbanen, enz.) en is door de jaren heen geëvolueerd tot een lesboek met weinig tekst en veel afbeeldingen. In sommige gevallen lijken instructies, in de huidige EHBO boeken, gereduceerd tot bijna enkel afbeeldingen waardoor de instructie “leest” als een photo novella of stripverhaal, waarbij stap voor stap wordt uitgelegd hoe een eerstehulpinstructie dient te worden uitgevoerd. Het voordeel van deze methode is enerzijds dat een lezer van de instructie snel ziet hoe een handeling dient te worden uitgevoerd en anderzijds dat er geen ellenlange teksten gelezen hoeven worden om te begrijpen wat te doen. Tevens kan als voordeel genoemd worden dat de lezer in de afbeelding kan zien of de handeling goed is uitgevoerd. De lezer kan nagaan, door goed naar de afbeelding te kijken, of de uiteindelijke handeling van de hulpverlener correct is en of de positie van de hulpverlener of het slachtoffer op de juiste wijze getoond wordt. Het nadeel kan echter zijn dat er door de lezer of de kijker, in het geval van veel afbeeldingen, een eigen interpretatie gegeven kan worden aan de handeling. Een afbeelding kan niet alle details weergeven. Specificaties ten aanzien van bijvoorbeeld tijd en afstand zijn moeilijk in een afbeelding weer te geven. Hierdoor is in de meeste gevallen een tekstuele uitleg nodig om aan te geven hoe een slachtoffer dient te worden benaderd of beetgepakt om hem of haar goed te kunnen draaien. Dit gegeven is niet onbelangrijk, er is immers sprake van een noodsituatie, het slachtoffer is in levensgevaar en daarom dienen alle handelingen uiterst zorgvuldig te worden uitgevoerd.

Bij het bestuderen van vroege versies van het Oranje Kruis EHBO boekje (uit 1951 en 1969), en na een gesprek met een EHBO instructeur, bleek dat de lezers en gebruikers van de eerstehulpboeken merendeels aankomende hulpverleners zijn zonder enige voorkennis van medische handelingen. Hierdoor werd duidelijk dat de eerstehulpboeken niet bedoeld zijn als naslagwerk, “Reading to Do” , maar als leerboek, “Reading to Learn” (Sticht, 1985). Dit betekent dat het boek is geschreven vanuit een inleiding met een opbouwend karakter waarbij eerst basishandelingen worden uitgelegd om vervolgens per hoofdstuk instructies toe te voegen, uit te leggen en aan te vullen met specificaties. Deze kennis is waardevol omdat daarmee de interpretatie van het boek wijzigt, het heeft als doel de instructie te leren en te onthouden. Het dient van voren tot achteren, van begin tot eind tot zich genomen te worden en uit het hoofd te worden geleerd. Tevens blijkt daarmee dat sommige instructies, die niet of nauwelijks een inleiding of preambule (voorkennis) kennen, toch uitgevoerd kunnen worden, ook al lijkt soms belangrijke voorkennis te ontbreken.

1.2 Onderzoek en vraagstelling

Binnen dit onderzoek naar MI’s van eerstehulp bij het draaien van een slachtoffer staan handelingen centraal die in tekst en in beeld worden weergegeven. Hierbij hoort de volgende onderzoeksvraag:

Hoe worden tekst en beeld gebruikt in de eerstehulpinstructies waarin een slachtoffer gedraaid wordt.

(9)

Opvallend bij de start van dit onderzoek was het bestaan van zo veel verschillende EHBO-instructieboeken. Binnen dit onderzoek is daarom een selectie gemaakt van vier verschillende instructieboeken die gebruikt worden als lesmateriaal onder eerstehulpinstructeurs. Daarbij dient vermeldt te worden dat in 2016 gezamenlijke EHBO-richtlijnen zijn vastgesteld door drie organisaties, te weten Het Oranje Kruis, Het Rode Kruis en het Nederlandse Instituut voor Bedrijfshulpverlening. Er is voor dit onderzoek dan ook gekozen om eerstehulpinstructies te analyseren uit Het Oranje Kruis Boekje, Het Oranje Kruis Jeugdboekje, Het EHBO Cursusboek van het Rode Kruis en het EHBO Leren & Doen boek van de Nationale Bond EHBO, die allemaal de eerdergenoemde EHBO-richtlijnen naleven. Tijdens het bestuderen van deze eerstehulpboeken en daarmee het samenstellen van dit onderzoek, stuitte ik op een bijzonder fenomeen binnen de diverse instructies, namelijk specificaties in de tekst. Deze specificaties zijn van groot belang in een tekst. Bij het bekijken van de bij de teksten behorende afbeeldingen blijken deze specificaties ook daarin van groot belang te zijn. Waarom deze specificaties zo belangrijk zijn wordt met behulp van het onderzoekscorpus verder uiteengezet.

1.3 Opzet onderzoek

Binnen dit onderzoek is gekeken naar de specificaties in de instructieteksten en welke invloed deze specificaties hebben op de interpretatie van de bijbehorende afbeeldingen. Hoe bijvoorbeeld een afbeelding de tekst kan ondersteunen is getoond in het volgende voorbeeld in Figuur 2.

Figuur 2 (Bron MI7-RZ4, EHBO Leren en Doen (2017), p 41). Met stappenplan.

In Figuur 2 is te zien dat de instructietekst vier stappen weergeeft. In de eerste stap is de basispositie van de hulpverlener weergegeven. Dit komt overeen met hetgeen te zien is in de afbeelding. In stap 2 staat de handeling van de hulpverlener: de afbeelding aan de linkerzijde van de bladspiegel is het controlebeeld van de tekst van de eerste twee stappen, waarbij

(10)

De analyse binnen dit onderzoek is uitgevoerd aan de hand van het PAT-annotatiemodel (Pictures-And-Text Model). Dit PAT-annotatiemodel is ontwikkeld binnen het PAT-project, dat

binnen de afdeling Communicatie- en

Informatiewetenschappen van de

Rijksuniversiteit Groningen loopt onder leiding van Dr. Ielka van der Sluis en Prof. dr. Gisela Redeker (www.rug.nl/let/pat). Het PAT-project behandelt het gebruik, de effecten en de optimalisatie van documenten, die afbeeldingen en tekst bevatten. Zo zijn er binnen het project diverse onderzoeken gedaan naar Multimodale Instructies (MI’s) bij eerstehulphandelingen:

 Een systematische analyse van tekst en beeld in EHBO-instructies (Falke, 2018);  Een onderzoek naar tekst en beeld in

instructievideo’s voor zorgverleners (Meijer, 2019);

 De optimalisatie van de instructie door middel van de juiste combinatie van tekstlengte en tekstinhoud (Buisman, 2018).

Het onderzoek in deze scriptie haakt hierop aan, immers zoals Falke (2018) terecht opmerkt bestaan er in de literatuur weinig richtlijnen voor het schrijven van EHBO-instructies: de schrijvers volgen veelal hun intuïtie. Voor dit onderzoek is de vraag gesteld hoe tekst en beeld

gebruikt worden in eerstehulpinstructies waarin een slachtoffer gedraaid wordt. Dit is

tegelijkertijd de hoofdvraag van dit onderzoek.

Het PAT-model is ontwikkeld aan de hand van eerdere onderzoeken waarmee teksten en afbeeldingen geannoteerd kunnen worden. Redenerend vanuit bovenstaande drie onderzoeken blijkt dat er in MI’s meer annotatiemogelijkheden op het vlak van de waardes binnen de tekst-organisatie bestaan. Deze waardes zijn details van de handelingen ten aanzien van acties en controle informatie. Deze details heb ik vervolgens uitgewerkt tot een nieuwe variabele:

 Specification

Deze is vervolgens in zes categorieën onderverdeeld:  Position  Direction  Distance  Location  Time  Other

Specificaties (Specification) binnen de handelingen in instructieteksten zijn bedoeld om de wijze waarop een slachtoffer gedraaid moet worden goed uit te leggen. In Tabel 2 zijn deze specificaties in kleur terug te vinden binnen de draaihandelingen, waarbij een voorbeeld is gegeven van een MI die uit tekst en een afbeelding bestaat. Het tekstgedeelte (TMI) beschrijft de handeling die de hulpverlener uit moet voeren om het slachtoffer te draaien. In de afbeelding van Tabel 2 is de positie van het slachtoffer te zien en de beschrijving van de afbeelding (AMI).

(11)

Specificaties binnen de handelingen in instructieteksten zijn bedoeld om de wijze waarop een slachtoffer gedraaid moet worden goed uit te leggen. In Tabel 1 zijn deze specificaties in kleur terug te vinden binnen de draaihandelingen, waarbij een voorbeeld is gegeven van een MI die uit tekst en een afbeelding bestaat. Het Tekstgedeelte van de MI (TMI) beschrijft de handeling die de hulpverlener uit moet voeren om het slachtoffer te draaien. In de afbeelding van Tabel 2 is de positie van het slachtoffer te zien en de beschrijving van de Afbeelding in de MI (AMI).

Tabel 1 (Bron MI9: EHBO Leren en Doen (2017), p.51.)

MI Afbeelding AMI TMI

MI9 - RZ5 Positie slachtoffer:

Het slachtoffer ligt op zijn zij op de grond met zijn

linkerhand onder

zijn hoofd en met

zijn rechterhand

gestrekt van zijn

lichaam af.

Handeling hulpverlener: leg de arm van het slachtoffer dat het verst van je weg ligt zo dat je bij de hand kunt. Leg deze arm over de borst van het slachtoffer heen en leg de handrug tegen zijn wang. Blijf de hand vasthouden. Pak het been dat het verst van je verwijderd is en trek met de knie omhoog. De voet blijft op de grond staan. Draai het slachtoffer nu richting jezelf door de knie naar je toe te trekken. Houd de hand van het slachtoffer tegen zijn wang. Zorg dat de elleboog de grond

raakt. Kantel het hoofd naar achteren. Leg de hand van het slachtoffer onder zijn wang. De heup en knie moeten in

een rechte hoek liggen. Blijf de

ademhaling controleren, tenminste 1 keer per minuut.

Met deze analyse zal getracht worden een bijdrage te leveren aan het onderzoek naar de beschrijving van tekst, afbeeldingen en tekst-beeldrelaties in multimodale instructies. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen gebruikt worden om multimodale instructies te formuleren en richtlijnen te schrijven voor auteurs van gerichte multimodale instructies.

1.4 Leeswijzer

Het vervolg van het verslag van dit onderzoek bestaat uit vier hoofdstukken. In Hoofdstuk 2 wordt de achtergrond en motivatie binnen een theoretisch kader beschreven. Daarnaast worden de begrippen en theorieën, die binnen dit onderzoek genoemd zijn, evenals de onderzoeken en bevindingen die het verwerken van tekst en beeld betreffen, besproken. De gebruikte methode en analysemodellen worden gepresenteerd in Hoofdstuk 3. In Hoofdstuk 4 worden de analyse en de observaties gepresenteerd. Hoofdstuk 5 geeft een discussie met een aanzet tot vervolgonderzoek en de uiteindelijke conclusie.

(12)

2. Theoretisch kader

Binnen dit hoofdstuk zal een theoretisch kader worden gegeven van de huidige stand van zaken binnen het onderzoek naar Multimodale Instructies. Het begrip multimodaliteit en wat instructies precies zijn wordt uitgelegd in paragraaf 1. In paragraaf 2 zal onderzoek naar tekst in Multimodale Instructies worden besproken, waarna in paragraaf 3 zal worden ingegaan op de afbeeldingen. In de laatste paragraaf volgt de tekst-beeldrelatie binnen Multimodale Instructies.

2.1 Multimodale instructies

Multimodality of Multimodaliteit is een belangrijk begrip binnen de communicatie en staat voor een combinatie van communicatievormen die samen een versterkende werking hebben om een boodschap over te dragen (Renkema, 2004). Of zoals Van der Sluis, Redeker en Eppinga (2017) aangeven: multimodale instructies (MI’s) bevatten afbeeldingen en tekst om gebruikers te instrueren bij het uitvoeren van procedurele taken. Multimodale instructies bestaan in diverse vormen waarbij zowel de tekst als de afbeelding op verschillende plekken in de instructie kunnen staan (Van Hooijdonk en Krahmer, 2008) en in sommige gevallen, zoals in Figuur 2, Hoofdstuk 1, meer tekst dan afbeeldingen kan hebben.

Volgens Karreman en Steehouder (2000) vormen procedures de kern van instructieve teksten. In een instructieve tekst moet duidelijk staan wat er gedaan moet worden met het uiteindelijke

resultaat als doel. Aan de hand van een instructieve tekst worden handelingen verricht,

waardoor een andere manier van lezen nodig is (Steehouder, 2008). Een voorbeeld hiervan is de tekst hieronder waarin beschreven wordt hoe een slachtoffer door een hulpverlener gedraaid moet worden (Bron: Oranje Kruisboekje, MI1-RZ1):

1. Kniel op beide knieën naast het slachtoffer. 2. Draai het slachtoffer op zijn zij

3. door de heup en schouder van het slachtoffer naar je toe te trekken. 4. Hierdoor komt het slachtoffer tegen je bovenbenen te liggen.

Zoals uit het voorbeeld blijkt, wordt in een instructieve tekst een aanwijzing gegeven hoe een gebruiker een procedure uit moet voeren (zin 1, 2 en 3) of om een specifiek doel te bereiken (zin 4). Het doel van een instructieve tekst is om gebruikers te ondersteunen om de beschreven taken zo goed mogelijk uit te kunnen voeren (Karreman, et al. 2013).

Instructies, waar het in dit onderzoek om gaat, zijn bedoeld om de lezer stap voor stap uit te leggen hoe ze een bepaalde handeling het beste uit kunnen voeren. Instructies worden op verschillende manieren weergegeven en kunnen naast declaratieve informatie, ook procedurele informatie bevatten (Karreman en Steehouder (2002). Declaratieve informatie ofwel systeeminformatie is extra informatie over de werking en het toepassen van een systeem (zoals bijvoorbeeld de werking van een apparaat). Procedurele informatie omvat daarentegen niet alleen de beschrijving van de handelingen die uitgevoerd moeten worden, vaak in de vorm van een stappenplan, maar ook controle informatie. Controle informatie (Control Information) bestaat volgens Van Dijk (2016) uit aanwijzingen waardoor een gebruiker kan controleren of hij of zij op de goede weg is.

(13)

2.2 Tekst in Multimodale instructies

Tekst in een multimodale instructie heeft als doel een boodschap over te brengen. Deze boodschap bestaat uit verschillende componenten.

Tekst is een directe wijze om een boodschap over te brengen en is dus een doelbewuste actie van de auteur (Searle, 1977). Een stuk tekst in een instructie spreekt de lezer direct aan met een specifiek daarvoor gekozen taalhandeling vanuit een speciaal voor het doel gekozen perspectief (Jaspers, 1987). Met het direct aanspreken wordt hier bedoeld dat de lezer in de meeste gevallen niet om een geschreven of uitgesproken tekst heen kan. Dit wordt bevestigd door de bijbehorende afbeeldingen die relevant zijn voor de uiting van de boodschap (Jaspers, 1987). Multimodale (eerstehulp)instructies, ofwel MI’s, het onderwerp van dit onderzoek, maken met name gebruik van deze relevantie om de boodschap over te brengen.

Volgens Halliday (1985a) heeft taal drie belangrijke functies, te weten de conceptuele, de tekstuele en de interpersoonlijke functie. De conceptuele functie geeft de inhoud van de boodschap weer en communiceert informatie. De tekstuele functie betreft het gebruik van taal om een boodschap binnen een bepaalde context over te brengen. De interpersoonlijke functie betreft het gebruik van taal om sociale relaties te realiseren en te onderhouden.

Bij de conceptuele functie van taal ligt de focus op de inhoud, de nadruk ligt op het snel en effectief overbrengen van informatie zodat deze snel en gemakkelijk begrepen kan worden. Bustam (2011) geeft aan dat deze taalfunctie uit twee systemen bestaat: Transitivity en

Ergativity. Volgens Bustam (2011) maakt Transitivity een deelzin (clause) begrijpelijker voor de

lezer door aan te geven wat de specifieke processen in de deelzin zijn.Binnen dit onderzoek ligt de focus op het Transitivity System dat Halliday (1985a) als concept heeft ontwikkeld. Volgens Bustam (2011) kan het Transitivity System bijdragen aan de analyse van deelzinnen. Tâm (2012) voegt hier nog aan toe dat een Clause een patroon van kennis of ervaring vertegenwoordigt binnen het Transitivity systeem.

Binnen het Transitivity System van Halliday (1985) worden drie componenten genoemd, te weten het proces zelf, de deelnemers aan het proces en de omstandigheden die met het proces te maken hebben, ofwel de circumstantial elements. Deze door Halliday (1985) genoemde

circumstantial elements zijn onderverdeeld in 7 categorieën:

 Extent (afstand en duur);  Location (plaats en tijd);

 Manner (middelen, kwaliteit en vergelijking);  Cause (reden, doel en met behulp van);  Accompaniment (met wie);

 Matter (wat ertoe doet);  Role (rol).

(14)

2.3 Afbeeldingen in Multimodale Instructies

Afbeeldingen worden aan tekst toegevoegd om te concretiseren (Kools, et al. 2006), echter ook om de informatie interessanter te maken voor de lezer en daarbij een mentale visualisatie van de situatie tot stand te brengen om het begrip van de tekst te vergroten. Multimodale instructies, het onderwerp van dit onderzoek, bevatten zowel tekst als afbeeldingen.

Volgens het onderzoek van Kools, Van de Wiel, Robert, Ruiter & Kok (2006: 110) blijkt dat het toevoegen van afbeeldingen de begrijpelijkheid van de tekst niet alleen vergroot maar dat het ook van cruciaal belang is. Zo blijkt dat de aanwezigheid van informatie in de vorm van afbeeldingen de lezer in staat stelt het resultaat van handelingen in de instructietekst te visualiseren: de afbeelding werkt daarbij als controle op de tekst. Daarbij blijkt dat het toevoegen van beeld nog een andere toegevoegde waarde heeft, namelijk het wegnemen van twijfel bij de lezer omdat het beeld een bevestigende werking heeft op het tekstbegrip van de lezer (Kools, et al, 2006).

In Multimodale instructies, zoals eerstehulpinstructies, wordt gebruik gemaakt van beelden in de vorm van foto’s of tekeningen, om de instructietekst, te verduidelijken. Volgens Hout, Doak, Doak en Loscalzo (2006) zorgt de toevoeging van afbeeldingen bij tekst ervoor dat de lezer geneigd is deze eerder te gaan lezen. Dit wordt onderstreept door Renkema (2004) die aangeeft dat tekst en beeld bij multimodale instructies een versterkende werking op elkaar hebben. Beeld is daarmee een hulpmiddel om de verwerking van de boodschap (de instructieve tekst) te vergemakkelijken en kan een gunstig effect hebben op het uitvoeren van een handeling. Een voorbeeld van een dergelijke instructie uit het corpus is de volgende. Er is een stappenplan waarbij eerst drie stappen staan beschreven. Vervolgens volgt een afbeelding van het slachtoffer dat op zijn zij, in de zogenaamde stabiele zijligging ligt, dit toont de eindpositie van het slachtoffer, het uiteindelijke resultaat. De afbeelding verbeeldt dan in één afbeelding diverse stappen, waardoor de lezer kan checken of de instructies goed zijn uitgevoerd.

2.4 Tekst-beeldrelaties in Multimodale Instructies

Een lezer doorloopt drie stappen tijdens het lezen van een multimodale instructie (Maes en Schilperoord, 2002). Dit wordt onderschreven door Mayer (2003) die dit de triple task noemt: het begrijpen van de tekst, begrijpen van de afbeeldingen en beiden integreren tot één geheel om de boodschap van het geheel van tekst en beeld te begrijpen. Volgens Dupont en Bestgen (2006) zijn beide modaliteiten pas effectief als de lezer tot de integratie van tekst en beeld komt (de zogenaamde referentiële verwijzing) en daarmee de instructie uit kan voeren.

Het leereffect is groter wanneer corresponderende tekst en beeld bij elkaar in de buurt staan (Mayer, 2003) Dit effect wordt ook wel het Spatial Contiguity Effect genoemd. Dit effect ligt in lijn met het onderzoek van Chandler en Sweller (1992) naar het effect dat optreedt wanneer tekst en beeld ruimtelijk van elkaar gescheiden zijn. Zij noemen dit effect het Split Attention

Effect. Hierdoor wordt het werkgeheugen extra belast omdat de lezer zijn aandacht verplaatst

van de tekst naar de afbeeldingen en andersom (Chandler & Sweller, 1992) waarmee geconcludeerd kan worden dat tekst en beeld bij elkaar in de buurt moeten staan om begrijpelijk te zijn. In het zogenaamde Lightning onderzoek van Mayer, Steinhoff, Bower en Mars in 1995 naar het verschil in effect tussen instructies waarbij tekst en beeld bij elkaar in de buurt staan en instructies met de afbeeldingen op een andere pagina dan de tekst, bleek het leereffect van een instructie groter, naarmate er nabijheid is tussen tekst en beeld. Uit bovenstaande kunnen we concluderen dat het leereffect van tekst wordt vergroot door de

(15)

Volgens het model van Barthes (1977) zijn er drie tekst-beeld relaties: Anchorage, waarbij de tekst het beeld ondersteunt, Illustration, waarbij het beeld de tekst ondersteunt en Relay, waarbij tekst en beeld elkaar ondersteunen.

In zijn overzichtsartikel tracht Bateman (2014) door middel van verschillende aanpakken en visies van onderzoekers een antwoord te geven op de vraag Hoe informatie gepresenteerd in

taal gerelateerd is aan informatie dat gepresenteerd is in visuele kenmerken. Zo noemt hij het

model van Barthes (1977) te simpel om multimodale communicatie te beschrijven en laat hij zien dat Systemic Functional Linguistics (SFL) modellen gebruikt kunnen worden om de inhoudelijke verbanden tussen tekst en afbeeldingen te specificeren. De aanpak van Halliday (1985) is onderverdeeld in drie gebieden van functionele grammaticale organisatie, die in het bijzonder relevant zijn bij het beschrijven van multimodale samenhang in het algemeen en tekst-beeld relaties in het bijzonder en daarmee ook bij Multimodale eerstehulpinstructies binnen dit onderzoek. Deze drie gebieden zijn: Cohesion, Clause Combining (Halliday 1985: 225-239 en

Clause Transitivity (Halliday 1985: 106-109). Hierna worden deze contextuele betekenissen

verder toegelicht.

Cohesion is een betekenisrelatie, het is een model waarbij we hetgeen in de tekst zien ook

toepassen op afbeeldingen. Bijvoorbeeld: de hulpverlener pakt de arm van het slachtoffer. Dan is in de tekst te lezen dat de hulpverlener de dichtstbijzijnde arm van het slachtoffer beetpakt wat tegelijkertijd ook in de afbeelding te zien is: tekst en afbeelding verwijzen naar elkaar (Halliday, 2014).

Clause Transitivity betreft de relaties tussen elementen. Bijvoorbeeld: de hulpverlener knielt bij

het slachtoffer en strekt het been. Het strekken, het werkwoord waarmee de draaihandeling wordt uitgevoerd, wordt tevens weergegeven in de afbeelding waarbij te zien is dat de hulpverlener knielt. (Halliday, 1985)

Clause combining houdt in dat er in de tekst minder is genoemd dan is te zien in de afbeelding of

andersom: het gaat om een logische betekenisuitbreiding in beeld van de tekst of van de tekst in beeld. Bijvoorbeeld in de afbeelding is te zien dat de hulpverlener het hoofd van het slachtoffer ondersteunt, wat niet in de tekst genoemd staat (Halliday, 1985).

Vervolgens bestaan er binnen het SFL-model van Halliday (1985) nog drie uitbreidingen, te weten Extension, Elaboration en Enhancement (Martinec en Salway, 2005), die hierna zijn toegepast op Multimodale Instructies:

 Extension geeft een uitbreiding op de instructie en kan worden uitgelegd met een voorbeeld binnen het corpus, zoals het controleren van de ademhaling bij een slachtoffer. In de tekst van de Multimodale Instructie staat dat je ‘iedere minuut’ de ademhaling moet controleren, maar dit is niet terug te zien in de afbeelding.

 Elaboration herformuleert, becommentarieert, illustreert of specificeert door middel van het geven van details in de tekst. Elaboration kan worden geïllustreerd met een voorbeeld uit het corpus waarin controle informatie wordt gegeven: om te voorkomen

(16)

Martinec en Salway (2005) hebben binnen hun tekst/beeld relatiesysteem Halliday’s (1985, 1994) logico–semantic relaties met Barthes’ (1977a[1961], 1977b[1964]) classificatie ten aanzien van tekst en beeld gecombineerd. Volgens hen kan het ene zinsdeel (clause), de andere verbeteren (enhancement) door een kwalificatie toe te voegen in de vorm van tijd, plaats, reden en andere vergelijkbare circumstantial elements. Enhancement speelt daarmee een belangrijke rol binnen dit onderzoek omdat het specifieke informatie geeft, zoals Martinec and Salway (2005) aangeven, binnen Multimodale Instructies en heeft betrekking op de groep Specifications die ik heb toegevoegd aan het PAT-model. De Specification heeft de volgende kenmerken:

- Bestaat uit controle informatie en zegt in één of meerdere woorden iets over een handeling.

- Bevat geen werkwoord, maakt altijd onderdeel uit van een lopende zin en is nooit een aparte deelzin (Meijer, 2019);

- Verfijnt en verduidelijkt de instructie.

Voorbeelden van specificaties: zijn: “Voer de instructie zorgvuldig uit” en “Was je handen

volgens protocol” en “Laat bij de knie een rand vrij voor draagcomfort voor de patiënt”.

(Meijer, 2019). De categorie Specifications is vervolgens in zes subcategorieën onderverdeeld,

Position, Direction, Distance, Location, Time en Other. De definities van deze subcategorieën

worden gegeven in Hoofdstuk 3. In dit hoofdstuk wordt de categorie Specifications nader onderzocht om antwoord te kunnen geven op mijn onderzoeksvraag.

Bovengenoemde literatuuronderzoek toont aan dat tekst beelden kunnen versterken en ondersteunen (Barthes, 1977). Andersom geldt dit ook: beeld kan tekst ondersteunen (Hout, Doak, Doak en Loscalzo (2006).) Ook blijkt dat het toevoegen van beeld twijfel bij de lezer kan wegnemen omdat het beeld een bevestigende werking heeft op het tekstbegrip van de lezer (Kools, et al, 2006). De vraag binnen dit onderzoek is nu hoe tekst en beeld gebruikt worden in de eerstehulpinstructies waarin een slachtoffer gedraaid wordt. Op deze vraag zal in het onderzoek dat hierna volgt, in hoofdstuk 3 de methodiek en hoofdstuk 4 de analyse, een antwoord worden gegeven. In dit onderzoek zal de focus liggen op de theorie van Martinec en Salway (2005) dat het ene zinsdeel (clause), de andere kan verbeteren (enhancement) door een kwalificatie toe te voegen in de vorm van tijd, plaats, reden en andere vergelijkbare

circumstantial elements. Deze theorie zal worden toegepast bij de analyse van tekst en beeld en

(17)

Hoofdstuk 3: Methode

In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk zullen de hoofdvraag en drie deelvragen aan de orde komen. Vervolgens zullen de begrippen worden toegelicht die ten grondslag liggen aan dit corpusonderzoek. In paragraaf 2 volgt de presentatie van het corpus, waarna in paragraaf 3 de analysemethode van de draaihandelingen in relatie tot de specificaties in tekst en in beeld worden besproken. In paragraaf 4 volgt de analysemethode voor de tekst-beeldrelatie. Op grond van deze methodiek is het mogelijk om in hoofdstuk 4 een goede analyse weer te geven van de genoemde specificaties met de onderbouwing uit het theoretisch kader:

1. Position 2. Direction 3. Distance 4. Location 5. Time 6. Other 3.1 Onderzoeksvraag en operationalisatie

De analyse van de tekst en de afbeeldingen in multimodale instructies in eerstehulpboeken waarbij met name is gelet op de specificaties in de tekst en in de afbeelding vormen de rode draad in dit onderzoek en de aanleiding voor de onderzoeksvraag:

Hoe worden tekst en beeld gebruikt in eerstehulpinstructies waarin een slachtoffer gedraaid wordt.

Om de Multimodale Instructies te onderzoeken is een operationalisatie van het onderzoek noodzakelijk. Dit is de analyse van het corpus. Er wordt een beschrijving gemaakt van de eigenschappen in de tekst en van de afbeeldingen en hoe tekst en afbeeldingen zich tot elkaar verhouden in de eerstehulpinstructies. Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, is deze opgedeeld in de volgende deelvragen:

1. Hoe worden de eerstehulphandelingen voor het draaien van een slachtoffer beschreven in de tekst? 2. Hoe worden de eerstehulphandelingen voor het draaien van een slachtoffer getoond in beeld?

3. Hoe verhouden tekst en beeld zich tot elkaar in eerstehulpinstructies voor het draaien van een slachtoffer?

Om de deelvragen te kunnen beantwoorden zullen eerst de belangrijkste begrippen binnen dit onderzoek worden uitgelegd en besproken. Vervolgens worden in de volgende paragraaf, het corpus, de definities van de gebruikte hoofd- en subcategorieën van de handelingen besproken door ze toe te lichten en er voorbeelden van te geven.

Begrippen

 Eerste hulp: hulp die direct na letsel verleend wordt door omstanders in afwachting van professionele hulp;

 Instructie: les, aanwijzing of opdracht1;

 Tekst: het geheel van de bewoordingen waarin een geschrift, een toespraak, e.d. is vervat1

(18)

*(Om)draaien of kantelen

In de onderzoeksvraag is aangegeven dat dit onderzoek zich toelegt op eerstehulpinstructies die met het draaien van slachtoffers te maken hebben. Hiervoor zal eerst gekeken worden naar de definitie van draaien en kantelen, omdat beide termen naast elkaar gebruikt worden in de teksten van de eerstehulpinstructies die gebruikt zijn in dit onderzoek, om zo de onderzoeksvraag goed te kunnen beantwoorden.

Omdraaien = keren, omzwaai, wending, zich liggende op een andere zijde keren, (Koenen, 1987) om·draai·en (draaide om, heeft, is omgedraaid), ronddraaien: een sleutel omdraaien zich omdraaien een draai van 180° maken, zich omdraaien op de andere zij gaan liggen1

Kantelen: = wentelen, op een andere manier zetten, op een andere zij vallen (Koenen, 1987) kan·te·len (kantelde, heeft, is gekanteld), op een andere kant zetten, op een andere kant vallen1

Gezien de betekenis van beide definities, zoals hierboven weergegeven, zal de handeling “kantelen” ook onder de noemer “draaien” vallen.

3.2. Het corpus

Voor de corpusstudie is een selectie gemaakt uit de verschillende MI’s in de volgende vier verschillende EHBO boeken: Het Oranje Kruis Boekje2, het Oranje Kruis Jeugdboekje3, EHBO

Leren en Doen4, het Rode Kruis Boek5. Hiervoor zijn de volgende selectiecriteria gebruikt:

 Het onderwerp van de MI is het draaien van een slachtoffer vanaf de rug- of de zijligging of vanaf de zij- of buikligging;

 De MI is geschreven in het Nederlands;

 De MI is gepubliceerd in één van de hierboven genoemde EHBO boeken  De MI moet tekst of een afbeelding bevatten

 De afbeelding in de MI kan zowel een foto als een tekening zijn.

In dit onderzoek zijn, op basis van de selectiecriteria, 12 Multimodale Instructies geselecteerd en vervolgens geanalyseerd. Binnen de 12 MI’s zijn 240 deelzinnen met handelingen gedetermineerd, dus een gemiddelde van 20 deelzinnen per MI.

Deelzinnen zijn een eenheid in de tekst die een handeling in de procedure beschrijft. Van de 12 MI’s waren er 10 voorzien van afbeeldingen, met een totaal van 39. Gemiddeld zijn er iets meer dan 3 (3.25) afbeeldingen per MI gegeven om de tekst te ondersteunen. Er werden 76 stappen geteld binnen de MI’s, wat een gemiddelde geeft van 6,3 stappen waarin een instructie werd uitgelegd.

Stappen zijn onderdelen binnen de instructie waarin de gebruiker wordt geïnformeerd hoe ze iets moeten doen en welke volgorde ze moeten aanhouden. Deze stappen worden weergegeven in de tekst door nummers, bullets of het woord “Stap” (met nummering) voor de tekstdelen te geven. De verhouding tussen het aantal deelzinnen en het aantal stappen is 3.16, waarmee gesteld kan worden dat er iets meer dan 3 deelzinnen met handelingen nodig zijn om een stap in de eerstehulpinstructie uit te leggen.

De verhouding tussen het aantal deelzinnen en de afbeeldingen is 6.2. Dit betekent dat er per 6 deelzinnen 1 afbeelding werd gebruikt om de instructie te illustreren of te ondersteunen. De verhouding tussen het aantal stappen en afbeeldingen is 1.9, wat aangeeft dat er per twee stappen een afbeelding is gegeven.

(19)

Tabel 1 representeert een overzicht van de geselecteerde MI’s met de wijze van draaien in de instructie, het aantal stappen in de instructie en het aantal afbeeldingen en hun bron (voor het gehele MI-overzicht, zie bijlage A).

Tabel 1 - Selectie MI’s voor de corpusstudie.

Index Bron Titel taak Vanaf de Rug Vanaf de Zij/Buik Stap-pen

Afbeel- dingen Rug - Zij Zij- Rug Buik- Rug

MI1 OKB1, p 31 Braken bij rugligging RZ1 2 2

MI2

OKB1, p 35

Hoe draai je een bewusteloos slachtoffer

van de buik op de rug BR1 5 4

MI3 OKB1, p

48-50

Hoe leg je een slachtoffer in

de stabiele zijligging. RZ2 8 5

MI4

OKB1, p 51

Hoe draai je een slachtoffer vanuit de stabiele zijligging

op zijn rug ZR1 5 0

MI5 OKJB2, p

22,23 Iemand op zijn rug leggen BR2 6 5

MI6 OKJB2, p 25,

26 Stabiele zijligging RZ3 10 5

MI7 L & D3 , p 41 Snelle kantelmethode RZ4 4 1

MI8 L & D3 , p 47 Buik- naar rugligging BR3 7 5

MI9 L & D3, p 51 Stabiele zijligging RZ5 10 2

MI10

L & D3, p 52

Een slachtoffer vanuit de stabiele zijligging naar

rugligging draaien ZR2 7 0

MI11

RKB4, p 27

Het omdraaien van een bewusteloos slachtoffer

van buik naar rugligging BR4 3 5

MI12

RKB4, p 28

Het leggen van een bewusteloos slachtoffer in

de stabiele zijligging RZ6 9 5

Totaal 6 2 4 76 39

3.3 Analysemethode

Op basis van de geselecteerde MI’s in het corpus (zie Bijlage G: Corpus KAAL) zijn analysemodellen ontwikkeld om de draaihandelingen in de verschillende eerstehulpinstructies te beschrijven in termen van handelingen, specificaties, de positie van de hulpverlener en de positie van het slachtoffer.

Binnen de eerstehulpinstructies zijn verschillende typen van draaien te vinden.: van de Rug naar de Zij (RZ), van de Zij naar de Rug (ZR) of van de Buik naar de Rug (BR). Binnen deze typen van draaien zijn er werkwoorden die het mogelijk maken om een draaihandeling uit te voeren, zoals knielen, draaien, op de rug leggen, ondersteunen, strekken en trekken, zoals bijvoorbeeld te zien is in het volgende voorbeeld, in Tabel 2:

(20)

3 EHBO Leren & Doen (2017), p 41-52 4 Rode Kruis EHBO Boek (2017), p 27-28

Tabel 2- Voorbeeld werkwoord draaihandeling. (Bron MI3: Het Oranje Kruis boekje (2016), p.48-50.)

MI3 - RZ2 Draai het slachtoffer naar je toe, door aan de

gebogen knie te trekken.

PAT Annotatieschema

Een belangrijk hulpmiddel bij de tekstanalyse (en later ook bij de beeldanalyse – verderop in dit hoofdstuk) is het annotatieschema binnen het PAT-project (van der Sluis & Redeker) (https://www.rug.nl/let/pat) en de aanvullingen van Falke (2018) en Meijer (2019) hierop (zie respectievelijk Bijlage B en C). Dit schema is een “meetlat” waarlangs alle tekstdelen zijn gelegd. Dit model is gebruikt om te kunnen bepalen welk deel nu belangrijk is voor de analyse, namelijk wat de functie van draaihandelingen zijn.

3.3.1 Analyse draaihandelingen

Draaihandelingen zijn verplichte handelingen die een hulpverlener moet uitvoeren om een slachtoffer te draaien. Een draaihandeling kan echter ook een alternatieve handeling zijn als deze een andere handeling, zo nodig, vervangt. Bijvoorbeeld in de zin: Bij een zwaar persoon kun

je ook tillen aan schouder en heup (eventueel na omlopen) (Bron MI2-BR1.) In deze zin wordt

een alternatief gegeven wat is op te maken uit de woorden ook en eventueel.

Operationalisatie

Een draaihandeling kan over verschillende deelzinnen verdeeld zijn. Op deze deelzinnen uit het corpus is met behulp van het PAT-schema een analyse uitgevoerd door voor iedere deelzin na te gaan of er sprake is van Control Information of handelingen (Actions). In de tabel is te zien dat er binnen de categorie Control Information 8 verschillende subcategorieën te onderscheiden zijn (Meijer, 2019):

- Advice: The content of the representation gives a recommendation on how to execute the action. It is not mandatory to follow the recommendation;

- Condition: The presentation specifies a condition or circumstance for an action to be performed;

- Explanation: The presentation offers the reason for executing an action;

- Manner: The presentation addresses the way in which an action must be executed; - Purpose: The presentation addresses the goal of executing the action;

- Situation Sketch: The content of the presentation displays a state in the procedure; - Warning: The presentation addresses a possible danger. Not following the given

suggestions leads to negative consequences;

- Other: The content of the presentation does not involve the actions in the task execution.

Binnen de categorie handelingen zijn 3 subcategorieën, Action Aspect, Action Status en Action Type te onderscheiden, zie Tabel 3:

Action Type:

(21)

- Core Action: Actions that belong to the actual task;

- Closing Action: Actions that can be performed after the actual task is executed. Action Status:

- Obligatory Action: An action that can or must be executed to perform the task successfully;

- Alternative Action: An action that can be executed as a replacement of another action. - Conditional Action: An action that can or must be executed under particular

circum-stances; Action Aspect:

- Process: The action is described as a process/in progress

- Result: The situation after completing an action. Not necessary the end state of the whole instruction. The content may also show the state of an action after executing a single step in the process.

3.3.1.1 Analyse Tekst draaihandelingen

Om de functies binnen de deelzinnen te kunnen analyseren zijn eerst alle tekstdelen van de MI’s, die het draaien van een slachtoffer bespreken, onder elkaar gezet: de deelzinnen. Deelzinnen kunnen hoofd- of bijzinnen zijn: ze presenteren informatie over de handeling binnen de instructie (Meijer, 2019).

Operationalisatie

Om de eerste deelvraag: Hoe worden de eerstehulpinstructies voor het draaien van een

slachtoffer beschreven in de tekst te kunnen beantwoorden is gekeken naar verwijzingen naar

de draaioperatie in de tekst. Verwijzingen zijn in Tabel 1 (draaihandelingen) in Bijlage G, Corpus Kaal gegeven door in de tekst het werkwoord dat refereert naar de draaioperatie met rood aan te geven. Voorbeelden van deze werkwoorden zijn: knielen, strekken, draaien, naar je toe trekken en op de rug leggen. Het gaat hierbij niet alleen om “actieve” handelingen (een actieve handeling is een handeling die de hulpverlener moet uitvoeren om een slachtoffer te draaien), maar ook zinnen die een purpose (reden) voor het draaien an sich geven, zoals de zinnen die beginnen met Als of waarin Om …. te staat. Een voorbeeld van een dergelijke zin is gegeven in Tabel 3.

Tabel 3 -Deelzinnen met actieve draaihandelingen. MI’s Deelzinnen

MI1-RZ1 Je moet het slachtoffer dan snel op de zij draaien om stikken te voorkomen.

Om het tweede deel in de eerste deelvraag: Hoe worden de eerstehulpinstructies voor het

draaien van een slachtoffer beschreven in de tekst? te kunnen beantwoorden is de volgende

analysemethode ontwikkeld. Binnen het tekstannotatieschema, dat terug te vinden is in het Corpus KAAL (Bijlage G) en Bijlage H), is binnen de deelzin niet alleen gekeken naar wat precies de relatie is tussen de tekstelementen, zoals de Control Information en de handelingen

(22)

Tabel 4 - Tekst in de MI met als doel te draaien.

MI TMI Afbeelding

MI1 -RZ1 Kniel op beide knieën naast het slachtoffer. Doel: draai het slachtoffer op zijn zij.

3.3.1.2 Afbeelding

Om de tweede deelvraag: Hoe worden de eerstehulpinstructies voor het draaien van een

slachtoffer getoond in beeld? te kunnen beantwoorden zijn de handelingen die in de MI’s in

beeld worden gebracht geanalyseerd.

Operationalisatie

De 12 onderzochte MI’s bevatten 39 afbeeldingen (zie bijlage A) zoals bijvoorbeeld de afbeeldingen in MI1, in Tabel 5.

Tabel 5 - Afbeeldingen in de MI met als doel te draaien.

MI Aantal afbeeldingen Afbeeldingen

MI1 -RZ1 2

Bij het beschrijven van de wijze waarop handelingen in beeld gebracht worden in de MI’s, is uitgegaan van het bestaande PAT-annotatiemodel. Tabel 6 presenteert de categorieën uit het PAT-model die gebruikt zijn om de 39 afbeeldingen in het corpus te beschrijven en illustreert deze met voorbeelden uit het corpus (zie voor een volledig overzicht van alle afbeeldingen, het corpus in Bijlage G en voor de PAT-analyse, Bijlage I). Zo is gekeken naar Control Information en de handelingen (Action Type, Action Status en Action Aspect) omdat deze variabelen ook gebruikt zijn bij de tekstanalyse (zie tabel 6). Binnen het annotatieschema zijn deze als volgt beschreven en zijn afbeeldingen uit de MI’s toegevoegd als voorbeeld.

(23)

Tabel 6 - Categorieën om de afbeeldingen te beschrijven.

Control information

Warning The content of the presentation addresses a possible danger. Not following the given suggestions leads to negative

consequences. Action Type Preparatory

Action

Actions that count as preparation for the whole procedure of the instruction.

*De hulpverlener zit op zijn knieën naast het slachtoffer en legt met beide handen de linkerarm van het slachtoffer recht langs het hoofd omhoog. (Bron MI8-BR3) Core Action Actions that belong to the actual task of

the multimodal instruction.

(Bron MI1-RZ1)

Closing

Action

Actions that can be performed after the actual task of the multimodal instruction is executed.

(Bron MI12RZ6) Action Status Obligatory

Action

An action that must be executed to perform the task successfully.

(Bron MI6-RZ3) Action

Aspect

Process The action is displayed as a process / in progress.

(Bron MI8-BR3) Result The situation after completing an action.

Not necessarily the end state of the whole instruction. The content may also show the state of an action after executing a single

(24)

Soms speelt een specifiek object of lichaamsdeel van het slachtoffer of de hulpverlener een belangrijke rol (Falke, 2018) omdat hiermee getoond wordt hoe een instructie dient te worden uitgevoerd. Daarnaast is het belangrijk om aan te geven welke deelnemers een rol spelen binnen de gegeven afbeeldingen om deze te kunnen analyseren. Omdat het hierbij gaat om eerstehulpinstructies is er sprake van een hulpverlener en een slachtoffer. In Tabel 8 is een overzicht gegeven van de frequentie van de deelnemers aan de instructie (Content Presentation,) de hulpverlener (Aid Worker), het slachtoffer (Victim) en het Object.

Echter eerst zal de Content Presentation nader worden toegelicht in Tabel 7. Deze content

presentation is terug te vinden in het vernieuwde (definitieve) annotatieschema (zie bijlage D). Tabel 7 - Rol van personen of objecten binnen de eerstehulpinstructie.

Variable Values Description Example

Content Presentation Aid worker The person or a part of the person who executes the task is presented.

(Bron MI3-RZ2) Victim The person or a part of the person on which the task is

executed is presented.

(Bron MI3-RZ2) Object Objects like glasses, table, car etc. are displayed in the

picture. Multiple objects can be selected in the picture.

(25)

Tabel 8 - Frequentietabel Control Information en Actions per Afbeelding in de MI. MI MI1- RZ1 MI2-BR1 MI3-RZ2 MI4-ZR1 MI5-BR2 MI6 RZ3 MI7 RZ4 MI8 BR3 MI9 RZ5 MI10 ZR2 MI11 BR4 MI12 RZ6 Totaal Content Presentation Aid worker + Victim 2 4 3 0 5 3 1 5 1 0 5 5 34 Only Aid worker 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Only Victim 0 0 2 0 0 1 0 0 1 0 0 0 4 Aid worker + Object 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 Totaal Cont.Present 2 4 5 0 5 5 1 5 2 0 5 5 39 MI MI1- RZ1 MI2-BR1 MI3-RZ2 MI4-ZR1 MI5-BR2 MI6 RZ3 MI7 RZ4 MI8 BR3 MI9 RZ5 MI10 ZR2 MI11 BR4 MI12 RZ6 Totaal Control Information Afbeeldingen Advice 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0- 0 0 0 Condition 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Explanation 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Manner 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Purpose 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Other 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Situation Sketch 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 2 Warning 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal Control Information 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 2 Action Type Prepatory 0 0 1 0 1 2 0 1 0 0 2 1 8 Core 2 4 3 0 4 2 1 4 1 0 1 2 24 Closing Action 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 2 2 5 Action status Obligatory 1 4 1 0 5 5 1 5 1 0 5 5 33 Alternative 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Conditional 1 0 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 Action Aspect Process 2 4 4 0 5 5 1 5 1 0 5 4 36 Result 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 Operationalisatie

Om de afbeeldingen op een objectieve manier met de tekst te kunnen vergelijken is een

(26)

Tabel 9 - Analyse eenheid afbeelding per Content Presentation (Bron: MI1-RZ1).

Nr. afb. Afbeelding Proces AMI

1 Braken bij rugligging De hulpverlener zit op beide knieën naast het

slachtoffer.

1 Braken bij rugligging De hulpverlener houdt het slachtoffer bij de

schouder en heup vast.

1 Braken bij rugligging Het slachtoffer ligt op de rug.

3.3.2 Analyse specificaties

Zoals eerder genoemd is de analyse binnen dit onderzoek uitgevoerd met behulp van het PAT-annotatiemodel. Dit model is ontwikkeld aan de hand van eerdere onderzoeken waarbij teksten en afbeeldingen in Multimodale Instructies geannoteerd kunnen worden. Bij het annoteren van de handelingen in de tekst en de afbeeldingen binnen de MI’s bleken binnen de Control Information circumstantial elements (Halliday, 1985b) onbenoemd binnen het PAT-annotatieschema. Volgens Martinec en Salway (2005) kan het ene zinsdeel (clause), de andere verbeteren (enhancement) door een kwalificatie toe te voegen in de vorm van tijd, plaats, reden en andere vergelijkbare zogenaamde circumstantial elements. Daarbij bleek dat er in de MI’s meer annotatiemogelijkheden op het vlak van de waardes binnen de tekstorganisatie bestaan. Deze waardes zijn details van de handeling ten aanzien van acties en controle informatie.

Aanvulling op het PAT-model

Deze elements heb ik vervolgens uitgewerkt tot de nieuwe variabele: Specification, die vervolgens in zes categorieën is onderverdeeld: Position, Direction, Distance, Location, Time en

Other met de bijbehorende definitie, zoals deze ook gegeven zijn in het vernieuwde

PAT-annotatiemodel (Bijlage D):

• Position: de inhoud van de presentatie geeft een conditie, status of positie van een lichaamsdeel of een object weer;

• Direction: de inhoud van de presentatie geeft een specifieke richting van de beweging aan;

• Distance: de inhoud van de presentatie geeft de ruimte tussen twee punten aan; • Location: de inhoud van de presentatie geeft een specifieke plaats aan;

• Time: de inhoud van de presentatie geeft een duur, snelheid, herhaling of synchronisatie weer;

• Other: de inhoud van de presentatie geeft extra informatie welke niet binnen de eerdergenoemde specificaties staat genoemd.

(27)

De categorie “Specification” is een uitbreiding op het annotatieschema. Specificaties worden gebruikt om meer informatie te geven over hoe de handeling moet worden uitgevoerd. Een specificatie bevat geen werkwoord, maakt altijd onderdeel uit van een lopende zin en is nooit een aparte deelzin. Voorbeelden van specificaties zijn: “Voer de instructie zorgvuldig uit” en “Was je handen volgens protocol” en “Laat bij de knie een rand vrij voor draagcomfort voor de

patiënt” (Meijer, 2019).

Om het PAT-annotatieschema uit te breiden zijn de zes subcategorieën, zoals hierboven genoemd, toegevoegd aan het vernieuwde annotatieschema (zie Bijlage D) en hierna beschreven en geïllustreerd met een voorbeeld in Tabel 10.

Tabel 10 - Specificaties in de MI’s.

Specification Position The presentation indicates a condition, stand or status of an object or body part.

Het is daarom belangrijk dat het slachtoffer op zijn rug ligt

(Bron: MI7-RZ4) Specification Direction The

presentation indicates a specific direction of movement

Duw zijn hoofd voorzichtig naar achteren. (Bron: MI3-RZ2)

Specification Distance The presentation indicates the space between two points

Leg de arm die het verst van je weg is zo dat je goed bij zijn hand kunt.

(Bron: MI5-BR2) Specification Location The

presentation indicates a specific place.

Kniel op allebei je knieën naast het slachtoffer aan de kant van zijn

gezicht. (Bron: MI6-RZ3)

Specification Time The presentation indicates a duration, speed, repetition or

(28)

Specification Other Any specification that does not fit the

specifications described above

Duw zijn hoofd voorzichtig naar achteren. (No examples )

Possible to show with text in picture, like: Caution!

Operationalisatie Specificaties

Per deelzin is de specificatie benoemd op basis van de hiervoor genoemde definities en ze vervolgens bij het annoteren een kleur te geven. Zo kreeg Position de kleur donkerblauw,

Direction de kleur groen, Distance de kleur geel, Location de kleur rood, Time de kleur paars en

Other de kleur azuurblauw. Op deze wijze is per deelzin goed te zien welke specificatie gegeven is om de draaihandeling goed uit te voeren. Zoals bijvoorbeeld de start van bijna iedere draaihandeling, die begint met: “Kniel op beide knieën”. “Knielen op knieën” bestaat in meerdere variaties, zoals Op beide knieën, Op de knieën en Op zijn knieën en vallen bij het annoteren allen onder de specificatie Position, immers het geeft de uitgangspositie weer van de hulpverlener om de instructie van het draaien van het slachtoffer te kunnen uitvoeren en zal in de kleur blauw worden weergegeven.

Om deze specificaties echter op de juiste wijze te kunnen operationaliseren moeten ze verder gedefinieerd worden, naast de hierboven gegeven definities. Daarbij is het van belang om per deelzin te kijken naar de context waarin de specificatie is gebruikt: de hoedanigheid van de handeling geeft aan om welke specificatie het gaat in de deelzin.

Zo geeft Position de positie of houding aan waarin (een onderdeel) van het slachtoffer of de hulpverlener zich bevindt. De specificatie op de rug, in de zin: "Draai hem daarna weer terug op

zijn rug" geeft aan dat het slachtoffer in de positie van een rugligging moet komen. Terwijl in de

zin: "Het is daarom belangrijk dat het slachtoffer op zijn rug ligt", de persoon al op zijn rug ligt, op die plek, dus op die locatie. Op de rug kan een verwarrende specificatie zijn. Om andere verwarrende specificatie te illustreren volgt het volgende voorbeeld in tabel 11:

Tabel 11 – Annotatie specificaties in de TMI..

MI’s TMI Specification

MI3-RZ2 Let goed op het slachtoffer goed = other

beoordeel elke minuut zijn ademhaling. elke minuut = time of duration Kleine kinderen kun je gewoonop hun zij

draaien met de mond omlaag.

gewoon = other, op hun zij = position, Omlaag= position

De specificaties goed, elke minuut en op hun zij zijn duidelijk te annoteren. Binnen de context van de draaihandeling is duidelijk wat de hulpverlener moet doen om de handeling uit te voeren. Daarentegen kan de specificatie omlaag binnen de zin “draaien met de mond omlaag” verwarrend zijn. In eerste instantie zal gedacht worden dat het hier de richting van het hoofd betreft en daarmee de specificatie direction aangeeft. Echter binnen de context van de gehele zin “Kleine kinderen kun je gewoon op hun zij draaien met de mond omlaag” gaat het om het draaien van een kind waarbij het aangeeft hoe het hoofd aan het eind van de draaibeweging moet liggen, waarmee de positie wordt aangegeven en niet de draaibeweging naar beneden.

(29)

Belangrijk is om bij twijfel naast de context, het doel van de handeling in de tekst of de afbeelding bij de operationalisatie mee te nemen. Immers het toevoegen van beeld dient de twijfel bij de lezer weg te nemen omdat het beeld een bevestigende werking heeft op het tekstbegrip van de lezer (Kools, et al, 2006).

Een ander voorbeeld voor de mogelijkheid dat meerdere interpretaties van een specificatie mogelijk zijn is het woord naast in een zin als “kniel naast het slachtoffer”. Hier staat naast voor de locatie (specification = Location) echter in de zin “en zorg dat zijn benen naast elkaar liggen” geeft “naast” in dit geval de positie van de benen weer (specification = Position).

In de eerste deelzin (TMI) van Tabel 11 staat dat er ‘goed’ (specificatie Other) op het slachtoffer moet worden gelet. Dit woord,’ goed’, kan ook worden weggelaten, waardoor er waarschijnlijk minder ‘goed’ op het slachtoffer wordt gelet, immers er ligt minder nadruk op het opletten. Het woordje ‘goed’ zou kunnen worden vervangen door het woord ‘wel’ wat een zwakkere actie doet verlangen van de hulpverlener bij het letten op het slachtoffer dan het woord ‘goed’. Een tweede voorbeeld van een circumstantial element, in bovenstaand voorbeeld uit het corpus, zijn de woorden ’elke minuut’ (specificatie Time), dat ook vervangen kan worden door ‘elk uur’, waardoor de instructie verandert, in de zin van dat er dan een andere eindsituatie voor het slachtoffer verwacht kan worden. Een levensbedreigende situatie kan ontstaan als de ademhaling van een bewusteloos slachtoffer wordt genegeerd (en niet ‘elke minuut’ gecontroleerd wordt), Bij het wegvallen van de ademhaling is een snelle handeling van de hulpverlener nodig, waarbij in plaats van ‘iedere minuut’, ‘elk uur’ de ademhaling gecontroleerd wordt, het slachtoffer eventueel kan overlijden.

Een derde voorbeeld van een circumstantial element is het woord ‘omlaag’ (specificatie

Direction), wat vervangen zou kunnen worden door ‘omhoog’. Door deze wijziging in de

handeling verandert de situatie voor het slachtoffer. Door de mond ‘omhoog’ te brengen kan een slachtoffer, die buiten bewustzijn is, stikken in zijn of haar bloed, braaksel of doordat de tong in de keel zakt.

Bovenstaande voorbeelden bevestigen Martinec en Salway’s theorie (2005) waarin ze aangeven dat het ene zinsdeel (clause), de andere kan verbeteren (enhancement) door een kwalificatie toe te voegen in de vorm van tijd, plaats, reden en andere vergelijkbare circumstantial elements.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer er inhoudelijk naar de tekst wordt gekeken, valt op dat wat betreft Action Type, Action Status en Action Aspect alleen de subcategorie Obligatory is gedaald in 2016, zie

De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Mensen blijven menselijk in een onmenselijke situatie. Dekens die netjes opgevouwen op bed liggen

Een Emvi-achtige aanbesteding kan behoorlijk complex zijn en je hoeft niet de illusie te hebben zoiets meteen voor de volle honderd procent te beheersen.. Overigens zijn de

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Onderstaande grafiek geeft naar geslacht en leeftijd de samenstelling weer van het aantal personen dat in het vierde kwartaal van 2016 werkzaam is bij het Rijk.. De blauwe kleur geeft

1 Een biologische ouder die zijn/haar kind niet erkend heeft, alsook een pleegouder en een stiefouder, zijn ouders die geen juridische band hebben met het kind en dus geen

Ik kom dan nu toe aan de vraag wat de implicaties zijn van deze analyse voor de positie van de gedupeerde partij in het strafproces en herstelrecht.. Mijn voorstellen zouden

Hartog op: „Men kan zelfs de vraag stellen, of de gewone economische analyse, welke gebaseerd is op het winstmotief, hiet nog wel opgaat..." (Problemen der modeme